Twintig jaar geleden brandde de Rijksdag Hei begin van de onmenselijke nazi-ierreur Marinus v. d. Lubbe weigerde verdediging door een Nederlandse advocaat Goed werk van Rijkspolitie in rampgebied ZATERDAG 28 FEBRUARI 1953 Mr Stomps onthult zijn ervaringen uit opzienbarend proces Ter overdenking (Van onze speciale verslaggever) IN DE NACHT van de 27ste Februari 1933 nu twintig jaar geleden sloegen oo verschil lende plaatsen van het Rijksdaggebouw in Berlijn de vlammen uit. In brand gestoken Duitsland was in rep en roer. De nazi s beschuldigden de communisten en begonnen een terreur zoals in de wereld zonder weerga is. Europa hield zijn hart vast. Waar moest dit op uitdraaien Men heett toen nog niet kunnen voorzien, welke vreselijke gevolgen het streven naar de macht van Hitler en zijn bende zou hebben. Nu weten wij het en nu kennen wij ook de achtergronden van de Rijksdagbrand, al zal wel eeuwig in de schoot der goden verborgen blijven wie de eigenlijke daders zijn geweest Vijf verdachten hebben ervoor terecht gestaan. Een van hen was de Nederlander Marinus van der Lubbe, éie de verdenking met de dood heeft moeten bekopen. De Nederlandse advocaat mr B W. Stomps was tot zijn verdediging geroepen en nu zitten wij tegenover deze rustige rechtsgejeerde in zijn grote huis in Aerdenhout Precies kent hij nog de feiten. Hij vertelt ons omstandig het verhaal, zonder een zweem van sensatie. IN SEPTEMBER 1933 kwam bij mr Tideman, voorzitter van het bureau voor rechtsbijstand in strafzaken in Haarlem, een van de laatste „tachtigers" beroemd als strafpleiter bij de eerste principiële dienstweigeringszaak in Nederland tegen een zekere Groenendaal, een groepje mensen, die zich het internationale Van der Lubbe-comité noemden en vroegen, of hij bereid was Van der Lubbe in Leipzig te verdedigen- Wegens familie-omstandigheden kon mr Tideman deze opdracht niet aanvaarden. Hij adviseerde mr Stomps te nemen. Dat was, zo komt het ons voor, een goed advies. Want mr Stomps speciale terrein is het strafrecht. Door een jarenlang verblijf buitenslands "be heerst hij voortreffelijk de vreemde talen en bovendien is hij dat heeft hij in de bezettingsjaren ten overvloede bewezen niet bang. Mr Stomps nam liet tot hem gerichte vererende verzoek hij was een nog jong advocaat aan. Mr Stomps moest gewenst zijn nAT KON. zo legt mr Stomps ons uit: als men in Nederland terecht staat kan men niet door een buiten, lander verdedigd worden, maar uit sluitend door iemand, die aan een Ne- ticrlarSse universiteit rechten heelt ge- slGtleerd en als advocaat door een rechterlijk college is beëdigd. In Duitsland kan niet alleen iedere bij eert0 Duits rechtscollege ingeschre ven advocaat als verdediger optreden, maar ook elke met-jurist, mits dat ge. schiedt op uitdrukkelijk verzoek van de verdachte en dan nog moet het rechterlijk college uitmaken, of het daartegen bezwaar heeft. Bestaat dit bezwaar niet. dan moet het college een Pflichtverteidiger toevoegen en aeze dient te verklaren, dat hy met de lees wil samenwerken. Het maximaal bereikbare was in het onderhavige geval, dat Van der Lubbe zou verzoeken, dat mr. Stomps als vei- dediger zou fungeren, dat het Reichs. gericht in Leipzig zijn toestemming zou verlenen en dat de toegevoegde verde diger bereid zou zijn met mr. Stomps samen te werken. Omgekeerde weg TK KOOS de omgekeerde weg, aldus 1 mr. Stomps. Eerst veroverde ik de toestemming van het Reichsgencht. De Pflichtverteidiger verklaarde met mij te willen samenwerken. Het enige, wat ik nog nodig had, was dus het verzoete van Van der Lubbe. Onmiddellijk vloog ik met een Tsje chische luchtvaarmaatschappij naar Leipzig en begon daar met mijn voor bereidingen. Ik stapte af in hotel „Kai ser hof." Spoedig bleek mij, dat 125 persvertegenwoordigers uit verscheide ne landen en talrijke rechtsgeleerden, die uit persoonlijke belangstelling het proces wensten bij te wonen, even eens allen in „Kaiserhoflogeerden. Achteraf is mij duidelijk geworden, dat ik daar eigenlijk op een ogenblik, dat nog geen sterveling wist of ver moeden kon, dat Max Blokzijl een nazi-knecht was, door deze man naar toe gelokt ben. Ook de journalisten en andere juristen moeten op een derge lijke wijze naar Kaiserhof gehaald zijn. Het gehele personeel, van boog tot laag, bestond er uit Gestapo-memen. Van liftboy tot ober was er geen vak man te bekennen Op 21 September 1933 begon het proces. Het Reichsgericlit bestond toen r.og niet uit nazi's, maar uit rechters van de oude stempel, die vermoedelijk allen gedacht hebbben, dat de Hitler- terreur niet langer dan hoogstens anderhalf jaar zou kunnen standhou den Het Openbaar Ministerie de aanklagers was echter wel uit nazi s samengesteld, hetgeen tot sterke span ningen leidde. De rechters hebben zich klaarblijkelijk op het standpunt gesteld, dat zii beter op hun post konden blij ven om onheilen te voorkomen, dan maar direct plaats te maken voor de trawanten van Hitier. De openbare aanklager maakte van de brandstichting het sein tot tie com munistische opstand. De werkelykneid in Februari 1933 was, dat van de ruim zeshonderd leden van de Rijksdag ei honderd communist waren. En dezen waren verder van een poging tol revo lutie af dan ooit te voren. Er kon dus geen sprake zijn van een sein voor de opstand. Bovendien had zich in de Mr. B. W. Stomps, de "Nederland se advocaat, die in het proces tegen Van der Lubbe een rol gespeeld heeft. nazi-beweging iets afgespeeld sis in 1938 bij de verkiezingen in Nederland voor de Provinciale Staten. De N.S.B. verloor toen veel van haar aanhang. Bij enkele verkiezingen in 1932 in Duits, land bleek, dat de nazi's op hun retour waren. Hitier en consorten hebben de Rijksdagbrand gebruikt om geheel Duitsland naar hun hand te zetten. Op 27 Februari 1933 barstte de terreur volle omvang los. Welke bedoeling? W/AT was nu de bedoeling van Duitsers met het proces? Zij wilden bewijzen, dat zij de brand niet gesticht hadden de gehele wereld had hun schuld namelijk onmiddellijk aangenomen en zij wensten te de monstreren, dat zij de wereld aan zich verplicht hadden door zo'n gevaarlijke communistische terreurbende een nalt toe te roepen. Merkwaardige opvattingen! Er waren vijf verdachten: Dimitrov, een Bulgaars journalist, Tanef en Popof, twee andere Bulgaren, Torgler, de leider van de communistische Rijksdagfractie en ten slotte Marinus van der Lubbe. Onbegrijpelijk is het nu nog, dat deze mensen werden aangeklaagd. Dimitrov werd in de twintiger jaren in Bulgarije ter dood veroordeeld, verdacht van medeplichtigheid aan een bomaanslag op het kathedraal in Sofia; later, na zyn vrijspraak, werd hij in 1934 door de Sovjet-regering tot Russisch onderdaan verklaard en over de Duitse grens geleid; vervolgens bracht hij het tot hoogleraar in het strafrecht aan de universiteit in Moskou en volkscommis saris van justitie. Hij verheugde zich destijds in de sympathie van de gehele wereld. Tenslotte is hy zelfs president van Bulgarije geweest. Hij is vermoord. De veronderstelling ligt voor de hand, dat dit door de Russen gebeurd is, om. dat men in hem een Bulgaarse Tito vreesde te ontmoeten. Iedere Duitser uit politieke kringen kon destijds vertellen, dat Torgler een salon-bolsjewiek was. een door en door fatsoenlijk mens, overtuigd communist, maar wars van iedere gewelddaad. Tanef en Popof zijn na hun vrijspraak met even stille trom vertrokken als zij gekomen waren. Van der Lubbe was een wilde Ne derlandse communist, uit de Nederland, se communistische partij gestoten, om dat hij de partij-discipline niet ver. dragen kon De afschrikwekkende wer king. die de Duitsers van het proces tegen deze mensen verwachtten, was fictie. Onderaardse qang TIJDENS het proces i staan, rlat van het D£ Op Vrijdag 22 September, toen de tweede zittingsdag begon, deelde de president mede, dat de buitenlandse pers onjuiste berichte^ had verspreid. Wel was er in de meest letterlijke zin een Nederlandse verdediger uit de lucht komen vallen, doch hy kon niet iemand toelaten, zonder eerst grondige infor. maties te hebben ingewonnen. Dat was inmiddels geschied. Namens het Reichs- gericht kon hij verklaren, dat dit geen bezwaar tegen het optreden van mr Stomps had en dat de toegevoegde verdediger, dr Seuffert, bereid was met hem samen te werken Aangezien mr komen vast te Stomps nog geen gelegenheid had ge staan. dat van het paleis van Göring had met Van der Lubbe te spreken, naar het Rijksdaggebouw een onder, schorste hij de zitting, teneinde het aan aardse gang liep, waardoor gemakkelijk tien mannen met brandbaar materiaal kon den lopen. Half Ocffober werd Göring als getuige ge hoord. Er ont wikkelde zich zo zeide mr Stomps, die er bij geweest is een schitte rend woorden - duel tussen Di mitrov en Gö ring. Plotse ling riep laatst genoemde uit: „Als jullie deze man vrij spreken. krij gen wij hem toch wel!" Deze razernij van Go- ring toonde aan. dat hij positief schuldig was aan de Rijks dagbrand. Het proces werd tegen alle vijf verdachten gelijk gevoerd. Het duurde tot half December en eindigde met de vrij spraak van vier hunner en de veroordeling van Van der Lubbe, die be gin Januari '34 door de valbijl werd onthoofd. Mr Stomps heeft al het mogelijke gedaan, om voor Van der Lubbe te redden, wat te redden viel. HE persvertegenwoordigers van alle beschaafde landen seinden over de gehele wereld rond. dat de Neder landse verdediger niet tot zijn cliënt was toegelaten en dat hij belemmerd was in de uitoefening van zijn functie. Dat was onjuist, want mr Stomps was nog steeds niet de verdediger van Van der Lubbe. omdat deze daartoe de wens niet te kennen had gegeven. In de nacht van 21 Februari 1933 ging door Berlijn ds kreet ,jDe Rijksdag brandt." Het was het sein voor jaren van gruwelijke nazi-terreur. EEN VERTELDE INGEWIJDE Z27*~ twintig jaar geleden, werd 't Rijksdaggebouw Cj f\l N in Berlijn in brand ge stoken. Wie deed dit? Van der Lubbe werd ervoor veroordeeld en verloor 't hoofd onder de valbijl. Maar nog altijd neemt de wereld aan, dat niet Van der Lubbe zich aan deze brandstichting, die het sein werd voor een verschrikkelijke naziterreur, schuldig heeft gemaakt. Wie de werkelijke daders geweest zijn, zal wel altijd een mysterie blijven. Talrijke hypothesen zijn daarover in omloop geweest. Air B. W. Stomps, wonende te Aerdenhout, die in September 1933 naar Leipzig geroepen werd om Van der Lubbe te verdedigen, heeft er zijn door de tijd gerijpte denkbeeld over. In een exclusief onderhoud, dat onze speciale verslaggever met heih mocht hebben, heeft hij dit onthuld en tevens de gang van zaken tijdens het proces in de herinnering teruggeroe pen. Deze Nederlandse advocaat deelde een aantal vergeten en nimmer bekend gemaakte bijzonderheden mee, die een duidelijk licht werpen op de driestheid, waarmede de nazi's te werk gingen. Een driestheid, die ten slotte tot de tweede wereldoorlog heeft geleid. In nevenstaand artikel treft men zijn verhaal aan. Aantal diefstallen beperkt (Van onze Haagse redactie) .T. Gerritsen in Den Haag. gewestelijk commandant van de Rijkspolitie voor de provincies Zuid-Holland en Zeeland, deelde ons mede, dat er in het rampgebied zo weinig diefstallen en dan nog van zo geringe betekenis zijn voorgekomen, dat dit onaangename aspect van ieder rampgebeuren deze keer volkomen verwaarloosd kan worden. In een gesprek, dat wij met de kolonel hadden, meenden we deze gelukkige omstandigheid te moeten danken aan de paraatheid, die het corps Rykspolitie by deze ramp getoond heeft te bezitten. Reeds in de eerste dagen kon men in verlaten dorpen en steden in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden uitgebreide cn actieve groepen Rykspolitie gebivakkeerd vinden. Een verlaten bovenverdieping, van een openbaar gebouw, midden in het water, zonder drinkwater, gas- of elcctriciteitsaan- sluiling, hadden ze betrokken. Een flets petroleumkachel tje verspreidde maar een schaarse warmte in de voehtig- killc ruimte, waarvan een hoek met harde strozakken tot slaapplaats was ingericht. Bevolking toonde dankbaarheid Uit alle delen van het land waren de versterkin gen van de plaatselijke eenheden aangetrokken. Uit Limburg en uit Groningen, uit Noord-Holland en uit Drente hebben we de man nen gesproken. Kolonel Ger ritsen vertelde ons, dat er organisatie in deze spreiding gezeten heeft. In Rotter dam, Den Haag, Leiden, Bergen op Zoom en later 's-Hertogenbosch, werden detachementen van vijf-en- twintig man in reserve ge houden. Eén telefoontje uit een hulpbehoevend(e) stad of dorp was voldoende om de vereiste aanvulling bin nen weinige uren naar de plaatsen te dirigeren. Gelijk tijdig vond dan natuurlijk weer aanvulling plaats van de reserve-groepen in de ge noemde steden. Dit systeem heeft prachtig gewerkt. Totaal 1800 a 1900 man Rijkspolitie konden hierdoor zonder grote schokken in het geweer komen. „Heeft dit geen moeilijk heden gegeven in de stre ken, waaruit deze reserves geput waren"? hebben we gevraagd. „Wel even", antwoordde kolonel Gerritsen, „maar dank zij de vrijwillige reserve-politie konden deze moeilijkheden worden opge vangen. En weet u wat zo sympathiek hierbij was? Zeer velen van deze vrijwilli gers weigerden de geldelijke vergoeding, die hen rech tens toekwam. Men stortte deze gelden in het Rampen fonds, een gebaar, dat bij zonder gewaardeerd werd". Mogen wij overtuigd zijn. dat dank zij dit alles het aantal diefstallen zo miniem gebleven is, kolonel Gerrit sen meende, dat de grote medewerking van de burge rij hier debet aan is. „De bevolking zelf was onge looflijk fel op mogelijke diefstal, en verleende dus de politie de grootst moge- lijke medewerking", zei hy. Wij geloven, dat hier een al te grote bescheidenheid van de kolonel om de hoek komt kijken. Denken we immers maar even aan dat voorval in volkomen verlaten Numans- dorp, waar de Rykspolitie op zeker ogenblik een man bij de kraag greep, die woning uitkwam en toen ontdekte, dat het de bewo ner zelf was. Legio keren dit gebeurd in alle plaatsen van het overstromingsge bied. Deze Numansdorper heeft de Rijkspolitiemannen hun strenge optreden niet kwalyk genomen. Hy vond het zelfs wel prettig, zei hij. Want nu wist hy trnminste, dat zyn spullen goed be waakt werden. En zo dacht iedereen er over, die met de strenge waakzaamheid van dit corps kennis maakte. „Ja. ja", zo besloot de kolo nel dit gesprek. „De Hol landse militair en politie man willen nog wel eens graag kankeren, maar voor de zoveelste keer is geble ken. dat men in geval nood op hen rekenen kan. Prettig te ervaren, dat de burgerij haar werk zo bij zonder gewaardeerd heeft, er zelfs enthousiast over geweest is". Het is geleend mr Stomps mogelijk te maken Van der Lubbe te bezoeken en te trachten van deze verdachte het krachtens de we', noodzakelijke verzoek los te krijgen. Naar schatting ben ik een half uur in de cel van Van der Lubbe geweest, aldus mr Stomps Als enige persoon was daarbij een tolk aanwezig. Het onderhoud verliep buitengewoon een. zijdig. Van der Lubbe stond roerloos in zich zelf gekeerd. Ik had mij voor zien van een brief van zijn halfzuster in Oegstgeest en een van zijn beste vriend in Leiden, waarin zij hem smeekten van mijn hulp gebruik te maken. Driekwart blind TK liet deze brief zien, doch vergat daarbij één ding. Van der Lubbe was als jongen van achttien jaar drie kwart blind geworden. Hij was toen leerling metselaar en bij een stoeipartij met enkele kornuiten gooiden zij hem een jute zak over het hoofd, waarin onge. bluste kalk had gezeten. Van die tijd af genoot hij een kleine invaliditeits- rente van f 5 per week. Hij had, toen ik bij hem kwam, bo vendien zei en maanden die aan het proces waren voorafgegaan mishan deling achter de rug. Al die tijd was hij aan handen en voeten geketend geweest, dag en nachtDat had hem volkomen gekraakt. Dit gevoegd bij het feit, dat deze straatarme jongen door zijn ervaringen moeilijk heeft kunnen indenken, dat een Nederlandse advocaat zonder eigenbelang de taak van zijn verdediging op zicb wilde nemen, had kern zo argwanend ge maakt, dat ik niet door zijn zwijgzaam heid kon heendringen. Op al mijn praten en vragen kreeg ik geen enkel antwoord. Op alle manie ren heb ik het geprobeerd- gewoon, pathetisch en bijna smekend. Toen ik eindelijk, een beetje kwaad, uitriep: „Dus je wil niet door me verdedigd worden", zei hij. „Nee". Daarna ben ik de cel uitgegaan. WIJ HEBBEN met mr Stomps ook gesproken over zijn hypothese Er zijn eigenlijk drie groepen van da ders. zeide hij. In de eerste plaats de domme, verleide Van der Lubbe, ver volgens de even domme Göring en tenslotte de diplomatieke schaakmees. ters in Moskou, die bedacht hebben, dat. als men de nazi's aan het bewind brengt en de Rijksdagbrand gaf nun de wind in de zeilen een na tuurlijke bres geslagen wordt in de Westerse democratieën, waardoor Rus- lands omsingeling verhinderd wordt. Wellicht is Göring „erin getrapt," heeft hy de mededeling ontvangen, dat de communisten de Rijksdag in brand wilden steken en heeft hij dit niet verhinderd om daarvan zelf de voor. delen te plukken by het streven van de Nazis naar de macht. Maar dit is een hypothese Die mis schien versterkt wordt door het op vallende verschijnsel, dat tijdens het proces in Neurenberg, na de oorlog, de Rijksdagbrand niet ter sprake is ge. komen, omdat de Russen dit niet wensten TN een van de Bijbelboeken vinden we een alledaags voorval vermeld: Leerlingen van de profeet Elisai gaan bij de Jordaan hout hakken om hun behuizing te verbeteren. Terwijl ze daar bezig zijn heeft een van hen het ongeluk, dat het ijzer van zijn bijl schiet, het water in. .Ach, mijn heer", zo roept hij tot Elisa, „en het ia geleend!" Wie benieuwd is naar de afloop an het verhaal sl3 zijn Bijbel op. hij kan het vinden in het tweede boek der Koningen hoofdstuk 6. Voor het ogenblik wil ik alleen de aandacht be palen bij die angstige uitroep van de man die zijn geleende bijl in het wa ter ziet verdwijnen. De schrik doet een kreet over de lippen komen, een kreet om hulp: „Ach, mijn heer!" De mens wiens werktuig uit de hand schiet roept in zijn schrik, roept tot een ander, tot een die gezag heeft. Dwaas eigenlijk, alsof Elisa- het nog verhelpen kan. Ja wel een beetj-e dwaas, maar niet dwazer dan wij gemeenlijk zijn. Daar om staat deze man ons zo na en is dit voorvalletje voor ons zo gewoon alsof het vandaag onder ons plaats vond. Wij redden ons graag zelf, heb ben niemand nodig, maar als de nood aan de man komt, bij verlies en tegen spoed, dan komt de kreet om hulp, de klacht tot een ander, de bede tot Hem die machtig zijn moet om het onmogelijke te doen voor ons. De mens wie het bang om het hart wordt roept tot God. die h;j in de dagen van zijn voorspoed liefst vergeet. „Nood leert bidden", zeggen we dan. Maar vragen we ons weieens af. wat de nood ons bidden doet en waarom? Want dat is met onverschillig. Iedere kreet om hulp zal onverhoord blijven als deze alleen voortkomt uit de bekommer nis om het eigen kleine ik. Elk beroep op het ingrijpen van Gods hand naar onze wensen zal zonder uitwerking zijn. Het is Zijn heilige wil en niet ons verlangen, dat de loop der dingen bepaalt. De bede om te leren aan vaarden wat uit Zijn hand tot ons komt heeft zin en geeft kracht, maar zinloos en krachteloos is de opwelling om tot Hem te gaan met de wens. dat de werkelijkheid naar onze hand wordt gezet, met de kreet om terug te krijgen wat crnze hand ontviel. Om verlies te nemen, schade en smart te boven te komen is een vastere geest nodig dan van hem die geschrokken stamelt: „Ach mijn Heer". Geloof dat aan de dag komt in het uur van ge vaar. zal de nood niet overleven, geen kracht verlenen het te boven te ko men. „Ach mijn heer, en hrt is geleend!". De schrik om het v<*iïtérrfcs te sterker door het besef, dat d net andermans goed was dait verloren ging, door de noodzaak om straks rekenschap te geven aan de eigenaar. De kleine ver legenheden van alle dag spreken ons meestal directer ran da? de grote on gelegenheden van het leven. We kun nen daarom zo meeleven met die man die ermee zit. Hoe moet hy de eige naar van het gereedschap onder da ogen kermen met lege handen? Het was geleend, dat maakt het verlies erger omdat de verantwoording er zo veel scherper door wordt gevoeld. Ge leend goed, dat was die bijl, maar niet alleen dat stuk gereedschap, alles wat een mens gebruikt, heeff en is. Het is alles geleend. Voor alle dingen van het leven geldt dat. de grote en de kleine: Het is geleend! Het leven met alles wat eijin en er aan is, het is ons toevertrouwd, het is gave, het is geleend. Wij weten dat wel, maar beseffen wij het ook steeds? De profetenleerling roept het in zijn schrik uit als hij het kwijt is. dan beseft hy pas dat het geleend was en wat dat betekent. Wanneer hij het in de diepte verdwijnen ziet dringt in zijn volle betekenis tot hem door, dat het geleend was. Wy leren het pas duidelijk als wat wij het onze noemden, ons ontvalt. Als de Heer die geeft ook weer neemt. „De naam des Heren zij geloofd", laat de lijdende en toch gelovende Job erop volgen. Kunnen wij daarmee instemmen? Verlies, gemis als pijnlijke les is nodig om ons de waarheid te doen verstaan die over onze levens geldt: het is geleend. Zulke harde leermees ters hebben we nodig om de waar heid tot ons te doen doordringen. Want wij willen het zo graag vergeten, ver vuld als wij zijn van onszeli en het onze, terwyl wy doen of het blijvende dingen zijn waarmee we ons leven vullen en onze gees^, bezig houden. Onze handen hebben! de hardnekkige gewoonte om vast ts houden, onze harten om te binden,-onze geest om te rusten bij het verworvene. We leren het maar niet at om ons te laten ver blinden door de schijn van hier een blijvende stad te hebben en vergeten dat wat wij het onze noemen maar tijdelijk is. dat het ons niet toebehoort maar dat het geleend is. bestemd om by de Eigenaar terug te II i keren. Geleend goed. daarom: verant- nypothese woordelykheid. rekenschap. De schok van het verlies, de pijn van de teleurstelling, de last van het leed. brengen ons terug tot de werke lijkheid van een wereld waarin niets het onze blijft, want het is geleend. Een pynlyke. voor onszelf vaak ver pletterende ontdekking, maar tevens een erkenning die ons redt van bit terheid en moedeloosheid. Want zie by al wat ons ontnomen wordt door het leven of door de dood is er geen sprake meer van verloren gaan. in het niet verzinken, als we in de er kenning van het geleend zijn de ont dekking deden dat er Eén eigenaar is, Wien alle dingen behoren. Uit Wien, door Wien en tot Wien alle dingen zyn. Wiens eigendom wij zijn. Dan wordt het weten, dat de dingen ons wel uit de hand vallen. maar dat alles :n Zyn hand is. tot de kracht, die het ons mogelijk maakt staande te blijven ook in uren van benauwdheid en aan vechting Het leven krijgt dan zijn betekenis, zijn spanning, zyn inhoud en zijn opdracht, dagen, bij winst het is geleend! Ds. J. KNOT, Barsingerhorn.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4