Perfecte organisatie van vervoer
naar rampgebieden
Ir
Rode Kruis stampte haar uit de grond
en spaart op de kilometers
Heyning: de beheerder ran
5000 rijksgebouwen
Wat kiezen we als
Van boeken en tijdschriften
NIEUWE HAAGSCHE COURANT
3
ZATERDAG 28 FEBRUARI 195S
NIETS GAAT VERLOREN
Op I Maart met pensioen
Waar bleven gelden voor
Vispootfonds
Hengelvereniging Verenigd Sterk
vraagt opheldering
Dc hengelvereniging Verenigd Sterk
had deze week in Amicitia een verga
dering belegd, die zich in een grote be
langstelling mocht verheugen. Voorzitter
Van Dijk deelde mee, dat 100 uit de
kas was overgemaakt aan het Rampen
fonds en dat de Vereniging een adres
heeft gezonden aan de Tweede Kamer
inzake wijziging van de Vlsserïjwet. Er
werd een voorstel aangenomen, een twee
de adres te zenden aan de Tweede
Kamer over de besteding van de gelden,
bestemd voor het z.g. pootvisfonds. Van paperassen, maar de heer Heyning schenkt ons over zijn bureau heen een
loll'lt1 vnendelijke glimlach. Hij glimlacht niet alleen, omdat hij op 1 Maart a.s.
Stort, terwijl ruim een half mïiiioen in i met pensioen gaat, maar ook, omdat dit kennelijk in zijn aard ligt en zo n
de schatkist verdween. Vervolgens kwam man had de Rijksgebouwendienst na de oorlog, toen de moeilijkheden zich
de hengelwedstrijd aan de orde. Men be-; opstapelden, nu juist nodig,
sloot deze te houden op twee achtereen-
(Van een onzer verslaggevers)
DE VOORNAAMSTE ZORG van het Nederlandse Rode Kruis in deze
weken van hulp en offer is: niets te laten verloren gaan van wat
binnen- en buitenland zo spontaan schonken.
Men bespaart op de uitgaven. De kilometers van, naar het rampgebied
af en aan rijdende vrachtauto's, worden alle geteld en genoteerd.
En men geeft uit overvloed. Naar de évacué's in de verschillende steden
en dorpen van Nederland gaat het beste, dat de inzamelingen hebben op
geleverd. Wat nog belangrijker is: dat beste wordt in overvloedige mate
gezonden.
Wat die kilometerbespa ring betreft: de
ervaringen van de jaren 1940—1945 heb
ben het Rode Kruis geleerd, dat er gren
zen zijn aan de goodwill van de bevol
king. Mensen, die auto's en materialen
ter beschikking stelden van hulporgani
saties, merkten op een kwaad ogenblik,
dat, zelfs in tijden van grote nood, de
schoorsteen van goodwill alléén niet
roken kan. Het gevolg was dan, dat er
rekeningen werden ingezonden voor be
wezen diensten en die waren nog wel
eens aan dc gepeperde kant.
Ditmaal dreigde weer een dergelijke
lawine na de overstromingsramp. We
hebben allemaal de stroom van auto's
en andere voertuigen gezien, die, in de
eerste Februaridagen, het verkeer op de
Fluwelen Burgwal stremden. Daar be
vindt zich n.l. de Intendance van het
Rode Kruis. Van daaruit werden dus alle
opdrachten voor ritten naar het nood-
gebied gegeven. Doch er werd maar bit
ter weinig aandacht besteed aan de rij
en rusttijden van de chauffeurs en aan
de liters benzine, die verreden werden.
In allerijl is toen de Centrale Vervoers
dienst van het Rode Kruis, een organi
satie, die al lang bestond, maar die zioh.
uit bezuinigingsoverwegingen in liquida
tie bevond, gaan werken. Hij kreeg de
beschikking over een drietal keten van
aannemers aan het einde van de Boor-
laan op het Malieveld in Den Haag. Het
waren keten, zonder meer. Er was ver
warming noch licht, telefoon, noch sani
taire voorziening in. En toch moest men
zowel het een als het ander hebben.
Zoals op zovele plaatsen in Nederland
is daar toen uit niets alles gewrocht. De
telefoon was er binnen een dag. Voor
electrisch licht sloot men de keten aan
op de. ter plaatse staande straatlantaarns.
Er werd riolering aangelegd en er kwa
men keukenvoorzieningen. Op 9 Februari
kon men er gaan draaien.
Samen met de verschillende beroeps
vervoersorganisaties organiseerde het
Rode Kruis er de dienst. Dc chauffeurs
vonden er parkeergelegenheid voor hun
wagens, een warme wachtkamer, warme
dranken, maaltijden en brood om mee te
nemen, op alle uren van de dag en de
nacht. Bovendien: een klein leger van
Rode Kruis begeleiders, loodsen op de
v/eg naar de bestemming van de goede
ren. die met alle wagens meegingen.
De dienst heeft tot nu toe perfect ge
werkt. Als men op de Intendance aan
de Fluwelen Burgwal een wagen nodig
heeft, wordt van daar een sein gegeven
aan het Malieveld en chauffeur, auto en
begeleider rijden eerst naar het pakhuis
waar de te vervoeren goederen zijn en
vervolgens naar de plaats van bestemming.
Er is een bonnensysteem ontworpen, dat
alle belanghebbenden in staat stelt ken
nis te nemen van de verrichtingen van
de afgestane of geleverde wagen en aan
het eind van de rit maakt de begeleider
zijn rapport en begeeft de chauffeur zich
ter ruste, om voor een nieuwe opdracht
paraat te zijn.
Acht honderd en vijftig- auto's zijn. in
de week van 9 tot 15 Februari voort
durend onder weg geweest. Zij hebben
van alles en nog wat vervoerd over dui
zenden kilometers. En van hun verrich
tingen werd een uitgebreid en dik boek
samengesteld, waarin niet slechts staat
wat er gedaan is, maar ook: op welke
wijze het werd uitgevoerd; hoeveel
wachttijd de chauffeur had èn hoeveel
kilometer hij aflegde. De rijtijden worden
dan berekend en vervolgens vergoed,
overeenkomstig de voorwaarden van het
beroepsgoederenvervoer.
Tocht naar Zuid-Beijerland
Zo is b.v. de chauffeur J. v. d. Eykel,
overeenkomstig zijn rapport, op 15 Febr.
'53 met de auto H. 21080 van Houtrust
naar Zuid-Beijerland gereden. Hij ver
trok om 18 30 en kwam om 23.45 op de
plaats van- bestemming aan. Bij het einde
van zijn rit was de mijlstand 85023. Bij
het vertrek had hij gestaan op 84939. Dat
was dus een afstand van 84 mijl en di<
kan de eigenaar van de auto en de pa
troon van de chauffeur t.z.t. in rekening
brengen. Het is ook mogelijk, dat hij tot
de gratis-rijders behoort. Wat de uitvoe
ring van de dienst betreft vallen zij
evenwel onder dezelfde bepalingen.
Douches voor Middel-
harnis
De auto van v. d. Eykel vervoerde
werkkleding naar Zuid-Beijerland, doch
er kunnen merkwaardige artikelen ter
verzending worden aangeboden of voor
geschreven.
Zo vroeg op een Zaterdag, des middags
n twee uur, de burgemeester van Mid-
cielharnis om douches. De hygiënische
toestanden in de gemeente waren onbe
schrijflijk geworden en er was geen ge
legenheid voor de achtergebleven bevol
king en de dijkwerkers, zioh te wassen.
In Oude Tonge zat men met hetzelfde
euvel. Daar waren er op de 250 achter
gebleven mensen 10 douches. In Middel-
harnis had men er voor 2500 maar 20.
Nu stampt men douches maar niet zó
uit de grond. Zelfs niet als gezegd wordt,
dat het Rampenfonds t.z.t. wel voor de
schade zal zorgen. En vooral op een
Zaterdagmiddag is het een toer pijplei
dingen te vinden en verwarmingsinstal-
laties.
Om 15.30 uur begon over die opdracht
een stafbespreking op het hoofdbestuur
van het Rode Kruis. En reeds om 16.50
gingen de eerste opdrachten de deur uit.
In de nacht werd al het benodigde saam-
gebracht en Zondagmiddag startte een
grote Zweedse auto. die alles vervoerde
naar Middelharnis en Oude Tonge. Dat
men eerst in de loop van Zondagnacht ter
plaatse was is minder belangrijk dan het
feit, dat men er was en de installateur
aan de slag kon gaan. Tot vreugde van
Middelharnis en Oude Tonge. Het relaas
van deze tocht bevat allerlei merkwaar
dige opmerkingen, die bewijzen voor
welke moeilijkheden men kan komen te
Gezellige ouderavond van
Jan van Nassauschool
De ouderavonden van de Jan van Nas
sauschool aan de Gouwestraat zijn be
kend om hun gezellige sfeer. Dat was
deze week ook weer zo. Dr J. Schone-
veld. voorzitter van het College van Ro
genten der Hervormde scholen, vestigde
er bij de opening de aandacht op, dat de
school geen heersende, maar een dienen
de taak heeft. Het hoofd der school, de
heer A. C. Smit. sprak vervolgens over
„Onze scbool in 1953". Hij leidde de me
dewerker van het Paedagogisch Centrum.
heer B. Swanenburg, in, die het
woord voerde over „Waarom onderwijs
vernieuwing?" De heer Smit deelde mee,
dat elke verandering nog niet altijd een
verbetering is en hij doelde daarbij op
het aanstaand afscheid van een der on
derwijzers, de heer G. M. van Dijk, die
naar Sliedrecht vertrekt.
De heer Swanenburg hield een inte
ressante en boeiende lezing over de pro
blemen van de onderwijsvernieuwing.
Een kind, aldus spr„ is een groot mens
in zakformaat. Een kind heeft alleen
aanleg en het wil graag spelen. Daarom
worden enkele uren per week besteed
aan het zg. keuzewerk. Voorts heeft een
kind behoefte aan expressie en het wil
door gebaren vaak iets uitbeelden. Ten
slotte behandelde spr. nog het globaal
schrift, waarbij de kinderen eerst het
geheel leren zien en daarna pas de afzon
derlijke letters leren. Van de gelegenheid
tot vragen werd druk gebruik gemaakt.
De heer Smit sloot de bijeenkomst, waar
na de ouders zich op de hoogte konden
stellen van het werk van hun kinderen.
De enorme vrachtwagens rijden
af en aan naar de rampgebie
den en hebben op de smalle
dijken met vele moeilijkheden
te kampen. Maar die zijn er om
te worden opgelost! En weer
rijden maar.
staan. B v.: wie moet hel pontvcer beta
len cn hoe manoeuvreert een grote auto
op dc smalle, weke dijken van Goeree
en Overflakkee?
Ook is het voorgekomen, dat een
lading goederen, bestemd voor Ooltgens-
plaat in Dintclsas op een snclboot van
de marine moest worden geladen en later
r.og eens met een vlet naar de plaats van
bestemming diende te worden gebracht.
In zo'n geval gaat de begeleider van het
Rode Kruis, die verantwoordelijk is voor
het afgeven van de goederen, mee. Al
die tijd wacht de chauffeur van de auto
op hem, want samen moeten zij terug
komen op het Centraal Verkeersbureau
op het Malieveld.
Er is op die manier door het beroeps
goederenvervoer in de voorbije weken
cn dan in het bijzonder door de chauf
feurs, die dag cn nacht in de weer waren,
een enorme prestatie geleverd.
En niet minder door de verzorgsters
van al dit rijdende personeel, De eerste
dag, dat men werkte zijn er in die keet
op hot. Malieveld 284 koppen koffie ge
schonken, 87 broodmaaltijden meegege
ven en 70 warme maaltijden vervaardigd!
Werkte o.m. mee aan de sluisbouw in IJmuiden
(Van een onzer verslaggevers)
IR C. T. C. HEYNING, de directeur van de Rijksgebouwendienst, is een
man met vele besognes. Het bureau op zijn kamer is beladen met vele
/olgende Zaterdagmiddagen,
lijk in de tweede helft
bestuur w«pV in zijn gehei
Aan het slu 'erden de film
„Oesterteelt" vertoond.
ri wHxrsriiini-Sinds 1 December 1945 staat de heer
JUli Het oude ^Heyning aan het hoofd van de R«ks-
gebouwendienst; dit is de rijksinstelling.
G t i?dle voor de buisvesting van alle rijks
et schOL I kantoren zorg moet dragen. Na de oor-
Contactmiddag Schev.
geëvacueerden
Circa honderd évacué's uit het ramp
gebied, die thans in Scheveninigen ver
toeven waren deze week op de con-
tacfaniddeg in het wijkgebouw Rehoboth
aan de Nieuwe Laantjes Het sterkend;
woord van ds A. Groot en de vertelling
van ds H. J van Heerden werden zeer
gewaardeerd Begonnen werd met het'
zingen van Psalm 338—9. Ds Groot
wekte allen op om in deze moeilijke tij-
den juist het geloof te onderhouden en
regelmatig de kerkdienett te bezoeken.
Van belang voor de geëvacueerden is
ook, dat Vrijdagsavonds de bibliotheek
in het wijkgebouw voor hen geopend is.
Ds Van Heerden koos voor zijn vertel
ling een verhaal van de bekende schrij
ver W. G v. d Hulst uit zijn bundel „De
stille dingen" Actieve dames zorgden
voor iets lekkers bij de thee We heb
ben wel de indruk, dat een dergelijk
initiatief orijs gesteld vtf 'It. De be-
k^^n
log. toen er bijna niet gebouwd kon wor-
jden en er althans geen grote rijksgebou-
I wen konden verrijzen, moesten er vele
(klippen omzeild worden. „Als uitwijk
mogelijkheid hadden we toen: het huren
van garticuliere huizen en dat gaf, met
het oog op de
IR C. T. C.
i nog steeds heer
sende woning
nood nogal eens
spanningen",
zegt de heer
Heyning. Als
enkele belang
rijke bouwob-
jecten, die na
de oorlog zijn
gereed gekomen
noemt de heer
Heyning: het
nieuwe gebouw
voor Onderwijs.
Kunsten en We
tenschappen aan
de Nieuwe Uit
leg en de uit-
HEYNING breiding van de
zoekers k: .In net laatste"* romer van I rijksuniversiteiten en de Technische Hoge-
de Schev kerkbode mee naar "nuis. Ook [school in DeRt'. 6F
ds A. J de Jong gaf van zijn belangstel-
lang blijk
Een eenzame kist
In de hal van het Gemeentemuseum
staat een eenzame kist. Mooi genoeg, met
fraai houtsnijwerk en zware sloten. Het
is de eerste en tot nu toe enige inbreng
voor de kunstveiling, welke Maandag 23
Maart in het Gemeentemuseum gehouden
zal worden, ten bate van het Nationaal
Rampenfonds. Men is blijkbaar in de
spontane behoefte om te helpen gemak
kelijker in zijn kleerkast gedoken, dan
dat men nu, in kalmer sfeer, een stukje
schenkt, dat niet tot de dagelijkse levens
behoeften, maar dikwijls wel tot de per
soonlijke sfeer van de bezitter behoort.
Een stukje antiek heeft dikwijls zijn
herinneringen aan familieleden of voor
verzamelaar, naast de wezenlijke
waarde, nog het sentiment van een ver
overd trofee.
Maar laten we bedenken waarom we
afstand doen van dat ene stukje waar
we zo aan gehecht zijn, n.l. om hen te
helpen die alles kwijt zijn; hun gewone
huishoudelijke spullen, maar ook hun
kostbaarheden, hun herinneringen, hun
foto's, hun kerkboek, dat nog van de
grootmoeder was, of de tabaksdoos van
grootvader, enfin al die kleine dingen,
die we zelf voor geen goud zouden wil
len missen.
Er wordt niet gevraagd, dat allerkost
baarste voor de veiling te schenken, maar
is er nog niet één aardig stukje, een
koperen bel, een oude prent, een zeld
zaam boek, een antiek meubel, dat ge
mist kan worden?
Die kist kan toch niet zo alleen blijven
in het Gemeentemuseum?
i gebouwd aan het nieuwe pand voor het
ministerie van Oorlog aan de Kalver
markt. De rijksbouwmeester heeft voor
zijn zware taak tijdelijk assistentie ge
kregen van een groot aantal particuliere
architecten. De zorg van de rijksgebou
wendienst strekt zich uit van de kleine
douanehuisjes tot de grote ministeries.
Bij de rijksgebouwendienst zijn in on
derhoud: 1950 rijkspanden, 2103 huur
panden en 1117 barakkenkampen. De
heer Heyning. die jarenlang de bezielen
de stimulans van deze dienst is geweest,
gaat nu met pensioen. Hij heeft het Rijk
door zijn trouwe diensten wél aan zich
verplicht. Van 1917—1945 is hij werk
zaam geweest bij de Rijkswaterstaat en
hij heeft om. een leidende functie gehad
bij de sluisbouw van IJmuiden, de aan
leg van het kanaal van Wessem naar
Nederweert en een deel van het Amster
dam—Rijnkanaal. Zijn wieg stond in
Mevr. Lokollo spreekt 4 Maart
op Ambon-avond
De Haagse afdeling van de Stichting
„Door de Eeuwen Trouw" heeft Woens
dag 4 Maart in de grote Dierentuinzaal
een Ambon-avond georganiseerd. Mevr.
Lokollo, echtgenote van de minister van
de republiek Zuid-Molukken en de heer
Coenradi, voorzitter van het hoofdbe
stuur zullen spreken.
De Mena Moeria Minstrels en een
folkiore-groep, o.l.v. de heer Bakarbessy
zorgen voor muzikale en folkloristische
medewerking. Van de netto-opbrengst
der toegangsprijzen 1) wordt 60 pet
overgemaakt aan het Rampenfonds.
Kaarten zijn aan ons bureau verkrijg
baar.
(Van onze moderedactrice)
Parijs heeft dit voorjaar wel
degelijk rekening gehouden
met de neiging tot bezuinigen,
die langzaam maar zeker het
luxueuze leven gaat beïnvloe
den. Verscheidene huizen heb
ben naast hun haute couture-
afdeling een boutique ge
opend. waarin de peperdure
modellen vervangen zijn door
toiletten, die wel hetzelfde
model hebben maar van ander,
eenvoudiger materiaal ver
vaardigd zijn. Zo kunnen de
robes van pure zij, daar lig
gen in kreukvrij popeline of
zelfs in katoen. En ach. ze zijn
er heus met minder om. De
coupe blijft perfect en men
behoeft niet te vrezen een
massa-artikel te vinden, want
de klanten van de boutique
behoren toch nog altijd tot de
vrouwen, die waarschijnlijk
een kleedgeld hebben, dat ver
boven de middelmaat ligt.
Maar ook uit de nieuwe col
lecties blijkt de neiging tot
versobering. In de eerste
plaats mogen we wijzen op de
voortzetting van de zomer-
mode 1952 Geen enkel model
behoeven we als „ouderwets"
weg te hangen. Geen japon of
mantel van verleden jaar valt
uit de toon. De wijde en de
nauwe rok, de hoge en de lage
hals. de ingezette en de aan
geknipte mouw, het kan alles
Maar denk nu niet, dat de
modekoningen stil gezeten
hebben. Natuurlijk hebben zij
de nodige decreten uitgevaar
digd. Zo is het plissée ver
heven tot noodzakelijk ele
ment van een ohique toilet en
wordt het accent van de rok
naar achteren verlegd door
grote strikken, veel ruimte of
een ingezette baan. Dg hals
lijn is afwijkend, nv'' alleen
bij de japonnen maai ^ok bij
de wijap mantels, die evenals
verleden jaar bij voorkeur
een driekwart wijdaangeknip-
te mouw hebben.
Die afwijkende halslijn ver
eist een buitengewone vaar
digheid van de coupeur, want
met een slechte coupe of slap
pe stof krijgt men daar al
gauw de allernaarste effecten
bij
We zien deze afwijkende
halslijn duidelijk in het lin
kermodel. een creatie van
Jean Desses- De mantel is van
zijde in tweedpatroon gewe
ven in nuances beige en bruin.
De eenvoudige japon is heel
chique met, partijen van fijn
plissée Het middelste model,
ook van Desses- is van impri-
mé taffetas. Van voren glad
en eenvoudig, van achteren
een wijd uitwaaierende klok-
rok. De mouw is juist onder
de schoudertop ingezet en
reikt tot de elleboog. Jaques
Griffe toonde als tegenstel
ling een middagtoiletje van
fijnf -tfreepte zwart-witte taf-
fetiVJpet nauwe rok en ge
drapeerd lijfje. Grote platte
hoeden zien de ontwerpers
gaarne bij hun toiletten ge
dragen. maar tot nu toe heeft
de vrouw het nog steeds ge
wonnen. door kleine gemak
kelijke hoedjes te blijven dra.
gen en het ziet er naar uit. of
ze daar deze zomer ook weer
in slagen zal-
Als steeds zijn er in elke
collectie tailleurs te vinden;
veelal met veel fantasie in de
asymetrische sluiting Maar
tegelijkertijd is weer bewezen,
dat de klassieke lijn het in
deze modellen steeds wint-
Een goed voorbeeld hiervan
vinden we in het beige linnen
pakje, dat Pierre Balmain. de
meest practisohe van alle
modekoningen, ontwierp. Het
jasje is afgezet met een rij
grote parels, die in een koord
verwerkt zijn.
Voor alle ontwerpen geldt
een verlenging van de roklijn.
De lengte wordt gerekend op
ongeveer 30 cm van de grond.
Opmerkelijk is de voorkeur
voor het prinsessemodel, dat
echter meer stof vraagt dan
een tweedelig model. Door op
heuphoogte een naad aan te
brengen wordt de kool en de
geit dan gespaard, of wel
geeft men de indruk van een
doorgaande lijn. terwijl de rok
toch aangezet blijft.
En zo is alles mogelijk, mits
goede smaak de richtlijn blijft!
Buitenzorg in het voormalig Nederlands-
Indië en zijn studententijd heeft hij door
gemaakt in Delft, waar hij aan,de Tech
nische Hogeschool studeerde. Van 1911
1916 werkte ir Heyning bij de Semarang-
Cheribon Stoomtram Mij. Hij wordt als
hoofd van de rijksgebouwendienst opge
volgd door ir J. J. M. Aangenendt.
„Maatstaf", nieuw literair
maandblad
In de loop van Maart zal een nieuw
letterkundig maandblad uitkomen onder
de titel „Maatstaf". Naast Bert Bakker,
directeur van Daamens Uitgeversmij.,
had wijlen Martinus Nijhoff een belang
rijk aandeel in de totstandkoming van
dit blad. Bert Bakker zal nu alleen de
redactie voeren. Het eerste nummer is
voor een groot deel gewijd aan de nage
dachtenis van Nijhoff. Over deze dichter
schrijven Bert Bakker, Jan Engelman, A.
Roland Holst, Gerrit Achterberg en Mies
Bouhuys. terwijl uit Nijhoffs nalaten
schap wordt opgenomen de Proloog tot
zijn vértaling van Menander. Over Vin
cent van Gogh schrijven Paul Rodenko
en W. Jos de Gruyter en er worden ver
zen opgenomen van Gerrit Achterberg,
Maurice Gilliams en Ellen Warmond.
Een nieuwe roman van A. H. Nijhoff,
„Adam in ballingschap" wordt in z'n ge
heel in Maatstaf gepubliceerd. He: om
vangrijke nagelaten werk van Martinus
Nijhoff wordt uitsluitend in dit blad af
gedrukt. Van de medewerkers noemen
we nog J. Greshoff, Karei Jónckheere,
Anna Blaman, Theun de Vries, S. Vest
dijk. Raymond Brulez, Guillaume v. d.
Graft, Jacq. den Haan en Bert Schier-
'oeek.
Definitief bestuur Ned. Chr.
Beambtenbond
Het voorlopig bestuur van de Ned.
Chr. Beambtenbond is dezer dagen om
gezet in een definitief bestuur, aange
vuld met de heren P. A. Bot voor de
groep Groothandel, D. Betram, voor de
groep Assurantie en C. J. Bruyn voor de
vakgroep Handelsreizigers; als voorzit
ter werd gekozen de heer A. de Graaf.
Aan mej. H. C. M. Groenemeyer is
op naar verzoek met ingang van 1 Mei
a.s. eervol ontslag verleend als hoofd
schrijver bij het dep. van Justitie.
Pierre Balmain ontwierp deze zomertailleur, die de klassieke lijn nog
grotendeels behouden heeft. Dikke parels verwerkt in een wollen
koord, garneren de halslijn en voorpanden. De sluiting wordt bedekt
door een smal pasje, een van de hobbies van Balmain. Het jasje is vrij
kort; de rok reikt tot ongeveer 30 cm van de grond.
„Over F. Bordewyk", een karak
teristiek van zjjn schrijvers-
arbeid, door Pierre H. Dubois,
aangevuld met een levensschets
en een beknopte bibliogTaphie.
Uitgave Nijgh Van Ditmar
N.V. Prijs ingenaaid f0.95.
Dit geschrift is de uitgewerkte lezing
van de romancier en recensent Pierre
Dubois, welke lezing hij enige tijd ge
leden :n de Bijenkorf te 's-Gravenhage
gehouden heeft. Pierre Dubois geeft hier
een psychologische analyse van het
oeuvre van Bordewijk en hij belicht van
diens kunst verschillende facetten.
Dubois neemt bij zijn beoordeling geen
„vinger op de lippen", maar op gulle en
volkomen verantwoorde wijze zwaait hij
zyn litteraire confrère de verdiende lof
toe. Toch is hier geen sprake van een
verengende „adoration mutuelle", zoals
zulks vaak het geval is. Wie de romans
van Bordewijk kent, zal eigen oordeel
aan dat van Dubois kunnen toetsen.
Wie het werk van Bordewyk nog niet
las, zal in de gedegen uiteenzetting van
Dubois een aansporing vinden, er zich in
te gaan verdiepen.
Dubois wijst op de dubbele functie van
Bordewijk als advocaat en literator, en
hij kwalificeert hem daarom als „dilet
tant", een subliem dilettant, wiens
romans in vrije tijd, na een omvangrijke
dagtaak tot stand kwamen. Hij herinnert
aan een zekere verwantschap met de
schilderijen van Bosch en Brughel, noemt
„angst" als een der sleutels van het Bor-
dewjjkiaanse oeuvre. Deze romans wer
den geschreven op het moment, dal
Nederland aan de nieuwe zakelijkheid,
óók .n de literatuur, toe was. Bordewijk
werd, bij wijze van spreken, tegen wil
en dank, de hedendaagse, moderne
Nederlandse schrijver bjj uitstek. Zijn
werken kenmerken zioh mede door orde
en tucht. Een eerbiedwaardige serie heeft
Bordewijk op zijn naam staan: Padden
stoelen, Fantastische Vertellingen, Blok
ken, Knorrende Beesten, Bint, Rood
Paleis, Karakter, Apollyon, Eiken van
Dodona, het Eiberschild, De Doopvont,
om sleohts de meest bekende te noemen.
Onder de titel „De andere facet" geeft
mevrouw Bordewijk achterin een korte
levensschets over haar echtgenoot, waar
om men haar had verzocht. Zo lezen wij
o.a., dat haar man en zijzelf, als bij af
spraak, omstreeks 1919 de eerste stap
zetten op het pad. dat zich aan het begin
splitsend, enerzijds voerde naar de lite
ratuur, anderzijds naar de muziek. Geen
boek van haar echtgenoot ging naar de
uitgever alvorens zy het gezien had en
geen werk van haarzelf kwam vreemden
onder ogen, voor zij het haar echtgenoot
had voorgespeeld. Zo is dat gebleven tot
op deze dag. Dit uitermate verhelderen
de geschrift van Pierre Dubois kunnen
wy ten zeerste aanbevelen. Wij vijzen
er nog op, dat onder „Schrijvers van
Heden" in 1949 bij D. A. Daamen's Uit
geversmaatschappij te Den Haag, even
eens een karakteristiek over Bordewijk
verscheen, een inleiding tot en keuze
uit zijn werk door Victor E. van Vries
land. Het is interessant de visie van
Dubois en die van Victor van Vriesland
met elkaar te vergelijken.
H. S. Keuls.
Buurtver. „Weigelia" speelde
voor het Rampenfonds
De buurtvereniging „Weigelia" gaf deze
week in Custodia een toneeluitvoering
ten bate van het Nationaal Rampenfonds.
Opgevoerd werd „Onder één dak" van
Jan Fabricius. Dit stuk, waarin een stads
meisje het heeft op te nemen tegen de
vooroordelen van de plattelandsbevol
king, werd naar behoren op de planken
gebracht en boeide het helaas niet tal
rijke publiek. Mevrouw T. v. c. Dussen—
v. Wijngaarden maakte het stadsmeisje
tot een aannemelijke figuur, de heer Jac.
J. Blom was een keurige keuterboer en
de heer H. Rijsbaarman gaf de onderwij
zers-rol gestalte. De regie en algemene
leiding was in handen van de heer Jac.
J. Blom. De heer D. W. v. d. Dussen,
penningmeester, leidde de avond in.
De opbrengst van deze avond 245,82
wordt aan het Rampenfonds overge
dragen.
Bevorderingen dep. van Marine
Bij het dep. van Marine zijn benoemd
tot adj.-commies J. van den Berge en H.
A. F. A. Maronier; tot aöj,-commies A:
J. van Duinen, S. T. J. Olgers en H. J.
Vroom; tot commies P. M. Fonkert" en
tot commies A: C. Magielse. De schrijver
A: D. Bakker, is bevorderd tot adjunct
commies en de adj.-commies A: B. J,
Hansen tot commies.