Perfecte organisatie van vervoer naar rampgebieden Ir Rode Kruis stampte haar uit de grond en spaart op de kilometers Heyning: de beheerder ran 5000 rijksgebouwen Wat kiezen we als Van boeken en tijdschriften NIEUWE HAAGSCHE COURANT 3 ZATERDAG 28 FEBRUARI 195S NIETS GAAT VERLOREN Op I Maart met pensioen Waar bleven gelden voor Vispootfonds Hengelvereniging Verenigd Sterk vraagt opheldering Dc hengelvereniging Verenigd Sterk had deze week in Amicitia een verga dering belegd, die zich in een grote be langstelling mocht verheugen. Voorzitter Van Dijk deelde mee, dat 100 uit de kas was overgemaakt aan het Rampen fonds en dat de Vereniging een adres heeft gezonden aan de Tweede Kamer inzake wijziging van de Vlsserïjwet. Er werd een voorstel aangenomen, een twee de adres te zenden aan de Tweede Kamer over de besteding van de gelden, bestemd voor het z.g. pootvisfonds. Van paperassen, maar de heer Heyning schenkt ons over zijn bureau heen een loll'lt1 vnendelijke glimlach. Hij glimlacht niet alleen, omdat hij op 1 Maart a.s. Stort, terwijl ruim een half mïiiioen in i met pensioen gaat, maar ook, omdat dit kennelijk in zijn aard ligt en zo n de schatkist verdween. Vervolgens kwam man had de Rijksgebouwendienst na de oorlog, toen de moeilijkheden zich de hengelwedstrijd aan de orde. Men be-; opstapelden, nu juist nodig, sloot deze te houden op twee achtereen- (Van een onzer verslaggevers) DE VOORNAAMSTE ZORG van het Nederlandse Rode Kruis in deze weken van hulp en offer is: niets te laten verloren gaan van wat binnen- en buitenland zo spontaan schonken. Men bespaart op de uitgaven. De kilometers van, naar het rampgebied af en aan rijdende vrachtauto's, worden alle geteld en genoteerd. En men geeft uit overvloed. Naar de évacué's in de verschillende steden en dorpen van Nederland gaat het beste, dat de inzamelingen hebben op geleverd. Wat nog belangrijker is: dat beste wordt in overvloedige mate gezonden. Wat die kilometerbespa ring betreft: de ervaringen van de jaren 1940—1945 heb ben het Rode Kruis geleerd, dat er gren zen zijn aan de goodwill van de bevol king. Mensen, die auto's en materialen ter beschikking stelden van hulporgani saties, merkten op een kwaad ogenblik, dat, zelfs in tijden van grote nood, de schoorsteen van goodwill alléén niet roken kan. Het gevolg was dan, dat er rekeningen werden ingezonden voor be wezen diensten en die waren nog wel eens aan dc gepeperde kant. Ditmaal dreigde weer een dergelijke lawine na de overstromingsramp. We hebben allemaal de stroom van auto's en andere voertuigen gezien, die, in de eerste Februaridagen, het verkeer op de Fluwelen Burgwal stremden. Daar be vindt zich n.l. de Intendance van het Rode Kruis. Van daaruit werden dus alle opdrachten voor ritten naar het nood- gebied gegeven. Doch er werd maar bit ter weinig aandacht besteed aan de rij en rusttijden van de chauffeurs en aan de liters benzine, die verreden werden. In allerijl is toen de Centrale Vervoers dienst van het Rode Kruis, een organi satie, die al lang bestond, maar die zioh. uit bezuinigingsoverwegingen in liquida tie bevond, gaan werken. Hij kreeg de beschikking over een drietal keten van aannemers aan het einde van de Boor- laan op het Malieveld in Den Haag. Het waren keten, zonder meer. Er was ver warming noch licht, telefoon, noch sani taire voorziening in. En toch moest men zowel het een als het ander hebben. Zoals op zovele plaatsen in Nederland is daar toen uit niets alles gewrocht. De telefoon was er binnen een dag. Voor electrisch licht sloot men de keten aan op de. ter plaatse staande straatlantaarns. Er werd riolering aangelegd en er kwa men keukenvoorzieningen. Op 9 Februari kon men er gaan draaien. Samen met de verschillende beroeps vervoersorganisaties organiseerde het Rode Kruis er de dienst. Dc chauffeurs vonden er parkeergelegenheid voor hun wagens, een warme wachtkamer, warme dranken, maaltijden en brood om mee te nemen, op alle uren van de dag en de nacht. Bovendien: een klein leger van Rode Kruis begeleiders, loodsen op de v/eg naar de bestemming van de goede ren. die met alle wagens meegingen. De dienst heeft tot nu toe perfect ge werkt. Als men op de Intendance aan de Fluwelen Burgwal een wagen nodig heeft, wordt van daar een sein gegeven aan het Malieveld en chauffeur, auto en begeleider rijden eerst naar het pakhuis waar de te vervoeren goederen zijn en vervolgens naar de plaats van bestemming. Er is een bonnensysteem ontworpen, dat alle belanghebbenden in staat stelt ken nis te nemen van de verrichtingen van de afgestane of geleverde wagen en aan het eind van de rit maakt de begeleider zijn rapport en begeeft de chauffeur zich ter ruste, om voor een nieuwe opdracht paraat te zijn. Acht honderd en vijftig- auto's zijn. in de week van 9 tot 15 Februari voort durend onder weg geweest. Zij hebben van alles en nog wat vervoerd over dui zenden kilometers. En van hun verrich tingen werd een uitgebreid en dik boek samengesteld, waarin niet slechts staat wat er gedaan is, maar ook: op welke wijze het werd uitgevoerd; hoeveel wachttijd de chauffeur had èn hoeveel kilometer hij aflegde. De rijtijden worden dan berekend en vervolgens vergoed, overeenkomstig de voorwaarden van het beroepsgoederenvervoer. Tocht naar Zuid-Beijerland Zo is b.v. de chauffeur J. v. d. Eykel, overeenkomstig zijn rapport, op 15 Febr. '53 met de auto H. 21080 van Houtrust naar Zuid-Beijerland gereden. Hij ver trok om 18 30 en kwam om 23.45 op de plaats van- bestemming aan. Bij het einde van zijn rit was de mijlstand 85023. Bij het vertrek had hij gestaan op 84939. Dat was dus een afstand van 84 mijl en di< kan de eigenaar van de auto en de pa troon van de chauffeur t.z.t. in rekening brengen. Het is ook mogelijk, dat hij tot de gratis-rijders behoort. Wat de uitvoe ring van de dienst betreft vallen zij evenwel onder dezelfde bepalingen. Douches voor Middel- harnis De auto van v. d. Eykel vervoerde werkkleding naar Zuid-Beijerland, doch er kunnen merkwaardige artikelen ter verzending worden aangeboden of voor geschreven. Zo vroeg op een Zaterdag, des middags n twee uur, de burgemeester van Mid- cielharnis om douches. De hygiënische toestanden in de gemeente waren onbe schrijflijk geworden en er was geen ge legenheid voor de achtergebleven bevol king en de dijkwerkers, zioh te wassen. In Oude Tonge zat men met hetzelfde euvel. Daar waren er op de 250 achter gebleven mensen 10 douches. In Middel- harnis had men er voor 2500 maar 20. Nu stampt men douches maar niet zó uit de grond. Zelfs niet als gezegd wordt, dat het Rampenfonds t.z.t. wel voor de schade zal zorgen. En vooral op een Zaterdagmiddag is het een toer pijplei dingen te vinden en verwarmingsinstal- laties. Om 15.30 uur begon over die opdracht een stafbespreking op het hoofdbestuur van het Rode Kruis. En reeds om 16.50 gingen de eerste opdrachten de deur uit. In de nacht werd al het benodigde saam- gebracht en Zondagmiddag startte een grote Zweedse auto. die alles vervoerde naar Middelharnis en Oude Tonge. Dat men eerst in de loop van Zondagnacht ter plaatse was is minder belangrijk dan het feit, dat men er was en de installateur aan de slag kon gaan. Tot vreugde van Middelharnis en Oude Tonge. Het relaas van deze tocht bevat allerlei merkwaar dige opmerkingen, die bewijzen voor welke moeilijkheden men kan komen te Gezellige ouderavond van Jan van Nassauschool De ouderavonden van de Jan van Nas sauschool aan de Gouwestraat zijn be kend om hun gezellige sfeer. Dat was deze week ook weer zo. Dr J. Schone- veld. voorzitter van het College van Ro genten der Hervormde scholen, vestigde er bij de opening de aandacht op, dat de school geen heersende, maar een dienen de taak heeft. Het hoofd der school, de heer A. C. Smit. sprak vervolgens over „Onze scbool in 1953". Hij leidde de me dewerker van het Paedagogisch Centrum. heer B. Swanenburg, in, die het woord voerde over „Waarom onderwijs vernieuwing?" De heer Smit deelde mee, dat elke verandering nog niet altijd een verbetering is en hij doelde daarbij op het aanstaand afscheid van een der on derwijzers, de heer G. M. van Dijk, die naar Sliedrecht vertrekt. De heer Swanenburg hield een inte ressante en boeiende lezing over de pro blemen van de onderwijsvernieuwing. Een kind, aldus spr„ is een groot mens in zakformaat. Een kind heeft alleen aanleg en het wil graag spelen. Daarom worden enkele uren per week besteed aan het zg. keuzewerk. Voorts heeft een kind behoefte aan expressie en het wil door gebaren vaak iets uitbeelden. Ten slotte behandelde spr. nog het globaal schrift, waarbij de kinderen eerst het geheel leren zien en daarna pas de afzon derlijke letters leren. Van de gelegenheid tot vragen werd druk gebruik gemaakt. De heer Smit sloot de bijeenkomst, waar na de ouders zich op de hoogte konden stellen van het werk van hun kinderen. De enorme vrachtwagens rijden af en aan naar de rampgebie den en hebben op de smalle dijken met vele moeilijkheden te kampen. Maar die zijn er om te worden opgelost! En weer rijden maar. staan. B v.: wie moet hel pontvcer beta len cn hoe manoeuvreert een grote auto op dc smalle, weke dijken van Goeree en Overflakkee? Ook is het voorgekomen, dat een lading goederen, bestemd voor Ooltgens- plaat in Dintclsas op een snclboot van de marine moest worden geladen en later r.og eens met een vlet naar de plaats van bestemming diende te worden gebracht. In zo'n geval gaat de begeleider van het Rode Kruis, die verantwoordelijk is voor het afgeven van de goederen, mee. Al die tijd wacht de chauffeur van de auto op hem, want samen moeten zij terug komen op het Centraal Verkeersbureau op het Malieveld. Er is op die manier door het beroeps goederenvervoer in de voorbije weken cn dan in het bijzonder door de chauf feurs, die dag cn nacht in de weer waren, een enorme prestatie geleverd. En niet minder door de verzorgsters van al dit rijdende personeel, De eerste dag, dat men werkte zijn er in die keet op hot. Malieveld 284 koppen koffie ge schonken, 87 broodmaaltijden meegege ven en 70 warme maaltijden vervaardigd! Werkte o.m. mee aan de sluisbouw in IJmuiden (Van een onzer verslaggevers) IR C. T. C. HEYNING, de directeur van de Rijksgebouwendienst, is een man met vele besognes. Het bureau op zijn kamer is beladen met vele /olgende Zaterdagmiddagen, lijk in de tweede helft bestuur w«pV in zijn gehei Aan het slu 'erden de film „Oesterteelt" vertoond. ri wHxrsriiini-Sinds 1 December 1945 staat de heer JUli Het oude ^Heyning aan het hoofd van de R«ks- gebouwendienst; dit is de rijksinstelling. G t i?dle voor de buisvesting van alle rijks et schOL I kantoren zorg moet dragen. Na de oor- Contactmiddag Schev. geëvacueerden Circa honderd évacué's uit het ramp gebied, die thans in Scheveninigen ver toeven waren deze week op de con- tacfaniddeg in het wijkgebouw Rehoboth aan de Nieuwe Laantjes Het sterkend; woord van ds A. Groot en de vertelling van ds H. J van Heerden werden zeer gewaardeerd Begonnen werd met het' zingen van Psalm 338—9. Ds Groot wekte allen op om in deze moeilijke tij- den juist het geloof te onderhouden en regelmatig de kerkdienett te bezoeken. Van belang voor de geëvacueerden is ook, dat Vrijdagsavonds de bibliotheek in het wijkgebouw voor hen geopend is. Ds Van Heerden koos voor zijn vertel ling een verhaal van de bekende schrij ver W. G v. d Hulst uit zijn bundel „De stille dingen" Actieve dames zorgden voor iets lekkers bij de thee We heb ben wel de indruk, dat een dergelijk initiatief orijs gesteld vtf 'It. De be- k^^n log. toen er bijna niet gebouwd kon wor- jden en er althans geen grote rijksgebou- I wen konden verrijzen, moesten er vele (klippen omzeild worden. „Als uitwijk mogelijkheid hadden we toen: het huren van garticuliere huizen en dat gaf, met het oog op de IR C. T. C. i nog steeds heer sende woning nood nogal eens spanningen", zegt de heer Heyning. Als enkele belang rijke bouwob- jecten, die na de oorlog zijn gereed gekomen noemt de heer Heyning: het nieuwe gebouw voor Onderwijs. Kunsten en We tenschappen aan de Nieuwe Uit leg en de uit- HEYNING breiding van de zoekers k: .In net laatste"* romer van I rijksuniversiteiten en de Technische Hoge- de Schev kerkbode mee naar "nuis. Ook [school in DeRt'. 6F ds A. J de Jong gaf van zijn belangstel- lang blijk Een eenzame kist In de hal van het Gemeentemuseum staat een eenzame kist. Mooi genoeg, met fraai houtsnijwerk en zware sloten. Het is de eerste en tot nu toe enige inbreng voor de kunstveiling, welke Maandag 23 Maart in het Gemeentemuseum gehouden zal worden, ten bate van het Nationaal Rampenfonds. Men is blijkbaar in de spontane behoefte om te helpen gemak kelijker in zijn kleerkast gedoken, dan dat men nu, in kalmer sfeer, een stukje schenkt, dat niet tot de dagelijkse levens behoeften, maar dikwijls wel tot de per soonlijke sfeer van de bezitter behoort. Een stukje antiek heeft dikwijls zijn herinneringen aan familieleden of voor verzamelaar, naast de wezenlijke waarde, nog het sentiment van een ver overd trofee. Maar laten we bedenken waarom we afstand doen van dat ene stukje waar we zo aan gehecht zijn, n.l. om hen te helpen die alles kwijt zijn; hun gewone huishoudelijke spullen, maar ook hun kostbaarheden, hun herinneringen, hun foto's, hun kerkboek, dat nog van de grootmoeder was, of de tabaksdoos van grootvader, enfin al die kleine dingen, die we zelf voor geen goud zouden wil len missen. Er wordt niet gevraagd, dat allerkost baarste voor de veiling te schenken, maar is er nog niet één aardig stukje, een koperen bel, een oude prent, een zeld zaam boek, een antiek meubel, dat ge mist kan worden? Die kist kan toch niet zo alleen blijven in het Gemeentemuseum? i gebouwd aan het nieuwe pand voor het ministerie van Oorlog aan de Kalver markt. De rijksbouwmeester heeft voor zijn zware taak tijdelijk assistentie ge kregen van een groot aantal particuliere architecten. De zorg van de rijksgebou wendienst strekt zich uit van de kleine douanehuisjes tot de grote ministeries. Bij de rijksgebouwendienst zijn in on derhoud: 1950 rijkspanden, 2103 huur panden en 1117 barakkenkampen. De heer Heyning. die jarenlang de bezielen de stimulans van deze dienst is geweest, gaat nu met pensioen. Hij heeft het Rijk door zijn trouwe diensten wél aan zich verplicht. Van 1917—1945 is hij werk zaam geweest bij de Rijkswaterstaat en hij heeft om. een leidende functie gehad bij de sluisbouw van IJmuiden, de aan leg van het kanaal van Wessem naar Nederweert en een deel van het Amster dam—Rijnkanaal. Zijn wieg stond in Mevr. Lokollo spreekt 4 Maart op Ambon-avond De Haagse afdeling van de Stichting „Door de Eeuwen Trouw" heeft Woens dag 4 Maart in de grote Dierentuinzaal een Ambon-avond georganiseerd. Mevr. Lokollo, echtgenote van de minister van de republiek Zuid-Molukken en de heer Coenradi, voorzitter van het hoofdbe stuur zullen spreken. De Mena Moeria Minstrels en een folkiore-groep, o.l.v. de heer Bakarbessy zorgen voor muzikale en folkloristische medewerking. Van de netto-opbrengst der toegangsprijzen 1) wordt 60 pet overgemaakt aan het Rampenfonds. Kaarten zijn aan ons bureau verkrijg baar. (Van onze moderedactrice) Parijs heeft dit voorjaar wel degelijk rekening gehouden met de neiging tot bezuinigen, die langzaam maar zeker het luxueuze leven gaat beïnvloe den. Verscheidene huizen heb ben naast hun haute couture- afdeling een boutique ge opend. waarin de peperdure modellen vervangen zijn door toiletten, die wel hetzelfde model hebben maar van ander, eenvoudiger materiaal ver vaardigd zijn. Zo kunnen de robes van pure zij, daar lig gen in kreukvrij popeline of zelfs in katoen. En ach. ze zijn er heus met minder om. De coupe blijft perfect en men behoeft niet te vrezen een massa-artikel te vinden, want de klanten van de boutique behoren toch nog altijd tot de vrouwen, die waarschijnlijk een kleedgeld hebben, dat ver boven de middelmaat ligt. Maar ook uit de nieuwe col lecties blijkt de neiging tot versobering. In de eerste plaats mogen we wijzen op de voortzetting van de zomer- mode 1952 Geen enkel model behoeven we als „ouderwets" weg te hangen. Geen japon of mantel van verleden jaar valt uit de toon. De wijde en de nauwe rok, de hoge en de lage hals. de ingezette en de aan geknipte mouw, het kan alles Maar denk nu niet, dat de modekoningen stil gezeten hebben. Natuurlijk hebben zij de nodige decreten uitgevaar digd. Zo is het plissée ver heven tot noodzakelijk ele ment van een ohique toilet en wordt het accent van de rok naar achteren verlegd door grote strikken, veel ruimte of een ingezette baan. Dg hals lijn is afwijkend, nv'' alleen bij de japonnen maai ^ok bij de wijap mantels, die evenals verleden jaar bij voorkeur een driekwart wijdaangeknip- te mouw hebben. Die afwijkende halslijn ver eist een buitengewone vaar digheid van de coupeur, want met een slechte coupe of slap pe stof krijgt men daar al gauw de allernaarste effecten bij We zien deze afwijkende halslijn duidelijk in het lin kermodel. een creatie van Jean Desses- De mantel is van zijde in tweedpatroon gewe ven in nuances beige en bruin. De eenvoudige japon is heel chique met, partijen van fijn plissée Het middelste model, ook van Desses- is van impri- mé taffetas. Van voren glad en eenvoudig, van achteren een wijd uitwaaierende klok- rok. De mouw is juist onder de schoudertop ingezet en reikt tot de elleboog. Jaques Griffe toonde als tegenstel ling een middagtoiletje van fijnf -tfreepte zwart-witte taf- fetiVJpet nauwe rok en ge drapeerd lijfje. Grote platte hoeden zien de ontwerpers gaarne bij hun toiletten ge dragen. maar tot nu toe heeft de vrouw het nog steeds ge wonnen. door kleine gemak kelijke hoedjes te blijven dra. gen en het ziet er naar uit. of ze daar deze zomer ook weer in slagen zal- Als steeds zijn er in elke collectie tailleurs te vinden; veelal met veel fantasie in de asymetrische sluiting Maar tegelijkertijd is weer bewezen, dat de klassieke lijn het in deze modellen steeds wint- Een goed voorbeeld hiervan vinden we in het beige linnen pakje, dat Pierre Balmain. de meest practisohe van alle modekoningen, ontwierp. Het jasje is afgezet met een rij grote parels, die in een koord verwerkt zijn. Voor alle ontwerpen geldt een verlenging van de roklijn. De lengte wordt gerekend op ongeveer 30 cm van de grond. Opmerkelijk is de voorkeur voor het prinsessemodel, dat echter meer stof vraagt dan een tweedelig model. Door op heuphoogte een naad aan te brengen wordt de kool en de geit dan gespaard, of wel geeft men de indruk van een doorgaande lijn. terwijl de rok toch aangezet blijft. En zo is alles mogelijk, mits goede smaak de richtlijn blijft! Buitenzorg in het voormalig Nederlands- Indië en zijn studententijd heeft hij door gemaakt in Delft, waar hij aan,de Tech nische Hogeschool studeerde. Van 1911 1916 werkte ir Heyning bij de Semarang- Cheribon Stoomtram Mij. Hij wordt als hoofd van de rijksgebouwendienst opge volgd door ir J. J. M. Aangenendt. „Maatstaf", nieuw literair maandblad In de loop van Maart zal een nieuw letterkundig maandblad uitkomen onder de titel „Maatstaf". Naast Bert Bakker, directeur van Daamens Uitgeversmij., had wijlen Martinus Nijhoff een belang rijk aandeel in de totstandkoming van dit blad. Bert Bakker zal nu alleen de redactie voeren. Het eerste nummer is voor een groot deel gewijd aan de nage dachtenis van Nijhoff. Over deze dichter schrijven Bert Bakker, Jan Engelman, A. Roland Holst, Gerrit Achterberg en Mies Bouhuys. terwijl uit Nijhoffs nalaten schap wordt opgenomen de Proloog tot zijn vértaling van Menander. Over Vin cent van Gogh schrijven Paul Rodenko en W. Jos de Gruyter en er worden ver zen opgenomen van Gerrit Achterberg, Maurice Gilliams en Ellen Warmond. Een nieuwe roman van A. H. Nijhoff, „Adam in ballingschap" wordt in z'n ge heel in Maatstaf gepubliceerd. He: om vangrijke nagelaten werk van Martinus Nijhoff wordt uitsluitend in dit blad af gedrukt. Van de medewerkers noemen we nog J. Greshoff, Karei Jónckheere, Anna Blaman, Theun de Vries, S. Vest dijk. Raymond Brulez, Guillaume v. d. Graft, Jacq. den Haan en Bert Schier- 'oeek. Definitief bestuur Ned. Chr. Beambtenbond Het voorlopig bestuur van de Ned. Chr. Beambtenbond is dezer dagen om gezet in een definitief bestuur, aange vuld met de heren P. A. Bot voor de groep Groothandel, D. Betram, voor de groep Assurantie en C. J. Bruyn voor de vakgroep Handelsreizigers; als voorzit ter werd gekozen de heer A. de Graaf. Aan mej. H. C. M. Groenemeyer is op naar verzoek met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag verleend als hoofd schrijver bij het dep. van Justitie. Pierre Balmain ontwierp deze zomertailleur, die de klassieke lijn nog grotendeels behouden heeft. Dikke parels verwerkt in een wollen koord, garneren de halslijn en voorpanden. De sluiting wordt bedekt door een smal pasje, een van de hobbies van Balmain. Het jasje is vrij kort; de rok reikt tot ongeveer 30 cm van de grond. „Over F. Bordewyk", een karak teristiek van zjjn schrijvers- arbeid, door Pierre H. Dubois, aangevuld met een levensschets en een beknopte bibliogTaphie. Uitgave Nijgh Van Ditmar N.V. Prijs ingenaaid f0.95. Dit geschrift is de uitgewerkte lezing van de romancier en recensent Pierre Dubois, welke lezing hij enige tijd ge leden :n de Bijenkorf te 's-Gravenhage gehouden heeft. Pierre Dubois geeft hier een psychologische analyse van het oeuvre van Bordewijk en hij belicht van diens kunst verschillende facetten. Dubois neemt bij zijn beoordeling geen „vinger op de lippen", maar op gulle en volkomen verantwoorde wijze zwaait hij zyn litteraire confrère de verdiende lof toe. Toch is hier geen sprake van een verengende „adoration mutuelle", zoals zulks vaak het geval is. Wie de romans van Bordewijk kent, zal eigen oordeel aan dat van Dubois kunnen toetsen. Wie het werk van Bordewyk nog niet las, zal in de gedegen uiteenzetting van Dubois een aansporing vinden, er zich in te gaan verdiepen. Dubois wijst op de dubbele functie van Bordewijk als advocaat en literator, en hij kwalificeert hem daarom als „dilet tant", een subliem dilettant, wiens romans in vrije tijd, na een omvangrijke dagtaak tot stand kwamen. Hij herinnert aan een zekere verwantschap met de schilderijen van Bosch en Brughel, noemt „angst" als een der sleutels van het Bor- dewjjkiaanse oeuvre. Deze romans wer den geschreven op het moment, dal Nederland aan de nieuwe zakelijkheid, óók .n de literatuur, toe was. Bordewijk werd, bij wijze van spreken, tegen wil en dank, de hedendaagse, moderne Nederlandse schrijver bjj uitstek. Zijn werken kenmerken zioh mede door orde en tucht. Een eerbiedwaardige serie heeft Bordewijk op zijn naam staan: Padden stoelen, Fantastische Vertellingen, Blok ken, Knorrende Beesten, Bint, Rood Paleis, Karakter, Apollyon, Eiken van Dodona, het Eiberschild, De Doopvont, om sleohts de meest bekende te noemen. Onder de titel „De andere facet" geeft mevrouw Bordewijk achterin een korte levensschets over haar echtgenoot, waar om men haar had verzocht. Zo lezen wij o.a., dat haar man en zijzelf, als bij af spraak, omstreeks 1919 de eerste stap zetten op het pad. dat zich aan het begin splitsend, enerzijds voerde naar de lite ratuur, anderzijds naar de muziek. Geen boek van haar echtgenoot ging naar de uitgever alvorens zy het gezien had en geen werk van haarzelf kwam vreemden onder ogen, voor zij het haar echtgenoot had voorgespeeld. Zo is dat gebleven tot op deze dag. Dit uitermate verhelderen de geschrift van Pierre Dubois kunnen wy ten zeerste aanbevelen. Wij vijzen er nog op, dat onder „Schrijvers van Heden" in 1949 bij D. A. Daamen's Uit geversmaatschappij te Den Haag, even eens een karakteristiek over Bordewijk verscheen, een inleiding tot en keuze uit zijn werk door Victor E. van Vries land. Het is interessant de visie van Dubois en die van Victor van Vriesland met elkaar te vergelijken. H. S. Keuls. Buurtver. „Weigelia" speelde voor het Rampenfonds De buurtvereniging „Weigelia" gaf deze week in Custodia een toneeluitvoering ten bate van het Nationaal Rampenfonds. Opgevoerd werd „Onder één dak" van Jan Fabricius. Dit stuk, waarin een stads meisje het heeft op te nemen tegen de vooroordelen van de plattelandsbevol king, werd naar behoren op de planken gebracht en boeide het helaas niet tal rijke publiek. Mevrouw T. v. c. Dussen— v. Wijngaarden maakte het stadsmeisje tot een aannemelijke figuur, de heer Jac. J. Blom was een keurige keuterboer en de heer H. Rijsbaarman gaf de onderwij zers-rol gestalte. De regie en algemene leiding was in handen van de heer Jac. J. Blom. De heer D. W. v. d. Dussen, penningmeester, leidde de avond in. De opbrengst van deze avond 245,82 wordt aan het Rampenfonds overge dragen. Bevorderingen dep. van Marine Bij het dep. van Marine zijn benoemd tot adj.-commies J. van den Berge en H. A. F. A. Maronier; tot aöj,-commies A: J. van Duinen, S. T. J. Olgers en H. J. Vroom; tot commies P. M. Fonkert" en tot commies A: C. Magielse. De schrijver A: D. Bakker, is bevorderd tot adjunct commies en de adj.-commies A: B. J, Hansen tot commies.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3