Wat is een goed-wat een verkeerd boek? Een schrijver over lezers, auteurs en uitgevers FRIESCH DAGBLAD Uitgever vertelt over boeken, auteurs en lezers Het programma van de Boekenweek 1953 Li de boekenweek mogen we cle vragen hierboven wel eens stellen en trachten er een antwoord op te geven. Want er worden boeken goed gevonden, die dit altijd lang niet zijn en verkeerd gevonden, terwijl ze toch absoluut niet aan de verwerpelijke kant gelegd behoren te worden. Wie er maar iets van af weet, hoe lezers, schrijvers, uitgevers en critici over boeken oordelen, die weet dat dit oordeel nogal uiteen loopt. En we zullen toch zoveel mogelijk tot zekere eenstemmigheid moeien zien te geraken zonder nu meteen de verscheidenheid van smaken geweld aan te doen. Laten we eens nagaan welke eisen schrijvers, uitgevers en publiek aan het boek stellen. Schrijvers Een schrijver of dichter is een doodge woon mens, misschien een beetje gevoe liger dan anderen. In den regel hebben ze geen vrede met de wereld zoals die er uitziet en met de mensen zoals ze onder elkaar verkeien. En zij zijn zo eerlijk om daar openlijk getuigenis van cf te leggen. Dichters en schrijvers gooien hun hart epen gesneden op tafel en ieder een kan er naar kijken. Wat velen, die ook wel kunnen schrijven, weerhoudt om het te doenis eenvoudig dit. dat ze niet door anderen tot in hel merg van hun gebeente bekeken willen worden. Zij houden hun kijk, hun getuigenis, hun pro test, hun ontroering voor zich genieten er zelf van of tobben er mee. Voor veel mensen zou het een opluchting zijn, zich eens uit te schrijven lot volslagen leegte toe als ze maar durfden. Daarom geloven wij, dat men iedereen die schrijft, moet waarderen, omdat hij zich bloot geeft zo bloot, dat hij pu bliek te kijk staat en dat iedereen hem beoordelen kan. Wij schrijven dit om zekere reserve aan te moedigen bij het beoordelen van een boek, omdat men met een levend mens heeft te doendie zich voor an deren geeft. Maar wat wil die schrijver? Hij wil getuigen van wat in hem leeft en van wat hij ziet. Hij getuigt er van wat andere mensen hem doen, wat de natuur hem doet, van wie God voor hem is. Wordt hij niet geremd, dan schrijft hij alles uit. Hij getuigt van licht en schaduw, van dag en nacht, van man en vrouw, van trouw en ontrouw, van dronkenschap en ont houding, van geluk en haat niets is er dat hem onberoerd laat, geen terrein dat zijn aandacht niet vraagt. Zijn blik om vat het gehele, het volle leven hij reikt tot de hemel en omvaamt de aarde. Hij kent 'het leven van de naaste tot in de bedstede toe hij lijdt mee aan de begeerte die niet komt en zweet van uw nachtmerrie. Alles schrijft hij uit, om dat dit alles het leven is het volle rijke leven, zeggen zij vaak. Niets is er, waar zijn pen niet over schrijven mag hij zou dan niet het volle leven geven. De lente ondergaat hij maar de winter ook. Hij ziet de haan die op een mest- faalt kraait en de moeder die haar kindje verschoont. Hij ziet het onrecht scherp hij aanvaardt de gebrokenheid van het leven. Het wel willen en het. niet kun nen, de schaduw die elk licht maakt. En het lezerspubliek verwacht van hem, dat hij alles zegt en niets verzwijgt, want men wil weten en kennen herkennen vaak. Het gaat er maar om of hij het naar waarheid doet, of hij eerlijk is, dat hij niet geremd wordt, dat hij vrij-uit schrijft. En als hij een christen is, zal hij de zonde niet verbloemen; zijn held of heldin niet zonder Christus rechtvaardig verklaren; niet het huwelijksleven, dat ook door de zonde aangevreten is, ver heerlijken zonder meer. Vooral als chris ten is de nood hun opgelegd om eerlijk te zijn. De schrijver hij is nog altijd, als eens Adam, bezig de dingen een naam te geven en daarmee de Schepper aller dingen te eren. Een goed boek komt uit zijn handen naar de mate waarin hij hierin slaagt een verkeerd boek als het niet gelukt of als hij ongehoorzaam aan zijn opdracht is. De lezers Over het geheel genomen, kunnen we er vrij zeker van zijn, dat de schrijvers hun werk zo zien. De lezers zijn echter niet zo homogeen. Dit komt meestal van een verkeerd begrip van de taak van de schrijver. Een schrijver moet hun een mooi brok leven scheppen maar is het leven mooi? Christenen vooral weten, dat hel onrecht lot God schreeuwt; christenen weten, dat er geschreid wordt want eens zal God de tranen afwissen; christenen weten dat God goed is maar dat de mens verkeerd is. Een mooi boek er kan geen mooi boek geschreven worden! Een mooi boek is een verkeerd boek want het is niet eerlijk, niet waar. In elk geval is het half. En nu zou men wel een mooi»brok leven kunnen tekenen maar dit mooie zal alleen volledig ge stalte krijgen tegen een achter- en onder grond van het lelijke, het verkeerde. An ders komt het niet uit. Er zijn mensen die door een weiland lopende niet, anders zien dan groen en bloemen de boer echter weet dat ditzelfde weiland om zo te kun nen groeien en bloeien éérst flink bemest is en dat die mest verrot is. Dit is een levenswet. En die het anders ziet is geen boer hij weet er niets van, kent het leven niet. Wij stippen slechts iets aan er zou veel meer te zeggen zijn. Er zijn ook lezers die van een boek ver langen dat het hun „wat anders" geeft, dan ze gewoon zijn te beleven. Vaak is dit. een zucht om in zijn droom buiten de strengen van het gareel te gaan staan. En er zijn boeken, die aan deze behoefte tegemoet komen verkeerde boeken zijn dit: Wie arm is doet beter in zijn droom niet rijk te leven; wie gehuwd is doet beter in zijn dromen geen vrijbuiter te zijn eigenlijk is het zo, dat men moest lezen om met het gegevene zijn eigen leven te verrijken cn voor het afwijkende gewaarschuwd te zijn. Er zijn lezers, die onmogelijke eisen aan een boek stellen: het zou b.v. altijd ge opend op tafel voor de kinderen te kijk moeten zijn. Dit is. al te dwaas. Diezelfde mensen eisen van de kinderen, dat ze hun neus niet in moeders kast zullen ste ken diezelfde mensen hebben hun kin deren nog nooit een blik gegund in de portefeuille van vader diezelfde men sen sturen hun kinderen naar bed of in een andere kanier. als er wat ,.le bepra ten" valt. Neen, maar de roman gaat ook «••er uw kast, uv/ portefeuille en uw' pra ten onder elkaar de roman die dat niet doet, is verkeerd: de roman die dal wél doet. is pas goed. Het. goedkope argument dat ge uw bijbel toch ook open op tafel legthebben we niet eens nodig. Maar de lezers hier bedoeld, zouden toch Spreu ken en Prediker eens met hun kinderen moeten behandelen vóór ze hun oordeel geven over een boek. Deze bijbelboeken bestrijken het gehele leven. De uitgevers Om volledig te zijn. willen we toch ook iets van de uitgevers zeggen. Deze bemid delen tussen schrijvers en lezers en zij hebben lang geen gemakkelijke taak. En nu zal ik niet graag beweren, dat een uit gever zijn taak niet ideëel ziet. Hij geeft zeker wei eens wal uit. waar hij niet aan verdient. Maar een uitgeverij is nu een maal geen philantropische instelling. Het boek moet verkocht, worden er moet winst gemaakt worden. Met dit te schrij ven doen we niemand te kort. Een uitge ver zal zich daarom rekenschap geven, wat het publiek lezen wil. De smaak van het publiek moet mede bepalen wat hij op de markt brengt. En nu zullen wij niet graag beweren, dal hij met. opzet hét verkeerde boek on der de mensen brengt er bestaan ook nog wetten op dit terrein, gelukkig! Maar dat hij nu juist de beste boeken laat druk ken, durven we evenmin aan. Te veel moet de uitgever luisteren naar cle stem van zijn meester, het publiek. Er zijn veel meer boeken dan de uitgëgevene, Wie iets van het, vale af we*:t" ver baasd hoeveel manuscripten naar de schrijvers teruggaan us un mis schien veel beter zijn dan die de lezers willen! Uitgevers ziin eigenlijk te afhan kelijk van de smaak van recensenten en publiek. Het goede boek is dus niet, het boek dat uitgegeven is het goede boek i is vaak opgeborgen in de bureaula van een schrijver. In dié laden van des schrij vers bureau liggen niet alleen de ver keerde boeken. Hoe komen we hier ooit uit? We ko men er alleen uit als èn schrijvers èn publiek èn uitgevèrs het volle leven aan durven. het leven zoals het. is door onze schuld èn door Gods genade, dit samen. En voor het grote belang van een chris telijke romankunst mogen de ogen al meer opengaan. Daarom uw schrijvers geen remmen aanleggen waar ge op ander terrein niet van weten wilt. „Al wat liefe lijk is en wél luidt" geldt voor de stal en de veemarkt cn de bus van de DUW en de kazerneniét strikter dan voor de roman. Er zijn dus grenzen. Ja! Zon. maan. ster ren, onderwereld. Maar de aarde is des Heren en al haar volheid en deze aar de moet de schrijver elke schrijver op zijn wijze een naam geven en daarin Gods Naam belijden. Een goed boek zal die Naam verheerlijken een verkeerd boek die Naam tekort doen. G. M. TWEEDE BLAD VRIJDAG 27 FEBRUARI 19S3 Fabrikante: Fa. Gebr. Tjallema, Sneek Gesprek met de heer J. A G. Kok te Kampen (Van onze Utrechtse correspondent) Kampen is een mooi stadje, maar meestal ligt het wat stillekens te dromen daar aan de IJsselkant. Wie dit stedeke klaar wakker en in vol bedrijf wil zien. die moet er 's Maandags een bezoek brengen. Dan strooit het carillon van Vingboons Nieuwe Toren zijn vrolijke klanken uit over de smalle straatjes met hun hobbelige keien. Dan lopen de bewoners van het Eiland, van Grafhorst en Genemuiden be dachtzaam langs de kraampjes, die overal staan opgesteld, waar maar een hoekje rumte over is. In de Oudestraat lopen dan de-bóeren met de „hoge zije" op en vrouwen, bij wie het fijne kant van de fleurige, witte muts wijd uitwaaiert over het stemmige zwart van de mantel. Wie aan Kampen denkt, denkt aan uien en aan theologen, maar ook 'n beetje aan Kok. Wij denken thans zelfs in de eerste plaats aan deze bekende uitgever, ant we zijn niet naar Kampen gegaan om de mooie klokken van Frangois Hemony te beluisteren en zelfs niet om naar de fleurige boerinnekens te kijken. De Boe kenweek staat voor de deur en daarom willen we de heer J. A- G. Kok het een en ander vragen over boeken en schrijvers en lezers. En ook over uitgevers natuur lijk. Daarom stappen we het 19e eeuwse huis aan de Oudestraat nummer 5 binnen, waar de zware deuren de klokkenklanken buitensluiten en waar het boek koning is. Veel risico's .De uitgeverij is economisch bezien een bedrijf vol risico's en verrassingen. Dat horen we al spoedig, als we tegenover de heer Kok gezeten zijn in zijn ruim werk vertrek aan de straat, waar de staande Friese klok de minuten statig aftelt. Een fabrikant van wasmachines of van brei katoen behoeft, slechts te zorgen, dat zijn •k „er in komt" bij het publiek en dan gaat de rest vanzelf. Maar bij boeken is dat heel anders, want ieder boek is een nieuw artikel, waarvoor weer opnieuw kopers gevonden moeten worden- Alleen de naam van de schrijver kan enigszins een waarborg opleveren, maar verder staal zelfs de ervaren uitgever steeds weer voor verrassingen, soms in gunstige en soms in ongunstige zin- ,Neem nu Gouden Teugels van mevr. van Hoogstraten-Schoch", zo zegt de heer Kok. „Dat verscheen in 1927 ais te- jenhanger van „De Opstandigen" door Jo van Ammers-Kühler. Literair gezien was het niet sterk en onze verwachtingen wa ren niet hoog gespannen, Maar het idealis me, dat in dit boek doorklinkt, sprak de lezers sterk aan en het vorige jaar ver scheen de 11e druk. Dan zi.in er nog een Duitse, een Zweedse, een Deense en een Hongaarse vertaling. De Duitse beleefde 7 drukken, waarvan de laatste zelfs in het na-oorlogse Duitsland een goed onthaal vond." Als tegenhanger van dit ongedacht grote succes noemt de uitgever dan Hielko van Oaltje door Wolf Meesters. Een aardig boek over een Gronings jongetje, dat bo vendien in een prachtige uitvoering ver scheen met goede houtsneden van Nico Bulder. De verwachtingen waren hoogge spannen, maar het boek kwam kort na Bartje uit en tegen deze blondharige en blauwogige Drentse rivaal moest Hielko het afleggen, De lezers wilden blijkbaar voorlopig van geèn jongetjes meer weten. Kaf cn koren Op onze vraag naar het aanbod van roman-manuscripten vertelt de heer Kok. dal 60 tot 70 van hetgeen hem wordt toegezonden moet worden gere tourneerd. omdat 't de toets der critiek niet doorstaan kan- „Men vraagt zich als Christen-uitgever trouwens af, of de Christelijke romanschrijvers over 't al gemeen niet te weinig een eigen stijl hebben in hun werk. waarbij het ty pische van het leven in hel geloof, van het Christelijk leven in dc diepste zin tot uiting wordt gebracht. De meeste auteurs schrijven over idealen, die bui ten het leven staan. Een historische ro man verzandt weer vaak in archief studie. Tot voor kort was de streek roman vrijwel het enige terrein, waarop werkelijk goede prestaties werden ge leverd. ..Bedoelt u met „tot voor kort", dat er ver betering te bespeuren is?" „Inderdaad. We gaan de goede kant uit. Thans wordt veel vaker het leven in al zijn facetten tot onderwerp gekozen. De schrij vers zijn losser geworden van een zekere gevestigde traditie en er is meer originali teit in de opzet en de probleemstelling van sommige boeken. Eerlijkheidshalve moet ik hier bijvoegen, dat de auteurs nu ook wat mec-r armslag hebben, omdat het pu bliek op het betere boek raakt ingesteld. Dit laatste is zeker mede te danken aan de romanseries als de Nobelreeks, de Op- gang-serie en onze V. C. L,-bibliotheek." De reeksen Dat laatste verbaast ons en daar komen e ook maar eerlijk voor uit. „Wij dachten,dat de series, die voor een behoorlijke gegarandeerde oplage zorgen, de uitgevers er juist vaak toe brachten om op deze manier met weinig risico toch maar een boek te laten verschijnen, dal eigenlijk niet. goed genoeg zou zijn voor normale uitgave. Natuurlijk zijn er altijd goede boe ken in de series geweest, maar die zagen meer als trekpleisters", zo merken we op. Maar met deze zienswijze ie de heer Kok het absoluut, niet eens. .Tegenwoordig geldt dit zeker, niet meer. De uitgevers zijn overtuigd, clat ze in de series alleen het beste van het beste moeten brengen. Dat het toch meestal eenvoudig leesbare en niet al te hoog grijpende wer ken zijn, die zo op de markt komen, laat zich verstaan. Het lezerspubliek vormt nu eenmaal een pyramide en de literaire fijn proevers aan de top kiezen zelf hun lectuur. De series richten zich tot de basis en zij hebben een belangrijke opvoedende taak. Zij brengen de mensen eerst tot het boek en dan van hel boek tot het goede boek. Dit heeft ook succes, want. wij kunnen nu boe» ken brengen, waarover we vroeger niet hadden behoeven te denken. Destijds ble ken zelfs Asuncion van Van Eerbeek en Twaalf Nachten van InR Seidel al te hoog gegrepen te zijn. Nu kunnen we het wagen het nieuwe boek van Jan Overduin Het Paradijs, is de titel in onze serie uit te brengen". Nog: even pralen we door over «1e Chr. roman en onze gastheer slaakt de verzuch ting, dat er helaas nog steeds veel mensen zijn, die niet beseffen welkeen rijkdom boeken in een mensenleven kunnen bren gen. „Laat ze toch bij een ondertrouwre- ceptie eens een paar olie- en azijnstellen minder cadeau geven en zorgen, dat de jonggehuwden straks een bescheiden boe kenplankje in hun woning hebben met wat góede boeken er op." Voorlopig zal dit nog wel een vrome wens bljjven, want er zijn helaas nog veel jon geren, die op een boekgeschenk hardop of zachtjes reageren met „O, een boek, dat heb ik al!" Wetenschap De ramen van deze werkkamer kijker, uit op de Oudestraat en de heer Kok heeft van achter zijn bureau een mooi gezicht op de hooggewielde boerenwagens, die ter markt rijden. Maar achter die wagens ver heft zich precies aan de overzijde van de weg de gevel van de Theologische Hoge school der Gereformeerde Kerken. en dat is een zeer gepast uitzicht voor de directeur van een uitgeverij, die zich van haar op richting af zeer sterk op theologisch ter rein heeft bewogen. Ook hierover spreken we nog even. „Bij de romans is het initiatief natuurlijk steeds aan de kant van de auteurs, maai' hoe is dit bij uw wetenschappelijke uitga ven?". zo willen we weten. „Op dit terrein nemen wij vaak zelf het initiatief en de werken, die op deze manier ontstaan, zijn vaak liet meest succesvol", zo zegt de heer Kok. „Dat is ook geen wonder, want de uilgever kan nu eenmaal het beste beoordelen aan welke boeken behoefte be staat". De na-oorlogse hausse blijkt ook op het terrein der wetenschappelijke werken wat geluwd te zijn. maar toch is er nog steeds grote belangstelling voor het populair-we- tensehappelijke en zuiver wetenschappe lijke boek. Het publiek is naar het oordeel van onze gastheer echter veel critischer ge worden. Dc kwalicit van het bock moet hoog zijn. wil het succes hebben. "vVat de stichtelijke lectuur betreft, heeft men vaak liever een herdruk van een bekend ouder werk dan een geheel nieuw boek. „Als theologisch uitgever moet ik wel op passen. dat ik niet voor censor ga spelen", zo vertelt de heer Kok. „Om de theologi sche discussie op gang te brengen moet de uitgever wel eens boeken publiceren, waar mee hij het zelf niet eens is. Onze firma heeft zich steeds tot laak gesteld de Gere formeerde theologie in haar vele schake ringen te dienen. Zo wist. ik wel van tevo-' ren, dat sommigen het me kwalijk zouden nemen, dat ik Gereformeerden Waarheen? uitgaf. Maar ik was en ben van mening, dat deze jongerengroep er recht op had ook aan het woord te komen en dat ik de gelegenheid moest bieden hier een discussie te openen". Standaardwerken Dat de firma Kok er nooit voor terug schrikt een groot en kostbaar werk op stapel te zetten, weet iedereen die geen •reemdeling is in het Jeruzalem der the ologie. Daar zijn de grote standaardwer ken van dr A. Kuyper, daar is de Korte Verklaring der Heilige Schrift, daar is de Christelijke Encyclopaedie en uit de laatste tijd de serie Dogmatische Studiën van prof. dr G. C. Berkouwer, om maar een greep te doen uit het rijke fonds. Ten behoeve van de velen, die sterk geïnte resseerd zjj.n in deze lectuur en wie is dat niét in ons land van theologen vragen we de heer Kok naar zijn toe komstplannen op' dit terrein. En het ant woord overtreft alle verwachtingen. In het najaar komt een nieuwe druk uit van de grote Chr. Encyclopaedie, geheel omgewerkt met medewerking van ortho dox-Hervormde, Gereformeerde en Chr. Gereformeerde geleerden en dus op bre dere basis dan de eerste druk; er komt een tweede druk van het Bijbeisch Hand boek; de Commentaar op het Oude Testa ment wordt voortgezet en daarnaast heeft Kok nu ook de Commentaar op het Nieuwe Testament van de Fa. Bottenburg overgenomen. De bekende .„Bottenbur- gers" zullen nu in een herziene uitgave verschijnen, uniform met de reeks van het Oude Testament en daarmee zal Kok de enige wetenschappelijke Bijbelcom mentaar in de Nederlandse taal in zijn fonds hebben opgenomen; de Korte Ver klaring wordt in snel tempo voltooid; er komt een archiefstudie over de Dolean tie. die een pendant zal zijn hoewel anders opgezet van de Archiefstukken betreffende de Afscheiding door dr F. L. Bos. Voorwaar een respectabele lijst en een bewijs van de durf eh voortvarend heid. waarmee Nederlandse uitgevers ook in deze tijd hun taak Uitvoeren. Taak Tenslotte staan we dan nog even stil bjj de vraag van de verhouding tussen de economische en de ideële kant van het uitgeversberoep. „In Nederland verschij nen méérmalen boeken, waarvan de uit gever weet, dat zij hem geen financieel voordeal, maar misschien zelfs verlies zullen opleveren", zo zegt onze gastheer. „De Nederlandse uitgevers zien zeker in, dat zij ook een ideële taak hebben en daarom geven zij met voorbijgang van het financiële aspect boeken in het licht, waarvan zij menen dat deze voor ons volk van betekenis zijn. Door het karakter van ons fonds slaan wij vaak voor dit probleem. Ik ben ech ter van mening, dat een Christen-uitge ver ook in zijn bedrijf het Koninkrijk Gods moet dienen. Dit is bepalend voor de uitgaven, die hij moet afwijzen, maar soms legt deze overtuiging hem ook de verplichting op, dat hij een uitgave moet brengen". Deze overtuiging heeft ook de stichter van de Kampense uitgeverij voor ogen gestaan. Mede daaraan is het te danken, dat hier aan de oever van de Gelderse IJssel gebouwd werd aan een geestelijk arsenaal voor het Calvinistische volks deel, waaruit nog dagelijks door predikan ten, verenigingsleden en anderen dank baar wordt geput. Dat dit ook in de toe komst zo blijven zal, wordt gewaarborgd door het devies, dat de heer J. H. Kok in 1894 bij de oprichting van zijn zaak koos en dat nog steeds wordt gebruikt: lek Hou Koers. (Advertentie). Boekent/'alk vaari door Nederland Van morgen 28 Februari tot 7 Maart is het weer Boekenweek. Over de betekenis van het boek kunt u meer lezen op een an dere plaats op deze pagina. Verder vertelt een uitgever u het een en ander over zjjn werk, zodat we die kant van dc zaak al evenmin behoeven le belichten. Aan ons de taak. iets te vertellen van het programma dat de .Commissie yoor.de Collectieve Propa ganda van het Nederlandse Boek de C.C.P.N.B., als u dat liever wilt voor de Boekenweek 1953 heeft samengesteld. Aan de jaarlijkse gebeurtenis ..Boeken week" wordt herinnerd door een affiche van Fedde Weidema van Utrecht, die in boeiende kleuren uw aandacht vraagt voor het boek. dat vreugde schenkt, De boekhan delaren zullen hun vlag weer uitsteken, want. wanneer alles goed is, zullen èn uit gevers. èn boekhandelaars èn lezend publiek baat vinden bij deze Boekenweek. Geschenk 1953 Natuurlijk is er weer een geschenk. Wie in de befaamde week voor 3,90 of meer be steedt aan een Nederlands boek. krijgt één van de (ongeveer 130.000) exemplaren van hét Geschenk gratis. We waren er al aan gewend geraakt, een novelle van een der Nederlandse schrijvers te krijgen. Door mid del van een prijsvraag kwam de CCPNB aan een aantal manuscripten, .waaruit num mer één gekozen wercl. De lezers mochten dan radon, wie het verhaal geschreven had. Dit jaar is dat anders, Wel waren er no vellen binnengekomen, maar niet van zo goede kwaliteit, dat een nummer aangewe zen kon worden. We moeten het nu doen met tien lezenswaardige verhalen van he dendaagse Nede.landse schrijve. Anthonie Donker heeft de verhalen gekozen. Aan de lezers de taak uit te maken, wie dat schreef. Voor de jongeren Ook aan de jeugd is weer gedacht. Voor drie kwartjes kunnen de jongeren 'en dc ouderen misschien) het boekje „De Muze en de Seizoenen" kopen. Het is een verza meling van twee en vijftig gedichten voor elke week van het jaar één betrek king' hebbend op de vier seizoenen. Clara Eggink beeft de keuze gemaakt en ze is er voortreffelijk in geslaagd van alle tij den verzen te verzamelen over Lente, Zo mer, Herfst en Winter. De vele en bijzon der prettige illustraties zijn van Jenny Da lenoord. In de reeks jeugd-Boekenweek-uit- gci- en is het een heel mooi deeltje. Voor dc allerjongsten (van 4-14 jaar) is cr een kleurpl; t met natuurlijk een prijs vraag. De gala-avond Er is mèer. De Boekenweek móét geopend wórden. Dat gebeurt :n Amsterdam op een gala-voorstelling, die vanavond gehouden wordt. Die avond heèft ook al iets met een prijsvraag te maken. Niet minder dan 226 Nederlanders hebben een éénacter geschre ven. waarvan vier werden bekroond. Die vier worden vanavond opgevoerd onder de titel „Briefgeheim". De auteurs zijn Tone Brulin, F. W. Hermans. Ed. Hoornik en Ma nuel van Loggem. Het gebruikelijke feest is in verband niet de gebeurtenissen in begin Februari afgelast. Boekentjalk Dan is er „De vrouwe Eva", een nieuw stuk boekenpropaganda van de commissie. „De vrouwe Eva" is een tjalk met 500 boe ken aan boord. Het schip is enkele weken geleden uit Amsterdam vertrokken voor een lange trip door ons land. Met de bedoeling natuurlijk, om aandacht voor het boek te vragen. Friesland zal ook worden aange daan. De juiste data en de ligplaatsen zul len nog nader worden bekend gemaakt. Maar dat zal wel midden Maart worden. Verdere werkzaamheden Buiten de Boekenweek cm, maar steeds ten voordele van het boek. is het verdere werk van de commissiede organisatie van lezingen, van voordrachten op scholende uitgave van propaganda-boekjes het kiezen van de best verzorgde boeken van een jaar productie en het nieuwe katernplan, dat binnenkort zijn intrede in óns land zal doen. Bij dat plan zal op een wat ongebruikelijke wijze propaganda gemaakt wórden voor liet boek: bij een hl'ia-aan-huis-verspreiding zul len de Nederlanders een deel van een boek thuis bezorgd krijgen, waaraan een prijs vraag met vele prijzen verbonden is. Natuurlijk, dit alles is zakelijk de schrij ver,'de uitgever en de boekhandelaar moe ten kunnen leven. Maar het is toch meer en beter, De Boekenweek hamert er nog eens op. dat oen 'ooek van grote betekenis kan zijn in ons leven. Of het een roman, een studie-boek. de dichtbundel, een theo logisch werk of wat dan-ook is. En daar om het lezen gaat door, o.ok al zijn er omstandigheden, waarin élk boek overbo dig lijkt. Behalve dan Het Boek „Het eigendom des Heren" ds. J. G. Feenstra. Uitg. J H. Kok, Kampen De schrijver van dit boek, eCn bekend Gereformeerd auteur, heeft het. genoegen gesmaakt, dat zijn korte verklaring van de Heidelbergse Catechismus een tweede druk beleeft. Op begrijpelijke wijze licht hij de oude Heidelberger toe en stelt hij de rijkdom van dil Belijdenisgeschrift, dat leden van verscheidene kerkgemeenschap pen samenbindt, tóe. v. d. M.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2