Opb ouw. WEEKBLAD VOOR HET EILOND THOLEN EN ST.FILIPSLDND WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht Een harde strijd aan de Grote Nol te S. Annaland. Ons land en den vreemde 9e Jaargang No. 14 27 Februari 1953 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent De maand, die inzette met een catstrophe voor onze kustgebieden, is nog niet ten einde of er wordt reeds weer gedacht en gewerkt aan de opbouw, wat er de eerste van die zelfde maand in enkele uren tijds vernietigd werd. Niemand had het die eerste dagen zelf kunnen geloven, dat men daar drie weken later al weer aan toe zou zijn. Toen leek het voor allen in het noodge- bied, of er dit jaar van een normaal leven geen sprake meer zou kunnen zijn. En toch zijn velen van hen weer al in. de goede richting, be halve dan in de meest geteisterde gebieden. En zelfs ook daar is men al bezig aan de voorbereiding tot die wederopbouw. Waar het dan in de eerste plaats op aan komt, is op de wederopbouw van die dijken. De dijkbreuken die slechts provisorisch zijn gedicht. Voor ons, overgeblevenen in het getroffen gebied, komt immers de vraag naar voren: hoe zal die we deropbouw worden uitgevoerd. Wij mensen dienen de middelen te baat te nemen en moeten dus ook bij de herbouw doen wat nodig is, om menselijkerwijs gesproken, te zorgen dat een dergelijke ramp niet meer mogelijk is. Het is toch gebleken, dat we ten onrechte vertrouwd hebben op de solidariteit van een aantal onzer dij ken. Het is gebleken, dat we ten onrechte zijn ingeslapen op onze slaperdijken, waarvan we meenden, dat ze nimmermeer de functie van buitendijk zouden behoeven te ver vullen. Nee, we behoeven niets aan an deren te verwijten. Als men zo door het eiland trok, wanneer nieuwe wegen moesten worden aangelegd, dan dachten, dan beweerden we: waartoe houdt men toch al die kronkelende dijken en dijkjes en nu, ondanks de onvoldoende verzorging daarvan, ondanks de weinige aan dacht die er aan geschonken is, werd menigeen door die slaperdij ken, door de kronkelende hoogten gered. Zeker, toen de buitendijken be zweken zijn tal van slaperdijken doorgebroken, een gevolg van ons inslapen ten aanzien van het nut daarvan. Maar het was nog erger geweest als ze de opruiming er on der gehouden hadden, die de mees ten onzer hebben voorgestaan. En nu zal herbouw van onze dijken aan de meest pessimistische berekeningen moeten voldoen. Het zal U bekend zijn, dat Minister Al- gera dit ook begrepen heeft en er die geest ook plannen zijn geraamd Vorig maal wezen we er reeds op welke ontzaglijke kapitalen dit zal vragen. Zet men daarnaast dan nog de herbouw van huizen en boer derijen en de hulp aan de getroffe nen, die opnieuw gekleed en van inventaris voorzien zullen moeten worden, die weer vee zullen moeten krijgen, dan wordt het te besteden kapitaal vermenigvuldigd. En dan mogen we toch wel voor op stellen, dat niet alleen de directe hulp, maar ook de schadevergoe ding aan de slachtoffers zo onbe krompen mogelijk moet geschieden. Onterend gepingel moet deze men sen bespaard worden. Deze ramp heeft heel ons volk getroffen en de last er van moet door ons gehele volk gedragen worden. Het gehele economisch bestel van ons volk zal daarop ingesteld moeten worden. Het is de vraag of we de lasten zullen kunnen dragen, een reden te meer om de hulp van buitenaf dank baar te aanvaarden. De taak van de wederopbouw zal met man en macht aangepakt moe ten worden. Het werkloosheids vraagstuk in ons land in het bij zonder ook op ons eiland -kreeg met één slag een totaal ander figuur. We zullen de eerste maanden niet naar werkgelegenheidsobjecten be hoeven te zoeken. Ze zijn er in overstelpende mate. Men heeft op ons eiland bijna de eerste en allernoodzakelijkste ob jecten provisorisch uitgevoerd. Voor de algehele wederopbouw zal een goede volgorde moeten worden vastgesteld. Nu is een gedeelte van ons land, ook van ons eiland nog steeds be dreigd. Die calamiteit zullen we moeten opheffen. Gezamenlijk. Met alle kracht, die we hebben. Dank baar aanvaardend de hulp die ons daarbij geboden wordt. Op ons, op onze voormannen zal het voornaam ste echter aankomen. Met spanning wachten we het rapport van de stu diecommissie af, waaruit, moet blij ken of afsluiting van de zeearmen al dan niet mogelijk is in technisch en in economisch opzicht. Het rapport dat de commissie zal uitbrengen zal worden gepubliceerd. De plannen, die uit de studie voort komen zullen worden gemaakt tot een centraal punt van waterschaps- beleid. De uitvoering zal in ieder geval tientallen jaren vergen. Daarom is het nodig minstens als overbrugging reeds nu aan de wederopbouw te beginnen. Weder opbouw van dijken in de eerste plaats. Om voorlopig althans een zelfde bescherming te verkrijgen als voor 1 Februari, een bescherming die onvoldoende bleek voor de sa- in die geest over is gesproken, in mengebundelde natuurkrachten van die datum, maar toch meer veilig heid heeft dan de huidige tijdelijke bescherming, hoe vlug men dit ook heeft klaargespeeld. Zo zal bij de opbouw veel overwonnen moeten worden. In de eerste dagen van nood heeft ons volk getoond, wat medeleven, medewerken en offer vaardigheid vermag. Dat die geest vaardig blijve over allen, die met de opbouw van het getroffen gebied zijn belast, hetzij aan dijken hetzij aan woningen of schuren, hetzij in polders of om de zwaar getroffenen weer in de gelegenheid te stellen tot opbouw te komen. Twee soorten ontslagrecht. Parkeerbelasting wordt niet geheven. Een zwaar juridisch debat heeft de Tweede Kamer verleden week drie dagen beziggehouden. Het ging om een wijziging van het ontslagrecht. Een zeer belangrijk wetsontwerp, waarbij driekwart van de totale werkende bevolking van ons land is betrokken. Zoals men weet, is de ontslag- regeling momenteel gebonden aan een ver gunningssysteem. De directeur van het Ge westelijk Arbeidsbureau beslist uiteindelijk over de ontslagaanvrage. De regeling daar van is neergelegd in het Buitengewoon Be sluit Arbeidsverhoudingen, dat destijds als een noodmaatregel is ingesteld. Nu wil het wetsontwerp 'de ontslagrege ling in handen leggen van de kantonrechter. Deze kan bij „kennelijk onredelijk ontslag" bepalen, dat de werkgever het dienstver band moet herstellen. En wil hij dat niet, dan kan de rechter in het vonnis een af koopsom bedingen. Andere belangrijke voor delen van dit ontwerp zijn, dat de opzeg gingstermijn gebonden wordt aan het aan tal dienstjaren. De werkgever moet voor elk jaar, dat de arbeider bij hem in dienstbetrekking was, de opzeggingstermijn met een week verlengen. Per jaar komt er dus een week bij. Voor de arbeider geldt een soortgelijke regeling, met dien verstande dat hij de opzeggingstermijn voor elke twee jaar met een week moet verlengen. Zowel de werkgever als de werknemer zijn natuur lijk aan een maximum gebonden. Het maxi mum voor de werkgever is 13 weken, voor de arbeider 6 weken. Nog een voordeel: de zieke arbeider mag niet worden ontslagen voordat hij twee jaar ziek is geweest. Dit zware juridische wets ontwerp bevat dus belangrijke sociale maat regelen. Het is afgelopen met de tijd, zo juichten alle fracties die aan het debat deelnamen, waarin arbeid werd beschouwd als koopwaar. De positie van de arbeider wordt nu weer beter geregeld. Vooral de bevoegdheid van de rechter bij „kennelijk onredelijk ontslag" vond instem ming. Maar tevens waren daartegen ook de grootste bezwaren. Want de huidige ont slagregeling krachtens het B.B.A. (Buiten gewoon Besluit Arbeidsverhoudingen) heeft dit voordeel, dat het vooraf werkt. Het G.A.B. grijpt in op het moment, dat het ontslag nog niet is gegeven. De rechter moet altijd nakaarten. Het goede van het B.B.A. wilde niemand missen. Daarom wilde men de huidige regeling aanpassen aan dit ontwerp. De socialisten en minister Donker verzetten zich daartegen. Het bestaan van twee regelingen vonden zij zo gek nog niet, omdat de arbeider dan de rechter als een beroepsinstantie op de beslissing van het G.A.B. kan beschouwen. De meerderheid van de Kamer wilde eigenlijk anders, maar een drievoudige vergissing deed minister Donker de overwinning behalen. IEDERE STEM TELT! Het was de heer Van Rijckevorsel (k.v.p.), die drie dagen lang voor de com binatie van de twee soorten ontslagrecht had gevochten. Hij had daarvoor een motie ingediend; zij werd verworpen met 36-39 stemmen. Maar zij had aangenomen kunnen worden met 39-38 stemmen. In de eerste plaats was de heer Van Rijckevorsel ver geten de presentielijst te tekenen, zodat hij niet kon meestemmen. De heer Van Dis (s.g.p.) stemde tegen, terwijl hij voor had willen stemmen en zijn enige fractiegenoot ds. Zandt was dermate opgewonden over deze vergissing, dat hij de Kamer uitliep. Drie stemmen vóór werden dus verspeeld en minister Donker behaalde de overwin ning. Het zijn vergissingen waarover de Kamer zelf het grootste plezier heeft. GEEN PARKEERBELASTING MEER! Heel autobezittend Nederland zal de Tweede Kamer deze week wel bijzonder sympathiek vinden. Zij schafte de moge lijkheid tot parkeerbelasting af. Minister v d. Kieft moest nog een ontwerp van zijn voorganger verdedigen, waarin aan de ge meenten mogelijk werd gemaakt om par- keergelden te heffen, wanneer de auto's 's nachts tussen 12 en 5 uur voor het huis werden neergezet. Bovendien zouden vaste standplaatsen, zoals voor taxi's en bode diensten onder de parkeerbelasting kunnen vallen. Een amendement Janssen (k.v.p.; om dit mogelijk te maken, werd aanvaard met 50-16 stemmen. Tegen stemden enkele socialisten en de heren Romme en Maenen Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden ƒ1.00. elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen (k.v.p.). Zij deden zulks omdat de gemeen ten de „mogelijkheid" kregen deze belasting in te voeren. Zij waren daartoe dus niet verplicht. Daar de situatie in iedere ge meente verschillend is, vonden zij het amen dement onjuist. Waar bijv. voldoende ga rages zijn, kan naar hun mening de par keerbelasting goed werken. Zo redeneerden de andere Kamerleden niet. Zij konden niet inzien waarom nu juist tussen 12 en 5 uur 's nachts geen auto's kosteloos geparkeerd mogen worden. Leveren zij dan meer gevaar op voor het verkeer dan tussen 8 en 12 uur 's middags Zo zijn er nog wel meer vragen op te noemen die werkelijk niet voor beantwoording vatbaar zijn. Minister v. d. Kieft was in zijn verdediging dan ook zeer zwakjes. Misschien voelde hij óok niet veel voor dit ontwerp en zag hij het meer als een noodzakelijk erfstuk van zijn voor ganger... Een ander ontwerp, dat werd aangeno men, verplicht het onderwijzend personeel zich om de twee jaar te laten keuren. Daardoor wordt het besmettingsgevaar on der de leerlingen tegengegaan. Deze wet geldt voor al het personeel dat in de school werkzaam is. Dus ook voor de concierge. Een onderwijzer kan niet worden benoemd voordat hij heeft aangetoond niet aan t.b.c. lijdend te zijn. DOKTER BIJ DE HAND Men vindt een staatssecretaris voor de volksgezondheid eigenlijk overbodig. En po litiek gezien is dat ook wel waar. Maar dr Muntendam heeft Dinsdagavond wel bewe zen, dat hij niet voor niets dokter is. Mi nister Cals moest een ontwerp over de voorbereiding van de Tweede Technische Hogeschool verdedigen. Tegelijk vocht hij tegen de griep. Inplaats van thee of koffie presenteerde voorzitter Kortenhorst hem een glas warme kwast. Het mocht niet baten, want na de pauze deelde de president mede, dat de staatssecretaris de pols van de mi nister had gevoeld en beter had geoordeeld, dat hij vroeg naar bed ging. Na dit me disch advies ging de Kamer op het uitzon derlijk vroege tijdstip van half elf naar huis. (Nadruk verboden) HET GAT KWAM DICHT. Dat is nu bijna al een week geleden. In ons vorig nummer stelden we in dit verband de vraag: Zou het lukken. Het lukte inder daad, Maar alleen na oneindig veel moeite. In normale omstandigheden zou men schou derophalend geglimlacht hebben, wanneer men was opgedragen 'n buitendijkgat met een stroom, zoals die zich aan de Grote Nol voordoet, te dichten. „Onmogelijk", was het besliste antwoord geweest. In normale om standigheden behoeft, die opdracht ook niet te worden verstrekt. Zelfs al noemt men nor maal dat er maar een dijk was doorge broken op de 1ste Februari en het juist deze breuk was geweest. Dan zou de opdracht nog abnormaal zijn geweest. Dan zou men immers met groot materiaal onmiddellijk naar die plaats worden gedirigeerd en had het de eerste dag in enkele uren gekund. Maar nu was er geen groot materiaal, juist omdat er zo vele, nog urgenter breuken te dichten waren. En dus moest het met mankracht en kleizakken. Zelfs voor de abnormale toe stand nog een abnormale opgave. De eb en vloed hadden het gat immers gedurende 14 dagen aanmerkelijk verdiept en daarom kon ze zeker niet op de breuk zelf worden geheeld. Daarom begon men enkele tientallen me ters verderop van weerszijden een dam op te werpen. Dat ging nog wel, die eerste meters in nog betrekkelijk ondiep water met nog niet de volle stroom er op. De dijk werkers dachten: dat loopt wel los, dat krijgen we wel voor elkaar. Maar de des kundigen wisten, dat men er nog lang niet was. Het grote gevecht, de zware strijd ont wikkelde zich de laatste paar dagen en ook de laatste paar nachten. Alle beschikbare mankrachten werden in deze strijd tegen het water gerequireerd, ongeveer 800 in totaal. Mannen van St. Annaland, van Oud-Vosse- meer, van Tholen, van Poortvliet en ook nog van St. Maartensdijk. De waterbouw kundigen Jagt van St. Annaland en Moer land van Oud-Vossemeer met een paar cursisten, de vurige opzichter van de Heide Maatschappij, die van de eerste tot de laatste zandzak de bezielende en meeslepende aan spoorder was, die doorvocht toen anderen de moed lieten zinken, die altijd weer de rijen langs hep en tijdens critieke uren tot nog meer spoed bewoog. Een machtig gevecht, zo'n gevecht tegen het water, dat het door de tegenslagen heen, door de teleurstellingen, door de schier on- overkomenlijke moeilijkheden en dank ook zij de aansporing van de opzichter Volkers voor de dijkwerkers niet alleen een harde noodzaak, maar ook een eer werd om dit zware gevecht tegen het water te winnen. En de mannen sjouwden voort met de zandzakken op de rug, honderden voor hen, honderden achter hen, steeds maar door. Het gat verzwolg ze, hoe verder men van de kant \xr ^et k maar een binnendijk, een slaperdijk. Maar opbouw hiervan is ook noodzakelijk en wat hieraan zo ai valt kwam, hoe dichter bij de sterke stroom, hoe pUUU VV tg herbouwen moge blijken uit deze foto. meer er als lucifershoutjes verdwenen en ergens diep in de Annavosdijkpolder werden neergesmeten. Ontelbare zakken werden een prooi van deze stroom, maar meer nog wer den aangevoerd en langzaam maar zeker vorderde men. Donderdagmiddag bracht men een ijzeren bak voor het nog resterende gat. Ze werd verankerd met een staaldraad en men zou ze laten zinken in de zeer korte tijd dat het water stilstond. En ondertussen werden de zandzakken sneller gevuld, deden de dragers er nog een stapje bij, werd alles op alles gezet om deze laatste phase tot een goed resultaat te brengen. Het gelukte echter niet om tijdig de bak tot zinken te brengen. Trouwens een uur daarvoor was het al vrij zeker, dat men het ditmaal nog niet zou winnen. En toen is het daar even hachelijk geweest, hachelijk voor de mensen die van de andere kant over de ene damzijde, daarna over de bak en vervolkens over de andere dam op de dijk moesten komen. Hachelijk omdat de sterke stroom ziender ogen toenam en het gevaar niet denkbeeldig, dat of de bak zou wegslaan of de dam door broken zou worden. We vreesden, dat het niet zonder verlies zou aflopen en dan doelen we niet op materiaalverlies. Gelukkig werd de vrees beschaamd. Maar op het nippertje. Toen de laatste mannen in de boot stapten, gebeurde het, de draad knapte af en de boot sloeg de polder in, drie man uit Oud-Vossemeer meenemend, die enkele angstige ogenblikken doormaakten. Gelukkig zat de bak al spoedig aan de grond en na enkele uren konden de mannen er worden afgehaald. Maar men gaf de moed niet op. Het ge vecht werd voortgezet, de hele nacht door toen St. Annal anders de vermoeide schou ders er opnieuw onderzetten, toen er 150 man uit Poortvliet kwam helpen. De noodverlichting werd tot op de dam uitgebreid en opnieuw werden de kleizakken aangevoerd. Het wate bruiste de polder weer uit. Een fantastisch schouwspel, dat gevecht in de nacht met het witschuimend water, dat door het nog maar smalle gat bruiste, de nog onvoltooide dam, waarop de lichtpunten, waarop de dragers met hun zware vracht telkens heen, telkens terug. Slecht een ogenblik was er een adempauze, toen de Roode Kruismensen met de koffie kwamen. En zo gloorde de Vrijdagmorgen, het be gin van de dag waarop dit gevecht werd gewonnen. Omstreeks half zeven lieten enkele mili tairen van de Genie een zolderschuit in de opening zinken. Ze kwam er niet goed voor te liggen, er was de tweede maal ook wat te veel trotyl gebruikt, maar het temperde in elk geval de sterkste stroom. Toen kwamen weer de honderden uit Oud-Vossemeer en Tholen en opnieuw begon het grote gevecht, een gevecht dat zich in de namiddag om streeks 4 uur manifesteerde tot de eerste overwinning. Toen die eerste zandzak in het nog maar zo smalle maar zich hevig verzettende gat bleef liggen, toen werd de schorre roep van Volkers helderder, toen veerden de bijna uitgeputte dijkwerkers weer op, toen volgden deskundigen met spanning het verdere ver loop, toen vanaf die tijd kwam de over winning. En als een lopend vuurtje ging het door het dorp: het gat is dicht. Inderdaad het gat kwam die middag dicht. Vraag niet hoeveel kleizakken er in de polder, naast en op de dam zijn terecht gekomen. Men schat het op 250.000. Twee honderd vijftig duizend maal is af en op de dijk gesjouwd. Tweehonderd vijftig duizend maal moet er dan ook een zak gevuld zijn, is een zak op een der ruggen van de dijk werkers neergekomen, maar die tweehonderd vijftigduizend hebben er toch uiteindelijk de overwinning gebracht. Die dit werk niet van het begin tot het einde meemaakte, lijkt dit alles overdreven. Die tientallen van deze kleizakken op z'n rug kreeg, zal zeggen, dat het niet te be schrijven is. De dam hield het. De dam hield het de eerste en critieke vloed, de dam heeft het ook daarna gehouden. Zeker, dank zij het gunstige weer, maar dank zij toch ook de in spanning van allen die hiertoe hun steentje hebben bijgedragen. Men mag het gerust vergeven, dat toen de spanning geweken was, de werklust verslapte. Velen waren ook uitgeput. Het werk is voortgezet. De dam werd eerst verhoogd tot een meter boven normaal hoogwaterpeil. Daarna werd een kistdam aangebracht tot 2.50 m boven genoemd peil. Aan weerszijden werden nog heel wat klei zakken aangebracht en deze week komt de dam klaar. Het eind van een karwei die alleen in abnormale omstandigheden en na abnormale inspanning dit resultaat kon geven. Met waardering mag men terugzien op de vasthoudendheid van de deskundigen, op de bezieling van de opzichter der Heide Mij., op al die dijkwerkers die gezamenlijk dit gevecht tegen de sterke stroom hebben gewonnen. Zo helpt men ons ook Als dè schrik wat is geluwd en we nu weten, hoe precies er de toestand in ons land is, ook het zeer grote verlies aan de levens van de mensen, in dit barre rampgebied, dan begrijp ik, dat vele ogen rood betraand zijn van verdriet. Want de slag was zwaar en hevig, 't Vaderland stond schier ontzet, ondanks dat er toch nog vele mensenlevens zijn gered. Maar we mogen nimmer stilstaan, voorwaarts, is ook nu 't gebod; hard is dikwijls in dit leven dat bleek nu weer 'smensen lot. Heel veel werk is te verrichten, soms lijkt het onmenslijk veel; allen gaan we gaten dichten, want de dijken moeten heel. Samen zullen we gaan bouwen, U en ik, wij allemaal. Werkers zullen w'allen worden aan 't herstel, op grote schaal. Ook U kunt Uw steen bijdragen, fiks de mouwen opgestroopt, als U dakelijk, vandaag nog, Watersnoodpostzegels koopt 1 Twintig cent kost U zo'n zegel, tien cent is voor 't rampenfonds; nu, ik weet het haast wel zeker: U koopt zegels, en: aanstonds I Plak veel watersnoodpostzegels, Neêrlanders, van grens tot strand, zó helpt U 't gebied herbouwen, zó helpt U Uw volk en land I Henk van Heeswijk. In de afgelopen weken heeft ons land zich meer bekendheid in de wereld verworven dan ooit. Iedereen weet, waar Holland ligt en dat het verdronken is. Menig vreem deling verwondert zich erover, dat er op Schiphol nog vliegtuigen kunnen landen. Men denkt direct in het water te stappen. Deze gedachtengang is aangekweekt door de buitenlandse pers, die de ramp nog erger heeft gemaakt dan zij reeds was. Dat heeft de hulpverlening geweldig bevorderd, maar het doet schade aan onze handel en industrie Er zijn gevallen, waarin wij exporteerders onze deur voorbij zagen gaan, omdat men meende, dat alles in het water lag. Als bewoners van Nederland hebben wij een taak. Wij zullen onze buitenlandse vrienden om relaties op korte tijd een juist beeld van de stand van zaken moeten geven. Dat heeft weinig nadelige invloed op de hulp. maar het kan ons zakenleven alleen maar goed doen. Dus in alle brieven naar het buitenland schrijve men liever over onze goede industrie en de vele handen uit de polders, die nu elders werk vragen dan over water, water en dode koeien. Daar zorgt de sensatie-lustige buitenlandse pers wel voor. Liever dan een bedrag voor hulp boeken wij een order, die werk brengt, onze pro ducten naarhet buitenland voert en de Nederlandse naam een magische klank geeft in den vreemde. Die Nederlanders toch; nu staan ze met hun klompen in het water en nóg produceren ze I

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1