Opb
ouw.
WEEKBLAD VOOR HET EILOND THOLEN EN ST.FILIPSLDND
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Een harde strijd aan de Grote Nol te S. Annaland.
Ons land en den vreemde
9e Jaargang No. 14
27 Februari 1953
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
De maand, die inzette met een
catstrophe voor onze kustgebieden,
is nog niet ten einde of er wordt
reeds weer gedacht en gewerkt aan
de opbouw, wat er de eerste
van die zelfde maand in enkele uren
tijds vernietigd werd. Niemand had
het die eerste dagen zelf kunnen
geloven, dat men daar drie weken
later al weer aan toe zou zijn. Toen
leek het voor allen in het noodge-
bied, of er dit jaar van een normaal
leven geen sprake meer zou kunnen
zijn. En toch zijn velen van hen
weer al in. de goede richting, be
halve dan in de meest geteisterde
gebieden. En zelfs ook daar is men
al bezig aan de voorbereiding tot
die wederopbouw.
Waar het dan in de eerste plaats
op aan komt, is op de wederopbouw
van die dijken. De dijkbreuken die
slechts provisorisch zijn gedicht.
Voor ons, overgeblevenen in het
getroffen gebied, komt immers de
vraag naar voren: hoe zal die we
deropbouw worden uitgevoerd.
Wij mensen dienen de middelen
te baat te nemen en moeten dus ook
bij de herbouw doen wat nodig is,
om menselijkerwijs gesproken, te
zorgen dat een dergelijke ramp niet
meer mogelijk is.
Het is toch gebleken, dat we ten
onrechte vertrouwd hebben op de
solidariteit van een aantal onzer dij
ken. Het is gebleken, dat we ten
onrechte zijn ingeslapen op onze
slaperdijken, waarvan we meenden,
dat ze nimmermeer de functie van
buitendijk zouden behoeven te ver
vullen.
Nee, we behoeven niets aan an
deren te verwijten. Als men zo door
het eiland trok, wanneer nieuwe
wegen moesten worden aangelegd,
dan dachten, dan beweerden we:
waartoe houdt men toch al die
kronkelende dijken en dijkjes en nu,
ondanks de onvoldoende verzorging
daarvan, ondanks de weinige aan
dacht die er aan geschonken is,
werd menigeen door die slaperdij
ken, door de kronkelende hoogten
gered.
Zeker, toen de buitendijken be
zweken zijn tal van slaperdijken
doorgebroken, een gevolg van ons
inslapen ten aanzien van het nut
daarvan. Maar het was nog erger
geweest als ze de opruiming er on
der gehouden hadden, die de mees
ten onzer hebben voorgestaan.
En nu zal herbouw van onze
dijken aan de meest pessimistische
berekeningen moeten voldoen. Het
zal U bekend zijn, dat Minister Al-
gera dit ook begrepen heeft en er
die geest ook plannen zijn geraamd
Vorig maal wezen we er reeds
op welke ontzaglijke kapitalen dit
zal vragen. Zet men daarnaast dan
nog de herbouw van huizen en boer
derijen en de hulp aan de getroffe
nen, die opnieuw gekleed en van
inventaris voorzien zullen moeten
worden, die weer vee zullen moeten
krijgen, dan wordt het te besteden
kapitaal vermenigvuldigd.
En dan mogen we toch wel voor
op stellen, dat niet alleen de directe
hulp, maar ook de schadevergoe
ding aan de slachtoffers zo onbe
krompen mogelijk moet geschieden.
Onterend gepingel moet deze men
sen bespaard worden. Deze ramp
heeft heel ons volk getroffen en de
last er van moet door ons gehele
volk gedragen worden. Het gehele
economisch bestel van ons volk zal
daarop ingesteld moeten worden.
Het is de vraag of we de lasten
zullen kunnen dragen, een reden te
meer om de hulp van buitenaf dank
baar te aanvaarden.
De taak van de wederopbouw zal
met man en macht aangepakt moe
ten worden. Het werkloosheids
vraagstuk in ons land in het bij
zonder ook op ons eiland -kreeg
met één slag een totaal ander figuur.
We zullen de eerste maanden niet
naar werkgelegenheidsobjecten be
hoeven te zoeken. Ze zijn er in
overstelpende mate.
Men heeft op ons eiland bijna de
eerste en allernoodzakelijkste ob
jecten provisorisch uitgevoerd.
Voor de algehele wederopbouw zal
een goede volgorde moeten worden
vastgesteld.
Nu is een gedeelte van ons land,
ook van ons eiland nog steeds be
dreigd. Die calamiteit zullen we
moeten opheffen. Gezamenlijk. Met
alle kracht, die we hebben. Dank
baar aanvaardend de hulp die ons
daarbij geboden wordt. Op ons, op
onze voormannen zal het voornaam
ste echter aankomen. Met spanning
wachten we het rapport van de stu
diecommissie af, waaruit, moet blij
ken of afsluiting van de zeearmen
al dan niet mogelijk is in technisch
en in economisch opzicht.
Het rapport dat de commissie zal
uitbrengen zal worden gepubliceerd.
De plannen, die uit de studie voort
komen zullen worden gemaakt tot
een centraal punt van waterschaps-
beleid. De uitvoering zal in ieder
geval tientallen jaren vergen.
Daarom is het nodig minstens
als overbrugging reeds nu aan de
wederopbouw te beginnen. Weder
opbouw van dijken in de eerste
plaats. Om voorlopig althans een
zelfde bescherming te verkrijgen als
voor 1 Februari, een bescherming
die onvoldoende bleek voor de sa-
in die geest over is gesproken, in mengebundelde natuurkrachten van
die datum, maar toch meer veilig
heid heeft dan de huidige tijdelijke
bescherming, hoe vlug men dit ook
heeft klaargespeeld. Zo zal bij de
opbouw veel overwonnen moeten
worden. In de eerste dagen van
nood heeft ons volk getoond, wat
medeleven, medewerken en offer
vaardigheid vermag. Dat die geest
vaardig blijve over allen, die met
de opbouw van het getroffen gebied
zijn belast, hetzij aan dijken hetzij
aan woningen of schuren, hetzij in
polders of om de zwaar getroffenen
weer in de gelegenheid te stellen tot
opbouw te komen.
Twee soorten ontslagrecht.
Parkeerbelasting wordt niet geheven.
Een zwaar juridisch debat heeft de
Tweede Kamer verleden week drie dagen
beziggehouden. Het ging om een wijziging
van het ontslagrecht. Een zeer belangrijk
wetsontwerp, waarbij driekwart van de
totale werkende bevolking van ons land is
betrokken. Zoals men weet, is de ontslag-
regeling momenteel gebonden aan een ver
gunningssysteem. De directeur van het Ge
westelijk Arbeidsbureau beslist uiteindelijk
over de ontslagaanvrage. De regeling daar
van is neergelegd in het Buitengewoon Be
sluit Arbeidsverhoudingen, dat destijds als
een noodmaatregel is ingesteld.
Nu wil het wetsontwerp 'de ontslagrege
ling in handen leggen van de kantonrechter.
Deze kan bij „kennelijk onredelijk ontslag"
bepalen, dat de werkgever het dienstver
band moet herstellen. En wil hij dat niet,
dan kan de rechter in het vonnis een af
koopsom bedingen. Andere belangrijke voor
delen van dit ontwerp zijn, dat de opzeg
gingstermijn gebonden wordt aan het aan
tal dienstjaren. De werkgever moet voor
elk jaar, dat de arbeider bij hem in
dienstbetrekking was, de opzeggingstermijn
met een week verlengen. Per jaar komt er
dus een week bij. Voor de arbeider geldt
een soortgelijke regeling, met dien verstande
dat hij de opzeggingstermijn voor elke twee
jaar met een week moet verlengen. Zowel
de werkgever als de werknemer zijn natuur
lijk aan een maximum gebonden. Het maxi
mum voor de werkgever is 13 weken, voor
de arbeider 6 weken.
Nog een voordeel: de zieke arbeider mag
niet worden ontslagen voordat hij twee jaar
ziek is geweest. Dit zware juridische wets
ontwerp bevat dus belangrijke sociale maat
regelen. Het is afgelopen met de tijd, zo
juichten alle fracties die aan het debat
deelnamen, waarin arbeid werd beschouwd
als koopwaar. De positie van de arbeider
wordt nu weer beter geregeld.
Vooral de bevoegdheid van de rechter bij
„kennelijk onredelijk ontslag" vond instem
ming. Maar tevens waren daartegen ook de
grootste bezwaren. Want de huidige ont
slagregeling krachtens het B.B.A. (Buiten
gewoon Besluit Arbeidsverhoudingen) heeft
dit voordeel, dat het vooraf werkt. Het
G.A.B. grijpt in op het moment, dat het
ontslag nog niet is gegeven. De rechter
moet altijd nakaarten. Het goede van het
B.B.A. wilde niemand missen. Daarom wilde
men de huidige regeling aanpassen aan dit
ontwerp. De socialisten en minister Donker
verzetten zich daartegen. Het bestaan van
twee regelingen vonden zij zo gek nog niet,
omdat de arbeider dan de rechter als een
beroepsinstantie op de beslissing van het
G.A.B. kan beschouwen. De meerderheid
van de Kamer wilde eigenlijk anders, maar
een drievoudige vergissing deed minister
Donker de overwinning behalen.
IEDERE STEM TELT!
Het was de heer Van Rijckevorsel
(k.v.p.), die drie dagen lang voor de com
binatie van de twee soorten ontslagrecht
had gevochten. Hij had daarvoor een motie
ingediend; zij werd verworpen met 36-39
stemmen. Maar zij had aangenomen kunnen
worden met 39-38 stemmen. In de eerste
plaats was de heer Van Rijckevorsel ver
geten de presentielijst te tekenen, zodat hij
niet kon meestemmen. De heer Van Dis
(s.g.p.) stemde tegen, terwijl hij voor had
willen stemmen en zijn enige fractiegenoot
ds. Zandt was dermate opgewonden over
deze vergissing, dat hij de Kamer uitliep.
Drie stemmen vóór werden dus verspeeld
en minister Donker behaalde de overwin
ning. Het zijn vergissingen waarover de
Kamer zelf het grootste plezier heeft.
GEEN PARKEERBELASTING MEER!
Heel autobezittend Nederland zal de
Tweede Kamer deze week wel bijzonder
sympathiek vinden. Zij schafte de moge
lijkheid tot parkeerbelasting af. Minister
v d. Kieft moest nog een ontwerp van zijn
voorganger verdedigen, waarin aan de ge
meenten mogelijk werd gemaakt om par-
keergelden te heffen, wanneer de auto's
's nachts tussen 12 en 5 uur voor het huis
werden neergezet. Bovendien zouden vaste
standplaatsen, zoals voor taxi's en bode
diensten onder de parkeerbelasting kunnen
vallen. Een amendement Janssen (k.v.p.;
om dit mogelijk te maken, werd aanvaard
met 50-16 stemmen. Tegen stemden enkele
socialisten en de heren Romme en Maenen
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden ƒ1.00. elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
(k.v.p.). Zij deden zulks omdat de gemeen
ten de „mogelijkheid" kregen deze belasting
in te voeren. Zij waren daartoe dus niet
verplicht. Daar de situatie in iedere ge
meente verschillend is, vonden zij het amen
dement onjuist. Waar bijv. voldoende ga
rages zijn, kan naar hun mening de par
keerbelasting goed werken. Zo redeneerden
de andere Kamerleden niet. Zij konden niet
inzien waarom nu juist tussen 12 en 5 uur
's nachts geen auto's kosteloos geparkeerd
mogen worden. Leveren zij dan meer gevaar
op voor het verkeer dan tussen 8 en 12
uur 's middags Zo zijn er nog wel meer
vragen op te noemen die werkelijk niet voor
beantwoording vatbaar zijn. Minister v. d.
Kieft was in zijn verdediging dan ook zeer
zwakjes. Misschien voelde hij óok niet veel
voor dit ontwerp en zag hij het meer als
een noodzakelijk erfstuk van zijn voor
ganger...
Een ander ontwerp, dat werd aangeno
men, verplicht het onderwijzend personeel
zich om de twee jaar te laten keuren.
Daardoor wordt het besmettingsgevaar on
der de leerlingen tegengegaan. Deze wet
geldt voor al het personeel dat in de school
werkzaam is. Dus ook voor de concierge.
Een onderwijzer kan niet worden benoemd
voordat hij heeft aangetoond niet aan t.b.c.
lijdend te zijn.
DOKTER BIJ DE HAND
Men vindt een staatssecretaris voor de
volksgezondheid eigenlijk overbodig. En po
litiek gezien is dat ook wel waar. Maar dr
Muntendam heeft Dinsdagavond wel bewe
zen, dat hij niet voor niets dokter is. Mi
nister Cals moest een ontwerp over de
voorbereiding van de Tweede Technische
Hogeschool verdedigen. Tegelijk vocht hij
tegen de griep. Inplaats van thee of koffie
presenteerde voorzitter Kortenhorst hem een
glas warme kwast. Het mocht niet baten,
want na de pauze deelde de president mede,
dat de staatssecretaris de pols van de mi
nister had gevoeld en beter had geoordeeld,
dat hij vroeg naar bed ging. Na dit me
disch advies ging de Kamer op het uitzon
derlijk vroege tijdstip van half elf naar
huis.
(Nadruk verboden)
HET GAT KWAM DICHT.
Dat is nu bijna al een week geleden. In
ons vorig nummer stelden we in dit verband
de vraag: Zou het lukken. Het lukte inder
daad, Maar alleen na oneindig veel moeite.
In normale omstandigheden zou men schou
derophalend geglimlacht hebben, wanneer
men was opgedragen 'n buitendijkgat met
een stroom, zoals die zich aan de Grote Nol
voordoet, te dichten. „Onmogelijk", was het
besliste antwoord geweest. In normale om
standigheden behoeft, die opdracht ook niet
te worden verstrekt. Zelfs al noemt men nor
maal dat er maar een dijk was doorge
broken op de 1ste Februari en het juist deze
breuk was geweest. Dan zou de opdracht
nog abnormaal zijn geweest. Dan zou men
immers met groot materiaal onmiddellijk naar
die plaats worden gedirigeerd en had het de
eerste dag in enkele uren gekund.
Maar nu was er geen groot materiaal,
juist omdat er zo vele, nog urgenter breuken
te dichten waren.
En dus moest het met mankracht en
kleizakken. Zelfs voor de abnormale toe
stand nog een abnormale opgave. De eb en
vloed hadden het gat immers gedurende
14 dagen aanmerkelijk verdiept en daarom
kon ze zeker niet op de breuk zelf worden
geheeld.
Daarom begon men enkele tientallen me
ters verderop van weerszijden een dam op
te werpen. Dat ging nog wel, die eerste
meters in nog betrekkelijk ondiep water met
nog niet de volle stroom er op. De dijk
werkers dachten: dat loopt wel los, dat
krijgen we wel voor elkaar. Maar de des
kundigen wisten, dat men er nog lang niet
was. Het grote gevecht, de zware strijd ont
wikkelde zich de laatste paar dagen en ook
de laatste paar nachten. Alle beschikbare
mankrachten werden in deze strijd tegen het
water gerequireerd, ongeveer 800 in totaal.
Mannen van St. Annaland, van Oud-Vosse-
meer, van Tholen, van Poortvliet en ook
nog van St. Maartensdijk. De waterbouw
kundigen Jagt van St. Annaland en Moer
land van Oud-Vossemeer met een paar
cursisten, de vurige opzichter van de Heide
Maatschappij, die van de eerste tot de laatste
zandzak de bezielende en meeslepende aan
spoorder was, die doorvocht toen anderen
de moed lieten zinken, die altijd weer de
rijen langs hep en tijdens critieke uren tot
nog meer spoed bewoog.
Een machtig gevecht, zo'n gevecht tegen
het water, dat het door de tegenslagen heen,
door de teleurstellingen, door de schier on-
overkomenlijke moeilijkheden en dank ook
zij de aansporing van de opzichter Volkers
voor de dijkwerkers niet alleen een harde
noodzaak, maar ook een eer werd om dit
zware gevecht tegen het water te winnen.
En de mannen sjouwden voort met de
zandzakken op de rug, honderden voor hen,
honderden achter hen, steeds maar door. Het
gat verzwolg ze, hoe verder men van de kant
\xr ^et k maar een binnendijk, een slaperdijk. Maar opbouw hiervan is ook noodzakelijk en wat hieraan zo ai valt kwam, hoe dichter bij de sterke stroom, hoe
pUUU VV tg herbouwen moge blijken uit deze foto.
meer er als lucifershoutjes verdwenen en
ergens diep in de Annavosdijkpolder werden
neergesmeten. Ontelbare zakken werden een
prooi van deze stroom, maar meer nog wer
den aangevoerd en langzaam maar zeker
vorderde men.
Donderdagmiddag bracht men een ijzeren
bak voor het nog resterende gat. Ze werd
verankerd met een staaldraad en men zou
ze laten zinken in de zeer korte tijd dat het
water stilstond. En ondertussen werden de
zandzakken sneller gevuld, deden de dragers
er nog een stapje bij, werd alles op alles
gezet om deze laatste phase tot een goed
resultaat te brengen. Het gelukte echter
niet om tijdig de bak tot zinken te brengen.
Trouwens een uur daarvoor was het al
vrij zeker, dat men het ditmaal nog niet zou
winnen. En toen is het daar even hachelijk
geweest, hachelijk voor de mensen die van
de andere kant over de ene damzijde, daarna
over de bak en vervolkens over de andere
dam op de dijk moesten komen.
Hachelijk omdat de sterke stroom ziender
ogen toenam en het gevaar niet denkbeeldig,
dat of de bak zou wegslaan of de dam door
broken zou worden. We vreesden, dat het
niet zonder verlies zou aflopen en dan
doelen we niet op materiaalverlies. Gelukkig
werd de vrees beschaamd. Maar op het
nippertje. Toen de laatste mannen in de
boot stapten, gebeurde het, de draad knapte
af en de boot sloeg de polder in, drie man
uit Oud-Vossemeer meenemend, die enkele
angstige ogenblikken doormaakten. Gelukkig
zat de bak al spoedig aan de grond en na
enkele uren konden de mannen er worden
afgehaald.
Maar men gaf de moed niet op. Het ge
vecht werd voortgezet, de hele nacht door
toen St. Annal anders de vermoeide schou
ders er opnieuw onderzetten, toen er 150
man uit Poortvliet kwam helpen.
De noodverlichting werd tot op de dam
uitgebreid en opnieuw werden de kleizakken
aangevoerd. Het wate bruiste de polder weer
uit. Een fantastisch schouwspel, dat gevecht
in de nacht met het witschuimend water, dat
door het nog maar smalle gat bruiste, de
nog onvoltooide dam, waarop de lichtpunten,
waarop de dragers met hun zware
vracht telkens heen, telkens terug. Slecht een
ogenblik was er een adempauze, toen de
Roode Kruismensen met de koffie kwamen.
En zo gloorde de Vrijdagmorgen, het be
gin van de dag waarop dit gevecht werd
gewonnen.
Omstreeks half zeven lieten enkele mili
tairen van de Genie een zolderschuit in de
opening zinken. Ze kwam er niet goed voor
te liggen, er was de tweede maal ook wat te
veel trotyl gebruikt, maar het temperde in
elk geval de sterkste stroom. Toen kwamen
weer de honderden uit Oud-Vossemeer en
Tholen en opnieuw begon het grote gevecht,
een gevecht dat zich in de namiddag om
streeks 4 uur manifesteerde tot de eerste
overwinning.
Toen die eerste zandzak in het nog
maar zo smalle maar zich hevig verzettende
gat bleef liggen, toen werd de schorre roep
van Volkers helderder, toen veerden de bijna
uitgeputte dijkwerkers weer op, toen volgden
deskundigen met spanning het verdere ver
loop, toen vanaf die tijd kwam de over
winning.
En als een lopend vuurtje ging het door
het dorp: het gat is dicht. Inderdaad het
gat kwam die middag dicht.
Vraag niet hoeveel kleizakken er in de
polder, naast en op de dam zijn terecht
gekomen. Men schat het op 250.000. Twee
honderd vijftig duizend maal is af en op de
dijk gesjouwd. Tweehonderd vijftig duizend
maal moet er dan ook een zak gevuld zijn,
is een zak op een der ruggen van de dijk
werkers neergekomen, maar die tweehonderd
vijftigduizend hebben er toch uiteindelijk de
overwinning gebracht.
Die dit werk niet van het begin tot het
einde meemaakte, lijkt dit alles overdreven.
Die tientallen van deze kleizakken op z'n
rug kreeg, zal zeggen, dat het niet te be
schrijven is.
De dam hield het. De dam hield het de
eerste en critieke vloed, de dam heeft het
ook daarna gehouden. Zeker, dank zij het
gunstige weer, maar dank zij toch ook de in
spanning van allen die hiertoe hun steentje
hebben bijgedragen. Men mag het gerust
vergeven, dat toen de spanning geweken
was, de werklust verslapte. Velen waren
ook uitgeput.
Het werk is voortgezet. De dam werd
eerst verhoogd tot een meter boven normaal
hoogwaterpeil. Daarna werd een kistdam
aangebracht tot 2.50 m boven genoemd peil.
Aan weerszijden werden nog heel wat klei
zakken aangebracht en deze week komt de
dam klaar. Het eind van een karwei die
alleen in abnormale omstandigheden en na
abnormale inspanning dit resultaat kon
geven. Met waardering mag men terugzien
op de vasthoudendheid van de deskundigen,
op de bezieling van de opzichter der Heide
Mij., op al die dijkwerkers die gezamenlijk
dit gevecht tegen de sterke stroom hebben
gewonnen.
Zo helpt men ons ook
Als dè schrik wat is geluwd en
we nu weten, hoe precies
er de toestand in ons land is,
ook het zeer grote verlies
aan de levens van de mensen,
in dit barre rampgebied,
dan begrijp ik, dat vele ogen
rood betraand zijn van verdriet.
Want de slag was zwaar en hevig,
't Vaderland stond schier ontzet,
ondanks dat er toch nog vele
mensenlevens zijn gered.
Maar we mogen nimmer stilstaan,
voorwaarts, is ook nu 't gebod;
hard is dikwijls in dit leven
dat bleek nu weer 'smensen lot.
Heel veel werk is te verrichten,
soms lijkt het onmenslijk veel;
allen gaan we gaten dichten,
want de dijken moeten heel.
Samen zullen we gaan bouwen,
U en ik, wij allemaal.
Werkers zullen w'allen worden
aan 't herstel, op grote schaal.
Ook U kunt Uw steen bijdragen,
fiks de mouwen opgestroopt,
als U dakelijk, vandaag nog,
Watersnoodpostzegels koopt 1
Twintig cent kost U zo'n zegel,
tien cent is voor 't rampenfonds;
nu, ik weet het haast wel zeker:
U koopt zegels, en: aanstonds I
Plak veel watersnoodpostzegels,
Neêrlanders, van grens tot strand,
zó helpt U 't gebied herbouwen,
zó helpt U Uw volk en land I
Henk van Heeswijk.
In de afgelopen weken heeft ons land zich
meer bekendheid in de wereld verworven
dan ooit. Iedereen weet, waar Holland ligt
en dat het verdronken is. Menig vreem
deling verwondert zich erover, dat er op
Schiphol nog vliegtuigen kunnen landen.
Men denkt direct in het water te stappen.
Deze gedachtengang is aangekweekt door
de buitenlandse pers, die de ramp nog erger
heeft gemaakt dan zij reeds was. Dat heeft
de hulpverlening geweldig bevorderd, maar
het doet schade aan onze handel en industrie
Er zijn gevallen, waarin wij exporteerders
onze deur voorbij zagen gaan, omdat men
meende, dat alles in het water lag.
Als bewoners van Nederland hebben wij
een taak. Wij zullen onze buitenlandse
vrienden om relaties op korte tijd een juist
beeld van de stand van zaken moeten geven.
Dat heeft weinig nadelige invloed op de
hulp. maar het kan ons zakenleven alleen
maar goed doen. Dus in alle brieven naar
het buitenland schrijve men liever over onze
goede industrie en de vele handen uit de
polders, die nu elders werk vragen dan over
water, water en dode koeien. Daar zorgt de
sensatie-lustige buitenlandse pers wel voor.
Liever dan een bedrag voor hulp boeken
wij een order, die werk brengt, onze pro
ducten naarhet buitenland voert en de
Nederlandse naam een magische klank geeft
in den vreemde. Die Nederlanders toch; nu
staan ze met hun klompen in het water en
nóg produceren ze I