'n punthoofd... Wij moeien trachten een ramp als op 1 Februari te voorkomen TROMPGARAGE Heeft U al tl II 'll.« Weth. v. d. Oever bood Rampenfonds cheque van 433.561,20 aan HAAGSCHE COURANT Zaterdag 21 Februari 1953 Pagina 3 Waterslaalslecbniscbi msche commissie gein staUeerd Op horle termijn zullen maatregelen worden beraamd De minister van Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera, neeft vanochtend in de Statenzaal geïnstalleerd de ..Commissie van advies inzake de beantwoording van de waag, welke water- staatstechnische voorzieningen dienen te worden getroffen met betrekking tot de door de stormvloed van 31 Januari jl. geteisterde gebieden, waarbij in het onderzoek ware te be trekken de vraag, of een afsluiting van de zee-armen zulk een voorziening behoort te vormen." Hierbij zeide de minister o.m. het volgende: De ramp, die ons land op 1 Februari trof, ligt ons allen zwaar op het hart. Voorzover dit mogelijk is moeten wij trachten een herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen. Ik heb U hier bijeen geroepen opdat gij een waterstaatstechnisch deskundige commissie zult vormen,» die op korte termijn maatregelen be raamt, tot eventuele voorkoming van zulk een grote ramp in de toekomst. Voor een keus Wij staan daarbij in eenvoudige vorm uitgedrukt, voor de keuze dl een dijklengte van meer dan 1000 kilometers met één meter of meer te verhogen in sommige gebie den een zeer bezwaarlijk uitvoer bare laak of enkele zeegalen af te sluiten op zodanige wijze, dat de kustlijn, die door de stormvloeden wordt bedreigd, aanzienlijk wordt verkort. Voortbouwen op vroegere studies De commissie zal bij de behande ling van de haar gestelde vragen kunnen voortbouwen op de studies, die vroeger reeds werden verricht. Reeds sedert meer dan 15 jaar heeft de Rijkswaterstaat gewerkt aan de voorbereiding en ook reeds aan de uitvoering van plannen, die mede voor een belangrijk deel het gebied bestrijken, waarop de werkzaam heden van de commissie zich zullen bewegen. Die plannen beoogden in hoofd zaak een tweeledig doel: 1. De watervrij making van ge bieden, die bij enigszins hogere vloeden nog geregeld onder water kwamen, alsmede de vergroting van de veiligheid tegen overstroming van gebieden, die watervrij werden geoordeeld voor de tot nog toe waargenomen hoogste vloeden. 2. De beveiliging van het land tegen verzilting. 't Boekenplankje Ook dit jaar zaluitgegeven door de Vereniging ter bevor dering van de belangen des Boekhandels, ter gelegenheid van de Nederlandse BOE KENWEEK van 28 Febr. tot 7 Maart a.s., door uw boek verkoper Het Geschenk" worden aangeboden op de be kende voorwaarden en de commissie voor de collectieve propaganda van het Neder landse boek heeft ditmaal een wijziging gebracht in de ver rassing. Tot dusver ging het er om een anonym geschrift te kunnen thuisbrengen en de naam van één der in het Ge schenk genoemde auteurs, als die van de schrijver van het verhaal in te vullen. Dit jaar brengt een variatie. Het. typo- 2 grafisch eenvoudig, doch zeer j| smaakvol verzorgde werkje S „TIEN VERHALEN" bevat tien boeiende novellen, door S Anthonie Donker verzameld, 2 vertellingen van de auteurs: Rein Bïjlstra, Johan Daisne, 5 Henriëtte van Eyck, Maurice 5 Gilliams, Albert Helman, Nes- S cio, Annie SalomonsJohan 2 W. Schotman, Ben Stroman 1 en Theun de Vries. De lezer kan nu achter de tien titels der novellen de tien namen der auteurs invullen. Het is géén gemakkelijke taak en 2 men mag benieuwd zijn naar het resultaat; zal deze kracht- proef door velen met goed ge- 2 volg worden doorstaan Maar ook zonder de aardige, aan o het boekje verbonden prijs- 2 vraag, zijn de Tien Verha- len" een bundeltje proza gaan 2 vormen, dat menigeen in zijn boekenkast gaarne een. plaats 2 zal willen geven. De Boeken- week nadert weer! Ben van Eysselsteijn. iSÏSSSSSSSSSgSSSSgSSSSSSSSSSSSïSSSSSSSSSSSSSS Minister Algera (midden) in ge sprek met prof. ir Thijsse (rechts) en ir Maris. De foto werd gemaakt voordat de commissie werd geïnstalleerd. S lorm vloedscommissie In verband met plannen, welke werden bestudeerd voor de water vrijmaking van de gebieden van de Donge en het Oude Maasje en de Brabantse Biesbosch, die. naar uit de berekeningen volgde, o.m. enige stormvloedsverhoging bij Dordrecht ten gevolge zou hebben, werd door de minister van Waterstaat in April 1939 een commissie ingesteld aan welke werd opgedragen van voorlichting te dienen inzake de volgende vragen: a. Op welke stormvloedsstanden langs de Nederlandse Noordzeekust en op de met de Noordzee in open verbinding staande in Nederland gelegen wateren thans moet worden gerekend. b. In hoeverre op toekomstige wijziging in die stormvloedsstanden moet worden gerekend, indien in de waterstaatstoestand niet langs kunst matige weg verandering wordt ge bracht. c. In hoeverre indijkings-, rivier verbetering, bagger- en andere werken op de stormvloedsstanden van invloed kunnen zijn. d. In hoeverre onder de tegen woordige omstandigheden langs de Nederlandse Noordzeekust en in de gebieden van de met de Noordzee in open verbinding staande, 5n Nederland gelegen wateren, voor zoveel daarin stormvloeden optre den, gesproken kan worden van met het oog op de veiligheid ongewenste toestanden. e. Of en zo ja, welke veiligheids maatregelen in verband met punt d. nodig zijn. Tot voorzitter van de commissie werd de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Zuid-Holland, Ir D. A. van Heyst benoemd. Naast een aantal hoofd ingenieurs-directeuren van de Rijks waterstaat en hun ambtgenoten van de betrokken provinciale water- staatsdiensten, alsmede de directeur van gemeentewerken van Dordrecht, waren ook de hoogleraren Thijsse en Tienstra van de Technische Hogeschool tc Delft in de commis sie opgenomen. Als secretaris fun geerde de hoofd-ingenieur van de Rijkswaterstaat, dr ir J. van Veen. Bij haar beschouwingen heeft de zo juist genoemde z.g. stormvloeds commissie, de factoren, die een stormvloed bepalen, elk afzonderlijk onderzocht en de maxima van elk dezer factoren nader bepaald. Randvoorwaarden In de eerste plaats heeft men de z.g. randvoorwaarden willen vast stellen, dat zijn de standen in zee vóór de mond van de zeearmen. Met het oog op de termijn die, naar men meende, zou verlopen vóór dat de noodzakelijke be- veiligingswerken tot stand zou den zijn gebracht, heeft men deze randvoorwaarden bepaald voor het jaar 2000, en daarbij nam men aan, dat behoorde te worden rekening gehouden met standen, die met een kans van ongeveer 20% per eeuw zullen voorkomen of overschreden zul len worden. De invloed van geologische bodemdaling en van in dat tijdperk tot stand te brengen, in het rivierregime in grijpende, waterstaatswerken werden mede tot het jaar 2000 in de cijfers verdisconteerd. Voor Hoek van Holland kwam men na uitvoerig onderzoek en bespreking voor het jaar 2000 tot een cijfer, dat schommelde tus sen 4 m en 4.05 m -f NA.P. Bij de laatste stormvloed is het hoog water waarschijnlijk tot 3.85 m N.A.P. gerezen. Ten 'aanzien van dit door de stormvloedscommissie als randvoor waarde voor Hoek van Holland vastgestelde stormvloedspeil is van enkele zijden een voorbehoud ge maakt. Het zal dus stellig zaak zijn dat het vraagstuk van de rand voorwaarden door de commissie op nieuw in studie wordt genomen en •dat wordt nagegaan of de cijfers, die door de stormvloedscommissie werden gegeven, wijziging behoeven. Waterhoogten binnenwaarts Uitgaande van de door haar be rekende randvoorwaarden heeft de slormvloedscommissie ook voor ver der binnenwaarts gelegen plaatsen overeenkomstige stormvlocdshoog- len vastgesteld. Deze bleken zodanig hoog te liggen, dat over grote leng ten dijksverhogingen zouden moeten worden toegepast, tenzij men zou overgaan tot het uitvoeren van afdammingen, waardoor de tussen die dammen gelegen dijkvlakken in de toekomst zouden worden be schermd tegen de bedreiging door stormvloeden. Bij de sedert 1940 ter hand ge nomen aanleg van nieuwe dijken en van dijksverhogingen op het vaste land van Noordbrabant, is men voor de bepaling van de dijkhoogten uit gegaan van de cijfers van de storm vloedscommissie en daarbij is dan wel gebleken welke aanzienlijke verhogingen, in vergelijking met de bestaande kruishoogten, het gevolg waren van de door haar vastgestelde stormvloedspeilen. Het afsluiten van lakken en armen Naast deze dijksverhogingen wer den tevens plannen ontworpen voor het afsluiten van sommige takken van het complex benedenrivieren en zeearmen. De in 1950 tot stand gekomen afdamming van de Brielse Maas en van de Botlek is daarvan een voorbeeld. Ongetwijfeld heeft deze afdamming ten gevolge gehad dat de langs de Brielsche Maas boezem gelegen eilanden tegen nog grotere overstromingen dan thans reeds zijn opgetreden werden be veiligd. De plannen voor de zo juist be sproken afdammingen in het com plex der benedenrivieren vloeiden echter niet alleen voort uit de wens tot beveiliging van de aangrenzende gebieden tegen mogelijke stormvloe den, maar zij maken tevens onder deel uit van een complex maat regelen, dat beoogde de verzilting te bestrijden. Het is niet verwonderlijk, dat de gedachten bij de voortgaande be studering van de beide in de aan vang door spr. aangestipte vraag stukken een steeds verdere vlucht namen en dat men overwoog of door een afdamming van het Haring vliet niet een min of meer aan zienlijke verlaging van de storm vloedsstanden in het bovenwaarts gelegen rivierencomplex zou kunnen worden bereikt. Het complex van plannen, waarop tot nu toe werd gedoeld en de ver schillende stormvloedsvoorspellin gen zijn in de jaren na de oorlog, nadat men zich gedurende de oorlog tot theoretische beschouwingen had moeten beperken, uitvoerig bestu deerd. Waarnemingen en melingen Heden ten dage beschikt men over een grote serie waarnemingen en metingen in het Waterloopkundig Laboratorium te Delft, waar een model van het complex beneden rivieren werd gebouwd. Het denkbeeld om ook de afdam mingen van de zee-armen tussen Gocrec en Schouwen en van de Ooster-Schelde te bestuderen, was tot voor kort nog niet in de be schouwingen betrokken. Weliswaar zag men aan een dergelijk plan verschillende aantrekkelijke kan- Advertentie) 110 auto's zonder chauffeur Opbrengst slraalcolleclc in Den Haag In de bussen zat voor 170.000.- aan bankpapier (Van een onzer verslaggevers) Vanochtend heeft wethouder v. d. Oever op het kantoor van het Nationaal Rampenfonds, aan de Statenlaan, aan de 2e secretaris van dit fonds, de heer H. J. Oosterhuis, een cheque van 433.561,20 aangeboden, zijnde de opbrengst van de straatcollecte, welke hier ter stede op 5 Februari ten bate van het Rampenfonds gehouden werd. Bovendien overhandigde de wethouder ook nog een bedrag van ruim 4000, dat tevoren al zo spontaan door de inwoners van Loosduinen bijeen was gebracht, alsmede een cheque voor 545, afkomstig van particuliere giften. Resultaat van samenwerking Wethouder v. d. Oever roemde de vlotte en snelle samenwerking van de Afd. 's-Gravenhage van het Rode Kruis, de Sociale Wijkcentra in onze stad en de gemeente-in stanties. Er waren slechts twee da gen nodig, om deze grote collecte voor te bereiden. Het resultaat is dan ook schitterend geweest: 3600 collectanten zamelden een bedrag In, dat dat van vele andere grote gemeenten verre overtrof. Spr. had ook hulde voor de tel- ploegen, die in één avond en één nacht de opbrengst telden. Nadat het geld geteld was, werd het op geborgen in de kluizen van het hoofdpostkantoor. Gebleken is, zo zei (le wethou der, dat in de bussen 81 briefjes van ƒ100 zaten; 30 van ƒ50, 1273 van 25; 113 van ƒ20, 10.528 van 10; 38021 van 2.50 en 121.195 van 1. Verder waren er 1774 zil veren rijksdaalders, 7003 zilveren guldens: 145.66 zilveren kwartjes; 6008 zilveren dubbeltjes, 2183 zin ken dubbeltjes; 162.985 nikkelen dubbeltjes; 36.240 stuivers en 127.889 centen. Er waren 33 be schadigde zilverbons van 1 bij. Het bedrag aan beschadigd pas munt bedraagt slechts 2,71. Vreemde valuta Aan vreemde valuta is gecollec teerd: aan Ned. Indisch geld ƒ6,26; aan Franse francs 1762; aan Bel gisch geld fres 1371; aan Luxem burgs geld fres 6,95: aan Zwitsers geld fres 34; aan Duits geld 91 D.M.; aan Engels geld ruim 5 Pond Wethouder Van den Oever (mid den) ovei-handigt de cheque aan dr H. J. Oosterhuis. Links: mr J. Wilkens, voorzitter van de Haagse afdeling van het Rode Kruis. Aan oud, ongeldig Nederlands bankpapier: een briefje van ƒ1000 en een van ƒ100, twee a ƒ50; 2 a 25, een a ƒ10; een a ƒ2.50 en vier a ƒ1. Men vond in de bussen ook zeven gouden tientjes. Er is aan de Ned. Bank gevraagd fit het niet meer gangbare geld voor het goede doel alsnog ingeruild kan worden. Ook zal men trachten voor de vreemde valuta zoveel mogelijk Nederlands geld te krijgen. Ver der heeft men toestemming ge vraagd, aldus de wethouder, om de gouden tientjes te verkopen aan de meest biedende. Het plan is, om op verschillende plaatsen in de stad, bijv. openbare gebouwen, bussen neer te zetten, waarin men zijn bod op een gouden tientje kan mededelen. Aan de 7 hoogst bie denden zouden deze tientjes dan verkocht kunnen worden. Aan de muntmeester te Utrecht is ge vraagd, of het oude pasmunt ver vangen kan worden door gang baar. Wethouder v. d. Oever deelde tenslotte mede, dat nadat alles ge teld was 'en van de inhoud van de bussen een totaalstaat was opge maakt er slechts een verschil was van maar 63 cent, wat natuurlijk prompt werd bijgepast. Namens het. Rampenfonds dankte de heer Oosterhuis vor deze gift. De voorzitter van de afd. 's-Graven hage van het Rode Kruis, mr J. Wilkens, was bij de overhandiging van de cheque aanwezig. ten, maar men oordeelde de daaraan verbonden moeilijkheden zo groot, dat men er de voorkeur aan gaf eerst andere afsluitingen van min der grote afmetingen tot stand te brengen, alvorens zich aan dit inderdaad wel uiterst moeilijke probleem te wagen. Intussen had de minister in November van het vorige jaar opdracht gegeven om ook dit onderdeel thans nader in be schouwing te nemen en de storm ramp van het begin van deze maand heeft wel de tragische stimulans gevormd om met nog meer spoed dan anders in het voornemen lag, de studie van dit vraagstuk voort te zetten. Uit de aard van de zaak kan er alleen van afdamming van de drie zo juist besproken zee-armen sprake zijn. De Wester-Sclielde en de Nieuwe Waterweg behoren met het oog op de daarbij betrokken scheepvaartbelangen, als open vaar weg gehandhaafd te blijven. liet Haringvliet De afsluiting van het Haringvliet, van de zeearm tussen Goeree en Schouwen en van de Oosterschelde. eventueel gecombineerd met de verbinding van Walcheren, Noord en Zuid-Beveland. zal een aanzien lijke vermindering geven van de dijklengte, die in de toekomst als zeewaterkering zal moeten optre den. Daarnaast zal de uitvoering van deze werken op bijzondere wijze ten goede kunnen komen aan de zoetwatervoorziening van een groot deel van ons land en de be strijding van de gevolgen van de voortschrijdende verzilting op ver schillend gebied, terwijl ook moge lijkheden worden geopend voor het tot stand brengen van een wegver binding met verschillende thans alleen te water bereikbare eilanden. Intussen zal men ernstig bedacht moeten zijn op de waterstaatkundige consequenties, die dergelijke af dammingen met zich zullen bren gen o.a. voor de scheepvaart, de afvoer van water en ijs. enz. Wanneer de commissie, na de be schouwing van de walerstaattech- nische gevolgen, die de afdamming met zich zal brengen, tot de conclu sie zou komen, dat zij inderdaad moet worden nagestreefd, dan rest de vraag of zij thans reeds technisch uitvoerbaar is en wanneer ook daarop het antwoord bevestigend luidt, hoe die afdammingen dan zullen dienen te worden ingericht Wanneer niet tot afdamming van alle daarvoor in aanmerking komen de zee-armen kan worden geraden, dan zullen uit de aard van de zaak ook voor de waterkeringen langs de in open verbinding met de zee blij vende gedeelten van die zee-armen door de commissie de vèiligheids- maatregelen dienen te worden op gesteld, welke in dat geval nood zakelijk worden geoordeeld. Bij het thans onderhanden geno men herstel van de dijken zal er naar kunnen worden gestreefd om enkele zwakke punten in de dijlcs- constructie reeds dadelijk te ver beteren, maar ook daarna zal het probleem, waarvoor wij ons zien gesteld, niet zijn opgelost. Het zal 'noodzakelijk zijn dat de thans door overstroming getroffen gebieden, evenals ook de oppervlakten, die ditmaal gespaard bleven, krachtig worden beveiligd tegen nieuwe, uitzonderlijk i hoge vloeden. Het kan nu eenmaal niet anders of met- de uitvoering van de definitieve beveiligingsmaatregelen zullen nog jaren gemoeid zijn. God moge ver hoeden, dat er binnen dit tijds bestek andermaal een dergelijke stormvloed optreedt als thans is geschiedt, zo besloot de minister. Directe i'erbelering zwakke plekken Ir. A. G. Maris, voorzitter van de Waterstaatstechnische commis sie, heeft na de installatie van bo vengenoemde commissie door mi- nister Algera, een rede gehouden, j waaraan het volgende is ontleend. Als voorzitter van de commissie dankte spr., mede namens zijn medeleden, de minister voor het in hun gestelde vertrouwen. De com missie wil zich met de grootst mogelijke spoed van haar taak kwijten. Reeds tijdens het herstel de thans gehavende dijken zullen de plannen dienen te worden beraamd voor de verdere verbete ring. opdat daarmee, in aansluiting aan de herstelwerken, op zo kort mogelijke termijn kan worden be gonnen. Het blijkt dat reeds veel voorbereidend werk werd gedaan door de stormvloedscommissie en door de dienst van de Rijkswater staat, in samenwerking met het Waterloopkundig Laboratorium te Delft. Een reeks van plannen werd daarbij bestudeerd en het blijkt uit de rede van de minister, dat zelfs het maken van een grote afsluitdam in het Haringvliet reeds in ge dachten als een ernstige mogelijk heid werd aanvaard, waaruit spr. meent te mogen opmaken, dat men de technische problemen, die zich daarbij zouden voordoen, niet als onoplosbaar zag. Wellicht zal men goed doen, stap voor stap te willen bereiken, dat gene wat de minister als uiteinde lijk doel voor ogen heeft gestaan, toen hij de opdracht aan de com missie formuleerde. De commissie zal haar taak niet kunnen vervullen indien zij niet een beroep zou mogen doen op deskun digen op verschillend gebied, b.v. op het gebied van de grondmecha nica. T.a.v. de Rijkswaterstaatsdienst kan spr. zelf de verzekering geven dat deze volledig en gaarne ter be schikking staat voor het werk van de commissie. Spr. meent te mogen vertrouwen dat ook de andere per sonen of instanties, wier hulp of medewerking zal worden gevraagd, daartoe bereid zullen zijn. Samenstelling der commissie De hedenochtend door de minis ter van Verkeer en Waterstaat geïnstalleerde commissie, die wel licht nog zal worden uitgebreid, is thans als volgt samengesteld: Voorzitter: ir. A. G. Maris, direc teur-generaal van de Rijkswater staat. Leden: dr. ir. V. J. P. de Blocq van Kuffeler, oud-directeur-gene raal der Zuiderzeewerken; dr. ir. Advertentie ...van al die nieuwe fantasie- merken vol gouden beloften? Rook Eden. Eden js en blijft morgen zo goed als heden! W. J. H. Harmsen. oud-directeur- generaal van de Rijkswaterstaat; prof. ir. P. Ph. Jansen, hoogleraar aan de Techn. Hogeschool te Delft; ir. G. P. Nyhoff, raadgevend inge nieur; dr. ir. J. A. Ringers, oud minister van Openbare Werken en Wederopbouw; prof. ir. J. Th. Thijsse, hoogleraar aan de Techn. Hogeschool te Delft; ir. R. Ver loren van Themaat, lid van het Ingenieursbureau v/h J. van Has selt en de Koning; ir. J. W. .de Vries. hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat; ir. L. T. van der Wal, oud-directeur-hoofd- ingenieur van de Provinciale Wa terstaat van Zuid-Holland. Secretaris: dr. ir. J. van Veen, hoofdingenieur van de Rijkswater staat en adjunct-secretaris: ir. K. F. Valken, ingenieur van de Rijks waterstaat. Voor het Rampenfonds 100.000 Van ministerie van Landbouw Het gezamenlijk personeel, werk zaam bij het ministerie van Land bouw1, Visserij en Voedselvoorzie ning heeft 100.000 bijeengebracht ■oor het Rampenfonds. De Vereniging „Limburgia" heeft een bedrag van 50 gezonden aan het Nationaal Rampenfonds. Op 3 Februari jl. zou 'door de Onderofficiers Contact Club Lucht, machtstaf een feestavond worden gehouden met Cabaret en Carna valbal. Door de ramp op 1 Februari ]1. is deze avond geheel afgelast. Met algemene stemmen is besloten de onkosten van deze avond zijnde f 450.te storten in het Nationaal Rampenfonds. Huisvestingsbureau Nieuwe samenstelling Commissie van toezicht Door de benoeming van een tweetal leden in bestaande vaca tures is de samenstelling van de Commissie van Toezicht op het Gemeentelijk Bureau voor de huis vesting thans: mr. A. M. Engels, lid-voorzitter; mr. W. A. Schouten, lid-secretaris; mevr. mr. A. Arndt- Lubbe en G. J. Th. Bakker. A. J. van Hagen, W. F. van Niekerk en N. F. A. Vugts, leden. Het adres van het secretariaat is thans: Nieuwe Stadhuis, Burge meester De Monchypleïn 9. Corps diplomatique Tfjdens de afwezigheid van de gezant van Ierland, mevrouw J. McNeill, die ons land met een ver lof van ongeveer 10 dagen heeft verlaten, treedt als tijdelijk zaak gelastigde op de heer P. J. O. Byrne, twee secretaris van het gezantschap. Tot eerste secretaris van het ge zantschap van IJsland, met stand plaats Londen, is benoemd de heer E. Benedikz. Tijdens de afwezigheid van de Britse ambassadeur, die ons land voor een kort. verlof heeft verla ten, fungeert als tijdelijk zaakge lastigde de heer A. O. Stewart, raad van de ambassade. Uit Let dacjboe! een UJtzi Niet zo'n haast (2) Het tweede geval is manlijker. Hier komt dan ook een Vader aan te pas. U moet dan nl. weten dat zoon Piet een knappe knul is en met rake cijfers van de H.B.S. af gekomen is. Natuurlijk: Delft! Jawel zegt Pa. Maar jij, op je zeventiende jaar, daar alleen op kamers naar Delftnee baas, dat lijkt me niet zo geslaagd. Je bent nog te jong om zo maar pardoes zelfstandig student te zijn. Piet natuurlijk in zijn wiek ge schoten. Moet je net Piet hebben. „Nou ben ik een beetje eerder klaar dan de andere jongens, en nu zal ik daar de dupe van worden. Als ik dat geweten had (dat zei Marietje ook, weet U nog wel?), als ik dat geweten had, dan zou ik niet zo hard gewerkt hebben en een jaartje gezakt zijn. Stom dat ik dat zo niet ingepikt heb. Maar deze Vader haalt er een deskundige bij en die adviseert: eerst een paar jaar M.T.S. Die Piet! Naar de M.T.S.!! Nou vraag ik U. Mijnheer de Student moet naar de M.T.S.!! Voelt U wat deze Pieter te verwerken heeft ge kregen voor en aleer hij zo ver was dat hij zei: ja Vader, U hebt mis schien toch wel gelijk. Nu, die paar jaar M.T.S. hebben hem later in Delft een voorsprong gegeven, waar al zijn mede-studenten een beetje jaloers op waren. Niet zo'n haast, stond er boven dit tweetal beschouwingen uit de practijk. Weet U, als het er op aan komt, kan het met die op leidingen van onze (moderne) jeugd juist wel iets kalmer aan en heel vaak zal blijken dat dit ogenschijn lijke verlies aan tijd, grote winst oplevert aan inzicht en geestelijke rijpheid. Marietje en Piet zijn er althans achter-af hun ouders erg dankbaar voor. En dankbaarheid komt nooit te laat. Ook IJsland geeft postzegels met toeslag uit voor de slachtoffers pca ,.BL van de watersnood in ons land. lichtingenbureau. Derlig jaar Ned. Chr. Reïsvereniging Algemene vergadering te Scheveningen De .afgevaardigden van de ver schillende afdelingen van de Ne- derlandsche Christelijke Reisver- eniging waren vanmorgen naar Scheveningen gekomen, waar in de Kurzaal-foyer de jaarlijkse al gemene vergadering werd gehou den. Deze droeg een feestelijk tintje, omdat de N.C.R.V. dit jaar dertig jaar bestaat. Weliswaar is dit reeds in Augustus jl. in Zwit serland gevierd, maar toch was voor dit weekeinde een speciaal programma samengesteld. Hiervan is, tengevolge van de watersnood, een belangrijk deel afgelast. De jubileum-feestavond, die gister avond in het Gebouw v. K. en W. zou worden gehouden, is nl. uitge steld tot 25 September, zodat al leen de vergadering in Schevenin gen overbleef. Deze werd vanmor gen geopend met het zangen van gez. 303: 1 en 2, waarna de voor zitter, dr. A. van Deurs.en ps. 148 las en voorging in gebed. De heer P. Schotte, voorzitter van de af deling Den Haag van de N.C.R.V. gaf vervolgens een kort historisch overzicht van de afgelopen dertig jaar en wees er op, dat het cen trum van de N.C.R.V, nog steeds in Den Haag is< gevestigd. ondanks de aandrang, die soms van andere zijde was uitgeoefend. Terecht, naar zijn smaak, temeer waar de Haagse afdeling nog steeds de grootste is. Hjj wekte de leden op, de vereniging te doen uitgroeien tot een krachtiger lichaam en gaf als zijn mening, dat het aantal van 10.000 leden gemakkelijk verdub beld en zelfs verdrievoudigd moest kunnen worden. Hierna was het woord aan dr. A. van Deursen, die de algemene vergadering opende met, een rede. waarin liij er op wees, dat beginsel en reizen niet los van elkander staan. De verga dering werd onderbroken door een gezamenlijke maaltijd. Gevonden Voorwerpen De lijst van de Gevonden Voorwer pen ligt steeds ter inzage op ons In-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2