'n punthoofd...
Wij moeien trachten een ramp als op
1 Februari te voorkomen
TROMPGARAGE
Heeft U
al
tl II 'll.«
Weth. v. d. Oever bood Rampenfonds
cheque van 433.561,20 aan
HAAGSCHE COURANT Zaterdag 21 Februari 1953 Pagina 3
Waterslaalslecbniscbi
msche commissie gein
staUeerd
Op horle termijn zullen maatregelen
worden beraamd
De minister van Verkeer en Waterstaat, mr J. Algera, neeft
vanochtend in de Statenzaal geïnstalleerd de ..Commissie van
advies inzake de beantwoording van de waag, welke water-
staatstechnische voorzieningen dienen te worden getroffen
met betrekking tot de door de stormvloed van 31 Januari jl.
geteisterde gebieden, waarbij in het onderzoek ware te be
trekken de vraag, of een afsluiting van de zee-armen zulk een
voorziening behoort te vormen." Hierbij zeide de minister o.m.
het volgende:
De ramp, die ons land op 1 Februari trof, ligt ons allen zwaar
op het hart. Voorzover dit mogelijk is moeten wij trachten een
herhaling van een dergelijke ramp te voorkomen. Ik heb U hier
bijeen geroepen opdat gij een waterstaatstechnisch deskundige
commissie zult vormen,» die op korte termijn maatregelen be
raamt, tot eventuele voorkoming van zulk een grote ramp in
de toekomst.
Voor een keus
Wij staan daarbij in eenvoudige
vorm uitgedrukt, voor de keuze dl
een dijklengte van meer dan 1000
kilometers met één meter of meer
te verhogen in sommige gebie
den een zeer bezwaarlijk uitvoer
bare laak of enkele zeegalen af
te sluiten op zodanige wijze, dat de
kustlijn, die door de stormvloeden
wordt bedreigd, aanzienlijk wordt
verkort.
Voortbouwen op vroegere
studies
De commissie zal bij de behande
ling van de haar gestelde vragen
kunnen voortbouwen op de studies,
die vroeger reeds werden verricht.
Reeds sedert meer dan 15 jaar heeft
de Rijkswaterstaat gewerkt aan de
voorbereiding en ook reeds aan de
uitvoering van plannen, die mede
voor een belangrijk deel het gebied
bestrijken, waarop de werkzaam
heden van de commissie zich zullen
bewegen.
Die plannen beoogden in hoofd
zaak een tweeledig doel:
1. De watervrij making van ge
bieden, die bij enigszins hogere
vloeden nog geregeld onder water
kwamen, alsmede de vergroting van
de veiligheid tegen overstroming
van gebieden, die watervrij werden
geoordeeld voor de tot nog toe
waargenomen hoogste vloeden.
2. De beveiliging van het land
tegen verzilting.
't Boekenplankje
Ook dit jaar zaluitgegeven
door de Vereniging ter bevor
dering van de belangen des
Boekhandels, ter gelegenheid
van de Nederlandse BOE
KENWEEK van 28 Febr. tot
7 Maart a.s., door uw boek
verkoper Het Geschenk"
worden aangeboden op de be
kende voorwaarden en de
commissie voor de collectieve
propaganda van het Neder
landse boek heeft ditmaal een
wijziging gebracht in de ver
rassing. Tot dusver ging het
er om een anonym geschrift
te kunnen thuisbrengen en de
naam van één der in het Ge
schenk genoemde auteurs, als
die van de schrijver van het
verhaal in te vullen. Dit jaar
brengt een variatie. Het. typo-
2 grafisch eenvoudig, doch zeer
j| smaakvol verzorgde werkje
S „TIEN VERHALEN" bevat
tien boeiende novellen, door
S Anthonie Donker verzameld,
2 vertellingen van de auteurs:
Rein Bïjlstra, Johan Daisne,
5 Henriëtte van Eyck, Maurice
5 Gilliams, Albert Helman, Nes-
S cio, Annie SalomonsJohan
2 W. Schotman, Ben Stroman
1 en Theun de Vries. De lezer
kan nu achter de tien titels
der novellen de tien namen
der auteurs invullen. Het is
géén gemakkelijke taak en
2 men mag benieuwd zijn naar
het resultaat; zal deze kracht-
proef door velen met goed ge-
2 volg worden doorstaan Maar
ook zonder de aardige, aan
o het boekje verbonden prijs-
2 vraag, zijn de Tien Verha-
len" een bundeltje proza gaan
2 vormen, dat menigeen in zijn
boekenkast gaarne een. plaats
2 zal willen geven. De Boeken-
week nadert weer!
Ben van Eysselsteijn.
iSÏSSSSSSSSSgSSSSgSSSSSSSSSSSSïSSSSSSSSSSSSSS
Minister Algera (midden) in ge
sprek met prof. ir Thijsse (rechts)
en ir Maris. De foto werd gemaakt
voordat de commissie werd
geïnstalleerd.
S lorm vloedscommissie
In verband met plannen, welke
werden bestudeerd voor de water
vrijmaking van de gebieden van de
Donge en het Oude Maasje en de
Brabantse Biesbosch, die. naar uit
de berekeningen volgde, o.m. enige
stormvloedsverhoging bij Dordrecht
ten gevolge zou hebben, werd door
de minister van Waterstaat in
April 1939 een commissie ingesteld
aan welke werd opgedragen van
voorlichting te dienen inzake de
volgende vragen:
a. Op welke stormvloedsstanden
langs de Nederlandse Noordzeekust
en op de met de Noordzee in open
verbinding staande in Nederland
gelegen wateren thans moet worden
gerekend.
b. In hoeverre op toekomstige
wijziging in die stormvloedsstanden
moet worden gerekend, indien in de
waterstaatstoestand niet langs kunst
matige weg verandering wordt ge
bracht.
c. In hoeverre indijkings-, rivier
verbetering, bagger- en andere
werken op de stormvloedsstanden
van invloed kunnen zijn.
d. In hoeverre onder de tegen
woordige omstandigheden langs de
Nederlandse Noordzeekust en in de
gebieden van de met de Noordzee
in open verbinding staande, 5n
Nederland gelegen wateren, voor
zoveel daarin stormvloeden optre
den, gesproken kan worden van met
het oog op de veiligheid ongewenste
toestanden.
e. Of en zo ja, welke veiligheids
maatregelen in verband met punt d.
nodig zijn.
Tot voorzitter van de commissie
werd de hoofdingenieur-directeur
van de Rijkswaterstaat in de directie
Zuid-Holland, Ir D. A. van Heyst
benoemd. Naast een aantal hoofd
ingenieurs-directeuren van de Rijks
waterstaat en hun ambtgenoten van
de betrokken provinciale water-
staatsdiensten, alsmede de directeur
van gemeentewerken van Dordrecht,
waren ook de hoogleraren Thijsse
en Tienstra van de Technische
Hogeschool tc Delft in de commis
sie opgenomen. Als secretaris fun
geerde de hoofd-ingenieur van de
Rijkswaterstaat, dr ir J. van Veen.
Bij haar beschouwingen heeft de
zo juist genoemde z.g. stormvloeds
commissie, de factoren, die een
stormvloed bepalen, elk afzonderlijk
onderzocht en de maxima van elk
dezer factoren nader bepaald.
Randvoorwaarden
In de eerste plaats heeft men de
z.g. randvoorwaarden willen vast
stellen, dat zijn de standen in zee
vóór de mond van de zeearmen.
Met het oog op de termijn die,
naar men meende, zou verlopen
vóór dat de noodzakelijke be-
veiligingswerken tot stand zou
den zijn gebracht, heeft men
deze randvoorwaarden bepaald
voor het jaar 2000, en daarbij
nam men aan, dat behoorde te
worden rekening gehouden met
standen, die met een kans van
ongeveer 20% per eeuw zullen
voorkomen of overschreden zul
len worden. De invloed van
geologische bodemdaling en van
in dat tijdperk tot stand te
brengen, in het rivierregime in
grijpende, waterstaatswerken
werden mede tot het jaar 2000
in de cijfers verdisconteerd.
Voor Hoek van Holland kwam
men na uitvoerig onderzoek en
bespreking voor het jaar 2000 tot
een cijfer, dat schommelde tus
sen 4 m en 4.05 m -f NA.P.
Bij de laatste stormvloed is het
hoog water waarschijnlijk tot
3.85 m N.A.P. gerezen.
Ten 'aanzien van dit door de
stormvloedscommissie als randvoor
waarde voor Hoek van Holland
vastgestelde stormvloedspeil is van
enkele zijden een voorbehoud ge
maakt. Het zal dus stellig zaak zijn
dat het vraagstuk van de rand
voorwaarden door de commissie op
nieuw in studie wordt genomen en
•dat wordt nagegaan of de cijfers,
die door de stormvloedscommissie
werden gegeven, wijziging behoeven.
Waterhoogten binnenwaarts
Uitgaande van de door haar be
rekende randvoorwaarden heeft de
slormvloedscommissie ook voor ver
der binnenwaarts gelegen plaatsen
overeenkomstige stormvlocdshoog-
len vastgesteld. Deze bleken zodanig
hoog te liggen, dat over grote leng
ten dijksverhogingen zouden moeten
worden toegepast, tenzij men zou
overgaan tot het uitvoeren van
afdammingen, waardoor de tussen
die dammen gelegen dijkvlakken in
de toekomst zouden worden be
schermd tegen de bedreiging door
stormvloeden.
Bij de sedert 1940 ter hand ge
nomen aanleg van nieuwe dijken en
van dijksverhogingen op het vaste
land van Noordbrabant, is men voor
de bepaling van de dijkhoogten uit
gegaan van de cijfers van de storm
vloedscommissie en daarbij is dan
wel gebleken welke aanzienlijke
verhogingen, in vergelijking met de
bestaande kruishoogten, het gevolg
waren van de door haar vastgestelde
stormvloedspeilen.
Het afsluiten van lakken
en armen
Naast deze dijksverhogingen wer
den tevens plannen ontworpen voor
het afsluiten van sommige takken
van het complex benedenrivieren
en zeearmen. De in 1950 tot stand
gekomen afdamming van de Brielse
Maas en van de Botlek is daarvan
een voorbeeld. Ongetwijfeld heeft
deze afdamming ten gevolge gehad
dat de langs de Brielsche Maas
boezem gelegen eilanden tegen nog
grotere overstromingen dan thans
reeds zijn opgetreden werden be
veiligd.
De plannen voor de zo juist be
sproken afdammingen in het com
plex der benedenrivieren vloeiden
echter niet alleen voort uit de wens
tot beveiliging van de aangrenzende
gebieden tegen mogelijke stormvloe
den, maar zij maken tevens onder
deel uit van een complex maat
regelen, dat beoogde de verzilting
te bestrijden.
Het is niet verwonderlijk, dat de
gedachten bij de voortgaande be
studering van de beide in de aan
vang door spr. aangestipte vraag
stukken een steeds verdere vlucht
namen en dat men overwoog of
door een afdamming van het Haring
vliet niet een min of meer aan
zienlijke verlaging van de storm
vloedsstanden in het bovenwaarts
gelegen rivierencomplex zou kunnen
worden bereikt.
Het complex van plannen, waarop
tot nu toe werd gedoeld en de ver
schillende stormvloedsvoorspellin
gen zijn in de jaren na de oorlog,
nadat men zich gedurende de oorlog
tot theoretische beschouwingen had
moeten beperken, uitvoerig bestu
deerd.
Waarnemingen en melingen
Heden ten dage beschikt men over
een grote serie waarnemingen en
metingen in het Waterloopkundig
Laboratorium te Delft, waar een
model van het complex beneden
rivieren werd gebouwd.
Het denkbeeld om ook de afdam
mingen van de zee-armen tussen
Gocrec en Schouwen en van de
Ooster-Schelde te bestuderen, was
tot voor kort nog niet in de be
schouwingen betrokken. Weliswaar
zag men aan een dergelijk plan
verschillende aantrekkelijke kan-
Advertentie)
110 auto's zonder chauffeur
Opbrengst slraalcolleclc in Den Haag
In de bussen zat voor 170.000.-
aan bankpapier
(Van een onzer verslaggevers)
Vanochtend heeft wethouder v. d. Oever op het kantoor van
het Nationaal Rampenfonds, aan de Statenlaan, aan de
2e secretaris van dit fonds, de heer H. J. Oosterhuis, een
cheque van 433.561,20 aangeboden, zijnde de opbrengst
van de straatcollecte, welke hier ter stede op 5 Februari
ten bate van het Rampenfonds gehouden werd. Bovendien
overhandigde de wethouder ook nog een bedrag van ruim
4000, dat tevoren al zo spontaan door de inwoners van
Loosduinen bijeen was gebracht, alsmede een cheque voor
545, afkomstig van particuliere giften.
Resultaat van
samenwerking
Wethouder v. d. Oever roemde
de vlotte en snelle samenwerking
van de Afd. 's-Gravenhage van het
Rode Kruis, de Sociale Wijkcentra
in onze stad en de gemeente-in
stanties. Er waren slechts twee da
gen nodig, om deze grote collecte
voor te bereiden. Het resultaat is
dan ook schitterend geweest: 3600
collectanten zamelden een bedrag
In, dat dat van vele andere grote
gemeenten verre overtrof.
Spr. had ook hulde voor de tel-
ploegen, die in één avond en één
nacht de opbrengst telden. Nadat
het geld geteld was, werd het op
geborgen in de kluizen van het
hoofdpostkantoor.
Gebleken is, zo zei (le wethou
der, dat in de bussen 81 briefjes
van ƒ100 zaten; 30 van ƒ50, 1273
van 25; 113 van ƒ20, 10.528 van
10; 38021 van 2.50 en 121.195
van 1. Verder waren er 1774 zil
veren rijksdaalders, 7003 zilveren
guldens: 145.66 zilveren kwartjes;
6008 zilveren dubbeltjes, 2183 zin
ken dubbeltjes; 162.985 nikkelen
dubbeltjes; 36.240 stuivers en
127.889 centen. Er waren 33 be
schadigde zilverbons van 1 bij.
Het bedrag aan beschadigd pas
munt bedraagt slechts 2,71.
Vreemde valuta
Aan vreemde valuta is gecollec
teerd: aan Ned. Indisch geld ƒ6,26;
aan Franse francs 1762; aan Bel
gisch geld fres 1371; aan Luxem
burgs geld fres 6,95: aan Zwitsers
geld fres 34; aan Duits geld 91
D.M.; aan Engels geld ruim 5 Pond
Wethouder Van den Oever (mid
den) ovei-handigt de cheque aan
dr H. J. Oosterhuis. Links: mr
J. Wilkens, voorzitter van de
Haagse afdeling van het
Rode Kruis.
Aan oud, ongeldig Nederlands
bankpapier: een briefje van ƒ1000
en een van ƒ100, twee a ƒ50; 2
a 25, een a ƒ10; een a ƒ2.50 en
vier a ƒ1. Men vond in de bussen
ook zeven gouden tientjes. Er is
aan de Ned. Bank gevraagd fit het
niet meer gangbare geld voor het
goede doel alsnog ingeruild kan
worden. Ook zal men trachten voor
de vreemde valuta zoveel mogelijk
Nederlands geld te krijgen. Ver
der heeft men toestemming ge
vraagd, aldus de wethouder, om de
gouden tientjes te verkopen aan
de meest biedende. Het plan is, om
op verschillende plaatsen in de
stad, bijv. openbare gebouwen,
bussen neer te zetten, waarin men
zijn bod op een gouden tientje kan
mededelen. Aan de 7 hoogst bie
denden zouden deze tientjes dan
verkocht kunnen worden. Aan de
muntmeester te Utrecht is ge
vraagd, of het oude pasmunt ver
vangen kan worden door gang
baar.
Wethouder v. d. Oever deelde
tenslotte mede, dat nadat alles ge
teld was 'en van de inhoud van de
bussen een totaalstaat was opge
maakt er slechts een verschil was
van maar 63 cent, wat natuurlijk
prompt werd bijgepast.
Namens het. Rampenfonds dankte
de heer Oosterhuis vor deze gift.
De voorzitter van de afd. 's-Graven
hage van het Rode Kruis, mr J.
Wilkens, was bij de overhandiging
van de cheque aanwezig.
ten, maar men oordeelde de daaraan
verbonden moeilijkheden zo groot,
dat men er de voorkeur aan gaf
eerst andere afsluitingen van min
der grote afmetingen tot stand te
brengen, alvorens zich aan dit
inderdaad wel uiterst moeilijke
probleem te wagen.
Intussen had de minister in
November van het vorige jaar
opdracht gegeven om ook dit
onderdeel thans nader in be
schouwing te nemen en de storm
ramp van het begin van deze
maand heeft wel de tragische
stimulans gevormd om met nog
meer spoed dan anders in het
voornemen lag, de studie van dit
vraagstuk voort te zetten.
Uit de aard van de zaak kan er
alleen van afdamming van de drie
zo juist besproken zee-armen sprake
zijn. De Wester-Sclielde en de
Nieuwe Waterweg behoren met het
oog op de daarbij betrokken
scheepvaartbelangen, als open vaar
weg gehandhaafd te blijven.
liet Haringvliet
De afsluiting van het Haringvliet,
van de zeearm tussen Goeree en
Schouwen en van de Oosterschelde.
eventueel gecombineerd met de
verbinding van Walcheren, Noord
en Zuid-Beveland. zal een aanzien
lijke vermindering geven van de
dijklengte, die in de toekomst als
zeewaterkering zal moeten optre
den. Daarnaast zal de uitvoering
van deze werken op bijzondere
wijze ten goede kunnen komen aan
de zoetwatervoorziening van een
groot deel van ons land en de be
strijding van de gevolgen van de
voortschrijdende verzilting op ver
schillend gebied, terwijl ook moge
lijkheden worden geopend voor het
tot stand brengen van een wegver
binding met verschillende thans
alleen te water bereikbare eilanden.
Intussen zal men ernstig bedacht
moeten zijn op de waterstaatkundige
consequenties, die dergelijke af
dammingen met zich zullen bren
gen o.a. voor de scheepvaart, de
afvoer van water en ijs. enz.
Wanneer de commissie, na de be
schouwing van de walerstaattech-
nische gevolgen, die de afdamming
met zich zal brengen, tot de conclu
sie zou komen, dat zij inderdaad
moet worden nagestreefd, dan rest
de vraag of zij thans reeds technisch
uitvoerbaar is en wanneer ook
daarop het antwoord bevestigend
luidt, hoe die afdammingen dan
zullen dienen te worden ingericht
Wanneer niet tot afdamming van
alle daarvoor in aanmerking komen
de zee-armen kan worden geraden,
dan zullen uit de aard van de zaak
ook voor de waterkeringen langs de
in open verbinding met de zee blij
vende gedeelten van die zee-armen
door de commissie de vèiligheids-
maatregelen dienen te worden op
gesteld, welke in dat geval nood
zakelijk worden geoordeeld.
Bij het thans onderhanden geno
men herstel van de dijken zal er
naar kunnen worden gestreefd om
enkele zwakke punten in de dijlcs-
constructie reeds dadelijk te ver
beteren, maar ook daarna zal het
probleem, waarvoor wij ons zien
gesteld, niet zijn opgelost. Het zal
'noodzakelijk zijn dat de thans door
overstroming getroffen gebieden,
evenals ook de oppervlakten, die
ditmaal gespaard bleven, krachtig
worden beveiligd tegen nieuwe,
uitzonderlijk i hoge vloeden. Het
kan nu eenmaal niet anders of met-
de uitvoering van de definitieve
beveiligingsmaatregelen zullen nog
jaren gemoeid zijn. God moge ver
hoeden, dat er binnen dit tijds
bestek andermaal een dergelijke
stormvloed optreedt als thans is
geschiedt, zo besloot de minister.
Directe i'erbelering zwakke
plekken
Ir. A. G. Maris, voorzitter van
de Waterstaatstechnische commis
sie, heeft na de installatie van bo
vengenoemde commissie door mi-
nister Algera, een rede gehouden,
j waaraan het volgende is ontleend.
Als voorzitter van de commissie
dankte spr., mede namens zijn
medeleden, de minister voor het in
hun gestelde vertrouwen. De com
missie wil zich met de grootst
mogelijke spoed van haar taak
kwijten. Reeds tijdens het herstel
de thans gehavende dijken
zullen de plannen dienen te worden
beraamd voor de verdere verbete
ring. opdat daarmee, in aansluiting
aan de herstelwerken, op zo kort
mogelijke termijn kan worden be
gonnen. Het blijkt dat reeds veel
voorbereidend werk werd gedaan
door de stormvloedscommissie en
door de dienst van de Rijkswater
staat, in samenwerking met het
Waterloopkundig Laboratorium te
Delft. Een reeks van plannen werd
daarbij bestudeerd en het blijkt uit
de rede van de minister, dat zelfs
het maken van een grote afsluitdam
in het Haringvliet reeds in ge
dachten als een ernstige mogelijk
heid werd aanvaard, waaruit spr.
meent te mogen opmaken, dat men
de technische problemen, die zich
daarbij zouden voordoen, niet als
onoplosbaar zag.
Wellicht zal men goed doen, stap
voor stap te willen bereiken, dat
gene wat de minister als uiteinde
lijk doel voor ogen heeft gestaan,
toen hij de opdracht aan de com
missie formuleerde.
De commissie zal haar taak niet
kunnen vervullen indien zij niet een
beroep zou mogen doen op deskun
digen op verschillend gebied, b.v.
op het gebied van de grondmecha
nica. T.a.v. de Rijkswaterstaatsdienst
kan spr. zelf de verzekering geven
dat deze volledig en gaarne ter be
schikking staat voor het werk van
de commissie. Spr. meent te mogen
vertrouwen dat ook de andere per
sonen of instanties, wier hulp of
medewerking zal worden gevraagd,
daartoe bereid zullen zijn.
Samenstelling der commissie
De hedenochtend door de minis
ter van Verkeer en Waterstaat
geïnstalleerde commissie, die wel
licht nog zal worden uitgebreid, is
thans als volgt samengesteld:
Voorzitter: ir. A. G. Maris, direc
teur-generaal van de Rijkswater
staat.
Leden: dr. ir. V. J. P. de Blocq
van Kuffeler, oud-directeur-gene
raal der Zuiderzeewerken; dr. ir.
Advertentie
...van al die nieuwe fantasie-
merken vol gouden beloften?
Rook Eden.
Eden js en blijft morgen
zo goed als heden!
W. J. H. Harmsen. oud-directeur-
generaal van de Rijkswaterstaat;
prof. ir. P. Ph. Jansen, hoogleraar
aan de Techn. Hogeschool te Delft;
ir. G. P. Nyhoff, raadgevend inge
nieur; dr. ir. J. A. Ringers, oud
minister van Openbare Werken en
Wederopbouw; prof. ir. J. Th.
Thijsse, hoogleraar aan de Techn.
Hogeschool te Delft; ir. R. Ver
loren van Themaat, lid van het
Ingenieursbureau v/h J. van Has
selt en de Koning; ir. J. W. .de
Vries. hoofdingenieur-directeur
van de Rijkswaterstaat; ir. L. T.
van der Wal, oud-directeur-hoofd-
ingenieur van de Provinciale Wa
terstaat van Zuid-Holland.
Secretaris: dr. ir. J. van Veen,
hoofdingenieur van de Rijkswater
staat en adjunct-secretaris: ir. K.
F. Valken, ingenieur van de Rijks
waterstaat.
Voor het Rampenfonds
100.000 Van ministerie
van Landbouw
Het gezamenlijk personeel, werk
zaam bij het ministerie van Land
bouw1, Visserij en Voedselvoorzie
ning heeft 100.000 bijeengebracht
■oor het Rampenfonds.
De Vereniging „Limburgia" heeft
een bedrag van 50 gezonden aan
het Nationaal Rampenfonds.
Op 3 Februari jl. zou 'door de
Onderofficiers Contact Club Lucht,
machtstaf een feestavond worden
gehouden met Cabaret en Carna
valbal.
Door de ramp op 1 Februari ]1.
is deze avond geheel afgelast. Met
algemene stemmen is besloten de
onkosten van deze avond zijnde
f 450.te storten in het Nationaal
Rampenfonds.
Huisvestingsbureau
Nieuwe samenstelling Commissie
van toezicht
Door de benoeming van een
tweetal leden in bestaande vaca
tures is de samenstelling van de
Commissie van Toezicht op het
Gemeentelijk Bureau voor de huis
vesting thans: mr. A. M. Engels,
lid-voorzitter; mr. W. A. Schouten,
lid-secretaris; mevr. mr. A. Arndt-
Lubbe en G. J. Th. Bakker. A. J.
van Hagen, W. F. van Niekerk en
N. F. A. Vugts, leden.
Het adres van het secretariaat is
thans: Nieuwe Stadhuis, Burge
meester De Monchypleïn 9.
Corps diplomatique
Tfjdens de afwezigheid van de
gezant van Ierland, mevrouw J.
McNeill, die ons land met een ver
lof van ongeveer 10 dagen heeft
verlaten, treedt als tijdelijk zaak
gelastigde op de heer P. J. O.
Byrne, twee secretaris van het
gezantschap.
Tot eerste secretaris van het ge
zantschap van IJsland, met stand
plaats Londen, is benoemd de heer
E. Benedikz.
Tijdens de afwezigheid van de
Britse ambassadeur, die ons land
voor een kort. verlof heeft verla
ten, fungeert als tijdelijk zaakge
lastigde de heer A. O. Stewart,
raad van de ambassade.
Uit Let dacjboe!
een UJtzi
Niet zo'n haast (2)
Het tweede geval is manlijker.
Hier komt dan ook een Vader aan
te pas. U moet dan nl. weten dat
zoon Piet een knappe knul is en
met rake cijfers van de H.B.S. af
gekomen is.
Natuurlijk: Delft!
Jawel zegt Pa. Maar jij, op je
zeventiende jaar, daar alleen op
kamers naar Delftnee baas, dat
lijkt me niet zo geslaagd. Je bent
nog te jong om zo maar pardoes
zelfstandig student te zijn.
Piet natuurlijk in zijn wiek ge
schoten. Moet je net Piet hebben.
„Nou ben ik een beetje eerder
klaar dan de andere jongens, en nu
zal ik daar de dupe van worden.
Als ik dat geweten had (dat zei
Marietje ook, weet U nog wel?), als
ik dat geweten had, dan zou ik niet
zo hard gewerkt hebben en een
jaartje gezakt zijn. Stom dat ik dat
zo niet ingepikt heb. Maar deze
Vader haalt er een deskundige bij
en die adviseert: eerst een paar jaar
M.T.S.
Die Piet! Naar de M.T.S.!! Nou
vraag ik U. Mijnheer de Student
moet naar de M.T.S.!! Voelt U wat
deze Pieter te verwerken heeft ge
kregen voor en aleer hij zo ver was
dat hij zei: ja Vader, U hebt mis
schien toch wel gelijk. Nu, die paar
jaar M.T.S. hebben hem later in
Delft een voorsprong gegeven, waar
al zijn mede-studenten een beetje
jaloers op waren.
Niet zo'n haast, stond er
boven dit tweetal beschouwingen
uit de practijk. Weet U, als het er
op aan komt, kan het met die op
leidingen van onze (moderne) jeugd
juist wel iets kalmer aan en heel
vaak zal blijken dat dit ogenschijn
lijke verlies aan tijd, grote winst
oplevert aan inzicht en geestelijke
rijpheid.
Marietje en Piet zijn er althans
achter-af hun ouders erg dankbaar
voor. En dankbaarheid komt nooit
te laat.
Ook IJsland geeft postzegels met
toeslag uit voor de slachtoffers pca ,.BL
van de watersnood in ons land. lichtingenbureau.
Derlig jaar Ned. Chr.
Reïsvereniging
Algemene vergadering te
Scheveningen
De .afgevaardigden van de ver
schillende afdelingen van de Ne-
derlandsche Christelijke Reisver-
eniging waren vanmorgen naar
Scheveningen gekomen, waar in
de Kurzaal-foyer de jaarlijkse al
gemene vergadering werd gehou
den. Deze droeg een feestelijk
tintje, omdat de N.C.R.V. dit jaar
dertig jaar bestaat. Weliswaar is
dit reeds in Augustus jl. in Zwit
serland gevierd, maar toch was
voor dit weekeinde een speciaal
programma samengesteld. Hiervan
is, tengevolge van de watersnood,
een belangrijk deel afgelast. De
jubileum-feestavond, die gister
avond in het Gebouw v. K. en W.
zou worden gehouden, is nl. uitge
steld tot 25 September, zodat al
leen de vergadering in Schevenin
gen overbleef. Deze werd vanmor
gen geopend met het zangen van
gez. 303: 1 en 2, waarna de voor
zitter, dr. A. van Deurs.en ps. 148
las en voorging in gebed. De heer
P. Schotte, voorzitter van de af
deling Den Haag van de N.C.R.V.
gaf vervolgens een kort historisch
overzicht van de afgelopen dertig
jaar en wees er op, dat het cen
trum van de N.C.R.V, nog steeds
in Den Haag is< gevestigd. ondanks
de aandrang, die soms van andere
zijde was uitgeoefend. Terecht,
naar zijn smaak, temeer waar de
Haagse afdeling nog steeds de
grootste is. Hjj wekte de leden op,
de vereniging te doen uitgroeien
tot een krachtiger lichaam en gaf
als zijn mening, dat het aantal van
10.000 leden gemakkelijk verdub
beld en zelfs verdrievoudigd moest
kunnen worden. Hierna was het
woord aan dr. A. van Deursen, die
de algemene vergadering opende
met, een rede. waarin liij er op
wees, dat beginsel en reizen niet
los van elkander staan. De verga
dering werd onderbroken door een
gezamenlijke maaltijd.
Gevonden Voorwerpen
De lijst van de Gevonden Voorwer
pen ligt steeds ter inzage op ons In-