EEN LEZING IN ZERKEGEM "7 //PIÏRMON Een verloren paradijs 36 ELSEVIERS WEEKBLAD Zaterdag 21 Februari 1953 door Raymond Brulez Elseviers kort verhaal Het begint aldusde Kunst- en Kuituurkring „Hoger Op!" van Zerkegem heeft u, uitgenodigd om een lezing te houden over „een onder werp naar keuze". Zij wil de Vlaamse schrijvers nader brengen tot het volk. De brief ving aan met „Waarde Meester! en voor zoveel hoffelijke deferentie, is uw ijdelheid bezwekendes te meer daar, naast de keuze van het onderwerp, ook deze van de datum van uw optreden „aan uw goeddunken" werd overgelaten. Nu wist ge niet dat er ueberhaupt géén gunstige data bestaan voor het houden van lezingen. Ofwel is het te vroeg in het seizoen dan zijn de potentiële toehoorders naar de voetbalvelden of te laatde prille Lente noopt hen tot sentimentele wandelin gen. Dan maar middenin gekozen en ge valt in de dagen dat de Kerstboom wordt opge tuigd en dito geschenken aangekochtniet uw jongste roman, maar wel een paar warme winterpantoffels van bij vader Bossier. Ge hebt dan toch de reis ondernomen. Doorheen het coupéraampje ziet ge, in de valavond, de sneeuw neerdwarrelen op akkers en afdaken van dorpsstations. Het ongure weer zal veel lettervrienden af schrikken, want hoeveel onder hen bezitten nog arresleden om met vinnige paarden en rinkelend tuigage naar het lokaal van „Hoger Op!" te rijden?Ge weet trou wens niet eens welk soort publiek en onthaal op u te wachten zitten. En opeens slaat paniek u naar het hartde herinnering aan een incident, een plezierige anecdote die ge verzuimd hebt in „Het Huis te Borgen" op te nemen. Die goede Moret wilde eveneens cultuur verspreiden onder de geringe lieden. Van Watermeulen. de zoon van de post meester, was bereid gevonden om een lezing te houden in de gróte gelagzaal van Onkel Jakob en aannemer Daelman had al zijn werkvolk opgetrommeld. De welbespraakte idealist zou handelen over „Een Dagje te Parijs". Hij beschreef de wereldstad ontwa kend bij het uchtendkrieken. „Eerst'komt de melkwagen, dan de groentekar, dan de broodkarOp dit moment staat Mon Kardoes, deken der ezeldrijvers, recht, heft het linkerbeen en roept: „En dit is een kar met pruimen!„onderbreking welke onderlijnd werd met een karakteristiek ge luid. zo sonoor als onwelvoegelijkEen redenaar zou waarachtig door minder in de mond geblazen zijn!. Maar ge overweegt dat, in de jongste veertig jaar, dank zij de inspanning van Emile Vandervelde-In- stituut en andere Mul- tatuli-kringen, het fat soen der Vlaamse ar beiders toch een ietsje zal verbeterd zijn. Bij het uittreden van het Zerkegems sta tion stelt ge vast dat er ijzel heerst en, tweede ramp een plak kaat verwittigt u dat, op hetzelfde uur als gij- zelf, Tino Rossi in de Stadsschouwburg op treedt. Er is een God voor dronkaards en voor voordrachtgevers, want, zonder beenbraak zijt gij ten slotte beland in lokaal van „Hoger Op!" een oude Vlaam se herberg, welke van de voordrachtzaal ge scheiden is door een matglazen deur, op de welke een baardige Cambrinus een aarden kroes schuimend bier joviaal in de lucht zwaait. Drie ijverige biljartspelers in hemds- "!c:: mouwen buigen zich over de koersende ivo ren ballenterwijl een vierde heer, die uw binnenkomen merkte, met vriendelijke glimlach en handdruk u verwelkomt. Hij is de tweede voorzitter. De „eerste" liet zich verontschuldigen wegens familierouw. Blijkbaar vreest hij dat uw lezing een storm van hilariteit zal ver wekken waarmee zijn neerslachtigheid niet mag instemmen. De gastheer verzoekt u te kiezen tussen een flesje Spa-citron, een kop Bovril of een pint „echt Zerkegems bier" en, daar uw bezorgde blik opkijkt naar de klok het aanvangsuur is reeds voorbij stelt hij u gerustIn „Hoger Op!" is het nprmaal met een half uur vertraging te beginnen aldus wordt de spreker niet door laatkomers gestoord. Beleefdheidshalve drinkt hij het „echt Zerkegems"een vocht noch zuur, noch zoetMen moet er aan wennen zoals Gambrinus, wiens opgeruimdheid vooralsnog weinig gefundeerd lijkt. Intussen heeft de tweede voorzitter het over het miserabele weer „dat niet in onze kaart speelt"maar gelukkig heef hij reeds de aanwezigheid ge merkt van meneer Cardinael. „die een flinke troef uitmaakt." Deze belangstellende is directeur van het kadastraal bestuur der provincie. Zijn gezag is zo groot dat de meeste van zijn bureelhoofden, hoofdkler ken, gewone klerken en typistes het voor beeld van de baas volgen in zijn culturele peregrinaties. Even gaat de gastheer nog naar de biljarttafel. De spelers fronsen de wenkbrauwen. Het is evident dat gepoogd wordt hen te bewegen de zekere genoegens der caramboles op te offeren aan de proble matische van uw lezing. Tenslotte wordt ge verzocht uw intrede te doen in de vergaderzaal en plaats te nemen op het podium onder het be schermend oog van Leopold I en dit van Hendrik Conscience. De inleider stelt u voor als „een onzer veelbelovende jongeren" redenen.. voor perfecte H huidverzorging Verwijdert puistjes enz. Desinfecteert de huid Maakt de huid soepel Opent verstopte poriën Voorkomt vette glans Dringt diep in de huid Bevordert de bloed circulatie ge uit het oog verloren. Uw publiek staat nog op de trapladder van „Jantje zag eens pruimen hangen" en gij evolueert reeds op empyreïsche hoogten met „Het wit en wan kel kind weemoedig als de meeuwen...." Alleen de Madonna van el Greco knikt vriendelijk instemmend. Deze dame is blijk baar even goed t'huis in het domein der metaphysica als in het Stalletje van Bethle hemMaar uw lezing is ten slotte geen dialoog, en-tête-a-tête met deze even intelli gente als bekoorlijke toehoorster. Zodus het maar over een andere boeg gegooid. Geluk kig hebt ge een reddingsplank bijenkele humoristische schetsen en verhalen. Als overgang een pirouetteGoethe, nietwaar, verklaarde: „Grau ist alle Theorie;...." De voorlezing van het eerste stukje be haalt een enorm sukses. Er ontstaat gegichel en tal van aanwezigen loeren dievelings naar een kaalhoofdig en dikbuikig heerschap, hetwelk bloost, gromt, de redenaar een venijnige blik toewerpt en zwaarwichtig de wijk neemt naar de gelagzaal. Helaas, ge wist niet dat uw psychologische schets van de ambtenaar, pantoffelheld t'huis en tiran op het kantoor, zo sprekend gelijkend zou uitvallen met dit van de directeur van het kadaster. Ten einde de^feerhaling van dergelijk pijn lijk incident te voorkomen, neemt ge uw toevlucht tot een gemoderniseerde versie van Alibaba en de Veertig Rovers". Ogenschijn lijk is er onder de aanwezigen geen Arabier, die zich door enige alluzie kan gekrenkt voelen. Al uw hoop wordt gesteld op de koddige episode van de kruiken maar pre cies op dit moment gaat een rosharige knaap met geweld aan het poken in de kachel. Vlammen, rook, koolstof slaan het deksel op van het cylindrisch gevaarte dat destijds de wachtzaal van het nu afgedankt station versierde. Betekent dit sabotage? Geenszins! Die knaap werd speciaal aangesteld (men weet dat de redenaar nog al kouwelijk is) om de temperatuur in de zaal op peil te houden en de leerling-stoker kwijt zich gewetensvol maar explosief van zijn taak. In een ruime perimeter gaat iedereen aan het hoesten en -^psfen. De redenaar lest even zijn bedreig de keel met een dronk uit de karaf en her neemt dan„Wij zegden zodus dat in deze veertig karaffenpardon, kruiken, rovers verborgen zaten Ihij heeft blijkbaar de grijze haren op uw 1 slapen niet gemerkt en leest verder, in chronologische orde, de lijst van al uw publicaties, onder dewelke cén verhalen bundel onderscheiden wordt als zijnde „een verzameling pareltjes van het zuiverste water".... Vermoedelijk bevat de speech nog verdere vriendelijke attenties, maar gij luistert verstrooid daar ge uw publiek aan het monsteren zijt. De indruk is nog zo kwaad nietde ruime zaal is voor één derde bezet. Straks verzekert u de herbergier „Met het Karnavalbal is het hier vollen bak!.Een dozijn geüniformeerde kost schoolmeisjes brillen, vlechten en frisse kanten kraagjes leveren u het bewijs dat uw proza niet meer taboe is voor onschuldige, maagdelijke gemoederen. Maar dan, plots, wordt uw aandacht gefascineerd! Op de eerste rij zit een slanke dame in bontmantel. Onder don kere haartooi een matbleek gelaat, ver rukkelijk als dit van de Madonna van El Greco!Waarachtig, de reis naar Zerkegem was gewettigd, vermits van daag de schoonste der vrouwen gedoogt naar uw woorden te luisteren.O zoete dromerij! en deze lezing zal zeker bijdragen tot het geleidelijk verhogen van het cultureel peil der Zerkegemse bevolking. Ik verleen de spreker het woord!" Ge zijt zo maar niet onvoorbereid afge komen, dit uit respect voor uw toehoorders. Daar ge zult spreken over „De Grenzen der Litteratuur" hebt ge nog eens zorgvuldig Horatius' Ars Poëtica, Boileau's Art Poéti- que en Gorters School der Poëzie nageke ken hetgeen een evenwichtige dosering uitmaakt. Stof is er genoeg om desnoods drie uur lang de toehoorders te boeien maar het bestuur heeft een verstandig maximum van één uur en één kwartier be paald „daar sommigen nog de laatste bus naar Ovecote moeten halen. En nu van wal gestoken! Aan welke esthe tische, orfische en esoterische vereisten een gedicht dient te beantwoorden vooraleer het als „zuivere poëzie" kan door gaan dit zal nu eens haarfijn uitgelegd worden. Na tien minuten betogen merkt ge echter met ontzetting bij allen de gepijnigde, gelaten, verdrietige aanblik van het-niet- begrijpen. Had de inleider dan niet gewaar schuwd „Geleidelijk op een hoger peil brengen?" Helaas deze geleidelijkheid hebt Maar met het relaas van deze schelmerijen is de zaak nog niet ten einde. Nadat de uitleider de voorlezer bedankt heeft, kondigt hij een verrassing aande jongste roman van de geëerde spreker zal onder de aanwezigen verloot worden. Een student gaat rond met zijn vettige pet om er de lootjes in te verzamelen. Binstdien richt gij vurige smeekbeden naar al de Nornen en Schikgodinnen opdat de Madonna van el Greco door het Toeval moge begunstigd worden en uw brein redigeert reeds een flatteuze, hoofse en ietwat galante opdracht. Helaas de winnaar is de jonge stoker! Hij treedt nader, het hoofd gloeiend van con fuusheid, de glans zijner haren en de inspan ning van het poken. Opdat ge zijn naam correct zoudt ortografiëren spelt hij hem hakkelend: „Ik heet: Pros.. Pros.. Pros per van Pol.Pollinckhove, meneer." Ver volgens defileert het dozijn kostschoolmaag den, elk met een tintelende glimlach in de ogen en een Poëziealbum in de hand. Zij verlangen een autogram „en zo mogelijk een kernachtige gedachte...." Volgaarne, lieve lettcrvriendinnetjes! Zie, daar maant het twaalf maal„Zoek in het leven steeds het Schone, het Ware en het Goede!" En dit van de hand van een auteur die, naar som mige chagrijnige critici beweren, „al de gevestigde waarden aantast...." Intussen heeft de aanminnige toehoorster geduldig terzijde staan wachten. Eindelijk komt zij gratievol op u af met een sublieme monkel om de lippen. Zij reikt de slanke hand en zegt„Je vous félicite, monsieur! Ce fut un vrai régalMaar die dwaas van een tweede voorzitter meent dat gij in uw flamingantische gevoelens zoudt kunnen gekrenkt worden door Franse conversatie. Hij isoleert u gebiedend in een a-parte en fluistert„Welk is het bedrag van uw reis kosten?" Formalistische vraag, want hij houdt reeds een enveloppe gereed. O! de zaak klopt niet! Gij reisdet Ilde klasse en de enveloppe rekende enkel met lilde.Met royaal gebaar verzekert gij„Laat het maar zo!.Maar neen, het rechtschapen heer schap houdt er aan uit eigen portemonnaie bij te passen. Tot de laatste nikkelen frank toeAl over de schouder van de gast heer ziet gij de lieve verschijning, de hand op de kruk van de matglazen deur, nog treu zelen, een zijdelingse blik over de rand van haar bontkraag naar u gericht. Maar de drommel lost uw arm pas wanneer de madonna in de gelagzaal is verdwenen. Met beheerste tred holt gij haar achterna. Buiten ronkt de motor van een auto wegsnellend naar welk adres? Later verneemt ge dit wel, samen met haar naam, alsook dat zij aan een vriendin haar indrukken toevertrouwde „Je n'ai pas compris un traïtre mot...." Waarom de elegante dame dan wèl gekomen was? Klant bij mevrouw Brulez had zij haar bontmantel tegen voordelige condities kun nen kopen. Het was een hoffelijke attentie voor de echtgenoot van de handelaarster Daar staat ge nu bedremmeld en mistroos tig. Siekegheest, de student met de tom bola-pet, komt op u af„Meneer, ik had verwacht dat u ook over de sociale verantwoordelijkheid van de letterkundige zoudt gesproken hebbenU heeft dit essentiële punt verwaarloosd." „Inderdaad", geeft ge gelaten toe, want nü zijt ge murw voor alle capitulaties. „Dat zal voor een naaste keer zijnGij blaast de aftocht. Er rest u niets anders over dan „l'amitié des chambres d'hótelVan uit het venster kijkt gij naar puntige blanke daken onder maanlicht en naar de graciele renaissancetoren der Capucijnerkerk, ver sierd met de arduinen beeltenissen van heiligen en abten maar de sneeuw heeft de grauwe gestalten in witte Dominikanen gemetamorfoseerd. Voldaan noteert ge deze impressie. Vroeg of laat komt ze wel eens van pas. In de internationale artistemvereld van voor de oorlog valt nog dikwijls het woord Wintergar ten". En dit is niet te verwonderen, want het grote Berlijnse variété-theater „Wint er gar ten" was de werkplaats, waar de grootste artisten uit alle werelddelen triomfen hebben gevierd. Had men als artist op de „Bühne" van de Wintergarten gewerkt, dan stonden alle „grote huizen", zoals dit in de vaktaal heet, voor een engagement open. De namen van alle grote nummers hebben op de affiches van de Wintergarten gestaan De Codona's, Grock, de Rivels, Rastelli, de FratellinCs, Breitbart, Lilly Leit- sel, Sylvester Schaffer, maar ook Yvette Guil- bert, la Belle Otéro en Cléo de Mirode. De plek, waarop de Wintergarten werd ge bouwd, heette eertijcis het Promenadenpark. Hier verrees een groot hotel, het „Central Hotel", dat als het grootste van Berlijr j werd beschouwd. Het 1 was een voor die tijden zeer luxueus hotel, waaraan een zg. „wintertuin" ver bonden was, die in de gehele wereld zijn ge lijke niet had. Er stonden ontelbare palmen en vele planten, die het geheel een tropisch karakter gaven. Van het dak slingerden tal loze slingerplanten zich omlaag, terwijl er kleine en grote waterpartijen waren, met beekjes, waarin allerlei siervissen rond zwommen. Julius Baron Op een goede dag in 1886 liet zich bij directeur Hinze van het Central Hotel een klein mannetje aandienen, die gebroken Duits sprak en die zich voorstelde als Julius Baron, theatervakman uit Boedapest. Herr Baron uitte het verlangen de Wintergarten te mogen huren om er variété-voorstellingen te kunnen geven. Directeur Hinze ging hier op in mits het „decent en serieus" gedaan zou worden. In de herfst van 1887 vond de première plaats. Het programma omvatte echter nog geen enkel echt variété-nummer en het zou nog ruim een jaar duren voordat het zover was. In de volgende jaren verschenen steeds grotere sterren in de programma's van de Wintergarten, het theater, dat toen reeds een internationale reputatie genoot. Herr Baron had het toneel laten vergroten en moderni seren met de nieuwste technische snufjes, zodat het voor de artisten een lust was om er te werken. De zaal was elke voorstelling uitverkocht. Er werd ook veel reclame ge maakt en altijd op originele wijze. Reclame-stunt In de stampvolle eetzaal van een luxe hotel in Berlijn zat tussen het internationale publiek op een avond in het midden alleen aan een tafeltje een man, wie men kon aanzien, dat het een vreemdeling was. Hij zat rustig zijn soep te eten, toen hij plotse ling verschrikkelijk begon te hoesten. De omzittenden in het restaurant staakten hun gesprekken en keken medelijdend naar de vreemdeling, die zich verslikt scheen te hebben. Dc kellners kwamen met glazen water aandragen, maar de vreemdeling wilde van eecn water weten en gesticuleerde heftig, terwijl hij reeds paars in zijn gelaat aanliep. Verontwaardigd en verwijtend riep de vreemdeling tegen de intussen gearriveer de gérant de ongelofelijk klinkende woor den 't Is een schande, hebt me een kik vors in de soep geserveerd". En plotseling haalde de vreemdeling na veel gesteun, ge hoest en gekuch een levende kikvors uit zijn mond, die een ogenblik later tot grote ont zetting van de aanwezigen over het tapijt van het restaurant sprong. Op dat ogenblik stond de vreemdeling lachend op, maakte een buiging en veront schuldigde zich voor de door hem veroor zaakte onrust. En toen zeide hij„Ik ben McNorton en artist van beroep. U kunt me van hedenavond af in elke voorstelling in het programma van de „Wintergarten" als „menselijk aquarium" zien." Berlijn had een nieuwe sensatie en alle couranten schreven over het incident in het restaurant met het gevolg, dat de Wintergarten elke voorstelling was uitverkocht, want iedereen wilde het „menselijke aquarium" zien. J. VAN DO VEREN l i

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 18