OPERA-PREMIERES TE PARIJS
Hier is
het geheim
van prettig
scheren
Landovski vertilt zich; Duhamel
instrumenteert Moussorgsky
Ontgoochelende Meubelbeurs
te Utrecht
Zaterdag 21 Februari 1953
KUNST EN LETTEREN
23
Routine-repertoire werd doorbroken
ik hier? Waar zijn mijn lotgenoten? Alles
zou toch beëindigd zijn? Vragen, waarop
het koor, met stichtende antwoorden, repli
ceert bij wijze van afrekening met het
goddeloos materialisme, een afrekening
waaruit door de philosoof, in boetvaardige
onderwerping, de niettemin wat fumeuze
moraal getrokken wordt„Permets, mon
de, permets qu'un jour une fleur jaillisse
de mes racines, que je rentre avec elle
dans le Temps, permets qu'avec elle la vie
pour moi recommence
Scène uit Moussorgsky's „le Mariage"
SMAAK VAN DE KLANT ONDERSCHAT
Ik had een opwekkend prospectus ont
vangen over de tweede Beurs voor Meu
belen en Woningtextiel te Utrecht. Er
stonden van die prikkelende zinnen in, die
je meteen het gevoel gaven laat ik dat nu
vooral niet missen. Zo deze
„Op deze beurs zullen tal van nieuwe
producten en vindingen worden geëxpo
seerd."
„De fabrikanten die vorig jaar op de
eerste beurs zulike goede zaken hebben ge
daan, stellen zich veel voor van de aan
staande manifestatie."
„De fabriek, die vorige maal met
....meubelen kwam" laat ik barmhartig-
heidshalve de naam verzwijgen, zulks ter
voorkoming van het later moeten doorlezen
van ingezonden stukken „toont een ver
dere ontwikkeling van haar ontwerpen, o.a.
een combinatiemeubel, bestaande uit dres
soir, boekenkast, bar en schrijfbureau, dat
een oplossing biedt voor kleine kamers".
(Wanneer komt het meubel ter beurze, dat
je in je handkoffertje kunt meenemen?)
„Er zal een eotkamer-„gamituur" worden
tentoongesteld, waarvan de stoelen behalve
met vier ook met drie poten geleverd kun
nen worden."
Verder een inzending van machinaal ver
vaardigde „Smyrna" hallkleden in „Marok
kaanse" kleuren, geheel van „Nederlands"
fabrikaat, en verder nog tal van soortge
lijke aantrekkelijkheden. Om van te water
tanden.
Hoewel al dit soort technische vondsten
en verbeteringen
natuurlijk van veel
belang kunnen zijn,
interesseert mij
vooral ook welke
vorm men daaraan
heeft gegeven. Im
mers het begrip in
dustriële vormgeving
impliceert het waar
de hechten aan de
vorm, en het begrip
vorm is na verwant
aan het begrip stijl,
terwijl dit weer
nauw verband houdt
met levenshouding.
Een voldragen
kunstwerk treft altijd
door de onverbre
kelijke eenheid van
inhoud en vorm.
Een gedicht kan
oppervlakkig beke
ken een inhoud be
zitten, die men als
een gemengd be
richt in de courant
kan aantreffen. Het is de vorm die deze
inhoud tot gedicht maakt, en het is die
vorm, die de inhoud verdiept tot iets be-
langrijkers dan slechts een mededeling van
een feit, het is de vorm die uit de inhoud
de verborgen betekenis trekt en ons deze
openbaart.
Maar inhoud en vorm zijn niet beperkt
tot het kunstwerk. Iedere uiting van de
mens, hetzij in woord, klank, geschrift of
daa.d bezit inhoud en vorm, dus ook ieder
ding. Hoe nauwer het verband tussen in-
hoiid en vorm van een menselijk product,
en hoe meer de vorm er naar streeft de in
houd te vertolken, hoe duidelijker de over
eenkomst de verre of soms de nauwe
verwantschap met het kunstwerk.
Als we het begrip kunst beperken tot de
definitie door Leo Tolstoy gegeven
kunst is de uitdrukking van een emotie
in een vorm, die de eigenschap bezit een
overeenkomstige ontroering bij de daarvoor
ontvankelijke waarnemer op te wekken, dan
wordt ons duidelijk welk een twijfelachtige
plaats de kunstnijverheid in de rij der
Kunsten inneemt. Een gebruiksvoorwerp
wordt immers meestal in eerste instantie ont
worpen, niet om onze ontroering op te wek
ken, maar tot het vervullen van een mate
riële functie.
Een voorwerp kan men maken, kunst
niet. Men kan wel de bedoeling hebben
kunst te maken, een vooral in onze tijd
veel voorkomend verschijnsel, maar men
moet dan altijd maar afwachten of dat lukt.
Er zijn echter dingen, waarvan de tech
nische functie zo uiterst eenvoudig is, dat
deze als belemmering om tot het terrein
der zuivere kunst te worden toegelaten vrij
wel geheel verwaarloosd kan worden. Ik
heb Chinese vazen gezien, zo ontroerend
schoon van vorm en materiaal, dat de ge
dachte aan de materiële bestaansreden
voorwerp tot het bevatten van eèn vloeistof,
niet eens bij mij opkwam. Bij verstandelijke
analyse kan men dan wel constateren dat
de schoonheid der vaas wel voor een groot
deel wordt bepaald doordat de vorm juist
fto sterk die oorspronkelijke functie tot uit
drukking brengt, maar het feit blijft toch
bestaan dat het vermogen tot het in bewe
ging brengen van het menselijk gevoel hier
een veel groter betekenis heeft dan de oor
spronkelijke, materiële, zakelijke taak.
Hoe meer deze laatste op de voorgrond
treedt, hoe verder het voorwerp zich van
het terrein der kunst verwijdert, maar nooit
is de mogelijkheid uitgesloten dat het door
zijn vorm ons schoonheidsgevoel prikkelt.
Immers schoonheid is iels anders dan kunst.
De laatste is uitsluitend een uiting van de
menselijke ziel en geest, de eerste een sen
satie, opgewekt door prikkels uit de buiten
wereld. Ook een natuurproduct, ook een
technisch product kan ons schoonheidsge
voel wekken. De voortbrengselen der natuur
doen dit vrijwel altijd. Ieder mens vindt een
dier, een plant, een bloem, een wolken
lucht, de zee, een korenveld, een schelp of
een rots, mooi.
Door de mens vervaardigde voorwerpen
vinden wij afwisselend mooi, matig of
lelijk. Afgezien van persoonlijke
smaakverschillen, vinden wij die dingen
mooi, waarbij een zuivere inhoud wordt
uitgedrukt door een zuivere vorm. Dit geldt
voor ieder ding, van welke tijd, en op welke
plaats ter wereld ook gemaakt. Het geldt
zowel voor een tafel en een stoel, als voor
een motor, een strijkijzer of een vlieg
machine alle zaken die met kunst weinig
of niets te maken hebben. Maar één ge
dachte en één wéns
moeten de basis
vormen waarop de
productie van deze
zaken dient te be
rusten de gedachte,
dat de mens iets
meer is dan een
varken, en de wens,
zijn medemens niet
te bedriegen, te ver
achten en te exploi
teren.
De meeste inzen
ders op de meubel
beurs zullen deze
stelling wel als de
uiting van een uto
pische dwaas be
schouwen, die geen
flauw idee heeft van
het zaken doen in de
„branche". Als ik
ten minste aan
schouw wat hier
bijeengebracht is,
krijg ik eerder de
indruk dat de fabri
kanten uitgaan van de gedachte dat hun
klanten in smaak en verlangens wel zeer
laag staan.
U.M.S. uit Utrecht blijft actief. Iedere
keer is er op deze stand iets nieuws te
zien, en de nieuwe ontwerpen worden
beter. Ik noteerde Everest, meubelfabriek,
Gelderland uit Culemborg, ook met een
paar nieuwe modellen. Kempkes, Waddinx-
veen, Van Os, Culemborg.
In een redactievergadering van een
maandblad gewijd aan de woningcultuur,
had een der medewerkers een artikel gereed,
waarin gesproken werd over de Italiaanse
ziekte waarmede bedoeld werd critiek te le
veren op de invloed, die de in 1951 te
Milaan gehouden tentoonstelling, de Triën
nale, blijkt uit te oefenen. Het lijkt mij niet
juist de ontwerpers en fabrikanten dit te
verwijten. Er zijn zelfs op kosten van de
regering jonge kunstenaars naar Milaan ge
zonden om de verschillende buitenlandse
prestaties te bestuderen. Zo lang Italië en
Scandinavië Nederland op meubelgebied
verre overtreffen is het logisch, dat zij in
vloed op ons oefenen en niet omgekeerd.
W. H. GISPEN
Een der nieuwe sloel-ontwerpen van de U.M.S.
PARIJS, Februari
M' et alle obligate eerbied voor de vene-
rabele traditie die door de Parijse
Opera nog altijd wordt belichaamd,
moet toch wel worden vastgesteld dat de
weinige impulsen ter vernieuwing van het
repertoire de laatste tien jaren in Frankrijk
zeker niet van déze kant zijn gekomen. De
tegenwoordige Administrateur van de Opéra
en de Opéra-Comique, de twee Franse
staatstheaters, Maurice Lehmann, heeft on
langs zijn beleid, en dat van zijn voor
gangers, nog eens trachten te rechtvaardigen
door op te merken dat de exploitatiekosten
door recette en subsidies nauwelijks meer
kunnen worden gedekt, zodat elk experi
ment, de opvoering van een werk dus dat
qua geest of constructie even af zou wijken
van de geconsacreerde schema's, zakelijk
niet meer te verantwoorden valt.
Harde taal waarop elk argument ten
gunste van een iets progressiever pro-
grammapolitiek bij voorbaat wel af moet
stuiten. Ware Debussy het ongeluk bescho
ren geweest een halve eeuw later te leven,
zo zou hij dus met zijn Pelléas vergeefs bij
de Académie Nationale de Musique hebben
aangeklopt. Men zou hem hebben afge
scheept op diezelfde onwrikbare gronden.
Waarmee zonder verwijt aan de huidige
directie, die ten slotte slechts indirect voor
deze situatie aansprakelijk kan worden ge
steld alleen maar gezegd wil zijn dat er
vandaag in Frankrijk niet alleen plaats,
maar zelfs een urgente behoefte is aan een
troep die, naast de omzichtige koers die de
officiële theaters wel moeten varen, een iets
koenere richting in kan en durft slaan.
Reden waarom met vreugde de oprichting
mag worden gemeld van het „Ensemble
Lyrique de Paris" dat in het Theatre des
Champs-Elysées zojuist voor het voetlicht
is getreden met twee werken die in de
provincie al waren gecreëerd „le Rire de
Nils Halerius" van Marcel Landowski en
Moussorgsky's (onvoltooide) opera „le
Mariage". Een vreugde, die overigens wel
iéts getemperd wordt door de omstandigheid
dat de onbetwistbare verdienste van dit
nieuwe initiatief stellig eerder school in de
ondernemingslust en
de moed waarmee
een royaal aantal
obstakels uit de weg
moest zijn geruimd,
dan in de louter ar
tistieke resultaten.
Want die waren, als
gevolg van de inzet
de twee vermelde
werken helaas
wel tamelijk dubieus.
Marcel Landow
ski is een der
jongere Fran
se componisten
bij is 37 die men
door zijn solocon
certen, koorwerken
cn symphonische ge
dichten leerde ken
nen als een kunste
naar met philoso-
phisch-angehauchte
ambities, een prin
cipieel tegenstan
der van Strawinsky's
„musique pure",
doch wie men in elk
geval wél de eer
moest geven dat hij
nog nimmer enig
billijk succes heeft nagestreefd. Met deze
opera, of „lyrische legende" zoals hij het
werk zelf aanduidt, heeft deze componist
echter toch wel kennelijk een meter of wat
boven zijn macht gegrepen.
Nils Halerius, de held van het stuk waar
van de componist zelf het libretto ontwor
pen heeft, is een bejaard en sceptisch wijs
geer, adept van het hedendaagse nihilisme.
Een philosoof die de absurditeit van het
bestaan men proeft de discrete allusie
aan het adres van Sartre en vooral Camus
doorschouwde, zich van alle morele en
ethische banden heeft bevrijd en om elke
„hogere waarde" nu alleen nog maar lachen
kan.
Het zijn zijn laatste levensuren en zijn
„overgang" naar een ander bestaan die hier
beschreven worden, en als het scherm op
gaat, ziet men zo de philosoof, der dagen
moe, uitgestrekt liggen op een bed in zijn
bibliotheek, terwijl een van zijn discipelen
bezig is zijn „boeken der wijsheid" op plan
ken te schikken. Zo wacht de philosoof op
de dood die hem, de ongelovige, géén angst
inboezemt. Hoogmoedig wijst hij de geeste
lijke bijstand van een priester af en na ten
overstaan van zijn toegesnelde leerlingen
nog enige laatste cynische maximes te heb
ben geformuleerd, verkondigt Nils Halerius,
als opperste uitdaging, dat hij óók de dood
recht m zijn sinistere tronie uit zal lachen.
Waarna hij inderdaad met een lugubere
schaterlach afscheid van dit leven neemt.
In het tweede bedrijf, terwijl Nils Halerius
nog immer bewegingloos op zijn sponde ligt,
worden zijn ijlvisioenen geconcretiseerd in
een overigens wat lusteloos ballet
welks intenties niet al te helder zijn doch
dat, volgens het programma, de „menselijke
illusies" tracht uit te beelden de Liefde,
de Gerechtigheid, de Kunst en de Macht.
'In het derde bedrijf een overigens be
wonderenswaardige mise-en-scène ziet
men ten slotte Nils Halerius die, de Hemel
niet erkennende, tot in een hogere materie,
de ether, is ontstegen, dolend en op zoek
naar zijn verloren zekerheden. Waarom ben
Ge ziet heteen luchtig divertissementje
is Landowski's legende zeker niet ge
worden. De componist had zich hier
een opgave gesteld die uiteraard een geeste
lijke èn muzikale potentie veronderstelde
waarover hij kennelijk niet beschikte, een
opgave waaraan een Goethe, ten slotte,
zestig jaren van zijn leven heeft besteed en
waaraan Landowski zich dus wel pijnlijk
vertillen moest. Wat op zichzelf niemand
een schande zal willen noemen.
Verwijten kan men hem echter wél, dat
hij zich blijkbaar geen moment heeft afge
vraagd of het podium van een operatheater
wel het meest geschikte forum was om dit
soort nevelachtige metaphysiek uit de doe
ken te doen. Begrippen als dood, liefde,
waarheid, macht kan men in een pro
grammatoelichting met een hoofdletter
schrijven, maar op de planken blijken ze
bijzonder weinig opera-geniek, gelijk ieder
sinds Wagner trouwens wel weten kon.
Wanneer de componist zich ook nog een
apologetisch doel voor ogen heeft gesteld,
dan moet dus wel worden gezegd, dat zijn
ethiek in muzikaal gewaad in draagkracht
aanzienlijk te kort is geschoten om de philo-
sophie die dan blijkbaar door zijn hoofd
persoon werd gesymboliseerd, overtuigend
te weerleggen. Sartre noch Camus zal hij er
hoofdpijn mee bezorgd hebben.
Van enig méér belang is natuurlijk dat
Landowski ook dramatisch in een penibele
machteloosheid is blijven steken. Nils
Halerius, de enige rol, met de priester, die
niet louter figurerend is, doet dramatisch
wel heel erg anaemisch aan en de complete
Nieuwe substantie
belet het optreden van
irritatie door scheren
Het is niet nodig, dat Uw huid trekt
en schrijnt door het scheren. Gooi dat
ongemak overboord en voel hoe pret
tig Uw huid reageert op het lanoline>
extract, de weldadige substantie ir»
Williams Shaving Cream.
Dit dubbel actieve ingrediënt maakl
de baard vlugger scheerklaar, houdt
Uw huid soepel en voorkomt dat U
de bescherming van de natuurlijke
huidoliën „wegscheert". Uw mesje
glijdt over Uw wangen, veroorzaakt
geen „brand" meer, kortom U scheert,
U zonder zuchten!
Scheer U voortaan
met
dè weldaad
voor Uw buidi
MET EEN
KETEL en
PANEELRADIATOREN
J. B. VAN HEUST EN ZONEN N.V. - CRUQUIUSKADE 6 - DEN HAAG
De componist Marcel Landowski en Xavier Dépraz, vertolker van Nils Halerius
afwezigheid van iedere actie op het toneel
wordt bovendien door de muziek, die furie
noch veel dynamiek bezit, niet of nauwelijks
gecompenseerd. Opmerkelijker was daaren
tegen de constructie van het werk, omdat de
componist, in het voetspoor van Wagner
aan wie men deze avond trouwens wel
méér heeft moeten denken, er in bleek te
zijn geslaagd, in het verloop der drie be
drijven, de elementen opera, ballet en ora
torium tot een hernieuwd „Gesamtkunst-
werk" te verbinden. Wanneer men zo deze
opera, muziekdramatisch, dus wel mislukt
dient te noemen, dan heeft Landowski voor
al door de vormbeheersing die hij aldus
demonstreerde toch wel zóveel bewijzen van
talent geschonken, dat men het oprecht be
treuren mag dat hij hier het slachtoffer van
zijn philosophische premissen en pretenties
worden moest.
Wat het tweede werk, Moussorgsky's
le Mariage, aangaat, heeft deze jonge
troep vooral wel aangetoond dat men
op het oordeel van de tijd toch meestal wel
vertrouwen kan. Er is aan deze partituur,
sinds ruim zeventig jaar, van vele zijden
gedokterd zonder dat blijkbaar ooit een aan
vaardbare oplossing werd bereikt, en, ob
jectief, kan niemand dat een mysterie noe
men. Moussorgsky was niet bepaald een
componist die woekerde, zoals dat heet, met
zijn genie. Hij componeerde instinctief in
een soort roes wanneer hij door een idee be
vangen was, en was steeds gauw bereid er de
uitwerking weer van los te laten zodra een
nieuw gegeven hem in zijn greep had ge
kregen. Vandaar dat hij, na zijn dood, geen
enkel werk van groter omvang geheel vol
tooid heeft nagelaten, zodat zijn vier opera's
alle door anderen, in de eerste plaats door
zijn trouwe vriend Rimsky die daarvoor
overigens van latere generaties, buiten Rus
land althans, weinig dank mocht oogsten,
voor opvoering in gereedheid moesten wor
den gebracht.
Met „le Mariage" deed Moussorgsky, op
zijn negen en twintigste jaar, zijn eerste stap
in het domein der muziekdramatische kunst.
Een stap, zoals bekend, met verreikende
consequenties, niet alleen voor zijn eigen
verdere ontwikkeling zijn „muzikaal
realisme" tekent zich hier al duidelijk af
maar óók voor het componerend nage
slacht hij opende hier de deur, bevrijdde
de weg voor Debussy's Pelléas zo goed als
voor Ravel's l'Heure Espagnole, voor
Prokofieff's Joueur, en zélfs voor Berg's
Wozzeck en Menotti's Consul om maar
enkele werken van het latere repertoire te
noemen.
Gogol's verhaal over een bureaucraat die
trouwen wil en wiens voornemens door een
huwelijksmakelares en een vriend gezamen
lijk en om beurten worden gestimuleerd en
doorkruist, heeft Moussorgsky waarschijn
lijk in drie bedrijven willen behandelen.
Maar bezig met de eerste acte, kreeg hij
Pouchkine's volksdrama „Boris Godounoff"
in handen dat blijkbaar een veel heftiger
weerklank in hem vond en zo heeft hij het
dan bij dat begin, de expositie van het ver
haal, bovendien in ongeorkestreerde staat,
gelaten. Behalve Rimsky die bij de uitwer
king en de instrumentatie zelf door de dood
werd overvallen, hebben zich nog verschei
dene anderen, onder wie de Fransman
Ravel, de Rus A. Tsjerepnine en de Neder
lander Daniel Ruyneman, aan deze ge
duchte taak gewaagd en nu heeft zich bij
hen dan ook nog Antoine Duhamel ge
voegd, een jonge componist uit de school
van het dode-caphonisme, aan wie men dan
de versie dankte welke nu voor het eerst
in Parijs werd opgevoerd,
Duhamel, een zoon van de schrijver,
heeft zich met prijzenswaardige be
scheidenheid van
deze delicate arbeid
gekweten en hij
heeft, voor zover
was na te gaan, de
approximatieve aan
wijzingen van de
componist met intel
ligentie opgevolgd.
Zijn orkest, waarin
de strijkers domine
ren, is licht bezet en
wanneer het mis
schien iets beschaaf
der klinkt dan men
van de ruige Rus ge
wend is, dan bezit
het aan de andere
kant de onschat
bare verdienste dat
de vier zangstemmen
nergens door de se
condaire begeleiding
worden overheerst.
En voorts getuigde
het noe van verstan
dig inzicht dat
Duhamel in tegen
stelling tot anderen
van stonde af aan
heeft afgezien de
kous verder af te
breien waar Mous
sorgsky haar had
laten rusten.
Niettemin is de vrucht van Duhamel's
bemoeiingen, als gezegd, meer instructief
dan verbijsterend geworden. De waarde van
„le Mariage", als zelfstandig kunstwerk, is
nu eenmaal gering en hoofdzakelijk van
documentaire orde. Er wordt hier door
Moussorgsky van wie Debussy eens ge
tuigde dat hij met elke pas een nieuw brok
muziek ontdekte, desalniettemin nog vrij on-
gemoedcreerd geïtalianiseerd, en het werk
is, wat de hantering van de tekst betreft,
typisch een aanloop tot groter werk, speciaal
de Boris. Een studie, kan men zeggen, ten
aanzien van de onderlinge verhouding tus
sen tekst en muziek waarbij de componist,
zoals hij in een zijner brieven schreef, er
vooral op uit was „de intonaties van het
gewone alledaagse woord, als uitdrukking
van gevoel of gedachte, zonder enige ver
krachting, in waarheidsgetrouwe muziek te
vertalen". Hij stelde zich, in zijn streven
naar „la mélodie motivée par le sens" der
halve bewust in dienst van het woord, van
Gogol's proza, w.aarop zijn prosodie dan
ook nauwkeurig werd afgestemd.
Zo het, in het algemeen, al een precaire
aangelegenheid mag heten een operatekst
te vertalen, dan moest hier door de over
zetting van het Russisch naar het zo heel
anders geaarde Frans, dit overigens wel
amusante fragment van een kennelijk jeugd
werk aldus zijn voornaamste raison d'etre
wel verliezen, aangezien de zin van
Moussorgsky's persoonlijke melodiewendin
gen uiteraard zo geheel in rook vervloog.
Zodat men aan het eind van de avond wel
constateren moest dat dit nieuwe gezelschap
één keer te hoog en écn keer mis had ge
grepen. Wat ik persoonlijk nog altijd veel
liever zie dan een keuze waarbij ieder risico
bij voorbaat werd vermeden. Hopen we zo
dus, dat het jonge „Ensemble Lyrique de
Paris", dat over een aantal voortreffelijke
krachten beschikt, onder wie in de eerste
plaats de vertolker van Nils Halerius, Xavier
Dcpraz, een volgend maal een greep doet
d.e men voluit gelukkig zal kunnen noemen,
^faar intussen heeft dit ondernemende
ensemble nu al bewezen dat het recht heeft
op de sympathie van ieder die de routine
haat als de vijand van alle kunst.
FRANK ONNEN
(Advertentie)
MIJN HARDT
</^pkaDeecbie
CMorop/iy/'-tandpasta
bovendien de waardevolste.namelijlc
de enige met Vitamine A en D
Tube 120 93 - 70 cr. bij Apothekers ca Drogist»