VAN ONZE HAAGSE POSTILJON i— NONCHALANTE NOTITIES van Jacques Gans 21 Februari 1953 Haagse Post Pagina 27 PARIJS, Februari IK herkende mijzelf, toen de jongeman met zijn dunne regenjas in de Fe- bruarikoude in het café de Capoulande binnenkwam. Hij keek hooghartig naar de zittende praters aan de tafeltjes, maakte een rondje door het warme café en liep, na even een warme neus gehaald te hebben, de koude boulevard weer op. Zo ben ik geweest en bij wijlen mis schien nog. Niemand had mij in mijn iso lement moeten aanspreken om mij een kop koffie aan te bieden. Zij die bijeen zijn aan de tafeltjes in de dagelijkse ge meenzaamheid: onherroepelijk de ande ren! Hij, in het dunne regenjasje: het koude onverwarmde Quartier Latin-ka- mertje op de achtergrond, maar de ver warmende ideeën balancerend in het hoofd: zichzelf! Het spottende gebaar van de ober, die met zijn dienblad de vergeefse gang van mijn student imiteerde en die de vulgaire lachers op zijn hand had, was toch het gebaar van de knecht. Die met de macht van alle welstanden, die hij op tafel neer kan zetten, nooit kan tippen aan de rijk dom van de eenzame. Sancfao versus Don Quichote. Tot de laatste ademtocht zal Parijs de hoofdstad van de ideeën blijven. Ik over woog dit, toen ik de schrijver Henri Pou- laille opzocht in het stoffelige gebouw van de uitgeverij van Bernatd Grasset in de Rue des Saints Pères, waar hij evenals Léautaud vroeger voor de Mercure de France, de service de presse verzorgt. Al deze lieden, die in de wereld van het boek en de gedachte werken, worden slecht betaald, zij zijn pover gekleed. Bij het waanzinnig dure leven in het Parijs van dit ogenblik, leven zij van dag tot dag. Toch hebben de huizen waarin zij werken, de straten waar zij doorkomen en de café's die zij bezoeken zoveel at mosfeer, dat zij niet anders zouden wen sen. De atmosfeer van de gedachten. Over de heroïek van hun bestaan, die zijzelven niet als zodanig ondergaan, zou een ro man te schrijven zijn. Een goed lezer vindt die trouwens bij brokstukken in het dagboek van Léautaud. Neen, ik was er niet op voorbereid. Voorlopig had ik Parijs en letteren al weer achter mij gelaten. I-n het dorp Souillac in het departement van de Lot. waar wij over de dik-besneeuwde wegen tegen donker-worden aankwamen, had ik met mijn vrouw staan luisteren naar voortreffelijk van typographic, uiterst oorspronkelijk van inhoud. Ieder nummer geeft een geheel eigen visie op een af zonderlijk onderwerp. Meestal zijn de af leveringen onuitgegeven copie of tekenin gen van prominenten. De nummers die ik kreeg behandelden Colette, Picasso. Cor- busier en het experiment van Marseille, waarin de architect -zijn boeken open doet. Een Léautaud-nummer is in voor bereiding. En terwijl de heer Betz ons de moei lijkheden van zijn revue verhaalde ieder exemplaar kost ca 1.000.000 francs aan vervaardigen, snorden in het stille café de Paris in het stille plaatsje Souil lac de breipennen van de propriétaire van het établissement. Een wonderlijk, ver legen en bescheiden man deze Pierre Betz. Ik heb hem beloofd voor zijn revue „Le Point" moeite te doen. U kunt haar in Den Haag bij Nijhoff, in Amsterdam bij de Moderne Boekhandel en bij Meu- lenhoff verkrijgen. Zoals ik u beloofde, ben ik de kip in Limoges gaan eten. Daar heb ik de sta tionsrestauratie voor uitgekozen, omdat ik op dat station in October 1942 mijn laatste drankje in vrijheid genoot. Aan geboden door de twee gendarmen, die ons naar het gevang ter plaatse moesten bren gen na het overschrijden van de demarca tielijn. Mijn metgezel, de kunsthandelaar Siedenburg en ik boden de gendarmen, die ons vijf minuten later buiten het station de handboeien omdeden, een drankje terug aan. De gendarmen accep teerden dat en op het moment had ik nog een kleine hoop de situatie ten goede te doen komen, door hun opnieuw een drankje aan te bieden. Helaas gingen de broeders daar niet op in. Nu in de restauratie van datzelfde station, dat veel gelijkenis vertoont met het paleisje op de oude Turmac sigaret tendoosjes, ruim een half uur zitten kij ken naar het buffet, waarop mijn kip in een electrisch roosterapparaat achter glas met geheimzinnige lichtjes er in in het rond draaide tot zij gaar was. Mijn zoon die de ernst van het moment in 't geheel niet begreep, wilde steeds maar de kip, die met de lichtjes in het rond draaide achter het glas, met zijn vingers pakken. Ten slotte heeft hij in zover zijn zin gekregen, dat hij met een stuk kip onder alle tafels van de keurige restauratie Is doorgekropen, een manoeuvre die enig glaswerk heeft gekost, waarop een zoet sappige gérant zei, dat het helemaal niet erg was. Ramspoedig Illyrië K zou geen goed Hagenaar zijn, als ik er niet sinds lang voor gezorgd had, entrée te hebben bij het Corps Diploma tique. Ik ben dan ook na de ramp, die onze eilanden heeft getroffen, naar verschei dene bevriende diplomaten gegaan om hun reacties daarop te vernemen. Mijn oude vriend de ambassadeur van Illyrië hoefde ik niets te vragen. Hij viel met de deur in huis. „Het was een bende!" zei hij met een weinig diplomatieke heftigheid. „Iedere organisatie en coördinatie ontbrak. Al lerlei heel en half ambtelij ke instanties werkten langs en tegen el kaar. Er was geen centrale leiding. Er was helemaal geen leiding. Mensen en materiaal werden naar de verkeerde plaatsen ge zonden. Eva- cué's werden ondergebracht bij mensen, die eigenlijk geen plaats voor hen hadden „Ge wilt mij tooh wel toegeven, dat het élan van de hele bevolking „Schitterend!" riep hij opgewonden „Eenvoudig schitterend! Letterlijk ieder een stond klaar om te helpen. Maar wat heeft men aan zoveel ontroerend goede wil, als die doodloopt in een gezagsva cuüm? „Ja maar.begon ik weer. „Dat weet ik", riep hij. „De Marine heeft schitterend werk gedaan. Die had men de leiding in handen moeten geven!" „Luister eens, cher ami", zei ik voor departementaal afdoen. Daarvoor moet men een organisatie en een autoriteit scheppen, die improviseren kunnen. Daar om was ook de Marine het aangewezen apparaat." „Ja maar..." begon ik wat verbouwe reerd. „Geen quaestie van!" zei hij met de grootste nadruk. „Uitzonderlijke omstan digheden eisen uitzonderlijke besluiten en uitzonderlijke mensen. Dat heeft de rege ring ingezien. Centrale leiding, die haar verschillende bevoegdheden delegeerde. Onmiddellijk één shipping-pool, één trans port-pool, één instantie waar men kleren kon inleveren, één instantie voor voedsel, één voor feitelijke waterstaatswerkzaam heden. Geen geambtenaar, geen instanties, die langs en tegen elkaar werken. Geen verwarring. Het was in één woord schit terend! Het is nu alweer tien jaar gele den", besloot hij. „Maar ik kan er nog warm van worden als ik er aan denk! „Tien jaar geleden?. „Ja zeker. De grote watersnood op de Arcadische eilanden was in 1943", zei hij. „Geef mij een glas sherry", zei ik. Ik ben troost en een derde sherry gaan zoeken bij Drimdram. Hij zag er slecht uit en was verkouden. De goeierd was zich de eerste dag dadelijk met een schop gaan melden om aan de dijken te helpen. Hij had eerst een uur in de rij gestaan en toen een rit in een autobus gemaakt langs verschillende plaatsen, waar men de vrij willigers niet gebruiken kon, en was stijf en verkleumd weer in Den Haag terug gekomen. Daarna had hij zijn huis opengesteld voor evacué's. Maar er was niemand ko men opdagen. Ten slotte was hijzelf maar eens ter plaatse gaan kijken en zag aller lei arme stakkerds, die naar kleine arbei dershuisjes werden afgetransporteerd. Be scheiden als altijd, vroeg hij, waarom men geen gebruik maakte van zijn zoveel rui mere behuizing, maar die bleek niet geno teerd te staan. Een oude les In een klein cafeetje troffen wij de Con- DE COGNAC HEI HET MOOISTE BOUQUET sul-Generaal van Buiten-Mantsjoelië. Hij is niet regu op dit ogenblik, want zijn re gering wordt tijdelijk niet erkend, alhoe wel zijn land reeds 21.000 jaar bestaat. Hij zei: „Sedert 12 eeuwen is het in ons land ge bruik, bij overstromingsrampen ogenblik kelijk een bepaald verschijnsel zorgvuldig waar te nemen. Indien terstond een sterk centraal gezag de leiding neemt en men niets hoort van fouten of verwarring, zeggen wijHet volk is dood, ons wachten droeve dagen, Indien het gehele volk als een gek in de weer is en zich fout op fout stapelt en er geen centraal gezag is, dan zeggen wij: „Het volk leeft, ons wacht een schone toe komst! Dit is ons ingeplant door de dichter Kaoe Fui uit de Chan-periode, de gouden eeuw van ons land omstreeks 19.000 v. C." LEONHARD HUIZINGA. Mook (L.), Tel. 41 Hotel De Plasmolen Het modernste hotel bij bos en hei de Borèze, de zijstroom van de Dordogne, die met donderend geweld onder de hui zen van Souillac doorstroomt. Met het geraas van het water nog in de oren, traden wij het plaatselijke café de Paris binnen. Een kwartier later raakte ik in gesprek met Pierre Betz, een lange enigszins melancholieke Elzasser, die ver telde, dat hij een revue uitgaf. Wanneer hij ons niet ophield, wilde hij wel enige nummers laten zien. Hij liep in het café naar boven en kwam terug me» een zestal exemplaren van zijn revue „Le Point". Een tweemaandelijkse revue, zichtig, „meent u dat onze regering bij de ramp, die ons land getroffen heeft Hij keek mij stomverbaasd aan. „U w regering? De ramp, die u w land getroffen heeft?Maar daar spreek ik hele maal niet over. Ik heb het over de gro te overstromings ramp van 1936 op de Illyrisdhe eilan den! Ik heb het over mijn eigen rege ring". „Gelukkig", zei ik opgelucht. „Ik dacht, dat al die verwijten ons gol den. Dus u bent er toch wel van over tuigd, dat onze re gering tijdens de ramp Hij keek mij aan. „Neem een glas sherry" Gelukkig Arcadië Mijn tweede glas sherry ben ik bij mijn vriend de ambassaderaad van de Arcadi sche vertegenwoordiging gaan halen. „De ramp?" zei hij met stralende ogen, „hoe verschrikkelijk ook het verlies aan mensenlevens geweest is, toch was het ge heel verheffend om het schitterend élan van een heel volk. Er was nu letterlijk geen mens, die niet meeleefde, niet mee hielp, niet meeschonk van het dikwijls zo weinige, wat de belastingen hem hadden gelaten. En dan de doortastende houding van de regering. Dat enige juiste besluit al op de eerste dag. Die historische kabi netszitting, toen men een Marine-officier tot Hoge Autoriteit voor het hele ramp gebied benoemde, hem een officier van de Landmacht, een man van het Rode Kruis, een ambtenaar van Waterstaat en een bekend organisator uit de zakenwe reld terzijde stelde. Dat was een wijs be sluit. Een dergelijke ramp kan men niet

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 12