fm comra televisie: Angstaanjagende diepte-film
Wat Kan
Pagina 16
Haagse Post
21 Februari 1053
Van de H.P.-correspondenten
in Londen en New York
DE voorgeschiedenis van de „Cinera-
ma"-film is spannend als een film-
slot behoort te zijn. De held van de story
is mr. Waller; een goede zestig jaar oud,
zoon van emigranten en geboren in Brook
lyn, die proletarische smelkroes van New
York. De tweede plaats wordt bezet door
Hazard E. Reeves, een energiek, ambitieus
en nerveus geluidsingenieur, die patenten
aanvraagt en maatschappijen opricht om
die gepatenteerde vindingen te exploite
ren. Met „Cinerama" oogstte hij het lang
verwachte succes, want door het stijgen
van de aandelen na de enthousiaste ont
vangst van de pers werd hij in een paar
dagen een schatrijk man.
Verdere medespelers zijn een ingebeelde
zieke (een filmregisseur die op dood spoor
geraakt was), een beroemde radio-repor
ter en een eerzuchtige multimillionnair.
Knutselaar
Waller is een echte knutselaar, die op
tienjarige leeftijd al ontdekkingen deed,
maar weigerde naar de middelbare schooi
te gaan omdat „je daar maar bedorven
wordt." Toen hij veertien was begon hij
een eigen zaakje en toen hij achttien jaar
oud was verkocht hij zijn eerste uitvin
ding op fotografisch gebied. Nadien vond
hij water-ski's uit, een nieuw soort wind
meter, een gevoelig reagerend roer voor
zeilboten en een camera, die het omslach
tig maatnemen voor een costuum verkort
tot een handgreep, die maar een fractie
van een seconde in beslag neemt.
Bezeten door de drang met het gezichts
vermogen van de mens te experimenteren
ontwierp Waller een zwart masker, waar
in hij twee kleine gaatjes maakte, die sa
menvielen met het middelpunt van het
oog. Het bleek dat iemand, die dit masker
opheeft, zich niet door een kamer kan
bewegen omdat zijn gezichtsveld te klein
is. Nu probeerde Waller het tegenover
gestelde. Hij ontwierp een buitenissig©
hoofdbedekking met daaraan twee reepjes,
die alleen het midden van het oog be
dekten, terwijl zij de rest van het oog vrij
lieten. Iemand, die deze narrekap op heeft
is beslist in staat zich zonder hulp te
redden.
Waller's volgende gedachte ontstond als
vanzelf. Een camera die niet alleen maar
rechtuit maar ook opzij zou zien en een
scherm, dat groot genoeg zou zijn om het
perifere gezichtsvermogen te bevredigen,
zouden te zamen de illusie van drie di
mensies moeten kunnen wekken. Maar
het realiseren van dit idee stuitte op een
onoverkomelijke hindernis. Waller be
merkte dat hij bovengenoemd effect
slechts zou kunnen bereiken als een vjjf-
tot zevenmaal zo breed scherm als nor
maal gebruikt wordt. Dit zou ten gevolge
hebben, dat men nieuwe bioscopen van
zo geweldige afmeting zou moeten bou
wen, dat zijn uitvinding nauwelijks te
realiseren zou zijn. Terwijl Waller peins
de hoe dit probleem op te lossen, kwam
een toeval hem te hulp.
In 1937 wendde een architect in
New York een zekere Ralph Wal
ker zich tot de bekende Kodak
firma met het verzoek, hem een
handige foto-technicus aan te be
velen. Kodak raadde hem Waller
aan. En zo vernam die Walker's plan
om voor de komende New Yorkse
wereldtentoonstelling een heel bij-
vcwoj.
zondere cinema te bouwen met een
halfrond projectiescherm.
Toen beide mannen in Laurence Rocke
feller (een nazaat van de beroemde olie
koning) een geldschieter vonden, zag het
er naar uit dat de weg naar succes voor
hen openlag, maar spoedig bleek dat een
misrekening. De met elf camera's opge
nomen „uitarama"-films bleken te kost
baar te worden, zowel om ze op te nemen
als af te draaien, want er waren bij de
projectie eveneens elf toestellen nodig.
Rockefeller verloor het vertrouwen in de
zaak en wenste geen nieuw kapitaal meer
te verstrekken. Ondanks dat liet hij Wal
ker en Waller de voorvaderlijke renstal
len, die zij als atelier mochten blijven ge
bruiken. Walker en Waller kregen echter
misnoegen. En zij gingen uiteen.
Ondertussen was Amerika in de oorlog
gegaan. Iedereen die daar kans toe zag,
zorgde er voor aan een legeropdracht te
komen en Waller dacht niet geheel ten
onrechte: „Wie weet of nu is mijn Cine
ramate gelde te maken." Hij nam een
drie-dimensionale opname van een vlieg-
manoeuvre op en toonde die 't luchtwapen.
De staf begreep ogenblikkelijk dat de
luchtvaartbemanning door het zien van
een dergelijke film voor de strijd beter
kon worden voorbereid dan op welke an
dere manier öok.
Waller bouwde eveneens een kanon,
waarbij men op een drie-dimensionaal op
genomen vliegtuig leerde instellen en
schieten. Een geluidsignaal registreerde de
treffers.
De „Waller Gunnery Trainer" was ge
boren. Duizenden Amerikanen kregen via
deze training hun opleiding en het Ame
rikaanse luchtwapen verklaarde na de
oorlog, dat Waller's uitvinding de U.S.A.
ten minste 350.000 doden en gewonden be
spaard had.
Het bekende weekblad Life interesseer
de zich daarbij voor het project en stelde
een groot bedrag ter beschikking voor
Ondertussen trok men lering uit het
enthousiasme van het publiek voor de
speelfilm „Bwana Devil" door het andere,
het z.g. Natural Vision"-systeem (dat met
de bril, die voor tien dollarcent aan de
kassa te verkrijgen is) uitgebracht.
Ook bij dit systeem ziet men drie-di
mensionaal, maar de bril zit ongemakke
lijk, terwijl de minste beweging van het
hoofd het beeld verstoort. Daarbij is de
indruk veel minder sterk. Toch staan de
mensen, waar „Bwana Devil" na maanden
ook heen reist, in lange rijen voor de kas
sa's, aangelokt door beloften als „Een
leeuw zal op uw schoot zitten en een ge
liefde zal in uw armen rusten."
Een buitengewoon meevallertje voor de
„Natural Vision" is daarbij, dat het „John
son's Office" een Amerikaanse censuur-
instelling tegen de „Bwana Devil" is,
omdat het de liefdestaferelen, drie-dimen
sionaal getoond, indecent vindt. Toen eerst
moest iedereen er eerst recht heen, want
dat moest iedereen noodzakelijk eens gaan
zien.
Het succes van deze eerste „3 D. Devil"
heeft de producers in Hollywood aange
spoord zo snel mogelijk „3 D.-films" aan
te maken. Als eerste ging „Warner Bro
thers" aan de slag om een geschiedenis op
te nemen, die speelt in het wassenbeelden
kabinet van de al lang geleden overleden
Zwitserse Madame Tussaud. Regisseur de
Todt vertelde, dat de spelers zich weer
eens dienen over te schakelen als zij suc
ces willen hebben bij de „3 D.". Om tech
nische redenen Zullen de scènes nl. langer
duren dan bij de normale film. Daarbij zal
slechts hij of zij, die over een goed geheu
gen beschikt, zich bij de „3 D." kunnen
handhaven. De opname-kosten zijn nl. zo
hoog, dat iedere speelscène ten hoogste
een beslissende zege op hun rivale de tele
visie, in zich bergen, klinken er reeds
waarschuwende stemmen op van de zijde
der film-theoretici. Paul Rotha, een pio
nier van deze nauwelijks vijftig jaar oude
kunst, heeft in een brief aan de Londense
„Times" zijn vrees uitgesproken, dat de
Fred Waller en zijn vrouw
verder experimenteren. Niet ver van New
York in Austernbay werd een ten-
nishal gehuurd en filmmagnaten werden
uitgenodigd hierheen te komen om de
rutschbaan-opnamen te komen zien, die
in diezelfde tijd half New York zeeziek
maakten. De magnaten waren verrukt en
zegden millioenen toe. Daarop vertrokken
zij om niets meer van zich te laten horen.
Het is mogelijk dat zij toen al beseften,
dat de nieuwe uitvinding hun grote voor
raad twee-dimensionale films zo goed als
waardeloos maakte. Hoe het ook zij: Weer
stond de maatschappij „Cinerama" alleen
met onvoldoende middelen. De „Eerste Ci
nerama Studio" moest gesloten worden.
Twee mensen verloren in deze tijd hun
vertrouwen in „Cinerama" niet. Het waren
twee mannen: de radio-reporter Lowell
Thomas en de geluidsingenieur Reeves,
die „Cinerama" verrijkt had met drie-di
mensionaal geluid. Daarbij had hij min of
meer parallel gehandeld aan de vinding
van Waller. Hij gebruikte bij de opnamen
meerdere microfoons en bij de weergave
meerdere luidsprekers, die hij niet achter
het doek aanbracht, maar terzijde van het
scherm en achter in de zaal.
Zeven jaar na de oorlog, om nauwkeu
rig te zijn op de 30ste September 1952,
werd de eerste „Cinerama"-voorstelling
werkelijkheid
Denk nu niet dat daardoor een eind kwam
aan de financiële moeilijkheden. Wel is
waar zouden er voor 'het verstrijken van
1953 2000 „Cinerama"-theaters in de Ver
enigde Staten gebouwd zijn en een tiental
Europa, maar een staking in Chicago
dreigde alles op losse schroeven te zetten.
De vakbonden eisten nl. dat ieder van de
3 projectie-apparaten die gelijktijdig de
drie fUmbanden vertonen, door ten minste
twee man bediend zouden worden.
Hierdoor zouden de kosten echter zo
hoog worden, dat het voor het publiek be
duidend goedkoper zou zijn naar een wer
kelijk theater te gaan en daar naar door
God drie-dimensionaal geschapen acteurs
te gaan zitten kijken.
twee keer gedraaid kan worden. Het zal
dus uit moeten zijn met het zich ver
spreken of zijn rol onvoldoende kennen.
Bij „Cinerama" is men er van overtuigd,
dat alleen superioriteit van het product
de moeilijkheden, waarin men daar nog
steeds verkeert, overwinnen kan. Onder
tussen is men er begonnen met de opna
me van een reisfilm, waarin cirerama-
camera's „de vlieger Paul Mantz" op zijn
wereldreis volgen. En een speelfilm over
de geheimzinnige „Lawrence van Arabië"
wordt voorbereid.
Er valt niet aan te twijfelen: de
„3D"-film heeft zich in marstempo
op weg begeven. Hollywood, dat hoe
langer hoe meer gehinderd wordt
door censuur van morele, zowel als
van politieke aard, kan geen frisse
rolprenten meer maken. Daarom wil
men er tonen wat men er op tech
nisch gebied vermag.
EEN paar dagen geleden maakte Sir
Alexander Korda bekend, dat hij in
Mei van dit jaar een drie-dimensionale
speelfilm zou gaan draaien. Daarop ver
klaarde Arthur Rank, dat hij bezig was
met de voorbereidingen om ai in Maart
de eerste plastische kleurenfilm, die met
succes in Amerika werd vertoond („Bwa
na Devil"), naar Londen en de belangrijk
ste Engelse steden in de provincie te bren
gen. Tegelijkertijd kondigde Metro Gold-
wyn Mayer aan, dat zij een korte drie
dimensionale speelfilm in hun voornaam
ste Ixmdense theaters zouden tonen. De
„Drie-D" of „Deepie", zoals men haar al
noemt, maakt zich op om in de komende
weken Engeland te veroveren.
Terwijl de vakmensen en geldmagnaten
uit de filmwereld de hoogste verwachtin
gen hebben van de „Deepie" en haar.nieu-
we mogelijkheden, die naar zij hopen ook
technische vooruitgang weer eens de
kunstzinnige ontwikkeling zal overvleu
gelen en zelfs zal remmen.
Het is volgens hem onzinnig om de toe
voeging van de derde dimensie te verge
lijken met de invoering van bet geluid
bij de stomme film. Want in plaats van
het medium film een artistiek hulpmiddel
er bij te geven wat het geluid onge
twijfeld was vormt de derde dimensie
integendeel een hindernis voor die koene
sprongen in tijd en plaats, die als de meest
specifieke verworvenheden van de film
gelden.
Meer dan dat, de „reprises van oude
films heeft ons geleerd, dat het ons in de
laatste 25 jaar nog nauwelijks gelukt is
de onbegrensde mogelijkheden van de
cinematografie te onitdeken en te benut
ten.
Laten wij onszelf niets wijsmaken:
er zijn op het ogenblik stellig niet
meer dan een half dozijn regisseurs
die het medium film werkelijk in alle
opzichten beheersen. Voordat men in
blinde ijver aan de slag gaat om
bioscopen en projectie-apparaten om
te bouwen, zou men beter kunnen
overleggen, hoe men aan de open
lijke ontevredenheid over de films
der massaproductie tegemoet zou
kunnen komen en eerst eens ten volle
gebruik moeten maken van de ontel
bare mogelijkheden van de zoge
naamde vlakke film."
HET vaderlandse cabaret rust
voor een groot deel op de
schouders van de heren Kan
en Sonneveld. Een zware
verantwoordelijkheid voorwaar!
Wie beide heren echter op ziet
treden tegen het décor van hun ge
zelschapjes krijgt de indruk dat
geen van beideji voldoende door
drongen is van die verantwoorde
lijkheid: zij gooien er (zoals de uit
drukking dat zo aardig willelijk
met het petje naar.
Dat wil niet zeggen, dat zij geen succes
hebben: integendeel! Zalen vol goedlachs
volkje klapt hartelijk in de handen. Maar
juist daar schuilt het gevaar. Want hoe
meer de beide heren er met de pet naar
gooien hoe gretiger de schateraars toestro
men „om 'es lekker een avondje te gaan
zitte' lache". Bernard Shaw heeft, naar
de legende volhoudt, eens gezegd, dat
wanneer tien procent van het volk een
schilderij mooi vindt, dat daarom stellig
lelijk is en vernietigd dient te worden.
Het is een weinig in de schone nuance der
wijsheid getinte uitspraak maar er zit iets
in! En wie de diffuse weerschijn er van
herkent zal met betrekking tot het cabaret
zeggen: „Als te veel „groot publiek" een
cabaretprogramma mooi gaat vinden dan
is er iets mis met de kwaliteit van dat
programma".
Want er is wel geen kunstvorm te vin
den die zo typisch een grenskunst is als
die van het cabaret. Dit bevindt zich op
een gebied zo begrensd als het scherp van
een scheermes. M.a.w. het „grote publiek"
zal men nimmer kunnen boeien met waar
cabaret; „groot publiek" kan zich niet
thuis voelen op zulk een smal territorium.
Het schrijdt met logge voeten voort door
afgezaagde scènes en te uit en te na be
speelde sketches en lacht dat het schudt.
Schaterlachen echter is niet het gerucht
van het cabaret: daarbij past de glim
lach.
Er zijn trouwens nog enkele andere
kunstvormen die hun domein hebben in
het niemandsland tussen kunst en „groot