op de
oude handpers
Post
Pagina 15
VROOM. 1953
TRET. 1945
1953"
ruïnes, in de vrije natuur zouden staan. Ze zijn alleen uit het normale stadsbeeld ge
haald en min of meer verlaten in een landelijke omgeving geplaatst. In zekere zin doe ik
met de bouwwerken van de cultuur wat Watteau deed toen hij zijn hovelingen in een
arcadisch landschap plaatste.
De figuren die, dat moet ik toegeven, wat luchtig gekleed over mijn gravures wandelen,
heb ik daar eigenlijk alleen maar aan toegevoegd, omdat Hugnet, dichter van de liefde,
anders niet voldoende geïnspireerd kon worden".
Ook dit jaar hoopt Jean-Paul Vroom met een nieuw werk te komen. „Ik heb er", zegt
hij, „nog geen omlijnd idee van wat het worden zal en met wie ik zal samenwerken.
Toch, ik verheug me er al bij voorbaat op".
VOOR EEN ZANGERES
(„MONUMENTS")
De Amerikaanse professor
Jean-Paul houdt zich natuurlijk niet uitsluitend met het illustreren van boeken bezig.
Hij heeft in de loop der tijden een groot aantal prenten gemaakt, waarvan hij in
Parijs ock verscheidene exposities gehouden heeft, o.a. in de Galerie Bernheim, waar
veel jongeren exposeren, en enkele malen met de Salon d'Automne, die nu o.a. de ver
zameling Van Beuningen bevat. Het vorige jaar had hij een tentoonstelling in de Gale
rie de la Mésange in Straatsburg. Een van de aanwezigen, een kleine, levendige
vrouw met glad grijs haar blijkt de eigenares van deze galerie te zijn.
„Al op de eerste dag verkocht ik negen exemplaren van dè „Les Re-
venants Futurs", zegt zij opgetogen, „en dat wil heel wat zeggen, als
u weet, dat deze boeken waarlijk geen kleinigheid kosten". Een Ame
rikaanse professor uit Boston, die tijdelijk aan het Collége de l'Europe
libre werkzaam was, telde voor een van de eerste twaalf exemplaren
met een koperplaat, een bladzij manuscript en een suite op Oudhol
lands papier 35.000 francs neer. Er verschenen ock enthousiaste artike
len in de pers en Radio Strassbourg vroeg Jean-Paul om een interview.
Wij hebben hem met vereende krachten naar de studio moeten slepen,
want hij wilde er eerst niet heen. „Zo gezellig is zoiets niet", zegt Vroom,
met zijn verbaasde, wat arrogant en toch verlegen lachje. „Maar ja,
soms kun je er niet onderuit".
Het schilderen is er de laatste tijd wel wat bij ingeschoten. Dat komt
vooral omdat er aan het maken van een gravure zo enorm veel werk
vastzit. Aan één plaat werk ik gemiddeld veertien dagen, dikwijls ook
Langer. Ik spreek zijn gezicht staat weer ernstig van volle dagen,
niet van dagen van een paar uur. „Les Revenants Futurs" kwam me
op zes maanden te staan. En bedenk, dat mijn werktijd nog kort is ver
geleken bij die van de gemiddelde Hollandse graveur. Er zijn er, die
twee maanden op één plaat zitten. Men zal waarschijnlijk denken, dat
ik met een luxe-uitgave, die voor 150 gulden verkocht wordt, heel wat
geld verdien. Maar het lijkt er niet op. Wanneer je rekent, wat zo'n
uitgave kost: met de hand geschept papier en ook de gravures en de
typografie zijn handwerk en je berekent ook de werkuren, dan blijft
er niet noemenswaardig veel over".
Het einde van de handpers
DE GUILLOTINE („TROIS CONTES CRUELS")
SALOMÉ („SALOMÉ")
„Soms vraag ik me af waarom ik me eigenlijk aan deze kunst wijd.
Maar toch kan en wil ik het met opgeven. Het is een kunst zonder enige
toekomst, vooral in Nederland. Is het niet opmerkelijk, dat de grafische
kunst juist in Nederland, waar ze zo'n ongekende bloei heeft gekend,
practisch uitgestorven is? Er is hier geen belangstelling meer voor
bi'bliophiele boeken, evenmin als voor prentkunst.. En vooral bet hand
werk heeft hier geen mogelijkheden meer. De machine heeft ook op
dit gebied de overwinning behaald: het oude artisanaat, dat al in de
zestiende eeuw hier zijn uiterste graad van perfectie bereikte, werd
geheel verdrongen. Nog maar één drukker -werkt met handpersen en
de man heeft bijna geen klanten meer, waardoor de persen het grootste
deel van de tijd ongebruikt staan en dus improductief zijn. Dit is fu
nest, want om goed te kunnen functionneren en goed werk te kunnen
afleveren, moeten de persen regelmatig gebruikt worden. Hetzelfde
geldt voor de drukker. Voor hem is een dagelijkse routine bij dit soort
werk absoluut noodzakelijk, anders verliest bij onherroepelijk zijn kun
digheid. De meeste grafici schrikken er echter voor terug om hun werk
naar een dergelijk bedrijf te brengen. Het maken van een enkele afdruk
kost al gauw f 1.75. Meestal moeten van een prent 20 tot 30^proefdruk-
ken gemaakt worden, wat dan op een gulden of vijftig komt".
We zuchten beiden. Hoewel: Jean-Paul Vroom wat dieper dan ik.
„Het is", zegt hij, „voor de grafici practisch onmogelijk om zelf een
pers aan te schaffen: het laten vervaardigen van een grote platenpers
kost al gauw 1000 gulden. Een oplossing zou zijn om de oude handpersen
van de drukkers, die nu ongebruikt staan, aan de kunstenaars te leve
ren, maar er is een verordening, die dit onmogelijk maakt. Volgens
deze verordening, die in het leven is geroepen om de drukkers te be
schermen. moeten handpersen die niet meer gebruikt worden vernie
tigd worden. Nog onlangs zijn op deze manier twee zeldzame oude per
sen aan de vernietiging prijsgegeven".
Of de verschillen tussen handwerk en machinewerk nu zo belangrijk
zijn? „Zeker", antwoordt Vroom. „Bij machinewerk vallen alle nuances
weg. Een plaat kan op honderd verschillende manieren gedrukt worden.
Zo zijn er verschillende wijzen van inkten en afve-
-gen, die op de machine onmogelijk geregeld kun
nen worden. Sommige artisten werken cp persjes,
die ze zelf van oude schoenmakerspersen in elkaar
geknutseld hebben, maar die zijn natuurlijk verre
1 van ideaal. Ikzelf ben gelukkig in het bezit van een
kleine pers, waarop ik ten minste de proefdrukken
kan maken, wat me heel wat kosten spaart.
Het handwerk is in Nederland zo goed als geheel
verdwenen. Ook het papier wordt hier niet meer
met de hand gemaakt. Parijs daarèntegen is dè
stad van het artisanaat. Er is daar ook veel meer
belangstelling voor de prentkunst en de luxe-uit
gaven blijven bestaan. Voor een boekwerk als „Les
Revenants Futurs" is daar altijd nog wel een
afzetgebied te vinden.
Waarom er in Nederland zo'n gebrek aan be
langstelling bestaat voor onze kunst?
„Ten eerste, omdat de industrie er te ver en op
alle gebieden is doorgedrongen, zcdat er voor het
duurdere handwerk geen plaats meer is. En ten
tweede heeft het publiek nu eenmaal meer belang
stelling voor een schilderij. Het is meer spectacu
lair dan een prent, het werkt directer en is meer
met het dagelijkse leven vervlochten. Slechts wei-
vure, in technisch opzicht vooral, te bieden heeft."
ndg kenners zien de enorme verfijning, die 'n gra-
De gasten zijn heengegaan. Verrukkelijke geuren
stijgen op uit de kleine keuken, waar de krulle-
bol vermaand wordt: „Pas op, Dominique!"
Als ik buiten sta blijkt de hemel van grijs nacht
blauw te zijn geworden. Ook uit de huizen langs
kade en dijk valt licht, waardoor de massale wo
ningblokken worden tot één honingraat, overvloei
ende van geheimzinnig menselijk leven.
J. A. SCHALEKAMP.