Drama bij de molen van Viet de haat Burgemeester benoemde boer tot burgemeester Voor de doden nauwelijks plaats... Zaterdag 21 Februari 1953. NIEUWE APELDOORNSE COURANT Derde bïa3 zak liet glijden, waarin hij de uit gaande post had opgeborgen. En in de vallende schemering, toen dreigende wolkengevaarten zich bo ven het op een landtong gelijkende Tiengemeten samenbalden en de con touren van de stuk geramde boerde rijen op het gekwelde land iets spook achtigs kregen, stonden we voor de nieuwe burgemeester: een massale, m het zwart geklede verschijning. Ach ter het décor van modder, brokken rails en enkele grommende tractoren doemde zijn voor een belangrijk deel gespaarde monumentale „Idahoeve" op. omgeven door een schier onafzien bare woestenij, die tot de horizon reikte Een koppige, sterke boer en in dit geval: de juiste burgemeester op de juiste plaats. Wat er te doen is. „Wat ik in mijn nieuwe functie te doen hebIk moet samen met mijn vrouw voor een eerlijke verde ling van de aangevoerde levensmid delen en het drinkwater zorgen. En dan de posteen heel belangrijk ding. Vandaag gaan er weer elf brie ven uitDe politiebewaking valt ook niet mee; ik moet scherp uit kijken, dat er niet gestolen wordt en het is nogal uitgestrekt hier We kwamen in de grote kamer, waar het water een grillige lijn op het behang tekende en de uitgeruimde inhoud van vele verdronken muur kasten een ware chaos schiep. De burgemeester schoof een stuk worst op de gedekte tafel terzijde en boog zich over een papiertje, dat de wachtmeester hem voorhield. „Ja, dat zijn de brodenklopt maar dertien flessen olie vandaag?" Onderwijl vulde zijn vrouw de pe troleumlamp en vertelde een verhaal met bekende, maar steeds weer aan grijpende details hoe tijdens de rampnacht het water onheilspellend tegen de gevel beukte en hoe het glas van een raam over haar heensplinter- de, toen zij uitkeek naar het witte schuimlint, dat met brullend geraas over de dijk kwam.... En dan de koeien. Hier schrok haar man op uit zijn gecijfer en hoewel in de rommelige bijkeuken het geklos van klompen klonk en de „Opper" waarschuwde: „Ze komen brood ha len", moet hij eerst vertellen: „.Ta, met het vee is een wonder gebeurd. Ik heb 42 koeien en de schuur stond onder water ik wist, dat de bees ten er in rond moesten zwemmen en bereidde my op het ergste voor. We zaten boven en konden niets doen. Toen het water na een paar dagen ge zakt was, durfde ik de schuurdeur haast niet te openen, maar tot mijn grote verbazing bleek al het vee nog te leven Geen „administratie". Dan begint de uitdeling. Er is geen verdere „administratie", want de bur gemeester kent zijn mensen en weet nauwkeurig, wie zijn dagrantsoen ge had heeft. En terwijl de broden van eigenaar verwisselen („Die broden uit Willemstad zijn als palen", zegt mevr. Schillemans trots) zien we in de chaos van het vertrek een hoge hoed, die ais een voorspellend teken van deze be noeming ergens uit een kast gezwom men moet zijn. Maar dat is ook het enige, dat ons er weer aan herinnert, bij een „bur gemeester" op bezoek te zijn. Wan neer we even later met de heer Schil lemans op „verkenning" gaan en onze voeten diep wegzakken in de modder brij, ontdekken we ineens in hem het prototype van de Nederlandse boer. We ontwaren het in de wijze, waarop hij bij iedere pas stug en zonder aar zelen de zware klompen neerzet; in zijn gesloten gelaatstrekken en in de blik. die verbeten gaat over de in de modder weggekantelde wagens en werktuigen, de uit de wegen gesleur de klinkers, de ineengestorte schuren, het dode pluimvee langs de dijk ..Er ligt nog bij een familie hier een ziek kind in het hooide mensen willen 't niet weg hebben, maar ik zal de burgemeester van Willemstad de dokter laten waarschuwendie moet maar eens komen en beslissen". En dan staat hij ineens stil: „We halen 't er weer bovenop.... als we allemaal ons best doen.ieder op zijn plaats Mr H. P. Linthorst Homan Commis saris der Koningin in Friesland, heeft in het provinciehuis een expositie ge opend van schilderijen, tekeningen, etsen en beeldhouwwerk, belangeloos door de leden van „It boun fan fryske kunstenaars" afgestaan, ten bate van het Nationaal Rampenfonds. Schillemans „regeert" over 50 mensen op eiland Tiengemeten (Van één onzer redacteuren) „Ja, ik heb op Tiengemeten een boer, de heer SchillemansDe Vos, tot burgemeester benoemd", aldus zei ons de heer Cor van 't Hooft, eerste burger van Willemstad, dat aan het Hollands Diep nog geheel geïsoleerd ligt. Nood breekt wetten: op de verdronken buurtschap, die tot een eiland gewor den is, waarop een 50-tal mensen hardnekkig vasthouden aan hun grond, dient „leiding" te zijn. Het merkwaardige feit doet zich echter voor, dat Tiengemeten onder Zuid-Bcyerland valt, maar de burgemeester daar alarmeerde zpn ambts genoot in Willemstad: „Kunt u behalve Ooltgensplaat ook de verzorging van Tiengemeten op u nemen. In kan er onmogelijk meer komen. „Goed", zei Cor van 't Hooft en liet een briefje tikken, waarin hy de heer Schillemans—De Vos tot burgemeester benoemde, alsmede tot onbezoldigd ryksveldwachter. Over een tydsduur werd niet gesproken, maar het recht op deze functies zal vermoedelijk wel enige maanden van kracht blijven, tenminste zolang als de isolatie duurt. Broden uit Willemstad als palen „F.en radio-verbinding is voor u aangevraagd en u kunt ook vorderen, indien u dat goeddunkt", aldus werd verder in de volmacht uit Willemstad gezegd. We deden dadelijk, wat „des jour nalists" is: we wisten aan boord te komen van de Marinesnelhoot. die volgeladen met vaten drinkwater, kis ten groenten en conservenblikken, alsmede ander proviand, uit de haven van Willemstad koers ging zetten naar Tiengemeten. Een vrij lange en eentonige reis over water volgde. Tussen de matrozen stond de wachtmeester der mare chaussee Simonetti in zün boekje met kruideniersboodschappen voor het eiland te bladeren. In gedachten ging hij nog eens na, wat men uit het „centraal magazijn" (in Casu de op een winkel gelijkende burgemeesterskamer in het gemeentehuis van Willemstad) had meegenomen, terwijl de „Opper" der rijkspolitie, de heer Schoenma kers, nog eens de hand over zijn borst- TVT IS DE MOLEN van Piet de Laat -in Oude Tonge. De Laet zeg gen de Ouwetongers. Zolang deze van zijn wie ken beroofde molen er staat, zal hij de gedachte levend houden aan een der ver schrikkelijkste drama's van de rampnacht van 1 Fe bruari. Wie hier de blik laat gaan over het ten dele weggesla gen pad, dat naar de molen voert, en over de water vlakte naar de verre boer derijen, gaat iets voelen van het diepe leed, dat in enkele uren over dit dorp is ge stort. Niemand kent het waarom en waartoe van het drama van de acht kinderen, die op dit kleine plekje grond jam merlijk zijn verdronken. Toen in de bewuste nacht de kleine landbouwer J. p. Nijsse aan de Molenweg nr. 5 te Oude Tonge Le- merkte, dat hij het niet lan ger kon houden in zijn huis, stuurde hij alvast vijf van zijn zeven kinderen met het allernodigste de dijk op naar het dorp. Zijn vrouw en hij zelf zouden wel zien wat er nog te redden viel en dan spoedig na komen met de twee kleinsten. In het pikkedonker van de stormnacht zijn de kinderen op weg gegaan en zij zijn over de dijk behouden aan gekomen bij het café van Ton de Waard, midden in het dorp. Alles was goed gegaan. Maar de angstige kinderen, die er in de al gemene ontreddering haast vergeten bij zaten, kregen het benauwd, toen vader en moeder weg bleven. Mis schien hebben zij maar een kwartier in het café gezeten, misschien zelfs korter, maar elke minuut moet het ge vluchte kindergroepje te lang zijn gevallen. Zij be sloten vader en moeder te gen te lopen, terug over de dijk. Het was een noodlottige ingeving. Even voorbij de molen vanDe Laat werden de kinderen opgevangen dooi; vluchtende mensen, die waarschuwden: Ga terug naar het dorpMaar de kinderen schreiden om de ouders. Iemand nam een besluit en stuurde hen over het pad naar de molen met de waarschuwing: blijf daar maar wachten. Ik zal 't je ouders wel vertellen Piet de Laat, die met zijn zuster en drie kinderen in de molen zat, ontfermde zich over de kinderen* Nijsse. Zijn vröuw was niet thuis. Zij bracht het weekend door bij familie in Brabant achter Halsteren. Maar ook de molen van De Laat heeft geen veilige be schutting kunnen bieden. Voordat het water te hoog zou komen, besloot de mo lenaar met zijn zuster en alle acht kinderen naa" de dijk in het dorp te gaan. Het werd te gevaarlijk. Zijn zuster verzamelde de kinde ren om zich heen en ging op weg. Nauwelijks waren zij wadend door het water halverwege het pad gevor derd of een grote, mans hoge golf stortte zich over de vrouw en de acht kinde ren. Zij zijn allen verdron ken. Vader en moeder Nijsse zijn met de twee kleinsten behouden in het dorp aan gekomen... Ook .Da. Laat is gered. TAE KOSTER zou mij de sleutel geven van de stompe toren in Oude Tonge, maar hij was niet thuis. En omdat we toch graag vanaf de to ren een overzicht wilden hebben van het vermorzelde dorp en de omliggen de polders, vroeg ik waar de koster te vinden zou zijn. „Hij is aan 't begraven", luidde het antwoord. We moesten de kaai maar aflopen en zouden hem aan de dijk wel vinden. Met de dijk werd, zo bleek dra, een stuk binnendijk bedoeld, dat niet had geleden. De kruin was modderig en moeilijk begaanbaar en voerde bui ten het eigenlijke dorp een polder in. In de verte was 'n groepje mannen te zien, kleine figuurtjes inleen wijd, bar panorama van immens grauw water, klotsend aan de dijkvoet en een alles overspannende hemel, waartegen de wolken zich hadden samengebald. Diepe, doorweekte karresporen ga ven de weg aan naar het massagraf van Oude Tonge. Er is nauwelijks plaats in Oude Tonge om de doden te begraven. De drie bestaande doden akkers staan onder water. De zerken zijn los gewoeld van de graven en om vergeworpen. Deze smalle dijk, die zich als een zwarte streep verliest in de omringende watervlakte, biedt nu de slachtoffers van Ouwetong een voorlopige rust plaats. Dichterbij gekomen, zag ik de wagen, een open boerenwagen en daar op de kisten met de droeve oogst van één dag zoeken: 17 slachtoffers. Er stonden er al een zestig in het lange, in het dijklichaam uitgeholde graf, de kisten zo dicht mogelijk op elkaar ge stapeld en met een dunne laag aarde bedekt. Hier moet rationeel te werk worden gegaan. Want als er, zoals de verwach ting is, nog ruim tweehonderd begra ven moeten worden, zal de breedte van de dijk onvoldoende zijn. De koster, die mij de sleutel gaf, mat bezorgd met zijn ogen de oppervlakte en sprak zijn twijfel uit. Er stond een harde wind, die de golven stuurs op de dijk deed slaan. De De enige straat in Oude Tonge, die droog is gebleven, is de Molendyk. Daar en rondom het haventje leven 200 mensen. Deze dukw, waarmee een militaire opruimingsploeg van kada vers opereert, kan er nauwelyks door. dominéé die toezicht hield bij het plaatsen van de kisten en de nummers controleerde, trok de hoed dieper over het hoofd. Hij heeft al drie weken mensen begraven. Een nieuwe kist werd aangedragen. Dit tafereel van zwijgende, torsende mannen op de dijk had iets onwerkelijks, als een visioen van Dante. Eens, weten wij, zal het pijpekruid weer bloeien langs de dijken, eens zul len de meeuwen weer de voren van de ploegen volgen en zal de zwarte aarde van Flakkec de zomerse kleuren ver tonen van groen, groen-blauw en goud geel onder de blauwe hemel. Dan zul len ook de doden hun laatste rustplaats krijgen. Het verdronken land zal opnieuw ademen. Moeilijk herstel in Bruinisse BRUINISSE. Te Bruinisse is men begonnen met het leegpompen van de Stoofpolder, een klein poldertje in de nabijheid van de vluchthaven. De ver binding met Steenbergen, die de laat ste dagen mogelijk was, was gister morgen verbroken door het inzakken van een duiker in de nabijheid van St. Philipsland. Sint Annaland „De dijk is dicht" St ANNALAND. 20 Febr. „Nu is het dan toch gelukt, het gat is dicht", juichte de St Annalandse jeugd gister avond elkaar toe. „Het gat is dicht", riepen de vrouwen wier mannen daar nu al drie dagen en nachten onafge broken aan die dyk zwoegen. Het gat is dicht. Het gaat als een lopend vuurtje door het dorp, een bewps, dat alles en allen met dit grote werk mee leven. Inderdaad, het gat kwam dicht. Na vier uur hielden de zandzakken het in de laatste meter die tussen de twee dammen nog open lag. Dat was het begin van deze afslui ting, die van de ongeveer achthonderd dijkwerkers uit St Annaland, Oud- Vossemeer, Tholen en Poortvliet, van deskundigen en opzichters, de laatste drie dagen en nachten het uiterste had gevergd. Het is ook niet eenvou dig, om een zestig meter breed zee gat met sterke stroom zonder groot materieel, alleen maar met mankracht, met klei en zakken te dichten. Maai de dijk is daar dicht. De vloed komt nu opzetten en men moet nog even aanzien, of het laatste aangebrachte stuk van deze kronkelende dam deze eerste vloed zal weerstaan. Men gaat er daarom door met het werk. Een machtige strijd is geleverd en thans zo goed als gewonnen. Het is nog maar een voorlopige bescherming. Ruim 250.000 zakken vormen de dam, die het water nu tegenhoudt. De dijk werkers sjouwen nog voort, rij aan rij. ondanks de uitputting nu weer iets veerkrachtiger, nu ze met trots straks thuis kunnen zeggen: „de dijk is daar dicht". De laatste film, die in bioscoopzaal Meper te Middel- harnis draaide was „The lady with the lamp" over het leven van Flo rence Nightingale, de stichtster van het Rode Kruis. De bioscoopzaal is stal geworden vooi het geredde vee. Er wordt voorlo pig geen nieuwe film verwacht.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3