Sluiswachter Den Rooyen was vanaf 9 uur op z'n post Zes en dertig uur op 't dak W at is er gaende, Piet Maar het water kwam van alle kanten Zaterdag 21 Februari 1953. NIEUWE APELDOORNSE COURANT Derde blad nie uitsluitend wordt gebruikt voor het opruimen van de ravage en reeds de volgende morgen zien we de jon gens in actie, de benen in lieslaarzen, gummihandschoenen aan de handen. Dat is mierenwerk. Elk plankje, elke stoelpoot, maar ook kasten en bedden moeten met bootshaken uit het water worden gevist en op de dijk worden geworpen. De bedoeling is, dat alles nadat het gedroogd is, op een hoop wordt gegooid en met behulp van vlammenwerpers wordt vernietigd. „Burgerwerkvolk krijg je niet ge makkelijk voor dit karwei," zegt lt. Van der Linde. „De mensen werken niet graag in dit besmette water, waar in nog voortdurend tussen het huis raad lijken worden gevonden." Tussen de militairen zitten de leden van de bergingsploegen. Sedert de rampnacht geeft een jonge inwoner van Oude Tonge, de schilder Vijfhui zen, leiding bij dit trieste werk. Kosten. Achter het huis ligt het don kere, verdronken land, waar geen lichtje trilt. Alleen de wind rumoert over de doodse watervlakte. In de tuiD van het huis, tegen de glooiing van de dijk ligt stro en wrak hout opgetast. En altijd weer komen de verhalen over die ene, verschrikke lijke nacht. Men wil er liever niet over praten, maar telkens dringt het lot van dit kleine Ouwetong zich op in de gesprekken. Het is niet te ver mijden. Het heeft te diep ingegrepen in het leven van iedere bewoner en elke dag worden de mannen, die zijn gebleven, geconfronteerd met de ge volgen van die fatale nacht. Aan tafel zit een jonge aannemer. Hij heet Willem Mooyaart en hij is zes en twintig huizen kwijt. Alleen de fundamenten liggen er nog. Waar zijn de bewoners van deze huizen? Het water geeft geen antwoord. „De dijkhoest" het geraas van de storm alles over stemde. Bovendien was voor het achterste deel van het dorp rondom de stationsweg het klokgelui „af- gewind". En velen, die net wel hoorden, maakten zich aanvankelijk nog niet zo bar ongerust. „Wat is er gaende, Pietkwamen sommigen op da sluis vragen. Piet heeft ze naar huis gestuurd met de boodschap, dat ze maar moesten maken, dat hun boeltje in veiligheid kwam. Hij zag de ernst van de toestand beter in. Om half vier ging het water al over de dijk stromen, een dijk, die goed vijf meter boven N.A.P. ligt. Het begon in te kalven en om half zes brak de dijk bij de sluis door. Maar van alle kanten was Oude Tonge reeds besprongen. De mensen die dachten, dat het water niet ho ger zou komen dan het evacuatiepeil van 1944 en die dus de naaimachine en de radio op de tafel zetten, zagen tot hun ontzetting het water op vele plaatsen tot aan de dakgoot komen. Als dominos.enen. Enkele honderden huizen, zrjn in Oude Tonge door de watermassa's finaal met mensen en al meege sleurd. Zij gingen omver als can rijtje achter elkaar staande domii ei stenen, waarvan de eerste een tik $9 krijgt. Velen moeten nog onder de puin hopen van vier weggevaagde strateJ liggen. Verschillende boerderijt rondom Oude Tonge zijn wegg. spoeld. Er zijn stallen van gro-u boerderijen, waarin nog veertig en meer stuks vee rij aan rij dood naast1' elkaar moeten liggen. Men schat dat er alleen in en ont Oude Tonge 2000 kadavers geruimd moeten worden. Zij liggen overal in het dorp en zijn met hun dode ogen en stijve poten spookachtige getuigen van een aandoenlijk-hulpeloze ellen de, waarin het redeloze creatuur is ondergegaan. (Vervolg van vorige pagina) Zelfs al is het water gezakt en is een straat weer begaanbaar, kan men nog de bewoners niet terughalen, omdat zij geen slaapgelegenheid hebben. De meeste huizen kunnen in één dag niet schoon gemaakt worden. Een vieze, zwarte sliklaag bedekt de vloeren, soms twee a drie decimeter dik. Dat slik moet er uit geschept of uit ge spoten worden, met zoet water na tuurlijk. En water is er niet in zulke grote hoeveelheden. Van onze gastheer in Oude Tonge kregen wij 's morgens als rantsoen: één schep met een steel pannetje. Als het huis eenmaal schoon is, moet het weer bewoonbaar worden gemaakt. Waarmee? Op onze foto pagina ziet u enkele opnamen van het interieur van een huis, dat in middels weer droog staat. Van het huisraad is niets meer bruikbaar. Het maakt geen verschil of het uit de hui zen is gespoeld of in de kamers is blij ven drijven, het deugt niet meer. Er is maar één oplossing: op een hoop gooien buiten de deur als brandhout. Van deze en andere moeilijkheden, welke met het bewoonbaar maken van een geteisterd dorp gepaard gaan, kan men zich vooral in Oude Tonge een indruk vormen. Zoals het was T A AT IK U in grote trekken ver- •*-' tellen hoe Oude Tonge er vóór de watersnood uit zag. De hoofdstraat loopt over een dijk, de Molendijk, die tevens de verbinding vormt met Stad aan het Haringvliet aan de ene en Nieuwe Tonge aan de andere zijde. Die dijk is ook het winkelcentrum, om dit weidse woord eens te gebruiken. Vanaf de dijk lopen diverse straten naar beneden, het eigenlijke dorp in, naar de kerken, naar dc stompe toren, en verderop naar de scholen en het tramgebouw van de Rotterdamse Tramwegmaatschappij. Aan de andere zijde van de dijk gaat eveneens een straat naar beneden, naar het haven- Dit is het gat, dat dwars door het dorpje Den Bommel in de dijk is ge slagen. De sluis, die zich ter plaatse bevond en de aangrenzende huizen, zijn weggeslagen. Het water stroomt bij eb en vloed met grote snelheid de polder uit en in. Den Bommel is door dit gat geheel in tweeën gesplitst. tje, en hier „aan de kaai" staat ook het uit de vorige eeuw daterende ge meentehuis. Een knus, oud dijkdorpje met rond 3100 inwoners: hoofdzakelijk boeren en landarbeiders, een groepje middenstanders en enkele schippers. Iedereen kende iedereen. Wie nu dit dorpje per auto binnen rijdt, kan alleen de nauwe straat op de d(jk over een lengte van nog geen kilometer volgen. Dan staat hij met de wielen in het water en doet beter een dukw te nemen. Hij zal er niet kunnen keren en doet dus verstandig zover niet door te rijden en by het dorpscafé af te slaan naar beneden, naar het haventje, waar hy een rondje kan maken. Maar d?«n is het ook on verbiddelijk uit. De rest staat onder water, of is bedekt met puin en wrak hout. Op dit plekje grond, dat men in tien minuten gemakkelijk kan belopen, leven thans nog 250 van de 3100 in woners. Zy wonen dus hoofdzakelijk op de dijk. Hun huizen zijn omgeven door ruïneuze taferelen van wrakhout van huisraad, puin van ingestorte hui zen en door het vergiftigde water, waarin behalve de verdronken dieren nog de lijken liggen van ten minste tweehonderd medebewoners van Oude Tonge, die een ieder gekend heeft. Dat is de verschrikkelijke werkelijk heid van dit ene dorpje, dat in de vlucht der gebeurtenissen een korte tijd, waarin echter elke minuut te lang was, op de achtergrond is ge raakt. Oude Tonge is te lang ge- isoleerd geweest. Het heeft het groot ste aantal slachtoffers van het gehele rampgebied, ruim 300 of tien procent van de gehele bevolking. Bijna de helft van het plaatsje is vernietigd. Het werd te laat ontdekt. Het is geen wonder, dat burgemees ter Van Dijk de tranen in de ogen schieten, wanneer hij vertelt van de moeilijkheden, die als een berg op gestapeld liggen. Hoe moet dit ooit weer goed komen? Geheel weggevaagd zijn vier stra ten: de Julianastraat, de Kapelleweg, de Josephsdreef en de Stationsweg. Het stationsgebouw van de R.T.M. is eieneens ingestort. In de bochten van dijken en straten is alles, wat het water heeft los ge woeld, bijeen gedreven: hele velden hooi en stro, uien en peen liggen op het water. En dit alles spoelt aan en hoopt zich op met bedden, stoelen, dressoirs, stukken van kasten, schu ren en hokken, boeken, kleren en kin derspeelgoed. Oude Tonge is nog Mensen en dieren hebben tezamen geleden. Maar terwijl de dieren, ge wend aan de hulp van mensen, het water gelaten over zich moesten laten komen, konden de mensen vechten voor hun leven. Er is in Oude Tonge in enkele eindeloze, nachtelijke uren, waarin de wereld beefde van het geweld van water en wind, met doodsverachting gevochten om het lijf te redden., Som migen is dat gelukt, velen zijn be zweken. Piet Kardux, een- vijf en vijftigjarige ongehuwde landbouwer, die met zijn zuster Anna wat teruggetrokken leefde op een grote boerderij aan de Blauw- panneweg heeft zes en dertig uren op de voorgevel van zijn boerderij ge zeten. Die gevel was vrijwel het enige deel van zijn- huis, dat was blijven staan. Hij en zijn zuster hebben er t leven afgebracht. Zij konden de een zame strijd op hun veraf gelegen hoeve vo- houden totdat een helicopter hen kwam redden. Maar enkele tientallen meters verder verdronken onder hun ogen de boerenknecht Bram Tiggel- man, zijn vrouw en twee kinderen. Hun huisje sloeg weg alsof het een kartonnen doos was. Er zijn huizen en boerdcryen weg geslagen. waaruit geen enkele bewoner meer ïs ontkomen. Een verschrikkelijk drama heeft zich afgespeeld op de Zuiderlandse dijk. Daar woonde op B 100 dc arbeider Hen de Boed. Het huis is niet meer en het hele gezin is verdronken: man. vrouw, veertien kinderen en de verloofde van een der jongens, die 's avonds op bezoek was. Het leed door liet verlies van men senlevens veroorzaakt, is onmclclijkcr dan het water, dat Oude Tonge van de buitenwereld afsneed. Via Middelharnis-haven keren dage lijks bewoners van Goeree en Over- flakkee, die verblijfsvergunningen heb ben ontvangen, met de veerboot naar het eiland terug. steeds noodgebied. Deze week heeft de burgemeester versterking gekregen van 200 militairen, het 411e garde bataljon van de Prinses Irenebrigade uit Ermelo, in de wandeling de compie van kaptein Boon. Luitenant Van dei- Linde vertelde ons, dat deze compag- „Mijn hele compie heeft de dijk hoest"zegt.de luitenant. „Als ze 's morgens wakker worden de mili tairen slapen in schepen hoor je ze in koor rochelen. In Ermelo zou de dokter ze binnen houden In Oude Tonge zijn ze niet klein zerig. Ze doen daar het smerige werk onder opgewekt gekanker. Zij vormen er met de kleine kern van burgers een gemeenschap, die het hard te ver duren heeft. Maar ieder doet er wat er nu onder primitieve omstandig heden gedaan moet worden. De dagen zijn gevuld met het ver zorgen van de gemeente-administra tie, het voeren van besprekingen over het herstel, het opruimen van de rom mel, het bergen van lijken en het weg slepen van kadavers, het vullen van zandzakken en het sorteren van kle ding...,, water halen en eten in de gaarkeuken, waar koude en warme maaltijden een dag tevoren moeten worden besteld. 's Avonds zitten we om de petro leumlamp op de dijk bij Leen en Bert Deze pryslyst hangt in de noodgaar- keuken, die het Rode Kruis in Oude Tonge heeft ingericht. Men mag deze eetgelegenheid slechts betreden na zorgvuldige reiniging van handen en laarzen met lysol. De prijzen zijn bil- lyk. Warme maaltyden moeten echter een dag tevoren worden besteld met 't oog op de voorraad levensmiddel». (Van één onzer redacteuren) A LS men de mensen in Oude Tonge vraagt: wanneer hebben jullie eigenlijk voor het eerst contact met de buitenwereld gekregen, dan stokken de antwoorden. De meesten weten het niet precies meer. Het'dorp is van alle kanten besprongen en overrompeld door het water. Geen man kon de dijk af om hulp te halen: radio en telefoon functionneerden niet; stroom was er niet. Zelfs nu krijgt men nog geen volledig beeld van de gebeurtenissen in de rampnacht, die hier het hoogste aantal slachtoffers van het gehele noodgebied hebben geëist. Vast staat, dat een helicopter van de Sabena Zondagavond tegen het vallen van de schemering op de dijk bij de Gasfabriek is geland. Maar de benzine was op en de vlieger, afkomstig uit Brussel heeft de nacht in Ouwe Tonge door moeten brengen. De volgende morgen is hij terug gevlogen om de buitenwereld te vertellen wat er in Oude Tonge gaande was. Dinsdagochtend werd er uit een vliegtuig boven de Nieuwstraat een pak medicamenten gedropt. Enige uren later volgde een groot pak brood en daarna verschenen regelmatig de helicopters om de mensen uit de huizen en van de daken te halen. In de chaotische uren van de rampnacht en gedurende de daarop volgende twee dagen is Oude Tonge geheel op zichzelf aangewezen geweest. Het heeft geen hulp van buitenaf gekregen, maar ander elkaar stellen de Ouwetongers vast, dat eigenlijk elke hulp van buiten te laat zou zijn geweest, omdat iedere minuut telde. Veel vertrouwen op het „evacuatiepeil" Behalve het isolement was er nog een geduchte tegenslag. Terwijl nor maal in het haventje van het dorp op Zaterdagavond acht tien sche pen liggen, was er op de Zaterdag avond, toen de storm opstak, maar één schip met een roeiboot aanwezig. Indrukwekkende voorbeelden van individuele moed en doortastend op treden kreeg ik echter te horen op de kaai. waar in en rondom het ge meentehuis het centrum ligt van alle activiteit. Daar loopt de 19-jarige schippersluiecht Cor van de Tonne- kreek. Hij is des nachts herhaaldelijk in het water gesprongen om over een grote afstand een i'eddingslijn vanaf de dijk te spannen naai' de huizen met bedreigde mensen. Wie naar de dijk wilde waden moest zich aan deze lijn vast houden om heel huids door de geweldige golven te komen. Dank zij de waakzaamheid van de sluiswachter Pieter Johan den Rooyen, die tot het laatste ogenblik op zijn post is gebleven bij de vloeddeuren van de Suyspolder, kon den vele bewoners van veraf gelegen boerder;en nog via het gemeente huis telefonisch in de voornacht gewaarschuwd worden. Hel is een eenvoudige, maar bij zonder plichtsgetrouwe man deze Den Rooyen, die in 1932 in Oude Tonge sluismeester is geworden. „Als je je plicht verstaet, ken je Sluiswachter Pieler Jolian den Rooyen, die in de stormnacht bij de vloed- deuren van de Suyspolder te Oude Tonge het water over dc dijk heeft zien komen. Hij heeft de burgemeester en de politic gewaarschuwd. niet wegloppezegt hij. Om negen uur 's avonds kwam Den Rooyen thuis. Hij was even in het dorp geweest en om negen uur gingen de sluizen open voor laag water. Normaal zou het val drie uren moeien duren. Maar naarmate de avond vorderde, gingen .de deuren weer dicht omdat het water bleef komen, in plaats van gaan en om 12 uur, toen het water het laagst moest zijn, stond er 75 cm voor de deuren. Dat was verontrustend. Om half twee liet de sluiswachter de burgemeester en de politie waar schuwen. De noodklok ging luiden en de brandweerauto en de garage houder Pullemans reden door het dorp om te waarschuwen. Maar een groot deel van de bewoners heeft geen alarmsignalen gehoord, om.dat

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3