3,*#" Ruïneus en spookachtig tafereel van overrompeld en dagenlang geïsoleerd dorp Hulp moest wel te laat komen, omdat iedere minuut telde NA DRIE WEKEN NOG STEEDS NOODTOESTAND -au (Van één onzer redacteuren). DE BEWONERS van Meneerse op uw atlas staat Middelharnis heb ben, voordat het water het schone, weidse Zuidhollandse eiland Goeree en Ovcr- flakkee in de oude geografische toestand van twee gescheiden eilanden terugsloeg en over spoelde, in de biscoopzaal van hotel Meijer bij het schilderachtige haventje, een mooie film gezien. Het was de laatste film, die er vóór de watersnood werd vertoond en de ironie van het lot wilde, dat de film „The lady with the lamp" heette en de levens geschiedenis behandelde van de stichtster van het Rode Kruis, Florence Nightingale. De film is afgeknapt. De illusie, die het celluloid- bceld wekt, is verjaagd door de bittere wer kelijkheid: de noodzaak van de Rode-Kruis hulp in een ellende van mensen en dieren, die sneller wies dan het water. Aan de kale muur van de zaal haugt nog het kleurige affiche van de film," maar de stoelen van de toe schouwers hebben plaats gemaakt voor het stro, waarop het hulpeloze vee va» het ver dronken land in de eerste dagen van de ont reddering werd gestald. Er wordt voorlopig geen nieuwe film verwacht. De werkelijkheid is tien maal erger dau de film kan uitbeelden, ook nu nog, drie weken na de rampnacht. De lamp van het Rode Kruis heeft overal in het noodgebied haar bevend licht geworpen van af het ogenblik dat de electriciteitskabels met de dijken in stukken gingen. Het licht heeft geschenen 111 de overstroomde straten, in de huizen, waar de meubels bij elke nieuwe golf slag tegen de plafonds klotsten, in de lokalen, waar kleren en warme koffie gereed waren voor de slachtoffers. Het licht van Florence Nightingale is meegevoerd in de helicopters, die als grote, zoemende insecten neerstreken op de dijken, op de Dukws met Amerikanen, Duitsers, Fransen en Italianen, in de punters uit Giethoorn en de boten van de mariniers. De eerste nood is opgeheven, niet waar? De evacué's zijn afgevoerd. Wat menselijkerwijs gesproken gered kon worden, is gered. De berooide bewoners van het rampgebied krij gen hun evacuatie-geld. Aan het herstel van de dijken wordt met opperste inspanning ge werkt en officieel is de noodtoestand met het terugtrekken van de troepen, opgeheven. Na een tocht van drie dagen over één der zwaarst getroffen eilanden, Goeree en Over- flakkee is uw verslaggever er echter van overtuigd, dat nog steeds één gevaar het rampgebied bedreigt, een gevaar, dat groter is in zijn eventuele uitwerking als een nieuwe bres in één der voorlopig herstelde dijken. Dat is het psychologische gevaar van verzadiging van de publieke belangstelling en verzwak king van de nationale solidariteit, die het getroffen gebied tot nu toe zo versterkend en opbeurend heeft omsloten. Want wel is de noodtoestand opgeheven, maar dat is een bevel op papier. De nood vreet door, zolang het water doorvreet aan de ondermijnde huizen en de zielige kadavers, zolang de honderden slachtoffers niet ge borgen zijn en er een dorp als Oude Tonge bestaat, dat nog volop noodgebied is. Wij hebben twee dagen in Oude Tonge door gebracht. Geen plaats in het getroffen gebied is zo duidelijk een teken aan de wand: pas op, dat hulp en meeleven niet verflauwen, pas op, dat de boel niet inslaapt! als dit Oude Tonge, waar de hulp tengevolge van een dagenlang isolement veel te laat is gekomen. Nog maar amper een week kan men dit Flak- kcese dorpje weer per auto bereiken. Er staan j officieel op het gemeentehuis als voorlopig aantal slachtoffers 319 mensen genoteerd. Dinsdag jl. waren er pas tachtig gevonden. Oude Tonge is het dodendorp van het nood gebied en verdrietig zegt burgemeester Van Dijk, die persoonlijk het. leed van zijn be volking van 3100 zielen nauwelijks kan ver werken: „De gevolgen van ons isolement zijn veel erger dan men denkt. Er is vrijwel geen enkele instantie, die zich goed heeft gereali seerd, hoe hoog de nood in Oude Tonge is Ik versta U wel DE KONINGIN is in Oude Tonge geweest. Zij kwam per helicopter. De achtergebleven mannen en vrouwen stonden in een wijde kring toen de Koningin op de dijk uitstapte. De Rijkspolitie maakte ruim baan. „Dat is niet nodig," zei de Koningin. „Kom maar wat dichter bij me staan, dan kunnen we eens praten Er is ongedwongen gepraat in de taal van de streek. Ik versta U wel.. had de Koningin gezegd. Wie men ook spreekt in Ouwe Tonge, iedereen zegt: „Dat heeft ons geweldig goed gedaan.'" D IT is op de eerste plaats hetverhaal van Ouwetong, van de tocht er heen, van de huidige toestand in het dorpje, van de 200 mensen die er leven op nog geen kilometer lang stuk dijk en van de razende nacht, waarin de golven driehonderd mensen of tien procent van de bevolking hebben meegesleurd in een jammerlijke dood en de helft van het dorp hebben vernietigd. Dit is ook het relaas van de noodlottige gevolgen van een isolement, dat te lang geduurd heeft. Het is opgetekend in gesprek ken met de mannen, die zijn achtergebleven, 's avonds rondom de petroleumlamp in het huis van de gebroeders Kosten, op de sluis van de Suyspolder bij sluiswachter De Rooyen, op het gemeentehuis en in dc cantine van het Roode Kruis en bij de jongens van de Prinses Irene- brigade uit Ermelo. Het is mij zwaar gevallen over liet lot van Oude Tonge te schrijven, even zwaar als het onwennig lopen was in slik en modder met de laarzen cn de leren jas, die de Apeldoornse brandweer mij had geleend. Want er komt over de bezoeker van dit stukje noodgebied reeds na een verblijf van enkele uren tussen kadavers en doodkisten, zakken zand en bergen wrakhout, ingestorte huizen en water, water, water 'n zekere onaandoenlijk heid, een. stroefheid, een onpersoonlijk waarnemen, waarin men zichzelf niet herkent. Het is dezelfde onaandoenlijkheid, waarmee zeven mannen dagelijks de kisten met geborgen slachtoffers van een platte boeren wagen tillen en in een massagraf naast en op elkaar zetten en dezelfde stroefheid waarmee de dominee, staande met zijn laarzen midden in dat graf. de nummers van de kisten met de namen op zijn briefje controleert. Het is dezelfde snelle verschraling van menselijk meevoelen met de gebeurtenissen, die het de bergingsploegen in hun glibberige gummi- pakken mogelijk maakt nu al dagen achtereen verdronken mensen op te vissen. En hoe kunnen de tweehonderd soldaten de restanten van ledikanten, 'stoelen, schuurtjes en kippenhokken lawaaierig op de dijk werpen en de dode koeien en paarden aan de lijn haken en ophijsen tot zij spookachtig met wijdgestrekte, stijve poten in de takels bungelen, als zïi zich niet wapenen tegen de dieper zetelende gevoelens van meedogen met dit gestriemde land. Dat gaat als vanzelf. De mens, chc hier enige tijd verkeert, voelt dat de talloze, snel op elkaar volgende indrukken van zoveel botte vernieling het hart niet meer raken. Het is of de menselijke natuur zelf voor een afwerend pantser zorgt. Dat is de ervaring van een bezoeker. Men kan slechts raden wat er omgaat in de menesen. die hier hebben gewoond cn gewerkt. Hoe moeten zij zich harden, die sedeit de rampnacht in dc leeggestroomde dorpjes zijn achtergebleven en die dagelijks staan tegenover de gevolgen van het fatale watergeweld. Er moeten nog 200 doden worden geborgen. Militairen doen mierenwerk Dit stomme, redeloze water! Het vergezelt ons al vanaf Spijkenisse be zuiden Rotterdam, waar het monster achtig voortschommelende trammetje van de R.T.M. halt moet houden, om dat het verdere traject kapot is. Het water is er, als we met een over belaste bus over een in allerijl ver sterkte dijk naar Hellevoetsluis rijden en het begeleidt ons hardnekkig aan weerszijden van de weg, zolang en waar we maar, na de tocht met de veerboot naar Middelharnis. op het eiland Goeree en Overflakkee rijden. Dit water! Het is op de eerste dag van onze tocht onder een flctsblauwe hemel met bleek zonlicht van weg lot horizon bedaard aanwezig. Maar de kalme rimpelingen zijn vals. omdat zij een onafzienbaar groot graf bedek ken als een grijze lijkwade. Op de tweede dag is het nors met stijve rol lers. die stompzinnig keer op keer op de huizen en de dijken lopen. Het is iveral nog verraderlijk, taai. onaf zienbaar Dc doorbraken Af 1DDELHARNIS is het uitgangs- punt voor elke tocht over het eiland. Voor de watersnood was Flak- kee een prachtig eiland met weidse vergezichten onder imposante wolken stoeten. Een welvarend eiland met ka pitale hofsteden, polders als wijde kommen met de binnendijken als op staande randen. Tegen de winter na men de boeren nogal wat vee in huis, maar de landbouw overheerste. Op de zware klei wies het graan. Flakkee was bovendien het land van de aard appelen en de suikerbieten, van uien en peen. De beste juun kwam er van daan. Het eiland is nu als in vroeger eeuwen in tweeën geslagen. In bui- ten- en binnendijken zijn wel honderd gaten geslagen. Middelharnis. Oud dorp. Melissant, Ooltgensplaat en Birksland kwamen er nog vrij goed af. ofschoon het grootste deel van de be volking is geëvacueerd. Er zijn naar iemand van Waterstaat mij vertelde, nog vier grote slroom- gaten, nl. bij Den Bommel, bij lier- kingen, Stellendam en Ouddorp. Een groot gat bij Ouddorp is gedicht even als een stroomgat bij Dirksland-haven. Bij Den Bommel is de doorbraak werkelijk opzienbarend. De sluis is er weggeslagen en het water stroomt er nu na drie weken nog met een ge weldige kracht alsof het van dc bei- gen komt, kolkend en bruisend dwais door de dijk. die tegelijk de hoofdweg was in dit kleint dorpje. Het gat is zeker meer dan honderd meter breed en twintig meter diep en het heeft dit plaatsje volkomen in tweeën gesplitst De huizen die hier op de dijk ston den, o.a. het postkantoor, zijn finaal weggeslagen De grote aannemer van Waterstaatwerken, Boltje uit Zwolle, heeft een groot deel van zijn materieel, dat voor Brazilië bestemd was, o.a. de baggermolen Friesland, naar dit gat gedirigeerd. Een aantal persleiding buizen ligt hier langs de kant van de- weg naasi een lugubere stapel lijk kisten. Bij Herkingen is nog een gat van veertig meter, waar twee draglines werken. Het stroomgat hier is ont staan tengevolge van hel doorsteken van de dijk om de druk op een aan grenzende polder van Dirksland te verminderen. De polder bij Dirksland is droog gebleven. Het is vrijwel de enige op het eiland. Zoals men weet werd er jl. Dinsdagavond nog alarm geslagerr voor een dijk bij Dirksland, die in allerijl versterkt moest wor den. In de binnendijken zit het ene gat na het andere, maar voorlopig heeft men eerst gaten dichtgemaakt, die de wegen over de dijken hebben ver sperd. Het is echter nog onmogelijk om vsn Middelharnis rechtstreeks via Nieuwe Tonge naar Oude Tonge te rij den. Dat was de kortste weg. Beide plaatsen zijn volkomen geïsoleerd ge weest en hebben dan ook een zware lol aan mensen, dieren, have en goed moeten betalen. Men had ons dc raad gegeven: probeer maar met een dukw ot een helicopter mee te komen. Maar loen wij jl. Maandagmorgen in Mid delharnis. kwamen, vertelde de Rijks politie, dal de weg via Stad aan 't Haringsvliet en Zuidzijde naa: Den Bommel en Oude Tonge voorlopig was hersteld. Inderdaad, zeer voorlopig. Liftend op een tractor en in een door het Rede Kruis gecharterde personen auto konden we tot de splitsing naar Den Bommel komen, waar de weg was hersteld. Wat moet daar in enkele dagen tijds een werk zijn verzet. Nog reden de vrachtauto's met zandzakken en los zand af en aan om het benauwend smalle dijkje, dat w:er op de golven was heroverd, te versterken. Brede happen had het water uit het weg dek gebeten. En over dit dijkje daver den de gehele dag de wagens. Intense bedrijvigheid Overal heerste -op het eiland een intense bedrijvigheid. De veerboot ging niet rustig en gelijkmatig, gelijk in. goede tijden van Hellevoetsluis naar Middelharnis. Drie, vier boten voeren onophoudelijk heen en weer. Zodra er weer één was volgestouwd met au;/s eh mensen, bewoners die terug mui ri ten keren, mannen van de Rijkspolitie, militairen, autoriteiten van Waterstaat, maak', de andere zich gereed om te meren. Wie mogen er naar het eiland? De Rijkspolitie controleert streng. Tussen Rotterdam en Oude Tonge hadden wij zes maal controle en twee maal moest ons doorlaatbewijs van een nieuw stempel worden voorzien. Slechts wie vergunning heeft van de burgemeester van zijn gemeente mag terugkeren. Voorbij Spijkenisse werd hel over volle trammetje uitgekamd. Vijf men sen moesten, bepakt en bezakl. terug keren. Dat i een hard gelag. De schemer daalt over hel wijde ver- dionken land tussen Oude en Nieuwe Tonge. Dc foto's boven tonen Oude Tonge. zoats men hel vanal' dc toren ziet. Duidelijk is te zien. waar hele slratcn met huizenblokken zjjn verdwenen. De meeste evacué's willen gra2g naar huis terug. Dagelijks ragen zij zich af: zou het water al gezakt zijn, zou ik weer bij mijn boeltje kunnen komen? Maar voorlopig mogen alleen de mannen terugkeren, die werken kunnen aan het herstel cn voor wie huisvesting aanwezig is. En dit laatste de grote zorg van de burgemees ters. (Zie volgende pagina) t

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2