Geschonden en verdronken land BINNENLANDS OVERZICHT Nieuwsblad voor het Eiland IJsselmonde - Uitgave van de Ridderkerkse Drukkers Vrijdag 20 Februari 1953 Abonnementsprijs ƒ1. per kwartaal Per post 2.50 per halfjaar Advertentietarief 10 cent per mm Bij contract korting Ingezonden mededelingen dubbel tarief Copie in te zenden tot Donderdagmorgen 9 uur De Combinatie 2e Jaargang no. 101 Redactie en Administratie „DE COMBINATIE" Lagendijk 1: i RIDDERKERK Telefoon 300 (K 1858) Verschijnt op Vrijdag ■k Redacteur: M. C. BROEKZITTER De Friese Middelzee, de Wadden, de Zui derzee, de Haarlemmermeer, de Biesbos, de Zeegaten, het Verdronken Land van Rei- merswaal en dat van Saaftinge: het zijn alle evenzovele herinneringen aan verwoestin gen die storm en zee aan onstzo kwetsbare laagland hebben aangericht. En al moge de smartelijkheid van die heugenis door de eeuwen, en niet minder door triomfante lijke heroveringen zijn uitgewist, er zijn wonden die blijven schrijnen. Er ligt toch altijd een zekere weemoed in de benaming: Verdronken Land. Wij hebben ons, helaas, in deze dagen vertrouwd moeten maken met de gedachte, dat de zee een deel van haar buit niet meer zal afstaan; de mogelijkheid dat een deel van Schouwen en van Flakkee niet meer boven het water zullen uitkomen, is groot. Zolang het land onbeschermd ligt en bloot gesteld aan de getijdestromen, aan de zui gende kracht van de eb vooral, zolang zal de zee blijven voortvreten aan de door weekte polders. Zelfs de moderne techniek beschikt niet over de middelen om op korte termijn dat is hier: voor de periode van voorjaarsstormen op zo grote schaal ga- tén te dichten van 30 en meer meters diep aan open zee. Elk optimisme in deze is on gerechtvaardigd. En zo is de kans groot dat onze atlassen historische waarde gaan krijgen. Een be denkelijke waarde overigens. Maar dit is niet de enige zorg die ons land vervult, al is het een der grootste. Ook daar waar, naar de mens gesproken, blij vende verdrinking tot de onwaarschijnlijk heden behoort, en zelfs niet ter sprake ko men, liggen de problemen hoog opgesta peld. De technische moeilijkheden zullen daar betrekkelijk gemakkelijk te overwin nen zijn, de financiële, economische en so ciale echter niet. Wat de geldelijke betx-eft dit: al wat nu zal gaan gebeuren aan herstel en vernieu wing van onze zeeweringen en dijken, aan landverbetering, herverkaveling en wat met dit alles samenhangt, geschiedt ook voor (laten we hopen: verre) nageslachten. De thans levende generatie kan deze lasten on- mogelijkdragen en het zou niet billijk zijn die alle op onze schoudei-s te leggen. Indien de regering er toe mocht overgaan om voor de financiering een lening op lange termijn uit te schrijven, dan zal de lengte er van ons niet mogen weerhouden daaraan deel te nemen. ALan ons is het de eerste stoot op te vangen. Een ook economisch zo kwetsbaar land als Nederland na de oorlog heeft een zo stei-ke schok gekregen, dat het economisch evenwicht, voor zover we daai'van al weer mochten spreken, wel eens tijdelijk gestoord kan blijken. In de agrarische sector zal dat stellig het geval zijn. Het moeilijkst zijn de problemen welke liggen op het maatschappelijke terrein, juist omdat ze zo onoverzichtelijk zijn en onbe rekenbaar, het meest ook omdat de „men selijke" factor hier het sterkst in het ge ding is. Allereerst is daar het vraagstuk van de schadevergoeding. Men denke niet gering over het feit, dat tienduizenden gezinnen en bedrijven schade van elke grootte en elke aard hebben opgelopen. Nu kan men verschillend standpunt innemen: algehele vergoeding of gedeeltelijke vergoeding, waarbij dan het percentage voor alle cate gorieën gelijk zij. Persoonlijk voelen we voor het eerste systeem, maar wat even be langrijk is: die schade zal moeten worden vastgesteld. Men kan zich nauwelijks een denkbeeld vormen van de moeilijkheden die zich daai'bij voordoen! Wanneer daarbij ook maar aan de geringste twijfel aan de rechtvaardigheid voet gegeven kan worden, is de ellende niet te overzien. En hoe snel denkt de mens niet benadeeld te worden of achtergesteld bij anderen? De evacuatie zal goeddeels tijdelijk zijn. Velen zullen betrekkelijk spoedig naar hun woonplaatsen kunnen terugkeren. Maar dan. Zal er de eerste tijd bestaansmogelijk heid voor hen zijn? En zo neen, is u dan niet met ons van oordeel, dat morele ont worteling een noodlottig gevolg kan zijn. Men heeft gezegd: er behoeft voorlopig geen werkloosheid te zijn. er komt werk genoeg in de getroffen gebieden. Men ver gist zich. De werkzaamheden die daar ver richt moeten worden vereisen voor een groot deel vakmensen. Het tekort daarin zou pijnlijker kunnen zijn dan het over schot oo ander gebied. Emigratie zal niet langer wens zijn voor weinigen, ze zal bitter noodzaak worden voor velen. De regering doe haar best om snelle en doeltreffende emigratie mogelijk te maken. We konden in het kleine ï'uimtebestek dat. tot onze beschikking staat, slechts enkele punten aanstippen. U vindt wellicht ons artikel somber gestemd? Och. wij Hollan- dei-s zijn realisten. Het is ook beter de harde werkelijkheid onder het. oog te zien, dan zich in slaap te (laten) sussen met ijdele voorspiegelingen. Want wie inslaapt, vergeet de zorgen en noden van de tienduizenden getroffenen. De eerste jaren na deze ontstellende ramp zou inslapen van onze verantwoordelijkheid voor het lenigen van hun nood, hoe dit ook geschiede, een onvergefelijk kwaad zijn. Men moet er maar liever niet aan den ken wat in het oostelijk deel van het Eiland IJsselmonde had kunnen gebeuren. De dijk van Bolnes tot Heerjansdam (via Ambacht en Zwijndrecht) verkeerde in een uiterst kritieke toestand. Op minstens zeven plaat sen heeft een breuk tot de onmiddellijke mogelijkheden behooi-d. Een doorbraak waar dan ook. had én de Riederwaarden én de Zwijndi-echtse Waard geïnundeerd. Gode zij dank is dit alles geen werkelijkheid ge worden. Moge onze dankbaarheid zich blijven uiten in ruime materiële steun voor hen die wèl, en hoe!, getroffen werden. In dit verband moeten wij een opmerking Dlaatsen. Tot op het ogenblik waai'op we dit schrijven heeft in Heei-jansdam alleen nog een kerkcollecte plaats gehad. Ons is echter ter ore gekomen, dat velen meenden dat een lijstcollecte volgen zou. Zij hebben hun kerkoffer daarnaar bepaald. Nu is er natuurlijk volop gelegenheid om zijn gaven te storten, maar niet iedereen komt daar toe. Wanneer nu een bevolking vraagt om te mogen geven, zullen de autoriteiten er goed aan doen om onverwijld aan dat verlangen tegemoet te komen. Het klinkt misschien materialistisch, maar onder deze omstan digheden is het spreekwoord gepast: „Men moet het ijzer smeden als het heet is. Per soonlijke opvattingen moeten voor de alge mene wens wijken. De keerzijde van de ramp. De lichte muze betaalt het gelag. De ramp van de le Februari had in ons land ten gevolge, dat niet alleen tal van feestavonden werden afgelast of verscho ven tot nader te bepalen datum, maar ook, dat het carnaval in het Zuiden van ons land niet doorging. Hierbij kwam nog, dat een aantal contracten werden geannuleerd en het gevolg is geweest, dat honderden artis- ten, die de kleinkunst beoefenen, momen teel noodgedwongen werkloos zijn. Het niet doorgaan van het carnaval heeft vooral in Limburg een storm van veront waardiging gewekt. In de meeste plaatsen hebben de organisatoren dit besluit zelf zonder enige dwang of drang genomen. Zij gingen uit van de overigens zeer juiste gedachtengang, dat het niet op ging om onder de gegeven omstandigheden, terwijl een deel van ons land in rouw is gedom peld, een ander deel op de gewone wijze, alsof er niets gebeurd was, uitbundig feest ging vieren. In enkele plaatsen heeft de overheid moeten ingrijpen en alle carna val-feestelijkheden zonder meer verboden. De geestelijkheid is nog een stap verder gegaan en heeft bij voorbaat het bezoeken van het carnaval in het buitenland afge keurd. Het ligt voor de hand, dat het niet door gaan van het carnaval voor tal van zaken een grote financiële strop is. Met name voor de kasteleins in het Zuiden. Zij heb ben grote voorraden in geslagen en kunnen deze nu moeilijk meer retourneren. Er zul len er zelfs onder zijn, die in financiële moeilijkheden komen. Dit geldt ook voor de amusementsbedrijven in het Zuiden. Wij zijn het met de redactie van een der Limbui'gse streekbladen eens, dat de gedu peerden, die deze klap niet kunnen opvan gen, op de een of andere wijze schadeloos gesteld" moeten worden. En wij twijfelen er ook niet aan, of dit zal geschieden. Voor degenen, die financieel sterk genoeg staan, is het niet zo erg. Stroppen heeft ieder be drijf op zijn tijd. En heus niet alleen in het Zuiden van het land. Erger en ergerlijk is de houding van tal van Limburgers, die geprotesteerd heb ben tegen het aflassen van het carnaval. Die van mening zyn, dat zij „recht" heb ben op deze vorm van amusement. Ondanks alles. De verschillende ingezonden stukken in de diverse Limburgse bladen getuigen van een ontstellende moraliteit en menta liteit en Wij hebben slechts bewondering voor genoemde pers, die deze lieden in na schriften op gezoute wijze de waarheid zegt. Nee, dan hebben we meer respect voor de Brabanders, waar tal van carnavalspot- ten gestort zijn in het Nationale Rampen fonds! Het kind van de rekening. Dat in de eerste dagen na de ramp tal van amusementen, zoals Bonte Dinsdag- avondtreinen, Steravonden e.d. werden af gelast, is te begrijpen. We veronderstellen, dat de kleinkunst-artisten onder deze om standigheden er zelf weinig voor gevoeld zullen hebben om grappen en grollen te verkopen. Uit het oogpunt van piëteit te genover de slachtoffers en hun nabestaan den in de getroffen gebieden was dit alles ten volle verantwoord. Maar de artist dreigt nu het kind van de watersnoodrekening te worden en dit mag toch niet gebeuren. Niet alleen zijn tal van bijeenkomsten en feest avonden, revue's, cabaretvoorstellingen e.d. voor de maand Februari afgelast, maar zelfs voor Maart, April en Mei. Het is na tuurlijk te waarderen, dat we in dagen van rouw een gepaste sobex-heid in acht nemen, maar aan de andere kant: het leven moet doorgaan, verder gaan, ondanks alles. En de artist moet ten slotte toch ook leven. Velen van hen verkeren thans reeds in kommervolle omstandigheden en er is geen instantie, die deze mensen ondersteunt. Ze oefenen immers een „vrij" beroep uit? Met uitzondering van de noodgebieden behoort het gewone dagelijkse leven weer zoveel mogelijk doorgang te vinden. Zelfs op feestavonden kan men iets doen voor de rampgebieden. Zoals het nu is, betaalt de lichte Muze het gelag. De indirecte schade. Minister Drees heeft de schade, veroor zaakt door de watersnood, ruw en voorzich tig geschat op 1 milliai-d gulden. Dit is o.i. aan de lage kant. Want we hebben nog met geen woord iets gehoord over de indirecte schade, die is ontstaan. We bedoelen het onderhoud van de evacué's. Tienduizenden mensen zijn van huis en haard verdwenen en in andere delen van ons land onderge bracht. Deze mensen moeten ook leven, eten en drinken hebben en ook geld om bepaal de dingen te kunnen kopen. Tal van man nen kunnen niets uitvoeren, zijn dus tegen wil en dank werkloos. Het verlies aan ar- beids-mandagen is zodoende ontzettend groot en kan vanaf de 2e Februari geschat worden op zeker 1 millioen gulden per werkdag. Daarom is het zeer noodzakelijk, dat de evacuatie zo kort mogelijk duurt. Het gevaar is nog niet geweken. De dixecteur-generaal van de Rijkswater staat heeft een inspectietocht gemaakt bo ven het overstroomde gebied en zijn bevin dingen zijn niet bepagld moedgevend. Wij zijn zeer kwetsbaar, zeide hij, veel kwets baarder dan ik gedacht had. Vele gaten in de dijken zijn gedicht, maar slechts voor lopig. Ruw geschat is de helft van de totale lengte der dijken in de geteisterde gebieden zwaar beschadigd en gevaarlijk blootgesteld aan het risico van latere lentestoi'men. Dit zal waarschijnlijk ook wel de oorzaak zijn van de gedwongen evacuatie in die ge bieden, die men niet onmiddellijk bedreigd acht. We bedoelen o.m. Zierikzee. In Zee land is men zo gek niet meer op evacuatie, gezien de ervaringen in 1940 en 1944. En daarom kunnen we volkomen begrijpen, dat men slechts schoorvoetend gaat. De gemeenteraadsverkiezingen. Het staat inmiddels vast, dat de gemeen teraadsverkiezingen in de noodgebieden voorlopig worden uitgesteld. Een andere mogelijkheid is er overigens niet onder de gegeven omstandigheden. Of de gemeente raadsverkiezingen in de andere gemeenten van ons land zullen doorgaan, is nog een open vraag. De Minister-president voelt er niets voor om deze ook uit te stellen, in de Tweede Kamer gingen er echter stemmen op, om het wel uit te stellen. Het laatste woord zal hierover spoedig gehoord wor den. Waarschijnlijk zal Minister Dx-ees wel zwichten vcor de drang. Brandstof wordt nog duurder. De kansen op het handhaven van een „lage" steenkoolprijs in Nederland zijn niet groot. Van bevoegde zijde werd medege deeld, dat de Hoge Autoriteit te Straats- bui-g voorlopig niet bereid is te erkennen, dat Nederland op grond van de voorgeschie denis van het Schumanverdrag voor de eei'ste tijd recht heeft op beperking van de uitvoer van steenkool. Voor Nedeidand is de mogelijkheid om zijn uitvoer te beper ken een zeer belangrijke zaak. Als Neder land van de Hoge Autoriteit verlof krijgt de steenkoolprijzen laag te houden, heeft dit geen enkele zin als de goedkope kolen niet in Nederland kunnen worden gehouden. Die goedkope kolen zullen dan naar het buitenland verdwijnen en Nederland moet duurdere buitenlandse kolen kopen. Er zijn nog onderhandelingen gaande tussen „Lu xemburg" en „Den Haag", maar misschien wordt dit een juridiscné puzzle, die door het Hoge Gerechtshof moet worden beslist. Gemeenteraad RIDDERKERK Kort verslag van de gemeenteraadsverga dering, gehouden op Vrijdag 13 Febr. a.s. n.m. 7.30 uur. Alle leden aanwezig. Tengevolge van een stoi*ing in de electri- citeitscentrale te Dordrecht moest deze ver gadering worden gehouden bij het licht van kaarsen en stormlantaarns. De hoofden van dienst woonden, op ver zoek van het College van B. en W., deze vergadering bij. Na opening sprak Burgemeester A. M. Nieuwenhuisen de vergadering als volgt toe: Wat ben ik blij, dat ik burgemeester van Ridderkerk ben. In de grootste nood heeft ons gemeente bestuur een eenheid gevormd als een gra- nietblok. Wethouder van Splunder heeft in mijn onmiddellijke nabijheid alles gedaan wat mogelijk was om de instructies door te ge ven en uit te voeren. Als een jonge kerel! Wethouder Plaisier heeft als een echte dijker de Molendijk voor zijn rekening ge nomen met Goddank het gewenste re sultaat. Wethouder Rook stond op de Ringdijk en dirigeerde op krachtige wijze met overwel digend succes. Hij had het hard te verdu ren, maar hij kon het hebben. De directeur van gemeentewerken met zijn staf en personeel heeft onvermoeid nachten en dagen zich ingezet om de dijk de 15 km lange dijk te houden en te versterken. Ik heb alleen woorden van lof voor hem en zijn dienst. Eveneens voor de chef van politie met zijn personeel en het reserve-personeel en de Nationale Reserve, die onvermoeid de dienst vervulden. De directeuren van waterleiding en elec- triciteitsbedrijven deden alles wat in hun vermogen lag. De secretaris met de ambtenaren en de concierge hebben alles aangepakt wat voor de hand lag om te doen. De medewerking van de burgerij was op mijn eerste oproep verbluffend. Wat een mensen: werkers, werkers! met allemaal hoofdletters dijkers! onver moeid. De toeloop van helpende burgers en mi litairen uit ons gehele land was overstel pend. Duizenden mensen hebben geholpen met hun arbeidskracht en materiaal. De dijk, de slaperdijk! die na 1916 geen water had gekend moest a tors et a travers toen de buitendijken het begaven be houden blijven. 418 Huizen stonden x-eeds in het water en de daarin aanwezige 1742 bewoners konden allen worden gered, zonder ernstige nade lige gevolgen. Ook de grote bedrijven en werven had den reeds grote schade belopen. De dijk behouden; hoe de orkaan ook loeide en beukte; hoe hoog het water kwam; dc dijk! Eneindelijk Zondagavond kon ik om elf uur de Commissaris der Koningin tele fonisch mededelen, dat de dijk voorlopig behouden bleef. Het wonder was geschied! Voor het moment was het gevaar ge keerd. En nu zitten we hier als Raad der ge meente weer bijeen. Ik heb niets meer te zeggen. Alleen nog dank aan onze predikanten, dokters en al die anderen; aan Rode Kruis en E.H.B.O.; aan de vrouwen van de Be scherming Bevolking en zoveel anderen, die onvermoeid kleding enz. hebben, verzameld en uitgedeeld; daartoe door talloze milde gevers uit onze gemeente in staat gesteld. En nu: God dank! Onze gemeente en daardoor ons eiland IJsselmonde met Rotterdam Zuid bleef ge spaard! Ons plaatselijk blad „de Combinatie" gaf reeds uitvoerige en goede verslagen. Daarom, mevrouw, mijne heren! God zij gedankt! voor de kracht, die Hij aan onze mensen, die zo zeer hebben gezwoegd, heeft gegeven. Met weemoed denk. ik aan al de slacht offers die elders zijn gevallen door de rampspoed van het overweldigende water. En al die verdrevenen van huis en haard Maar wij konden Zondagmorgen 8 Febi\ 1953 als één collectief blok van het gehele college van B. en W. en ambtenaren van deze gemeente als een gemeenschappe lijke uitdrukking van onze christelijke be schaving in de Grote Kerk, die de nood klok had geluid, getuigenis afleggen van onze dank aan de Almachtige, die ons zo genadig is geweest. Nogmaals: aan Hem alleen de eer! En nu, mevrouw, mijne heren, vooruit! Niet bij de pakken neer gaan zitten. Met grote kracht het werk opnieuw ter hand nemen. Wat beschadigd werd herstellen. Woningen weer bewoonbaar maken en nieuwe huizen bouwen! De heer P. v. d. Spoel (P. v. d. A.): Mijn heer de Voorzitter, ik ben blij dat U Bur gemeester zijt van Ridderkerk. Ik zeg dat omdat ik U van zeer nabij gevolgd heb in Uw optreden en ik ben ook blij dat we een dergelijk college van B. en W. hebben. Want uit alles wat ik gehoord heb blijkt dat zij allen hun uiterste best hebben ge daan voor het behoud van onze gemeente Ridderkerk en van het eiland IJsselmonde. Ik wil niet de een of ander achteruit zet ten maar een bijzonder woord van dank komt toe aan de directeur van openbare werken die zich wel buitengewoon ver dienstelijk heeft gemaakt. Namens de Partij van de Arbeid zeg ik het gehele college dank en ook aan allen' die mee hebben ge werkt aan het behoud van de gemeente. Er is gewerkt en gezwoegd op een manier die eigenlijk boven de menselijke krachten ging. Er wordt wel eens gezegd dat een Hollander nog al flink kan kankeren maar het bleek dat wanneer de nood aan de man komt, zij ook kunnen wei-ken. Zowel dege nen die gewerkt hebben als het college dat op deze wijze leiding gegeven heeft zeg ik namens de Partij van de Arbeid hartelijk dank. Zij hebben alles gedaan wat nodig was, zodat wij, Goddank het water hebben kunnen keren. De heer A. C. Boer (A.R.): Ik mag me in deze wel enige beperkingen opleggen en zal dus kort zijn. Wij zijn hier als gemeen teraad voor het eerst na de ramp die ons land trof, in openbare zitting bijeen. Wij zijn er erg dankbaar voor dat wij dit kun nen doen want onze gemeente is wel zwaar getroffen maar het had stukken erger kun nen zijn. Ik geloof dat wij als plaatselijke overheid zonder namen te noemen, onze burgers heel hartelijk kunnen danken voor de spontaniteit waarmede zij zich in deze benarde omstandigheden hebben ingezet. Ik denk speciaal aan onze jonge mensen, die ook prestaties hebben geleverd, die aan het ongelofelijke grenzen. Zij hebben gewerkt tot zij er bij neervielen. Ik wil hiermede niet het werk van de ouderen diskwalifice ren, maar het is toch zo dat speciaal de jonge mensen aan de oproep van de Bur gemeester gehoor hebben gegeven. Dat opent perspectieven voor de toekomst. Bin nenkort zal er weer Werving plaats vinden voor de Bescherming Bevolking. In dit ge val was het het water maar er is ook nog een bedreiging van een andere vijand. Ik hoop dat zij ook daarin getrouw zullen zijn. Ook denk ik aan het ambtenarencorps. Wij wisten al, dat wij een prima ambtenaren corps hebben maar het mag hier wel ge zegd, dat zij zichzelf hebben overtroffen. Wij zijn hen daar zeer dankbaar voor. Het is moeilijk voor het college zichzelf een pluim te geven, doch ik geloof dat het wel op zijn plaats is, dat wij hier het college heel hartelijk danken voor de kalmte en de rust waarmede gewerkt is. Dat is een grote sti mulans geweest voor de burgers om met dezelfde kalmte en voortvarendheid het no dige werk te verrichten. Ik wil besluiten met daar nog iets aan te voegen, n.l. dit, dat hier erg hard gewerkt is, maar dat wij niet moeten vergeten dat God de Here ons allen bekrachtigd heeft om dit werk te mogen doen en zo kennelijk met zegen heeft willen bekronen. Ik hoop dat Gods zegen bij de voortduur op ons werk zal mogen blijven rusten. De heer J. H. van Cappellen (V.V.D.): Mijnheer de Voorzitter. Er zijn te weinig woorden voor orr« de gedachten die in ons omgaan, tot uitdrukking te brengen en om uitdrukking te geven aan onze dankbaar heid die wij hebben te betonen, voor de eensgezindheid die gebleken is in de ge meente Riddei-kerk. Wij spreken wel eens over kleine dingen, maar Ridderkerk is een klein stukje Nederland en ik ben dankbaar, dat ik lid ben van deze Nederlandse ge meenschap. Ik ben ook oud Bolnessenaar en wonende in de Willemstraat heb ik daar de berichten van Krimpen a. d. Lek ont vangen waar mijn vader woonachtig is. Ik heb dankbaar ondervonden wat een goede leiding betekent. Daarom gaan mijn gedach ten uit naar U, Mijnheer de Voorzitter, en naar de anderen die leiding hebben gege ven. U bent opgetreden als dirigent van een heel groot koor en U hebt hulptroepen opgeioepen. Die zijn gekomen. Dit koor heeft harmonisch gezongen het rampspoeds lied. Uiteindelijk heeft dit alles geleid tot het beoogde doel. M. d. V.. hartelijk dank aan het college als ook aan het ambtenarencorps. Wij wis ten reeds welke mensen het waren, maar die wetenschap is nu weer bevestigd. Ook de ambtenaren onze hartelijke dank. Ook ZONDAGSDIENST DOKTOREN. Ridderkerk - Slikkerveer - Bolnes. A.s. Zondag wordt de praktijk waargeno men door dr J. H. de Waal Malefijt, tel. 307. De Apotheek is op Zondag, behoudens voor spoedgevallen, alleen geopend van 1112 uur 's morgens en 45 uur 's mid- Hendrik Ido Ambacht. A.s. Zondag wordt de praktijk waargeno men door dr Rodenhuis. BEKENDMAKING. De lijst van de slachtoffers der Water snoodramp ligt ter inzage voor de Ge meente Ridderkerk aan het Secretariaat van het Rode Kruis, Ben. Rijweg 241 te Slik kerveer. Voor H. I. Ambacht bij de Penningmees ter van het Rode Kruis, Veersedijk 215 te H. I. Ambacht. de vos Een vos verliest zijn haren wel Maar niet zo gauw zijn streken, Dat is ons bij de watersnood weer duidelijk gebleken, Nu alles wat met Moskou heult En achter rode vanen zeult De passie staat te preken. Ze schreien bij de grote ramp Weer krokodillentranen Omdat er redding werd gebracht Door de Amerikanen; Soldaten van de overkant, Die zich van ons verdronken land Weer de „bezetters" wanen Vei-achtelijk is dat gehuil, Zo mag men het best noemen; Er is geen reden om dat feit Zachtzinnig te verbloemen; En valt de hulp, 't zij groot of klein, Vanachter 't ijzeren gordijn Voor ons soms zo te roemen? Waar bleef het vliegtuig van de Rus, Zijn roebels of zijn kleren? Waar bleef de steun met geld of goed Van deze rode heren Die hopen eens in vol ornaat Tot heil van 't proletariaat, De wereld te regeren? 't Is zonde van de energie Om met de communisten Omtrent de vraag wat waarheid is Nog lang te redetwisten; Maar elk krijgt de gelegenheid Om te bewijzen, mettertijd, Hoezéér ze zich vergisten! aan de burgerij hartelijk dank voor de bui tengewone eensgezindheid waarmede zij gewerkt heeft onder Uw leiding, M. d. V. als Burgemeester van Ridderkerk. Wij wis ten reeds uit de jaren die wij met U samen gewerkt hebben wat wij aan U hadden. Wij wisten dat U leiding kon geven in het ge wone dagelijkse bestuur. Nu echter bent U de Burgervader geweest; een vader voor meer dan 20.000 zielen. Ik dank U hartelijk voor Uw grote zorg voor de gemeente. God zegene U. ,T De heer J. C. Buising (C.H.): M. d. V., Mevrouw, Mijne Heren. Hoewel het niet de gewoonte is, dat een rede van de Voorzitter door meerdere leden uit de raad wordt beantwoord, is het deze keer goed, dat de verschillende fracties in de raad hier hun stem laten horen, bij deze zo buitengewone gebeurtenissen die onze gemeente en ons land hebben getroffen bij de watervloed op 1 Februari j.l. Ook onze C.H. fractie kan niet anders dan zeer onder de indruk zijn van'het gebeurde. De kracht van water en wind was sterker dan de menselijke verdedigingswerken daartegen. Het gevolg daarvan is, dat een groot gedeelte van ons land door het water is overstroomd; dat have en goed van velen te loor is gegaan en dat boyendien vele mensenlevens te betreuren zijn tengevolge van deze ramp. Met eerbied gedenken wij de velen, die als slachtoffer het leven ver loren tijdens de ramp, zowel hen die tijdens hun slaap door het water zijn overvallen en alle anderen, alsook die mannen die bij hun pogingen om anderen te redden, de dood hebben gevonden. Wat het verloop der bereddering en hulp in onze gemeente betreft, brengen wij hulde aan allen die mee hebben gewerkt om de gevolgen dezer ramp zoveel mogelijk te be perken. Wij denken daarbij allereerst aan hen, die hun gehele ki-acht hebben ingezet tot behoud van onze dijken en 'tot redding van mensen en have uit de ondergelopen poldei-s. Gaarne brengen wij dank aan onze Burgemeester, de Wethouders, de ambtena ren en de werklieden der gemeente en aan alle burgers en militairen, die daartoe met zoveel moed hun beste krachten hebben in gezet. Er is veel nood en veel leed. Er is ook veel spontane hulp, zowel uit eigen land als van het buitenland, in gaven van daadwerkelijke hulp, schenking van goede ren en geld. Voor deze hulp zijn we oprecht dankbaar. Hieruit blijkt een medeleven en medelijden, als maar zelden vei-toond wordt. Moge er mede daardoor voor onze overheid in land, en gewest en gemeente gelegenheid worden geschapen deze nood en dit leed te vergoeden en te verzachten waar dat mogelijk is, door aller samenwer king in eensgezindheid. Wij weten, dat dit mogelijk is en uitvoerbaar, door de inzet van onze beste krachten, met de daad en door het geven van morele steun door over heid en burgers te samen, in afhankelijk heid van Hem, die het al regeert. God geve ons volk daartoe de troost en de kracht die nodig zijn tot herstel van de geslagen won den en het geleden verlies. De heer B. v. d. Graaf (S.G.P.): M. de V., het zijn wel pijnlijke omstandigheden waaronder wij als raad van Ridderkerk de eerste maal samenkomen na de rampspoe dige eerste Februari 1953. Terwijl duizen-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1