teRuq in öe moööeR
Het Parlementair Overzicht
Watersnood-Postzegels
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
..-V«
Is de regeling krachtens de wet
op de Materiële Oorlogsschaden
voldoende? Alleen de heer Tilanus
(c.h.) was daar eigenlijk enthou
siast over, omdat zij de mogelijkheid
tot individuele uitkeringen openlaat.
Maar de rest wenste de handen op
dit punt vrij te houden. De socialis
ten zeiden dat zonder meer. En de
heer Weiter sprak als zijn oordeel
uit, dat er in ieder geval niet in de
„geest" van de wet op de Materiële
Oorlogsschaden gehandeld mag
worden. Het moet soepeler gaan.
Dat kan ook, want de positie van
de rest van het land is niet zo slecht
als direct na de oorlog.
Een andere belangrijke vraag:
hoe kan zulk een ramp in de toe
komst voorkomen worden? Afslui
ten van de zeegaten is een der op
lossingen. Het staat echter niet vast,
of dit technisch mogelijk zal zijn. En
daarom werd van meer dan een
zijde aangedrongen op de instelling
van een studiecommissie, die dat zal
moeten bekijken. De afsluiting zal
een millioenen-affaire worden. Het
is daarom logisch, dat normaal be
gonnen zal worden met de herstel
werkzaamheden.
De heer Tilanus (c.h.) wenste de
Raadsverkiezingen maar uit te stel
len. Zij zullen in Mei gehouden
worden. Daar voelde de heer Oud
niets voor. Zo'n noodmaatregel
vond hij alleen gewettigd voor de
rampgebieden.
Men ziet het was een rustig de
bat, geheel in overeenstemming
overigens met de ernst van het on
derwerp.
wonen. Zij hebben toen de Neder
landse radio aangezet en geluisterd
naar de berichten. Toen ze niets
hoorden over Noord-Beveland en
Schouwen en Duiveland, hebben ze
zich in verbinding gesteld met de
Engelse pers en deze heeft op haar
beurt contact gezocht met het ANP.
Dat was Maandagmiddag. Eerst
toen is men in Den Haag tot de con
clusie gekomen, dat de ramp veel
erger was, dan men zich aanvanke
lijk had voorgesteld. Eerst toen zijn
er krachtdadige maatregelen getrof
fen.
Waar bleven de vliegtuigen
Het antwoord op deze vraag geeft
„Het Parool". Nu, achteraf, hebben
velen zich afgevraagd: Waarom
heeft men Zondag geen verken
ningsvluchten gemaakt boven de
rampgebieden? Hier is het ant
woord, we laten „Het Parool" aan
het woord:
„De commandant van de vlieg
basis Woensdrecht heeft eenvoudig
gesmeekt om toestemming met twin
tig toestellen op te stijgen en pak
ketten uit te werpen. Hij kreeg de
toestemming niet. Waarom niet?
Iemand, die in militaire rang boven
deze commandant staat, durft het
niet aan de verantwoording te ne
men de toestemming te verlenen,
omdat iemand, die weer boven hem
staat, dat ook niet durft. En deze
mensen begrijpen niet, dat hun angst
voor de verantwoording de oorzaak
is van een ontstellend onbegrip voor
de situatie hier. Zij begrijpen niet,
dat hun aarzelen de dood van hon
derden ten gevolge kunnen hebben,
ja, erger, zeer waarschijnlijk heeft
gehad.
Op dat moment, dat wij dit over
zicht samenstellen, is het dodencijfer
gestegen tot 1395. Dertienhonderd
vijfennegentig mensenlevens, die
nimmer vergoed kunnen worden.
Helaas moeten we vaststellen, dat
alweer op zeer verantwoordelijke
posten onbekwame mensen zitten.
Mensen, die in geval van erge nood
geen initiatief durven nemen, des
noods zonder toestemming van nog
hogere superieuren, zij deugen niet.
De organisatie Bescherming
Bevolking
Het is zeer jammer, dat de orga
nisatie „Bescherming Bevolking"
nog niet in haar geheel is georgani
seerd. Zonder ook maar iets af te
doen aan alles, wat militairen en
burgers, vaak onder schier onmoge
lijke omstandigheden, hebben ge
presteerd, staat het nu wel vast, dat
een dergelijke organisatie, ook in
vredestijd zeer zegenrijk werk zal
kunnen verrichten. Als de B.B. ge
heel op poten had gestaan, zou de
hulpverlening uren eerder hebben
kunnen aanvangen en zou, menselij
kerwijs gesproken, het aantal slacht
offers minder zijn geweest. Een re
den te meer voor ieder, die het kan
doen, om zich aan te sluiten bij de
Organisatie Bescherming Bevolking.
In één woord lof
Lof past het gehele Nederlandse
volk, een hoog enkele uitzondering
daargelaten. Er is een stroom van
goederen ingezameld in het gehele
niet getroffen land en er is nu bijna
30 millioen gulden ingezameld, een
exhorbitant hoog bedrag, hetgeen
neer komt op gemiddeld 3 gulden
per Nederlander van zuigeling tot
grijsaard. Daar staat men even stil
bij. Een beter bewijs van ons natio
nale gemeenschapszin hebben wij
nog niet gezien.
Hulp uit het buitenland
Stil staan we ook bij alle vormen
van hulp, die uit het buitenland toe
stromen. Het is onmogelijk om in
een kort bestek weer te geven, wat
we allemaal van onze medemensen
in den vreemde toegestopt krijgen
voor de slachtoffers. We wórden er
verlegen onder en kunnen niet an
ders dan stamelen: Dank U wel,
dank U heel hartelijk.
Misschien mogen we even ver
melden, dat er ook uit West-Duits-
land veel hulp is gekomen, in ver
schillende vormen. Ook dit stemt
ons niet alleen dankbaar, maar ook
blij. Wij menen hierin een klein be
wijs te zien, dat West-Duitsland op
de goede weg is om een goede natie
te worden in de Europese gemeen
schap.
Koningin Juliana sprak
Zondag doorleefden we als volk
samen een nationale rouwdag. Deze
dag was zinvol. Het was een c"
van gebed en ootmoed. Van inkeer.
De tienduizenden halfstoks hangen
de vlaggen vertolkten mede onze
gevoelens. Ze waren vol leed over
de velen, die achterbleven en in
rouw gedompeld waren. In één
stormnacht. We herdachten de hon
derden, die het leven verloren. Stil,
misschien ook wel bitter over onze
onmacht tegen het tempeest van
storm en watervloed.
En op deze dag sprak onze
Landsvrouwe, Hare Majesteit Ko
ningin Juliana, een woord van troost
tot ons volk. „Hoe dieper de nood,"
zo sprak Zij, des te dieper tevens
in de harten het beginpunt gelegd
voor een verbroedering der mens
heid, wat tot ver over de grenzen
van het vaderland zijn weerklank
vond." „Het raadsel van 't waarom
is alleen bekend aan Hem, Die weet,
wanneer Hij elk van Zijn kinderen
tot Zich roept, en Die weet, welke
beproeving, welke krachtmeting, wij
kunnen verdragen, elk afzonderlijk
en allen tezamen. God doet thans
een beroep op onze geestelijke veer
kracht en op ons vertrouwen in
Hem. Dit lijden voert maar naar één
uitkomst, zowel voor de doden als
voor de levenden, en dat is: naar de
barmhartigheid van God en waar
deze werkt in de mens. Overal waar
leed is, is zegen nabij."
Hieraan mogen, en willen we
niets toevoegen. Dit was een troost
woord. zoals slechts een gelovige
Landsvorstinne kan uitspreken...
van de storm en het springtij en
men begreep, dat men nimmer een
organisatie had kunnen opzetten, die
deze verschrikkingen had kunnen
weren.
Wij zoeken niet naar zondebok
ken, zo verklaarde de socialistische
fractievoorzitter Burger. Nu is het
de tijd om constructief werk te doen,
om de handen ineen te slaan, om
vragen te stellen die voor de gehele
bevolking van belang is. Natuurlijk
waren er vragen, die nauw verband
hielden met het gebeurde. Was er
één spreker, die gerust was over
het alarmeringssysteem? Vroeg men
niet of de reddende vliegtuigen op
tijd de lucht in waren? Maar ook
hier was het de toon die de muziek
maakt.
Verschillende Kamerleden waren
er diep van overtuigd, dat deze
ramp nog veel erger zou zijn ge
weest als zij had plaats gevonden
in oorlogstijd. Daarvoor heeft men
een organisatie opgericht: de Be
scherming Burger Bevolking. Op de
valreep van het oude Kabinet zijn
de betreffende wetsontwerpen goed
gekeurd. waarvoor tachtig millioen
gulden werd uitgetrokken. Deze or
ganisatie moet uit deze ramp lering
trekken, zo meende men. Is onze
militaire organisatie niet teveel ge
richt op een eventuele aanval uit
het Oosten? Zijn we onze erfvijand,
maar tevens bondgenoot-de-zee ver
geten? In ieder geval is het duidelijk
geworden, dat ons leger niet vol
doende materiaal kon opbrengen,
helicopters en motorvlets, om het
gevaar tot de kleinst mogelijke pro
porties terug te brengen. Daar zal
iets aan moeten veranderen. Overi
gens kan men zich, naar onze me
ning, afvragen, of het wel mogelijk
is dergelijke rampen, in oorlogstijd
nog veel ingewikkelder, nationaal
te bestrijden. Tijdens de debatten
over de Bescherming Burgerbevol
king heeft reeds binnenkamers de
vraag gespeeld of ook de hulpver
lening niet internationaal, in Nato-
verband moet worden opgelost. Een
vraag, die momenteel stellig weer
de overweging waard is.
Terug naar het debat. Behoudens
de vragen, die bij heel het volk le
ven, sneden de volksvertegenwoor
digers ook nog andere problemen
aan. De belangrijkste was misschien
wel de organisatie van de water-
HET WATERSNOODDEBAT
TWEEDE KAMER EENSGEZIND ACHTER DE REGERING
Zo heeft de Tweede Kamer deze
week gesproken over de ontzagge
lijke ramp, die ons land op de eer
ste Februari heeft getroffen. Nog
een week geleden wenste zij te zwij
gen, wetende dat in zulke ogenblik
ken werken beter is dan spreken. En
al heeft zij dan ook deze week ge
sproken, men kan niet ontkennen,
dat zij de grootste soberheid in acht
heeft genomen. Het was een debat,
dat een zuivere weerspiegeling was
van de instelling, die zich van ons
volk heeft meester gemaakt. Be
halve de communisten, die de schuld
van dit gebeuren werpen op het
Atlantisch Pact en die de Regering
zelfs verweten, dat zij geen boten
wensten te sturen, was er geen en
kele fractie, die een woord van cri-
tiek liet horen. Natuurlijk waren er
vragen, maar niemand waagde zich
eraan om de Regering of een be
paalde Minister op één punt ver
antwoordelijk voor het gebeurde te
stellen. Men boog voor het geweld
van ons land, die de tocht nood
gedwongen over België moeten
ondernemen. De Belgische collega's
zijn veel soepeler.
HET RAMPENFONDS
De socialist Burger wenste het
Rampenfonds zijn liefdadig karakter
laten behouden. Het moet niet ge
bruikt worden voor vergoeding van
bijv. de huisraadschade. Want dan
zou het vrijwillig ingezamelde geld
een vermindering van de Staatsuit
gaven ten gevolge hebben. Het
Rampenfonds moet soepel zijn en
helpen waar de Rijksbijdragen te
kort schieten. De heer Schouten
(a.r.) was het daarmede niet hele
maal eens. Tenminste als de stroom
van giften blijft voortduren, zou hij
het Rampenfonds best de huisraad-
schade willen laten vergoeden.
Want vrijwillige offers bergen een
grote zegen in zich. De tijd zal le
ren hoe dit probleem aangepakt
moet worden. Moeten de slachtof
fers een volledige vergoeding van
de schade ontvangen? Er was geen
spreker, die dat niet wenste. De he
ren v. d. Heuvel (k.v.p.), Burger
(arb.), Weiter (k.n.p.) en Oud
(v.v.d.) bepleitten dat zelfs. Ook
de heer Schouten deed dit, 'maar
deze loopt reeds zo lang in de po
litiek mee, dat hij tot grote voorzich
tigheid maande. Eerst moeten we
weten, hoe groot de schade precies
is en dan kunnen we praten over de
wijze, waarop de vergoeding dient
te geschieden. Het kan best zo zijn,
dat de schade zo groot is, dat ons
volk niet bij machte is deze te dra-
gen.
Van Dinsdag 10 Februari af zijn in alle Nederlandse postkantoren
„Watersnood-postzegels" verkrijgbaar met een frankeerwaarde
van 10 cent en een toeslag van 10 cent. De opbrengst van deze
toeslag zal geheel ten goede komen aan het Nationaal Rampen
fonds. De watersnood-zegels zijn tot en met 31 Maart a.s. ver
krijgbaar en blijven geldig tot eind 1954.
Het watersnoodzegel is het gangbare 1 O-cents-zegel met de
beeltenis van H.M. de Koningin, voorzien van de opdruk „1953
Watersnood".
U solt morren* „kiplekker"
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een Uter gal ln uw
Ingewanden doen stromen, anders verteert uw
voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt,
wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige
CARTER'S LEVERPILLETJES om die Uter
gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel
gang op natuurlijke wijze te regelen. Een
plantaardig zacht middel, onovertroffen om de
gal te doen stromen. Eist Carter's LeverpUletjea.
schappen. Vrij algemeen erkende
men de noodzaak om het herstel zo
centraal mogelijk te regelen. Maar
men wenste toch als principe de de
centralisatiegedachte te behouden.
Het is uitgesloten, dat de water
schappen, de ontzaggelijke herstel-
kosten zelf kunnen betalen. Volgens
de Regeringsnota zullen zij alleen te
maken krijgen met de binnenkerin-
gen. De heer Oud (v.v.d.) deed
echter het voorstel aan de hand om
evenals tussen Rijk en Gemeenten
ook een financiële verhouding tus
sen Rijk en waterschappen te ma
ken. Deze laatsten moeten echter
autonoom blijven. Bovendien zouden
zij misschien ook het bebouwde
eigendom aan de waterkering kun
nen laten meebetalen. De gedachte
van een reorganisatie van de water
schappen werd ondersteund door
verschillende afgevaardigden, o.a,
door de enige Zeeuw in de Kamer,
baron v. d. Feltz. Deze beklaagde
zich erover, dat de Hollandse doua
ne streng optreedt tegen reizigers
uit Zeeland naar een ander deel
De Directeur-Generaal van de
P.T.T., de heer L. Neher, die Maan
dagmorgen in Den Haag het ver
schijnen van dit speciale zegel aan
kondigde, sprak de verwachting uit,
tiat de opbrengst van de extra toe
slag 1 millioen gulden zal bedragen.
Wil deze opzet slagen, dan zullen
dus tot 31 Maart a.s. 10 millioen van
deze zegels verkocht moeten wor
den, een aanzienlijk aantal, dat even
wel, te bereiken is, wanneer ieder
aan deze zegel-actie deelneemt.
De Nederlandse Posterijen heb
ben ervan afgezien, in verband met
de watersnood een zegel met een
speciale afbeelding te laten ontwer
pen. Niet alleen zou daarmee veel
meer tijd gemoeid geweest zijn. maar
ook zou het gevaar groot zijn ge
weest, dat deze zegels een indruk
van pathos of vals sentiment zouden
hebben gemaakt. Vandaar dat be
sloten is, de watersnood-uitgave zo
sober mogelijk te doen zijn.
De Posterijen hebben het voorts
aan iedereen mogelijk willen maken,
door het kopen van watersnood
zegels de nood te helpen lenigen.
Daarom heeft men de toeslag willen
beperken tot 10 ct. Uit de Stich
ting voor het Kind, het Comité voor
de Zomerzegels en de Directie van
P.T.T. heeft zich een werkcomité
gevormd, dat de verkoop van de
watersnood-zegels op verschillende
wijzen zal stimuleren. Dit comité zal
het zeer op prijs stellen, wanneer het
in deze taak zal worden geholpen
door plaatselijke acties.
De heer Neher zeide, dat naar de
mening van het comité bij de ver
koop van de watersnood-zegels een
belangrijke taak is weggelegd voor
de jeugd. Er worden wel eens be
zwaren gehoord tegen het inschake
len van de jeugd in liefdadigheids
acties, maar het comité is van me
ning, dat in dit geval die bezwaren
opzij gezet mogen worden nu het
gaat om de leniging van een zo
grote nood.
Speciaal ten behoeve van ver
zamelaars van postzegels maar
natuurlijk ook voor andere belang
stellenden zijn speciale „First day
covers" (eerste dag-omslagen) ver
krijgbaar gesteld. Zulk een envelop
pe met watersnood-zegel en speciale
afstempeling is verkrijgbaar door het
storten van een bedrag van 0.70
op postrekening no. 590.000 ten
name van het Comité Watersnood
postzegels 1953, Zeestraat 82, Den
Haag. (Nadruk verboden)
EEaali Uw bloed zuiver met
Kruschen Salts.
En voorkom zo
Rbeumatische Pijnen.
De bloedzuiverende organen tot jeugdige,
krachtige werking brengen, het bloed vrij
maken van pijnverwekkende onzuiverheden,
die zich anders vastzetten in spieren en
gewrichten: dat is het wonder dat zich
voltrekt bij een regelmatig gebruik van
Kruschen; daarmee bevrijd ge U zelf van
de jammer en de chagrijnige pijnen die U
het leven maken tot een last.
Koop vandaag Kruschen bij Uw apotheker
of drogist en begin morgenochtend die heil
zame kuur.
DIEFSTAL BIJ
OVERSTROMINGEN
Leest men in de bladen over dief
stal, roverijen en plunderingen in
het overstroomde gebied, denkt men
wel eens aan de maatregelen die
in ons land in de middeleeuwen
werden genomen om aan dergelijke
misselijke praktijken een einde te
maken:
In het placcaat, dat' haat (Ed.
Grootmogenden uitvaardigden in
den jare 1726 staat te lezen:
„Also wij in ervaringe zijn ge
komen, dat bij de tegenwoordige
inbraak van Dijken, uyt te Hui
zen door het water beloopen,
ende neergestort, als die omringt
zijn met water, gelyk mede uyt
de Praamen, Schuyten of ander
Vaartuig. Meubilen, Huysraad,
Kasten, Kosten, Hennip. Balken
en wat des meer daarin, of daar
aan behoorende is, WEGGE-
HAALT, GEPLUNDERT, GE-
ROOFT of NA ELDERS VER
VOERT werd. Zoo is 't dat Wij,
om de ongelukkige Menschen te
gen zoodanige rooverijen, zoo
veel mogelijk te beschermen,
goed gevonden hebben te verkla
ren en te statueeren, zoals Wij
verklaren en te statueeren mits-
dezen, alle zoodanige rooverijen
te houden voor gequalificeerde
Dieverijen, als Huysbraken en
zoodanige, waartegen de straffe
des DOODS gesteld ende dat
mitsdien allen ende een igelyck,
die aan zoodanige zaken schul
dig worden bevonden, met de
KOORDE zullen worden gestraft
dat er de DOOD na volgt.
Beloovende hiermede, opdat de
Daders des te beter mogen wor
den ontdekt een praemie van
hondert guldens aan degeene die
zoodanige Misdadigers zal we
ten aan te wijzen, dat ze in han
den der Justitie geraken en van
het fait overtuigt worden; als
mede, zo denzelve daar ook aan
mogte schuldig zijn, impunuteit
van de straffe boven de praemie,
en dat deszelfs naam, zulks be-
geerende, zal worden gesecre-
teert.
Men ziet, streng was dus de straf
die de Overheid in die tijd oplegde
aan hem of haar. die zich schuldig
maakte aan dieverij bij overstro
mingen.
Ons lijkt het juist ook thans tegen
dergelijke hyena's strenge straffen
HULP UIT AMERIKA
Mrs. Boogaard-Riet - 2840 Porter Ave
nue - Ogden Utah - U.S.A. zond ons een
schrijven, gedateerd 6 Februari jl. waaruit
we het volgende citeren:
Vorig jaar heb ik een beroep gedaan op
verschillende personen in het thans getroffen
gebied in verband met de nalatenschap der
Boogaart-familie. Zo kreeg ik schriftelijk
heel wat kennissen op het eiland Tholen en
elders. Het spreekt vanzelf dat mijn hart
uitgaat naar hen die mij schreven en waar
van misschien velen niet meer in leven zijn
door de grote ramp, die U trof. Met me
delijden alleen is men niet geholpen. Daarom
ben ik hier een hulpactie begonnen voor de
Nederlandse bevolking in de getroffen ge
bieden. Het resultaat is dat mijn telefoon
niet stil staat van hen die graag de eiland-
bevolking te hulp willen komen. Vele vrach
ten met kleding staan klaar. Het is voor
ons echter een probleem dat in Nederland
te krijgen. Ik weet dat er verschillende Ne
derlandse maatschappijen gewillig genoeg
zijn en bereid dit kosteloos over te bren
gen, indien we het naar New York of San
Francisco doorsturen. Dit gaat echter boven
mijn kracht. Temeer omdat, indien ik alle
aanbiedingen accepteer de hoeveelheid
enorm zal worden. Ik vroeg de hulp van
het Rode Kruis in Amerika, maar daar
neemt men alleen gelden in ontvangst.
Misschien kan het Nederlandse Rode
Kruis in deze iets doen door een verzoek
aan het Amerikaanse Rode Kruis. Wellicht
is er dan een oplossing. Een klein gedeelte
kan ik zelf verzenden. We hopen dat men
er in Nederland een oplossing voor vind,
zodat de bewoners van Utah alles kunnen
brengen wat ze zo graag vrijwillig zouden
afstaan. Momenteel durf ik geen goederen
meer te accepteren alvorens ik weet dat er
ook transport komt. Als U ons daaraan
kunt helpen, helpen wij U.
Mrs. Boogaart-Riet.
HENK VAN HEESWIJK
naar een motief van L. K. v. d. Linden
HOOFDSTUK I
Jeugd
Nol van Veen was amper drie jaar oud, toen hij
eigenlijk pas goed tot de ontdekking kwam, dat er ook
nog iets was buiten de grote huiskamer, de daarachter
gelegen alcoof en smalle keuken. Natuurlijk was daar
die deuropening, waardoorheen mam ging, als de bel
rinkelde. En als je in de voorkamer uit het raam keek,
zag je de smalle, morsige steeg. Achter, in het keuken
tje, had je een uitzicht op de tuintjes, die door de bo
venburen werden gebruikt als vuilnisbelt. Maar dit
wist Nol niet. Hij wist wel, dat je niet uit het raam
mocht hangen, want dan viel je naar beneden en was
je dood. Dat had mam al zo vaak gezegd, dat hij het
net zo goed wist als Wim, de kater, dat hij niet op
tafel mocht klimmen, omdat dan Piet, de kanarie, ang
stig werd.
Het was op een mooie zomerse Zondagmiddag, dat
moeder van Veen haar spruit meenam de trap af, de
smalle steeg uit en via de achterbuurtstraten in het
park kwam. waar allemaal gras was en bloemen. Maar
daar had je ook niets aan, want op het gras mocht
je niet lopen en de bloemen moesten blijven staan. Die
mochten niet geplukt worden. Nol vond er niets aan,
drensde, dat hij naar huis wilde. Zodat men binnen de
twee uur weer in de steeg was. En daar ging Nol zoet
met zijn blokken spelen. Midden op de grond in de
voorkamer.
Doch Nol had de trap ontdekt en die oefende sinds
dien een magische aantrekkingskracht op hem uit. Als
hij de kans maar schoon zag, opende hij de deur naar
het portaal, ging op zijn achterwerk zitten en schuivel-
de zo tree voor tree naar beneden.
Meestal was moeder van Veen er tijdig bij om te
voorkomen, dat haar zoon een verkenningstocht ging
maken in de Amsterdamse achterbuurt, doch op een
Zaterdagmorgen, toen ze in de keuken het eten be
reidde, was Nol zo ver, dat hij de straat bereikte.
Verbaasd bleef hij staan kijken naar de kinderen,
die een eindje verder speelden. Op z'n korte beentjes
schommelde hij naar hen toe en lachte. De kinderen
staakten hun spel en keken hem aan.
„Wie is dat?" vroeg een van hen. De anderen haal
den hun schouders op. „Weet ik veel", antwoordden
ze en gingen verder met hun spel. Terwijl Nol, par
mantig met de handjes op de rug, een andere straat
inliep en hier en daar vol bewondering bleef staan.
Nabij de hoek was een groenten winkel en de diverse
producten stonden in bakken op de stoep uitgestald.
Nol zag de bossen wortelen en wist, hoe een wortel
smaakte. Hij kreeg er immers wel eens een van mam.
Hij liep naar de kist en trok met zijn kleine handjes
aan een wortel, maar die zat nog vast aan het loof.
Toen trok hij nog eens, maar dat hielp niets. Ten slotte
ging hij met zijn gezichtje naar de wortelen en beet een
stuk van een der grootsten af.
Dat had vérstrekkende gevolgen. Want de groente
vrouw zag de roof en klepperde op haar muilen schel
dend het trapje uit de winkel-kelder op naar de straat
en greep de kleine, zich van geen kwaad bewust zijnde
bengel bij de kraag. Het ventje schrok en begon te
huilen, toen hij de tierende vrouw, die zoveel groter
was, voor zich zag staan.
Intussen had moeder van Veen de desertie van haar
zoon gemerkt en op aanwijzing van de spelende kin
deren was ze in de straat gekomen, waar het wortel-
drama zich afspeelde. Ze begreep onmiddellijk, wat er
aan de hand was, greep onder haar boezelaar naar
een paar centen, wierp die de nog altijd scheldende
groentevrouw voor de voeten en nam haar huilende
zoon zonder een woord te zeggen mee naar huis.
Dit was de eerste kennismaking van Nol met de
mensheid en van die dag af mijdde hij de straat, waarin
de groentevrouw zetelde.
Moeder van Veen begreep wel, dat ze haar spruit
op de duur toch niet boven kon houden en waar er toch
vrijwel geen verkeer was in het steegje, vroeg ze de
oudere buurkinderen Nol onder hun hoede te willen ne
men. Zelf keek ze van tijd tot tijd eens uit het voorka
merraam, maar zag al spoedig, dat de jongen geen
aanstalten meer maakte om nieuwe verkenningstochten
te gaan maken en toen hij na enige dagen zelf op ge
zette tijden de trap weer opkroop om mam even gedag
te zeggen, waarna hij weer naar beneden hobbelde,
zette ze alle vrees opzij. Nol vermaakte zich als alle
kinderen in het steegje en was net als deze. Niet on
deugender, maar ook niet braver. Zolang het lopen nog
wat moeilijk ging, viel hij van tijd tot tijd een gat in
zijn knie en af en toe duikelde hij ook eens van de trap
af, tot grote schrik van zijn moeder en de buren, maar
meestal bracht hij het er, behoudens een buil of een
paar ontvellingen, goed af. Op vijfjarige leeftijd nam
hij de trap spelenderwijs en toen Nol zes jaar was, had
hij het eerste pak slaag te pakken gehad van Jaap, de
voddenboer, omdat hij de man, die in zijn pakhuis een
dutje deed, met een schreeuw had wakker gemaakt,
zodat deze zich een „aap" geschrokken had. zoals hij
dat vertelde. Nol beklaagde zich al huilende bij zijn
moeder, maar zij was een verstandige vrouw en toen ze
hoorde, wat hij had uitgespookt, antwoordde ze: „Ja,
dan is het je eigen schuld. Je moogt oudere mensen
nooit plagen." (Wordt vervolgd)