teRuq in öe moööeR Het Parlementair Overzicht Watersnood-Postzegels WEK DE GAL IN UW LEVER OP ..-V« Is de regeling krachtens de wet op de Materiële Oorlogsschaden voldoende? Alleen de heer Tilanus (c.h.) was daar eigenlijk enthou siast over, omdat zij de mogelijkheid tot individuele uitkeringen openlaat. Maar de rest wenste de handen op dit punt vrij te houden. De socialis ten zeiden dat zonder meer. En de heer Weiter sprak als zijn oordeel uit, dat er in ieder geval niet in de „geest" van de wet op de Materiële Oorlogsschaden gehandeld mag worden. Het moet soepeler gaan. Dat kan ook, want de positie van de rest van het land is niet zo slecht als direct na de oorlog. Een andere belangrijke vraag: hoe kan zulk een ramp in de toe komst voorkomen worden? Afslui ten van de zeegaten is een der op lossingen. Het staat echter niet vast, of dit technisch mogelijk zal zijn. En daarom werd van meer dan een zijde aangedrongen op de instelling van een studiecommissie, die dat zal moeten bekijken. De afsluiting zal een millioenen-affaire worden. Het is daarom logisch, dat normaal be gonnen zal worden met de herstel werkzaamheden. De heer Tilanus (c.h.) wenste de Raadsverkiezingen maar uit te stel len. Zij zullen in Mei gehouden worden. Daar voelde de heer Oud niets voor. Zo'n noodmaatregel vond hij alleen gewettigd voor de rampgebieden. Men ziet het was een rustig de bat, geheel in overeenstemming overigens met de ernst van het on derwerp. wonen. Zij hebben toen de Neder landse radio aangezet en geluisterd naar de berichten. Toen ze niets hoorden over Noord-Beveland en Schouwen en Duiveland, hebben ze zich in verbinding gesteld met de Engelse pers en deze heeft op haar beurt contact gezocht met het ANP. Dat was Maandagmiddag. Eerst toen is men in Den Haag tot de con clusie gekomen, dat de ramp veel erger was, dan men zich aanvanke lijk had voorgesteld. Eerst toen zijn er krachtdadige maatregelen getrof fen. Waar bleven de vliegtuigen Het antwoord op deze vraag geeft „Het Parool". Nu, achteraf, hebben velen zich afgevraagd: Waarom heeft men Zondag geen verken ningsvluchten gemaakt boven de rampgebieden? Hier is het ant woord, we laten „Het Parool" aan het woord: „De commandant van de vlieg basis Woensdrecht heeft eenvoudig gesmeekt om toestemming met twin tig toestellen op te stijgen en pak ketten uit te werpen. Hij kreeg de toestemming niet. Waarom niet? Iemand, die in militaire rang boven deze commandant staat, durft het niet aan de verantwoording te ne men de toestemming te verlenen, omdat iemand, die weer boven hem staat, dat ook niet durft. En deze mensen begrijpen niet, dat hun angst voor de verantwoording de oorzaak is van een ontstellend onbegrip voor de situatie hier. Zij begrijpen niet, dat hun aarzelen de dood van hon derden ten gevolge kunnen hebben, ja, erger, zeer waarschijnlijk heeft gehad. Op dat moment, dat wij dit over zicht samenstellen, is het dodencijfer gestegen tot 1395. Dertienhonderd vijfennegentig mensenlevens, die nimmer vergoed kunnen worden. Helaas moeten we vaststellen, dat alweer op zeer verantwoordelijke posten onbekwame mensen zitten. Mensen, die in geval van erge nood geen initiatief durven nemen, des noods zonder toestemming van nog hogere superieuren, zij deugen niet. De organisatie Bescherming Bevolking Het is zeer jammer, dat de orga nisatie „Bescherming Bevolking" nog niet in haar geheel is georgani seerd. Zonder ook maar iets af te doen aan alles, wat militairen en burgers, vaak onder schier onmoge lijke omstandigheden, hebben ge presteerd, staat het nu wel vast, dat een dergelijke organisatie, ook in vredestijd zeer zegenrijk werk zal kunnen verrichten. Als de B.B. ge heel op poten had gestaan, zou de hulpverlening uren eerder hebben kunnen aanvangen en zou, menselij kerwijs gesproken, het aantal slacht offers minder zijn geweest. Een re den te meer voor ieder, die het kan doen, om zich aan te sluiten bij de Organisatie Bescherming Bevolking. In één woord lof Lof past het gehele Nederlandse volk, een hoog enkele uitzondering daargelaten. Er is een stroom van goederen ingezameld in het gehele niet getroffen land en er is nu bijna 30 millioen gulden ingezameld, een exhorbitant hoog bedrag, hetgeen neer komt op gemiddeld 3 gulden per Nederlander van zuigeling tot grijsaard. Daar staat men even stil bij. Een beter bewijs van ons natio nale gemeenschapszin hebben wij nog niet gezien. Hulp uit het buitenland Stil staan we ook bij alle vormen van hulp, die uit het buitenland toe stromen. Het is onmogelijk om in een kort bestek weer te geven, wat we allemaal van onze medemensen in den vreemde toegestopt krijgen voor de slachtoffers. We wórden er verlegen onder en kunnen niet an ders dan stamelen: Dank U wel, dank U heel hartelijk. Misschien mogen we even ver melden, dat er ook uit West-Duits- land veel hulp is gekomen, in ver schillende vormen. Ook dit stemt ons niet alleen dankbaar, maar ook blij. Wij menen hierin een klein be wijs te zien, dat West-Duitsland op de goede weg is om een goede natie te worden in de Europese gemeen schap. Koningin Juliana sprak Zondag doorleefden we als volk samen een nationale rouwdag. Deze dag was zinvol. Het was een c" van gebed en ootmoed. Van inkeer. De tienduizenden halfstoks hangen de vlaggen vertolkten mede onze gevoelens. Ze waren vol leed over de velen, die achterbleven en in rouw gedompeld waren. In één stormnacht. We herdachten de hon derden, die het leven verloren. Stil, misschien ook wel bitter over onze onmacht tegen het tempeest van storm en watervloed. En op deze dag sprak onze Landsvrouwe, Hare Majesteit Ko ningin Juliana, een woord van troost tot ons volk. „Hoe dieper de nood," zo sprak Zij, des te dieper tevens in de harten het beginpunt gelegd voor een verbroedering der mens heid, wat tot ver over de grenzen van het vaderland zijn weerklank vond." „Het raadsel van 't waarom is alleen bekend aan Hem, Die weet, wanneer Hij elk van Zijn kinderen tot Zich roept, en Die weet, welke beproeving, welke krachtmeting, wij kunnen verdragen, elk afzonderlijk en allen tezamen. God doet thans een beroep op onze geestelijke veer kracht en op ons vertrouwen in Hem. Dit lijden voert maar naar één uitkomst, zowel voor de doden als voor de levenden, en dat is: naar de barmhartigheid van God en waar deze werkt in de mens. Overal waar leed is, is zegen nabij." Hieraan mogen, en willen we niets toevoegen. Dit was een troost woord. zoals slechts een gelovige Landsvorstinne kan uitspreken... van de storm en het springtij en men begreep, dat men nimmer een organisatie had kunnen opzetten, die deze verschrikkingen had kunnen weren. Wij zoeken niet naar zondebok ken, zo verklaarde de socialistische fractievoorzitter Burger. Nu is het de tijd om constructief werk te doen, om de handen ineen te slaan, om vragen te stellen die voor de gehele bevolking van belang is. Natuurlijk waren er vragen, die nauw verband hielden met het gebeurde. Was er één spreker, die gerust was over het alarmeringssysteem? Vroeg men niet of de reddende vliegtuigen op tijd de lucht in waren? Maar ook hier was het de toon die de muziek maakt. Verschillende Kamerleden waren er diep van overtuigd, dat deze ramp nog veel erger zou zijn ge weest als zij had plaats gevonden in oorlogstijd. Daarvoor heeft men een organisatie opgericht: de Be scherming Burger Bevolking. Op de valreep van het oude Kabinet zijn de betreffende wetsontwerpen goed gekeurd. waarvoor tachtig millioen gulden werd uitgetrokken. Deze or ganisatie moet uit deze ramp lering trekken, zo meende men. Is onze militaire organisatie niet teveel ge richt op een eventuele aanval uit het Oosten? Zijn we onze erfvijand, maar tevens bondgenoot-de-zee ver geten? In ieder geval is het duidelijk geworden, dat ons leger niet vol doende materiaal kon opbrengen, helicopters en motorvlets, om het gevaar tot de kleinst mogelijke pro porties terug te brengen. Daar zal iets aan moeten veranderen. Overi gens kan men zich, naar onze me ning, afvragen, of het wel mogelijk is dergelijke rampen, in oorlogstijd nog veel ingewikkelder, nationaal te bestrijden. Tijdens de debatten over de Bescherming Burgerbevol king heeft reeds binnenkamers de vraag gespeeld of ook de hulpver lening niet internationaal, in Nato- verband moet worden opgelost. Een vraag, die momenteel stellig weer de overweging waard is. Terug naar het debat. Behoudens de vragen, die bij heel het volk le ven, sneden de volksvertegenwoor digers ook nog andere problemen aan. De belangrijkste was misschien wel de organisatie van de water- HET WATERSNOODDEBAT TWEEDE KAMER EENSGEZIND ACHTER DE REGERING Zo heeft de Tweede Kamer deze week gesproken over de ontzagge lijke ramp, die ons land op de eer ste Februari heeft getroffen. Nog een week geleden wenste zij te zwij gen, wetende dat in zulke ogenblik ken werken beter is dan spreken. En al heeft zij dan ook deze week ge sproken, men kan niet ontkennen, dat zij de grootste soberheid in acht heeft genomen. Het was een debat, dat een zuivere weerspiegeling was van de instelling, die zich van ons volk heeft meester gemaakt. Be halve de communisten, die de schuld van dit gebeuren werpen op het Atlantisch Pact en die de Regering zelfs verweten, dat zij geen boten wensten te sturen, was er geen en kele fractie, die een woord van cri- tiek liet horen. Natuurlijk waren er vragen, maar niemand waagde zich eraan om de Regering of een be paalde Minister op één punt ver antwoordelijk voor het gebeurde te stellen. Men boog voor het geweld van ons land, die de tocht nood gedwongen over België moeten ondernemen. De Belgische collega's zijn veel soepeler. HET RAMPENFONDS De socialist Burger wenste het Rampenfonds zijn liefdadig karakter laten behouden. Het moet niet ge bruikt worden voor vergoeding van bijv. de huisraadschade. Want dan zou het vrijwillig ingezamelde geld een vermindering van de Staatsuit gaven ten gevolge hebben. Het Rampenfonds moet soepel zijn en helpen waar de Rijksbijdragen te kort schieten. De heer Schouten (a.r.) was het daarmede niet hele maal eens. Tenminste als de stroom van giften blijft voortduren, zou hij het Rampenfonds best de huisraad- schade willen laten vergoeden. Want vrijwillige offers bergen een grote zegen in zich. De tijd zal le ren hoe dit probleem aangepakt moet worden. Moeten de slachtof fers een volledige vergoeding van de schade ontvangen? Er was geen spreker, die dat niet wenste. De he ren v. d. Heuvel (k.v.p.), Burger (arb.), Weiter (k.n.p.) en Oud (v.v.d.) bepleitten dat zelfs. Ook de heer Schouten deed dit, 'maar deze loopt reeds zo lang in de po litiek mee, dat hij tot grote voorzich tigheid maande. Eerst moeten we weten, hoe groot de schade precies is en dan kunnen we praten over de wijze, waarop de vergoeding dient te geschieden. Het kan best zo zijn, dat de schade zo groot is, dat ons volk niet bij machte is deze te dra- gen. Van Dinsdag 10 Februari af zijn in alle Nederlandse postkantoren „Watersnood-postzegels" verkrijgbaar met een frankeerwaarde van 10 cent en een toeslag van 10 cent. De opbrengst van deze toeslag zal geheel ten goede komen aan het Nationaal Rampen fonds. De watersnood-zegels zijn tot en met 31 Maart a.s. ver krijgbaar en blijven geldig tot eind 1954. Het watersnoodzegel is het gangbare 1 O-cents-zegel met de beeltenis van H.M. de Koningin, voorzien van de opdruk „1953 Watersnood". U solt morren* „kiplekker" uit bed springen. Elke dag moet uw lever een Uter gal ln uw Ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die Uter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel gang op natuurlijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht middel, onovertroffen om de gal te doen stromen. Eist Carter's LeverpUletjea. schappen. Vrij algemeen erkende men de noodzaak om het herstel zo centraal mogelijk te regelen. Maar men wenste toch als principe de de centralisatiegedachte te behouden. Het is uitgesloten, dat de water schappen, de ontzaggelijke herstel- kosten zelf kunnen betalen. Volgens de Regeringsnota zullen zij alleen te maken krijgen met de binnenkerin- gen. De heer Oud (v.v.d.) deed echter het voorstel aan de hand om evenals tussen Rijk en Gemeenten ook een financiële verhouding tus sen Rijk en waterschappen te ma ken. Deze laatsten moeten echter autonoom blijven. Bovendien zouden zij misschien ook het bebouwde eigendom aan de waterkering kun nen laten meebetalen. De gedachte van een reorganisatie van de water schappen werd ondersteund door verschillende afgevaardigden, o.a, door de enige Zeeuw in de Kamer, baron v. d. Feltz. Deze beklaagde zich erover, dat de Hollandse doua ne streng optreedt tegen reizigers uit Zeeland naar een ander deel De Directeur-Generaal van de P.T.T., de heer L. Neher, die Maan dagmorgen in Den Haag het ver schijnen van dit speciale zegel aan kondigde, sprak de verwachting uit, tiat de opbrengst van de extra toe slag 1 millioen gulden zal bedragen. Wil deze opzet slagen, dan zullen dus tot 31 Maart a.s. 10 millioen van deze zegels verkocht moeten wor den, een aanzienlijk aantal, dat even wel, te bereiken is, wanneer ieder aan deze zegel-actie deelneemt. De Nederlandse Posterijen heb ben ervan afgezien, in verband met de watersnood een zegel met een speciale afbeelding te laten ontwer pen. Niet alleen zou daarmee veel meer tijd gemoeid geweest zijn. maar ook zou het gevaar groot zijn ge weest, dat deze zegels een indruk van pathos of vals sentiment zouden hebben gemaakt. Vandaar dat be sloten is, de watersnood-uitgave zo sober mogelijk te doen zijn. De Posterijen hebben het voorts aan iedereen mogelijk willen maken, door het kopen van watersnood zegels de nood te helpen lenigen. Daarom heeft men de toeslag willen beperken tot 10 ct. Uit de Stich ting voor het Kind, het Comité voor de Zomerzegels en de Directie van P.T.T. heeft zich een werkcomité gevormd, dat de verkoop van de watersnood-zegels op verschillende wijzen zal stimuleren. Dit comité zal het zeer op prijs stellen, wanneer het in deze taak zal worden geholpen door plaatselijke acties. De heer Neher zeide, dat naar de mening van het comité bij de ver koop van de watersnood-zegels een belangrijke taak is weggelegd voor de jeugd. Er worden wel eens be zwaren gehoord tegen het inschake len van de jeugd in liefdadigheids acties, maar het comité is van me ning, dat in dit geval die bezwaren opzij gezet mogen worden nu het gaat om de leniging van een zo grote nood. Speciaal ten behoeve van ver zamelaars van postzegels maar natuurlijk ook voor andere belang stellenden zijn speciale „First day covers" (eerste dag-omslagen) ver krijgbaar gesteld. Zulk een envelop pe met watersnood-zegel en speciale afstempeling is verkrijgbaar door het storten van een bedrag van 0.70 op postrekening no. 590.000 ten name van het Comité Watersnood postzegels 1953, Zeestraat 82, Den Haag. (Nadruk verboden) EEaali Uw bloed zuiver met Kruschen Salts. En voorkom zo Rbeumatische Pijnen. De bloedzuiverende organen tot jeugdige, krachtige werking brengen, het bloed vrij maken van pijnverwekkende onzuiverheden, die zich anders vastzetten in spieren en gewrichten: dat is het wonder dat zich voltrekt bij een regelmatig gebruik van Kruschen; daarmee bevrijd ge U zelf van de jammer en de chagrijnige pijnen die U het leven maken tot een last. Koop vandaag Kruschen bij Uw apotheker of drogist en begin morgenochtend die heil zame kuur. DIEFSTAL BIJ OVERSTROMINGEN Leest men in de bladen over dief stal, roverijen en plunderingen in het overstroomde gebied, denkt men wel eens aan de maatregelen die in ons land in de middeleeuwen werden genomen om aan dergelijke misselijke praktijken een einde te maken: In het placcaat, dat' haat (Ed. Grootmogenden uitvaardigden in den jare 1726 staat te lezen: „Also wij in ervaringe zijn ge komen, dat bij de tegenwoordige inbraak van Dijken, uyt te Hui zen door het water beloopen, ende neergestort, als die omringt zijn met water, gelyk mede uyt de Praamen, Schuyten of ander Vaartuig. Meubilen, Huysraad, Kasten, Kosten, Hennip. Balken en wat des meer daarin, of daar aan behoorende is, WEGGE- HAALT, GEPLUNDERT, GE- ROOFT of NA ELDERS VER VOERT werd. Zoo is 't dat Wij, om de ongelukkige Menschen te gen zoodanige rooverijen, zoo veel mogelijk te beschermen, goed gevonden hebben te verkla ren en te statueeren, zoals Wij verklaren en te statueeren mits- dezen, alle zoodanige rooverijen te houden voor gequalificeerde Dieverijen, als Huysbraken en zoodanige, waartegen de straffe des DOODS gesteld ende dat mitsdien allen ende een igelyck, die aan zoodanige zaken schul dig worden bevonden, met de KOORDE zullen worden gestraft dat er de DOOD na volgt. Beloovende hiermede, opdat de Daders des te beter mogen wor den ontdekt een praemie van hondert guldens aan degeene die zoodanige Misdadigers zal we ten aan te wijzen, dat ze in han den der Justitie geraken en van het fait overtuigt worden; als mede, zo denzelve daar ook aan mogte schuldig zijn, impunuteit van de straffe boven de praemie, en dat deszelfs naam, zulks be- geerende, zal worden gesecre- teert. Men ziet, streng was dus de straf die de Overheid in die tijd oplegde aan hem of haar. die zich schuldig maakte aan dieverij bij overstro mingen. Ons lijkt het juist ook thans tegen dergelijke hyena's strenge straffen HULP UIT AMERIKA Mrs. Boogaard-Riet - 2840 Porter Ave nue - Ogden Utah - U.S.A. zond ons een schrijven, gedateerd 6 Februari jl. waaruit we het volgende citeren: Vorig jaar heb ik een beroep gedaan op verschillende personen in het thans getroffen gebied in verband met de nalatenschap der Boogaart-familie. Zo kreeg ik schriftelijk heel wat kennissen op het eiland Tholen en elders. Het spreekt vanzelf dat mijn hart uitgaat naar hen die mij schreven en waar van misschien velen niet meer in leven zijn door de grote ramp, die U trof. Met me delijden alleen is men niet geholpen. Daarom ben ik hier een hulpactie begonnen voor de Nederlandse bevolking in de getroffen ge bieden. Het resultaat is dat mijn telefoon niet stil staat van hen die graag de eiland- bevolking te hulp willen komen. Vele vrach ten met kleding staan klaar. Het is voor ons echter een probleem dat in Nederland te krijgen. Ik weet dat er verschillende Ne derlandse maatschappijen gewillig genoeg zijn en bereid dit kosteloos over te bren gen, indien we het naar New York of San Francisco doorsturen. Dit gaat echter boven mijn kracht. Temeer omdat, indien ik alle aanbiedingen accepteer de hoeveelheid enorm zal worden. Ik vroeg de hulp van het Rode Kruis in Amerika, maar daar neemt men alleen gelden in ontvangst. Misschien kan het Nederlandse Rode Kruis in deze iets doen door een verzoek aan het Amerikaanse Rode Kruis. Wellicht is er dan een oplossing. Een klein gedeelte kan ik zelf verzenden. We hopen dat men er in Nederland een oplossing voor vind, zodat de bewoners van Utah alles kunnen brengen wat ze zo graag vrijwillig zouden afstaan. Momenteel durf ik geen goederen meer te accepteren alvorens ik weet dat er ook transport komt. Als U ons daaraan kunt helpen, helpen wij U. Mrs. Boogaart-Riet. HENK VAN HEESWIJK naar een motief van L. K. v. d. Linden HOOFDSTUK I Jeugd Nol van Veen was amper drie jaar oud, toen hij eigenlijk pas goed tot de ontdekking kwam, dat er ook nog iets was buiten de grote huiskamer, de daarachter gelegen alcoof en smalle keuken. Natuurlijk was daar die deuropening, waardoorheen mam ging, als de bel rinkelde. En als je in de voorkamer uit het raam keek, zag je de smalle, morsige steeg. Achter, in het keuken tje, had je een uitzicht op de tuintjes, die door de bo venburen werden gebruikt als vuilnisbelt. Maar dit wist Nol niet. Hij wist wel, dat je niet uit het raam mocht hangen, want dan viel je naar beneden en was je dood. Dat had mam al zo vaak gezegd, dat hij het net zo goed wist als Wim, de kater, dat hij niet op tafel mocht klimmen, omdat dan Piet, de kanarie, ang stig werd. Het was op een mooie zomerse Zondagmiddag, dat moeder van Veen haar spruit meenam de trap af, de smalle steeg uit en via de achterbuurtstraten in het park kwam. waar allemaal gras was en bloemen. Maar daar had je ook niets aan, want op het gras mocht je niet lopen en de bloemen moesten blijven staan. Die mochten niet geplukt worden. Nol vond er niets aan, drensde, dat hij naar huis wilde. Zodat men binnen de twee uur weer in de steeg was. En daar ging Nol zoet met zijn blokken spelen. Midden op de grond in de voorkamer. Doch Nol had de trap ontdekt en die oefende sinds dien een magische aantrekkingskracht op hem uit. Als hij de kans maar schoon zag, opende hij de deur naar het portaal, ging op zijn achterwerk zitten en schuivel- de zo tree voor tree naar beneden. Meestal was moeder van Veen er tijdig bij om te voorkomen, dat haar zoon een verkenningstocht ging maken in de Amsterdamse achterbuurt, doch op een Zaterdagmorgen, toen ze in de keuken het eten be reidde, was Nol zo ver, dat hij de straat bereikte. Verbaasd bleef hij staan kijken naar de kinderen, die een eindje verder speelden. Op z'n korte beentjes schommelde hij naar hen toe en lachte. De kinderen staakten hun spel en keken hem aan. „Wie is dat?" vroeg een van hen. De anderen haal den hun schouders op. „Weet ik veel", antwoordden ze en gingen verder met hun spel. Terwijl Nol, par mantig met de handjes op de rug, een andere straat inliep en hier en daar vol bewondering bleef staan. Nabij de hoek was een groenten winkel en de diverse producten stonden in bakken op de stoep uitgestald. Nol zag de bossen wortelen en wist, hoe een wortel smaakte. Hij kreeg er immers wel eens een van mam. Hij liep naar de kist en trok met zijn kleine handjes aan een wortel, maar die zat nog vast aan het loof. Toen trok hij nog eens, maar dat hielp niets. Ten slotte ging hij met zijn gezichtje naar de wortelen en beet een stuk van een der grootsten af. Dat had vérstrekkende gevolgen. Want de groente vrouw zag de roof en klepperde op haar muilen schel dend het trapje uit de winkel-kelder op naar de straat en greep de kleine, zich van geen kwaad bewust zijnde bengel bij de kraag. Het ventje schrok en begon te huilen, toen hij de tierende vrouw, die zoveel groter was, voor zich zag staan. Intussen had moeder van Veen de desertie van haar zoon gemerkt en op aanwijzing van de spelende kin deren was ze in de straat gekomen, waar het wortel- drama zich afspeelde. Ze begreep onmiddellijk, wat er aan de hand was, greep onder haar boezelaar naar een paar centen, wierp die de nog altijd scheldende groentevrouw voor de voeten en nam haar huilende zoon zonder een woord te zeggen mee naar huis. Dit was de eerste kennismaking van Nol met de mensheid en van die dag af mijdde hij de straat, waarin de groentevrouw zetelde. Moeder van Veen begreep wel, dat ze haar spruit op de duur toch niet boven kon houden en waar er toch vrijwel geen verkeer was in het steegje, vroeg ze de oudere buurkinderen Nol onder hun hoede te willen ne men. Zelf keek ze van tijd tot tijd eens uit het voorka merraam, maar zag al spoedig, dat de jongen geen aanstalten meer maakte om nieuwe verkenningstochten te gaan maken en toen hij na enige dagen zelf op ge zette tijden de trap weer opkroop om mam even gedag te zeggen, waarna hij weer naar beneden hobbelde, zette ze alle vrees opzij. Nol vermaakte zich als alle kinderen in het steegje en was net als deze. Niet on deugender, maar ook niet braver. Zolang het lopen nog wat moeilijk ging, viel hij van tijd tot tijd een gat in zijn knie en af en toe duikelde hij ook eens van de trap af, tot grote schrik van zijn moeder en de buren, maar meestal bracht hij het er, behoudens een buil of een paar ontvellingen, goed af. Op vijfjarige leeftijd nam hij de trap spelenderwijs en toen Nol zes jaar was, had hij het eerste pak slaag te pakken gehad van Jaap, de voddenboer, omdat hij de man, die in zijn pakhuis een dutje deed, met een schreeuw had wakker gemaakt, zodat deze zich een „aap" geschrokken had. zoals hij dat vertelde. Nol beklaagde zich al huilende bij zijn moeder, maar zij was een verstandige vrouw en toen ze hoorde, wat hij had uitgespookt, antwoordde ze: „Ja, dan is het je eigen schuld. Je moogt oudere mensen nooit plagen." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3