Opa Jan Kip 101 jaar:
mij vergeten ze niet'
Werk en vrije
tijd van de militairen
nr Tt
Oudste Zeeuw voelt
zich opperbest
C.Y.P.-ers torpederen
belastingverhoging
A
voor de jongeren onder ons
CMOWSiil
Belastingaftrek
alleen voor
algemene giften
Amnestie
fSUB
Meer aandacht!
Voor vlijt
en gedrag
OP 7' SCHAVOTJE
De vaat moet gebeuren
PERSPECTIEF
in uw gesternte
HET VRIJE VOLK VRIJDAG 20 FEBRUARI 1953
PAGINA 5
(Van een speciale verslaggever)
OPA JAN KIP is de oudste van alle levende Zeeuwen. Op
18 Maart wordt hij wel geteld honderd en twee jaar. Deze
verjaardag zal opa niet vieren in het Zeeuwse dorp Dreischor
op Schouwen-Duiveland. Zijn huisje aan de Stoof weg, dat
tegelijk het verblijf was van zijn dochter Maart je en zijn klein
kinderen Pietje en Jan, staat nog slechts voor een klein deel
boven water.
Niemand weet, waar deze sterke oude baas wél zijn 102de
geboortedag zal herdenken. Misschien wandelt hij nog, zoals
vandaag, door de lange gang van het .Diaconessenhuis in
Dordrecht, waar ze hem Woensdag 4 Februari naar toe hebben
gedragen.
Maar dat is slechts heel misschien.
Omdat opa helemaal niet in een zie
kenhuis thuis hoort. Die ellendige
storm en watervloed van de eerste
Februari hebben hem niks gedaan.
Hij is nog zo fit als een man van
boven de honderd, volgens mense
lijke begrippen, maar zijn kan.
Het leven van opa kabbelde bijzon
der rustig voort in de dreven van het
„mooiste dorp" op Schouwen-Duive
land.
Hij zorgde 's morgens voor de enige
koe (voor eigen gebruik), het paard
en het varken van schoonzoon Johan
van der Velde. Hij sneed wat gras
aan de dijk en scharrelde in het
schuurtje.
Bij mooi weer wandelde opa, steu
nend op zijn stok, door het dorp. Hij
maakte hier en daar een praatje, ver
telde over vroeger, over de Franse
oorlog of over zijn evacuatie in 1943
naar Roosendaal. „Daar heb ik m'n
93ste en 94ste verjaardag gevierd bij
een broer van mijn schoonzoon".
En de gelukkige mensen in het
vlasdorp Dreischor zeiden van hun
oudste inwoner: „Hij blijft maar
kras. Hij kan hier wel twee honderd
jaar worden..."
Met z'n vijven
Zo was het. Tot die rampzalige
nacht kwam van de 31ste Januari op
de 1ste Februari.
Met zijn vijven waren ze bijeen in
het landbouwerswoninkje. Opa sliep
beneden. („Ik kon niet meer zo goed
de trap op"). Schoonzoon Johan (66),
dochter Maartje (62) en de klein
kinderen Pietje (40) en Jan (36)
lagen boven.
Geen van hen hoorde de noodklok,
Het geloei van de storm overstemde
het klagende geluid van de beierende
torenklok. Ze waren zich van geen
gevaar bewust.
Tot plotseling 's morgens om
half vier: dat doordringende geklop
op de deur. Expediteur Van der Lin
den schreeuwde het uit: „Kom er uit,
de dijken houden het niet meer..."
Het water was er al. Het stroomde
door de kamer en de keuken. Onder
het bed van opa kookten de golven.
De oude baas kregen ze met moeite
Sinds Woensdagavond 4 Fe
bruari vertroetelen de zusters
van het Diaconessenhuis in
Dordrecht de oudste inwoner
van Zeeland tot en met. Opa
Kip heeft slechts één bezwaar
tegen dit ziekenhuis: „De gang
is zo kort en ik moet de ruim
te hebben voor mijn wande-
'ingetjes...
(Van onze parlementsrèdactie)
De belastingfacüiteiten, door de
minister-president op 3 Februari toe
gezegd, gelden uitsluitend voor gif
ten in bet kader van dc algemene
nationale hulp aan de slachtoffers
van de watersnood.
Dit betekent: giften aan het Na
tionaal Rampenfonds en giften in
natura, door ondernemingen ge
schonken aan het Ned, Rode Kruis.
Deze mededeling heeft staatsse
cretaris Van den Berge in de Tweede
Kamer gedaan in antwoord op vra
gen van de heer C. van den Heuvel
(ar.).
Bijzondere giften aan familieleden
en vrienden, dus buiten genoemde
instellingen om, kunnen geen aanlei
ding zijn tot verlaging van belasting.
Wel zal nog worden nagegaan of
schenkingen van bedrijven e.d. tot
belastingaftrek aanleiding kunnen
geven, wanneer ze kunnen worden
geboekt als bedrijfsonkosten.
Het leek de staatssecretaris niet
nodig, de toegezegde faciliteiten te
regelen door een wijziging van het
besluit op de inkomstenbelasting en
dat op de loonbelasting. Technische
overwegingen hebben voor de getrof
fen regeling gepleit.
De staatssecretaris zal nog nagaan,
of de invoering van een noodwet
voor de belastingfaciliteiten noodza
kelijk is.
Hij zal ook onderzoeken, of een
speciale regeling kan worden getrof
fen voor de hulpverlening, die via
adoptie door gemeenten tot stand
komt.
komt nooit zoveel water in ons dorp."
Met z'n vieren sjorden ze hem naar
boven, het smalle trapje op. „Leg mij
maar op het ledikant, dan kan 11:
verder slapen..."
Er kwam niet veel meer van sla
pen...
De jongsten verdwenen uit het huis.
Jan trok met 't paard naar de dijk.
Nu, bijna drie weken later, hebben ze
hem nog niet teruggezien. „Maar hij
leeft, hij werkt aan de dijk in Zierik-
zee", menen de oudjes.
Pietje rende door het water naar
het hoger gelegen dorp. Toen ze
terugwilde kón dat niet meer. Bij
Frans van Bil vond ze een dak boven
het hoofd. Een betrekkelijk veilige
plaats.
Toch: ze zat daar midden in de
ellende. In het café van de buren
vond ze zestig vrouwen en man
nen bijeen. Voor de deur stond een
auto met stoffelijke overschotten.
Vijf cadavers dreven om het huis
Samen 229 jaar
Op de zolder van het stenen be-
doeninkje aan de Stoofweg vochten
drie oudjes, samen 229 jaar, hun
strijd op leven en dood.
Moeder Maartje gebruikte die eer
ste nacht haar zaklantaarn, met
vier stoelen gered uit de volgelopen
kamer, om lichtsignalen te geven.
Opa had er bezwaar tegen. „Wees
toch een beetje zuinig. Ze komen
wel. Mij laten ze niet verdrinken..."
Er kwam niemand.
Zondagmiddag cirkelde een vlieg
tuig boven het dorp. Maartje
wuifde met een paar lapoen naai
de inzittenden. Door het grote
zolderraam. Voorlopig tevergeefs.
In de verte dreven bootjes voorbij
met geredde mensen van verder ge
legen boerderijen. Vandaag zegt
Maartje: „Ze hadden gelijk, dat ze
die eerst weghaalden, zij liepen meer
gevaar dan wij".
Die Zondagmiddag dacht ze er an
ders over.
Ze gingen de tweede nacht in. Een
angstige nacht. Het water klotste
tegen de trap op. Kwam met de
vloed— weer hóger en hoger. De
twee ledikanten dreigden te gaan
drijven. Evenals de stoelen.
Opa gaf de moed niet op. bleef
De 66-jarige Johan kreeg het
rustig.
koud, ging hoesten. Nieuwe zórgen
de 62-jarige vrouw. Maartje
op.
Tweede dag
Die nacht niet, noch de volgende
dag. Hun tweede dag op de zolder.
Ze aten zure appelen, rauwe eieren
en wat worst, die op de natte vloei
en in kasten lag, Elk uur werd het
moeilijker en angstiger.
Ze hoorden in hun eigen huis de
ruiten barsten onder de drang van
het water, Door het zoldervenster
zag Maartje, wat er werd van de
huisjes aan de overkant van het
straatje. Hoeken sloegen weg. Hoe is
het bij ons? Het was een martelende
vraag. „We durfden ten slotte bijna
niet meer kijken."
De derde nacht kwam. Zonder uit-
zicht. Drie oude mensen probeerden
te slapen. Ze kónden het niet. „Wat
duurt het lang voordat ze komen, is
iedereen misschien al weg uit het
dorp, wat is er met Pietje gebeurd
en waar zou Jan zijn...?"
Het leven werd een hel, door de
onzekerheid over het lot van ande
ren. Opa maande: „Maak je tooh
niet ongerust, het komt wel in orde
het is voor mij altijd nog goed
afgelopen..."
Zie je wel
Opa kreeg gelijk, In de loop van
Dinsdag, de derde dag. Dank zij
Maartje. Ze begreep: „.Nu moeten we
hier vandaan" en ze joeg haar kre
ten over het stil geworden watervlak.
Net zo lang tot ze het hoorden,
En ze kwamen. Nico van der Werf,
Koos de Vrieze en KoosVane voeren
met hun bootje tot vlak onder het
raam. Ze hesen opa Kip, moeder
Maartje en de zieke Van der Velde
uit het huls in het schuitje. Opa
had het grootste woord: „Zie je wel,
dat ze mij niet laten verdrinken..."
Pietje terug
Een paar uur later stonden ze met
z'n drieën in Noordgouwe. Ze' von
den er Pietje terug. Gered met een
rubberboot. Niet Jan.
Opa kwam terecht in het zieken
huisje en vervolgens aan boord van
het hospitaalkerkschip De Hoop, dat
hem Woensdagavond veilig afleverde
in het Dordtse Diaconessenhuis en
waar ze nu van deze krasse Zeeuw
zeggen: "Het is eigenlijk geen pa
tiënt voor een ziekenhuis..."
Zijn schoonzoon, Maartje en Piet
je zwierven nog verscheidene uren
over het verdronken eiland. Tussen
Noordgouwe, Dreischor en de vlucht-
haven van Zijpe.
Ze sliepen een nacht op stro in
een aak.
Dat was de genadeklap voor Johan.
Ze moesten hem naar een zieken
huis in Delft brengen.
Toen opa Kip het veertien dagen
later hoorde, schudde hij zijn hoofd.
..Die jongeren kunnen ook nergens
tegen..."
(Van onze Brusselse correspondent,
O. De Swaef)
De Belgische regering zal voorlo
pig niet tot verhoging van de di
recte belastingen overgaan om aan
geld te komen voor het herstel van
de overstromingsschade,die wordt
geraamd op één milliard en 400 mïl-
lioen franc.
Een voorstel tot belastingverho
ging, dat reeds gereed was, is door
de regering ingetrokken toen Don
derdag verschillende katholieke Ka
merleden dreigden met een rege
ringscrisis. Het ontwerp zal worden
herzien.
Waarschijnlijk zal thans ccn spe
ciaal fonds voor het herstel van de
waterschade worden ingesteld.
De socialistische fractievoorzitter
Bohy heeft Donderdag in de Kamer
geprotesteerd tegen het feit, dat; de
Belgische diplomatieke vertegenwoor
digers in Londen en Parijs officieel
bezwaar hebben gemaakt tegen arti
kelen, die in de Franse en Britse
pers zijn verschenen over de reis van
koning Boudewijn naar de Rivièra.
De Belgische vertegenwoordigers
hebben aan de Franse en de Britse
regering laten weten, dat genoemde
artikelen in België een ongunstige in
druk hebben gemaakt.
Bohy meende, dat een dergelijke
klacht indruist tegen de persvrijheid.
Hij vroeg of de regering van plan ls
om stappen te nemen, die de ongun
stige indruk van een dergelijke actie
kunnen wegnemen.
Van officiële zijde werd aan de
pers meegedeeld, dat de diplomatieke
vertegenwoordigers niet in opdracht
van de regering zouden hebben ge
handeld, maar wel volgens de alge
meen geldende richtsnoeren wat be
treft gevallen, waarin de koninklij
ke familie op onaangename wijze
wordt bejegend.
Advertentie l.M.
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
O ruit 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal
In uw ingewanden doen stromen, andera
verteert uw voedsel niet, het bederft.
U raakt verstopt, wordt humeurig -
UH hO wekken en uw spijsvertering en
stoelgang op natuurlijke wijze te regelen.
Een plantaardig zacht middel, onover
troffen om de gal te doen stromen.
Eist Carter's LevarpiUetjes.
(Vervolg van pag. 1)
De nieuwe wet zal het de verwan
ten der slachtoffers onmogelijk ma
ken. de veroordeelde Elzassers aan te
spreken voor schadevergoeding. De
wet voorziet echter in vergoeding
door de staat voor deze schade.
Intussen is Donderdag in Bordeaux
de Elzasscr Boos, die in het Oradour-
proces ter dood is veroordeeld, nog
eens gevonnist en wel omdat hij vrij
willig dienst heeft genomen in de
Waffen-S.S. Wegens hoogverraad
kreeg hij vijftien jaar dwangarbeid.
Boos valt als vrijwilliger niet onder
de amnestie-wet, die alleen geldt voor
Elzassers, die gedwongen dienst
moesten nemen.
Alle Duitsers, die in het Oradour-
proces veroordeeld zijn, zijn Donder
dag tegen hun vonnis in hoger be
roep gegaan.
In Bonn heeft de amnestie-wet on
middellijk aanleiding gegeven tot
scherpe reacties. Mem gaat er in
Duitse kringen van uit, dat het vecht
ondeelbaar moet zijn, en dat Duit
sers en Fransen niet naar verschil
lende maatstaven mogen worden be
handeld als zij aan de zelfde hande
ling hebben deelgenomen.
In deze geest heeft zich o.m. de
Westduitse minister van Justitie,
1 Dehler, uitgelaten.
fes
Voor de
laatste maal
Officieren en manschappen
zelf aan het woord
Het is vanzelfsprekend, dat opgroeiende jonge
mensen belangstelling tonen voor de wereld
om hen heen; dat we ons zelfs mede-verantwoor
delijk voelen, en dat we over de actuele problemen
urenlang debatteren met alle felheid en over
redingskracht, die we bezitten. En dan, op een
stormachtige nacht, zwiept de natuur het zeewater
hoog op en slaat de dijken in stukkenen we
weten, dat er voorlopig maar één probleem
In actie zónder
wapens
meer is
Zo verging het ook de
Pevspect'ef-redacLie. We had
den eind Januari de eerste
lichting brieven over de mili
taire dienst gepubliceerd, en
daarna kwam opnieuw een
enorme stapel post binnen.
Boze brieven van officieren
over de dienstplichtigen;
vlammende verhalen van
soldaten over de leiding. En
juist in die dagen deed ons
leger het meest-hartverwar-
mende werk dat een militair
maar kan doen: redden, en
helpen. Moesten we nog pra
ten over de kibbelarijtjes tus
sen de leiding en dé man
schappen...?
De noodtoestand is nu
voorbij. De legerafdelingen
zijn vrijwel alle weer op hun
.post terug en de Wenst ls
weer als drie weken geleden.
En dus'is er
om ons begonnen gesprak uit
te praten, Niet met hét doel
om nou eens lekker partijen
tegen elkaar uit te spelen,
maar uitdrukkelijk met het
voornemen om te verbeteren,
waar wat te verbeteren valt.
„Wat wordt het: iéts doen
of niéts doen?" hebben we
in ons inleidend artikel ge
vraagd. Er zijn echter talloze
briefschrijvers, die zich bij
de beantwoording weer op
zijterreinen begeven. J. P. V.
uit A'dam schrijft bijv. dat
iemand met een MULO-di-
ploma toch officier is gewor
den; maar D. P. A. uit Sua-
meer stelt daartegenover, dat
de „gewenste eigenschappen,,
waaraan iemand moet vol
doen om bij de officierenop
leiding te komen, schijnbaar
alleen aanwezig zijn bij
jongelui, die uit de meer ge
goede milieu's voortkomen."
Deze brieven leiden tot de
dringende vraag: Kan er niet
nog het een en ander ten
goede veranderen bij de se
lectie voor de officiersoplei
ding.
In onze eerste serie ge
plaatste brieven zijn door
een aantal inzenders on
vriendelijke dingen gezegd
over het kader, Een vijftal
sergeants uit verschillende
kazernes komt daar tegenop
en zij vertellen uitvoerig van
hun ervaringen met dienst
plichtigen. We moeten zeg
gen, dat zij van hun kant
geen ongelijk hebben, en
geven toe, dat het goedkoop
is, om het kader als geheel
uit te schelden.
Maar nu de eigenlijke zaak:
wat doen we in dienst.
„We worden gewoon bezig
gehouden" komt Leo Bac nog
eens verklaren. ..Onze trai
ning wordt met opzet gerekt,
omdat, zoals een sergeant
zei: we anders hélemaal niet
weten wat we met jullie moe
ten doen."
„Maar ze tonen helemaal
geen belangstelling voor wat
dan ook", stelt een vaandrig
uit Schiedam. „Eens in de
week houd ik met mijn jon
gens een babbeluurtje. Dan
kunnen ze over alles en nog
wat praten. En iedere keer
valt het mij dan op hoe op
pervlakkig deze jongens
'zijn."
Wij hebben gesuggereerd
de dienstplichtigen werk te
geven. Dat wordt van twee
kanten verschillend beoor
deeld. Het kader zegt:
„Ze ivïllen niks. Ze willen
alleen maar rondhangen en
kaarten en naar de bios."
De dienstplichtigen vertel
len:
„Er wordt al werk genoeg
voor ons gezocht. Kunt u
zich bijvoorbeeld voorstellen
wat er in me opkomt, als ik
een schone jeep schoon moet
mukc.it?"
Tot een oplossing van de
situatie komt niemand. Ieder
ziet zijn eigen moeilijkheden.
Een uitweg? Nee.
Dan de vrijetijdsbesteding.
„De bioscoopzalen zitten
elke avond vol" klagen som
migen, „maar de studeer
kamer is bijna altijd leeg."
Maar zijn er genoeg studeer-
ruimten voor militairen? We
geloven er niks van.
„Het amusement dat ons
geboden wordt", zeggen twee
jongens uit Sneek, bestaat
haast altijd uit films van
het type sla-maar-dood, en
waarom komt wél Mr Doodle
op bezoek, maar nooit eens
SS»
een goed toneelgezelschap."
Maar C. v. K. schrijft:
„Er was hier vorige iveek
een toneelopvoering, maar
het grootste deel van de
ESS"**" KyTan H^te-'
1 e n verbaasd. Dat kan na-
•k tuurlijk niet altijd, Diny,
Tot onze voldoening zijn maar het zou veel en veei
ook een paar meisjes in vaker kunnen (en móéten!"
de discussie gesprongen gebeuren. Gré Bos uit
„Waarom laten ze de jon- Vlaardingen heeft veel
In ons Perspectief van vandaag drukken we voor de
tweede maal de mening af van lezers over proble
men rond de militaire dienst. Tienduizenden jongens
van om en nabij de 20 moeten twintig maanden lang
hun dienstplicht vervullen. Het is in hun belang, dat
ze in die tijd een wezenlijke taak krijgen.
Uit de tientallen brieven wordt het ons nogmaals
duidelijk, dat vele jongens niet alleen die twintig
maanden uit hun werk. zijn, maar dat het voor hen
bijzonder moeilijk is na maanden van enkel paraat
zijn weer actief aan de slag te moeten. Daarom: er
móét meer gebeuren.
Genoemd worden:
le. de training van de soldaten zo breed maken als
met het beschikbare materiaal maar mogelijk is.
2e. de vakmensen meer kans te geven zich op hun
eigen gebied te ontwikkelen, en dat zou misschien
kunnen, als
3e. meer burgerpersoneel zou kunnen worden in-
i geschakeld:,leerkrachten van vakscholen bijv.:
4e. de sportbeoefening 'op vee) plaatsen meer op het
rooster te plaatsen;
5e. de mogelijkheden voor eventueel verplichte studie
en actieve vrijetijdsbesteding te vergroten.
Bij al deze suggesties geldt dat de dienstplichtigen
méér gebruik moeten maken van de geboden kansen.
En voorts: het nodige doorzettingsvermogen van hoog
tot laag worde aangemoedigd. Fouten worden overal
gemaakt, blijf niet op die fouten staren.
Ons volk brengt jaarlijks een groot financieel offer
om een leger op de been te houden, dat „paraat" moet
zijn. De dienstplichtigen brengen een offer van bijna
twee jaar dienstplicht. Daarom: méér aandacht voor
deze zaak. Ze is het waarachtig wel waard.
GABRI DE WAGT
critiek op de „avondjes",
in de kampen. „Is het nu
wel noodzakelijk, dat er op
gezette tijden in de kampen
zgn. vrije lap is. En een jon
gen, die zich zelf respecteert
komt niet op de „gezellige
avondjes" want het (nood
zakelijke?) damespubliek dat
daar geïntroduceerd wordt,
is niet veel soeps." Over die
dansavondjes is op zich zelf
heel wat te zeggen, al is het
niet billijk te generaliseren.
We moeten dit onderwerp
nu afsluiten. Wie moet
het laatste woord heb
ben? Misschien de mensen,
die er op wijzen, dat de vrije
tijdsbesteding geheel afhan
kelijk is van het eigen initia
tief „Er is veel van te ma
ken", zeggen sommigen, „als
je maar wilt." En: „je moet
er wat voor dóén, het wordt
je niet op je bed gebracht".
Een onderofficier krijgt het
allerlaatste woord:
„Laten we toch van beide
kanten verstandig zijn. We
moeten twee jaar lang met
elkaar optrekken. Laten we
er dan samen het beste van
maken."
Hier liggen dan de
eerste cijfers op tafel en
onze baas mag ze zien,
hoor! Dit is nu het rap
port. dat we op school
altijd hebben, verdiend en
nooit hebben gekregenIn
totaal hadden we 21 cij
fers met een totaal van
164. Gemiddeld dus: 7,8.
En dat voor een rubriek,
die verscheen op Vrijdag
de dertiende...
Nog even een paar ge
tallen en opmerkingen.
Nico gaf een acht voor
het openingsartikel (waar
om ook niet gesproken
over een speelgoedactie
voor de geëvacueerde kin
deren?), Ton gaf voor de
keuze een 9 en voor in
houd een 8, Hilly een ne
gen en Henk schreef
Mag er zijn! („Er is géén
collecte-moeheid en laten
we het geld liever vrij
willig bij elkaar brengen
dan gedwongen").
Het schavotje had aller
instemming „Misschien
moet de jeugd van onze
tijd wel minder werken
dan onze vaders en moe
ders, maar ze moet veel
leren om hetzelfde te be
reiken als onze ouders",
voegt Hilly er aan toe.
-m r IEKE TELGENKAMP
fl/f (maar de radio-, teie-
lfj. visie- en gramo/oon-
wereld heelt er Mieke Tel-
Icamp van gemaakt, dat is
gemakkelijker, ook voor hei
publiek en dus óók voor het
succes) was een typiste op
de Hollandse Signaalappara-
tenfabriek in Hengelo. Ze
hield van zingenal kwam
het nooit tot lesnemen. Wel
iverd ze lid van een amateur-
cabaretchib in Hengelo, toen
ze zestien was.
En nu nu is ze achttien),
is ze geen typiste meer en
woont ze niet meer in het
oosten des lands, maar
wordt er geiverkt aan een
geheel andere carrièrezan
geres voor de radio, televisie
en gramofoon. En daartoe is
ze in Hilversum komen ivo-
Voor radio en televisie de
buteerde zij al enige tijd ge
leden, deze week komt dan
haar eerste gramofoonplaat
in de winkels: „Here in my
heart", en „Why don't you
believe me".
Haar volume is van dien
frijk die Bep van der dé, vreugden in de Volks-
SC Linden (25 jaar) uit hogeschool. En het schijnt
Beverwijk eens enthou- zelfs, dat de jongenscursus-
siast afwassen. In een kolos- sen niet meer breken dan
saai tempo komen de scha- de meisjes!
len en borden en vorken en
lepels uit het sop. Ja. de
vaat moet gebeuren, ook op
een Volkshogeschool. Ze wa
ren er met zijn vijftigen
meisjes uit negen provincies
plus een Vlaamse en een
Duitse.
Op de werkelijk magnifie
ke Zandhoevein Bergen
zijn ze veertien dagen bi)
elkaar geweest in een cur
sus: Meisjes in stad en plat
teland. Ze hebben natuur
lijk ontzettend veel gepraat
(„Je verbaast je er telkens
weer over, dat er mensen
zijn, die zo heel anders le
ven en denken dan jezelf
doet!"), ze hebben behoor
lijk gesport en gespeeld,
ze hebben met stof zitten
toveren, zijn op excursie
geweest, en gingen ook naar
het toneelstuk Ondine
En natuurlijk hebben ze
afgewassen. Dat is een van
a:'.id. dat zij n:ct in de mi
crofoon fluistert a'.s een
„croonster". Zij zingt voluit,
en de technicus bij haar gra-
mofoonopname liet twee
schotten aanrukken en legde
een dikke stofdoek over de
microfoon...
Zij is precies Vera Lynn,
denk je soms, en ook wel
Doris Day, maar Mieke Tel-
kamp zélf heeft geen voor
keur en geen oordeel. „Ik
zing zonder aan een andere
zangeres te denken, ik zing
zoals ik zelf graag wil".
Misschien is dat wel de re
den voor haar succes
In ieder geval is het voor
menigeen een wijze les!
G. P. E.
Opleiding en loon
Wat zegt Perspectief van
het feit, dat ateliermeisjes
van 16 a 17 jaar zonder
enige vooropleiding een inko
men hebben van 50 tot 70
gulden per week, terwijl jon
gens van 20 jaar en ouder
met een dure HBS- of Gym-
opleiding op een kantoor 25
">t 50 gulden verdienen?
BOB VAN GULIK,
Castricum.
Hiervan kan Perspectief
alleen maar zeggen, dat er
waarschijnlijk geen enkel
meisje van 16 of 17 jaar is,
dat f 50 tot f 70 per week
verdient. Meisjes, die op een
fabriek werken, verdienen
naar gelang van hun leef
tijd f 25 tot f 35 per iveek en
sommigen komen aan de f 40
toe. Dat zijn dan ouderen,
die gespecialiseerd werk ver
richten.
Meisjes op confectie-ate-
liers, die ouder zijn dan 22
jaar kunnen boven de f 40
uitkomen. Zij hébben dan
een behoorlijke oefening en
ook vakkenmis. Enkele oude
ren. met bijzondere bekwaam
heid kunnen tot f47 ver
dienen.
Bob van Gulilc moet hier
bij bedenken, dat deze lonen
niet boven, maar vaak nog
wel onder die van hun man
nelijke collega's liggen. Bo
vendien bieden de betrekkin
gen van otigeschoolden en
geoefenden maar weinig
perspectief. Het perspectief
voor joiigeren met HBS- of
gymiiasiumopleiding is 7iog
altijd veel beter.
Vandaar ook, dat deze jon
gelui nooit willen ruilen.
Red P.]
Contributie
Ik wil wel graag tot. de
vasfe groep der Perspectivia-
en behoren, als het maar
geen contributie kost, want
dat betaal ik al zoveel.
W. de R. te D.
IWees gerust, Wim, wij
zijn 07ibetaalbaar en daarom,
deen we het voor niks.
Red. P.ï
Astrologische voorzeggingen door
mevr. LAUDANUM
PERIODE VAN 20 TOT 27 FEBRUARI. De kreeften
moeten deze week goed uitkijken. Er ligt iets zachts op
uw weg, maar daar moet u overheen stappen. Hoedt u
voor afglijden. Deze zachtheid is slechts schijn. Kreef
ten en Maagden kunnen deze week wel huwen, maar
alleen met een stier. U zult eerst wat moeite hebben
met, hun opvliegend karakter, maar zij
-uilen u veel liefde geven, of niet, maar
dan ligt de schuld bij uzelf. De Weeg
schalen moeten uiterst voorzichtig zijn;
Mars staat nu t.o.v. Wega in een ongun-
stige positie! Hoedt u voor beige. Vast
houden en doorbijten. U raakt vrienden kwijt en kriigt
er andere voor terug, of niet. Dat ligt aan het beige.
Voorzichtig met 't Lentepunt dus...
De Maagden krijgen goed bericht uit een groot ge
bouw of van over water. Houdt uw zenith hoog en be
gin geen zakelijke ondernemingen, óf u moet zeker van
uzelf zijn en dat bent u niet. Laat, uw Nadir niet met
voeten getreden worden; of 't, moeten uw eigen voeten
zijn en dan is er maar weinig aan te doen. Bij de
Steenbokken zelfs helemaal niets, ri'e móéten!
MEVR. L,
(astrologe in buitengewone dienst).
P.S. Het succes is een goede vriend. Groet hem.