Opa Jan Kip 101 jaar: mij vergeten ze niet' Werk en vrije tijd van de militairen nr Tt Oudste Zeeuw voelt zich opperbest C.Y.P.-ers torpederen belastingverhoging A voor de jongeren onder ons CMOWSiil Belastingaftrek alleen voor algemene giften Amnestie fSUB Meer aandacht! Voor vlijt en gedrag OP 7' SCHAVOTJE De vaat moet gebeuren PERSPECTIEF in uw gesternte HET VRIJE VOLK VRIJDAG 20 FEBRUARI 1953 PAGINA 5 (Van een speciale verslaggever) OPA JAN KIP is de oudste van alle levende Zeeuwen. Op 18 Maart wordt hij wel geteld honderd en twee jaar. Deze verjaardag zal opa niet vieren in het Zeeuwse dorp Dreischor op Schouwen-Duiveland. Zijn huisje aan de Stoof weg, dat tegelijk het verblijf was van zijn dochter Maart je en zijn klein kinderen Pietje en Jan, staat nog slechts voor een klein deel boven water. Niemand weet, waar deze sterke oude baas wél zijn 102de geboortedag zal herdenken. Misschien wandelt hij nog, zoals vandaag, door de lange gang van het .Diaconessenhuis in Dordrecht, waar ze hem Woensdag 4 Februari naar toe hebben gedragen. Maar dat is slechts heel misschien. Omdat opa helemaal niet in een zie kenhuis thuis hoort. Die ellendige storm en watervloed van de eerste Februari hebben hem niks gedaan. Hij is nog zo fit als een man van boven de honderd, volgens mense lijke begrippen, maar zijn kan. Het leven van opa kabbelde bijzon der rustig voort in de dreven van het „mooiste dorp" op Schouwen-Duive land. Hij zorgde 's morgens voor de enige koe (voor eigen gebruik), het paard en het varken van schoonzoon Johan van der Velde. Hij sneed wat gras aan de dijk en scharrelde in het schuurtje. Bij mooi weer wandelde opa, steu nend op zijn stok, door het dorp. Hij maakte hier en daar een praatje, ver telde over vroeger, over de Franse oorlog of over zijn evacuatie in 1943 naar Roosendaal. „Daar heb ik m'n 93ste en 94ste verjaardag gevierd bij een broer van mijn schoonzoon". En de gelukkige mensen in het vlasdorp Dreischor zeiden van hun oudste inwoner: „Hij blijft maar kras. Hij kan hier wel twee honderd jaar worden..." Met z'n vijven Zo was het. Tot die rampzalige nacht kwam van de 31ste Januari op de 1ste Februari. Met zijn vijven waren ze bijeen in het landbouwerswoninkje. Opa sliep beneden. („Ik kon niet meer zo goed de trap op"). Schoonzoon Johan (66), dochter Maartje (62) en de klein kinderen Pietje (40) en Jan (36) lagen boven. Geen van hen hoorde de noodklok, Het geloei van de storm overstemde het klagende geluid van de beierende torenklok. Ze waren zich van geen gevaar bewust. Tot plotseling 's morgens om half vier: dat doordringende geklop op de deur. Expediteur Van der Lin den schreeuwde het uit: „Kom er uit, de dijken houden het niet meer..." Het water was er al. Het stroomde door de kamer en de keuken. Onder het bed van opa kookten de golven. De oude baas kregen ze met moeite Sinds Woensdagavond 4 Fe bruari vertroetelen de zusters van het Diaconessenhuis in Dordrecht de oudste inwoner van Zeeland tot en met. Opa Kip heeft slechts één bezwaar tegen dit ziekenhuis: „De gang is zo kort en ik moet de ruim te hebben voor mijn wande- 'ingetjes... (Van onze parlementsrèdactie) De belastingfacüiteiten, door de minister-president op 3 Februari toe gezegd, gelden uitsluitend voor gif ten in bet kader van dc algemene nationale hulp aan de slachtoffers van de watersnood. Dit betekent: giften aan het Na tionaal Rampenfonds en giften in natura, door ondernemingen ge schonken aan het Ned, Rode Kruis. Deze mededeling heeft staatsse cretaris Van den Berge in de Tweede Kamer gedaan in antwoord op vra gen van de heer C. van den Heuvel (ar.). Bijzondere giften aan familieleden en vrienden, dus buiten genoemde instellingen om, kunnen geen aanlei ding zijn tot verlaging van belasting. Wel zal nog worden nagegaan of schenkingen van bedrijven e.d. tot belastingaftrek aanleiding kunnen geven, wanneer ze kunnen worden geboekt als bedrijfsonkosten. Het leek de staatssecretaris niet nodig, de toegezegde faciliteiten te regelen door een wijziging van het besluit op de inkomstenbelasting en dat op de loonbelasting. Technische overwegingen hebben voor de getrof fen regeling gepleit. De staatssecretaris zal nog nagaan, of de invoering van een noodwet voor de belastingfaciliteiten noodza kelijk is. Hij zal ook onderzoeken, of een speciale regeling kan worden getrof fen voor de hulpverlening, die via adoptie door gemeenten tot stand komt. komt nooit zoveel water in ons dorp." Met z'n vieren sjorden ze hem naar boven, het smalle trapje op. „Leg mij maar op het ledikant, dan kan 11: verder slapen..." Er kwam niet veel meer van sla pen... De jongsten verdwenen uit het huis. Jan trok met 't paard naar de dijk. Nu, bijna drie weken later, hebben ze hem nog niet teruggezien. „Maar hij leeft, hij werkt aan de dijk in Zierik- zee", menen de oudjes. Pietje rende door het water naar het hoger gelegen dorp. Toen ze terugwilde kón dat niet meer. Bij Frans van Bil vond ze een dak boven het hoofd. Een betrekkelijk veilige plaats. Toch: ze zat daar midden in de ellende. In het café van de buren vond ze zestig vrouwen en man nen bijeen. Voor de deur stond een auto met stoffelijke overschotten. Vijf cadavers dreven om het huis Samen 229 jaar Op de zolder van het stenen be- doeninkje aan de Stoofweg vochten drie oudjes, samen 229 jaar, hun strijd op leven en dood. Moeder Maartje gebruikte die eer ste nacht haar zaklantaarn, met vier stoelen gered uit de volgelopen kamer, om lichtsignalen te geven. Opa had er bezwaar tegen. „Wees toch een beetje zuinig. Ze komen wel. Mij laten ze niet verdrinken..." Er kwam niemand. Zondagmiddag cirkelde een vlieg tuig boven het dorp. Maartje wuifde met een paar lapoen naai de inzittenden. Door het grote zolderraam. Voorlopig tevergeefs. In de verte dreven bootjes voorbij met geredde mensen van verder ge legen boerderijen. Vandaag zegt Maartje: „Ze hadden gelijk, dat ze die eerst weghaalden, zij liepen meer gevaar dan wij". Die Zondagmiddag dacht ze er an ders over. Ze gingen de tweede nacht in. Een angstige nacht. Het water klotste tegen de trap op. Kwam met de vloed— weer hóger en hoger. De twee ledikanten dreigden te gaan drijven. Evenals de stoelen. Opa gaf de moed niet op. bleef De 66-jarige Johan kreeg het rustig. koud, ging hoesten. Nieuwe zórgen de 62-jarige vrouw. Maartje op. Tweede dag Die nacht niet, noch de volgende dag. Hun tweede dag op de zolder. Ze aten zure appelen, rauwe eieren en wat worst, die op de natte vloei en in kasten lag, Elk uur werd het moeilijker en angstiger. Ze hoorden in hun eigen huis de ruiten barsten onder de drang van het water, Door het zoldervenster zag Maartje, wat er werd van de huisjes aan de overkant van het straatje. Hoeken sloegen weg. Hoe is het bij ons? Het was een martelende vraag. „We durfden ten slotte bijna niet meer kijken." De derde nacht kwam. Zonder uit- zicht. Drie oude mensen probeerden te slapen. Ze kónden het niet. „Wat duurt het lang voordat ze komen, is iedereen misschien al weg uit het dorp, wat is er met Pietje gebeurd en waar zou Jan zijn...?" Het leven werd een hel, door de onzekerheid over het lot van ande ren. Opa maande: „Maak je tooh niet ongerust, het komt wel in orde het is voor mij altijd nog goed afgelopen..." Zie je wel Opa kreeg gelijk, In de loop van Dinsdag, de derde dag. Dank zij Maartje. Ze begreep: „.Nu moeten we hier vandaan" en ze joeg haar kre ten over het stil geworden watervlak. Net zo lang tot ze het hoorden, En ze kwamen. Nico van der Werf, Koos de Vrieze en KoosVane voeren met hun bootje tot vlak onder het raam. Ze hesen opa Kip, moeder Maartje en de zieke Van der Velde uit het huls in het schuitje. Opa had het grootste woord: „Zie je wel, dat ze mij niet laten verdrinken..." Pietje terug Een paar uur later stonden ze met z'n drieën in Noordgouwe. Ze' von den er Pietje terug. Gered met een rubberboot. Niet Jan. Opa kwam terecht in het zieken huisje en vervolgens aan boord van het hospitaalkerkschip De Hoop, dat hem Woensdagavond veilig afleverde in het Dordtse Diaconessenhuis en waar ze nu van deze krasse Zeeuw zeggen: "Het is eigenlijk geen pa tiënt voor een ziekenhuis..." Zijn schoonzoon, Maartje en Piet je zwierven nog verscheidene uren over het verdronken eiland. Tussen Noordgouwe, Dreischor en de vlucht- haven van Zijpe. Ze sliepen een nacht op stro in een aak. Dat was de genadeklap voor Johan. Ze moesten hem naar een zieken huis in Delft brengen. Toen opa Kip het veertien dagen later hoorde, schudde hij zijn hoofd. ..Die jongeren kunnen ook nergens tegen..." (Van onze Brusselse correspondent, O. De Swaef) De Belgische regering zal voorlo pig niet tot verhoging van de di recte belastingen overgaan om aan geld te komen voor het herstel van de overstromingsschade,die wordt geraamd op één milliard en 400 mïl- lioen franc. Een voorstel tot belastingverho ging, dat reeds gereed was, is door de regering ingetrokken toen Don derdag verschillende katholieke Ka merleden dreigden met een rege ringscrisis. Het ontwerp zal worden herzien. Waarschijnlijk zal thans ccn spe ciaal fonds voor het herstel van de waterschade worden ingesteld. De socialistische fractievoorzitter Bohy heeft Donderdag in de Kamer geprotesteerd tegen het feit, dat; de Belgische diplomatieke vertegenwoor digers in Londen en Parijs officieel bezwaar hebben gemaakt tegen arti kelen, die in de Franse en Britse pers zijn verschenen over de reis van koning Boudewijn naar de Rivièra. De Belgische vertegenwoordigers hebben aan de Franse en de Britse regering laten weten, dat genoemde artikelen in België een ongunstige in druk hebben gemaakt. Bohy meende, dat een dergelijke klacht indruist tegen de persvrijheid. Hij vroeg of de regering van plan ls om stappen te nemen, die de ongun stige indruk van een dergelijke actie kunnen wegnemen. Van officiële zijde werd aan de pers meegedeeld, dat de diplomatieke vertegenwoordigers niet in opdracht van de regering zouden hebben ge handeld, maar wel volgens de alge meen geldende richtsnoeren wat be treft gevallen, waarin de koninklij ke familie op onaangename wijze wordt bejegend. Advertentie l.M. WEK DE GAL IN UW LEVER OP O ruit 's morgens „kiplekker" uit bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gal In uw ingewanden doen stromen, andera verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig - UH hO wekken en uw spijsvertering en stoelgang op natuurlijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht middel, onover troffen om de gal te doen stromen. Eist Carter's LevarpiUetjes. (Vervolg van pag. 1) De nieuwe wet zal het de verwan ten der slachtoffers onmogelijk ma ken. de veroordeelde Elzassers aan te spreken voor schadevergoeding. De wet voorziet echter in vergoeding door de staat voor deze schade. Intussen is Donderdag in Bordeaux de Elzasscr Boos, die in het Oradour- proces ter dood is veroordeeld, nog eens gevonnist en wel omdat hij vrij willig dienst heeft genomen in de Waffen-S.S. Wegens hoogverraad kreeg hij vijftien jaar dwangarbeid. Boos valt als vrijwilliger niet onder de amnestie-wet, die alleen geldt voor Elzassers, die gedwongen dienst moesten nemen. Alle Duitsers, die in het Oradour- proces veroordeeld zijn, zijn Donder dag tegen hun vonnis in hoger be roep gegaan. In Bonn heeft de amnestie-wet on middellijk aanleiding gegeven tot scherpe reacties. Mem gaat er in Duitse kringen van uit, dat het vecht ondeelbaar moet zijn, en dat Duit sers en Fransen niet naar verschil lende maatstaven mogen worden be handeld als zij aan de zelfde hande ling hebben deelgenomen. In deze geest heeft zich o.m. de Westduitse minister van Justitie, 1 Dehler, uitgelaten. fes Voor de laatste maal Officieren en manschappen zelf aan het woord Het is vanzelfsprekend, dat opgroeiende jonge mensen belangstelling tonen voor de wereld om hen heen; dat we ons zelfs mede-verantwoor delijk voelen, en dat we over de actuele problemen urenlang debatteren met alle felheid en over redingskracht, die we bezitten. En dan, op een stormachtige nacht, zwiept de natuur het zeewater hoog op en slaat de dijken in stukkenen we weten, dat er voorlopig maar één probleem In actie zónder wapens meer is Zo verging het ook de Pevspect'ef-redacLie. We had den eind Januari de eerste lichting brieven over de mili taire dienst gepubliceerd, en daarna kwam opnieuw een enorme stapel post binnen. Boze brieven van officieren over de dienstplichtigen; vlammende verhalen van soldaten over de leiding. En juist in die dagen deed ons leger het meest-hartverwar- mende werk dat een militair maar kan doen: redden, en helpen. Moesten we nog pra ten over de kibbelarijtjes tus sen de leiding en dé man schappen...? De noodtoestand is nu voorbij. De legerafdelingen zijn vrijwel alle weer op hun .post terug en de Wenst ls weer als drie weken geleden. En dus'is er om ons begonnen gesprak uit te praten, Niet met hét doel om nou eens lekker partijen tegen elkaar uit te spelen, maar uitdrukkelijk met het voornemen om te verbeteren, waar wat te verbeteren valt. „Wat wordt het: iéts doen of niéts doen?" hebben we in ons inleidend artikel ge vraagd. Er zijn echter talloze briefschrijvers, die zich bij de beantwoording weer op zijterreinen begeven. J. P. V. uit A'dam schrijft bijv. dat iemand met een MULO-di- ploma toch officier is gewor den; maar D. P. A. uit Sua- meer stelt daartegenover, dat de „gewenste eigenschappen,, waaraan iemand moet vol doen om bij de officierenop leiding te komen, schijnbaar alleen aanwezig zijn bij jongelui, die uit de meer ge goede milieu's voortkomen." Deze brieven leiden tot de dringende vraag: Kan er niet nog het een en ander ten goede veranderen bij de se lectie voor de officiersoplei ding. In onze eerste serie ge plaatste brieven zijn door een aantal inzenders on vriendelijke dingen gezegd over het kader, Een vijftal sergeants uit verschillende kazernes komt daar tegenop en zij vertellen uitvoerig van hun ervaringen met dienst plichtigen. We moeten zeg gen, dat zij van hun kant geen ongelijk hebben, en geven toe, dat het goedkoop is, om het kader als geheel uit te schelden. Maar nu de eigenlijke zaak: wat doen we in dienst. „We worden gewoon bezig gehouden" komt Leo Bac nog eens verklaren. ..Onze trai ning wordt met opzet gerekt, omdat, zoals een sergeant zei: we anders hélemaal niet weten wat we met jullie moe ten doen." „Maar ze tonen helemaal geen belangstelling voor wat dan ook", stelt een vaandrig uit Schiedam. „Eens in de week houd ik met mijn jon gens een babbeluurtje. Dan kunnen ze over alles en nog wat praten. En iedere keer valt het mij dan op hoe op pervlakkig deze jongens 'zijn." Wij hebben gesuggereerd de dienstplichtigen werk te geven. Dat wordt van twee kanten verschillend beoor deeld. Het kader zegt: „Ze ivïllen niks. Ze willen alleen maar rondhangen en kaarten en naar de bios." De dienstplichtigen vertel len: „Er wordt al werk genoeg voor ons gezocht. Kunt u zich bijvoorbeeld voorstellen wat er in me opkomt, als ik een schone jeep schoon moet mukc.it?" Tot een oplossing van de situatie komt niemand. Ieder ziet zijn eigen moeilijkheden. Een uitweg? Nee. Dan de vrijetijdsbesteding. „De bioscoopzalen zitten elke avond vol" klagen som migen, „maar de studeer kamer is bijna altijd leeg." Maar zijn er genoeg studeer- ruimten voor militairen? We geloven er niks van. „Het amusement dat ons geboden wordt", zeggen twee jongens uit Sneek, bestaat haast altijd uit films van het type sla-maar-dood, en waarom komt wél Mr Doodle op bezoek, maar nooit eens SS» een goed toneelgezelschap." Maar C. v. K. schrijft: „Er was hier vorige iveek een toneelopvoering, maar het grootste deel van de ESS"**" KyTan H^te-' 1 e n verbaasd. Dat kan na- •k tuurlijk niet altijd, Diny, Tot onze voldoening zijn maar het zou veel en veei ook een paar meisjes in vaker kunnen (en móéten!" de discussie gesprongen gebeuren. Gré Bos uit „Waarom laten ze de jon- Vlaardingen heeft veel In ons Perspectief van vandaag drukken we voor de tweede maal de mening af van lezers over proble men rond de militaire dienst. Tienduizenden jongens van om en nabij de 20 moeten twintig maanden lang hun dienstplicht vervullen. Het is in hun belang, dat ze in die tijd een wezenlijke taak krijgen. Uit de tientallen brieven wordt het ons nogmaals duidelijk, dat vele jongens niet alleen die twintig maanden uit hun werk. zijn, maar dat het voor hen bijzonder moeilijk is na maanden van enkel paraat zijn weer actief aan de slag te moeten. Daarom: er móét meer gebeuren. Genoemd worden: le. de training van de soldaten zo breed maken als met het beschikbare materiaal maar mogelijk is. 2e. de vakmensen meer kans te geven zich op hun eigen gebied te ontwikkelen, en dat zou misschien kunnen, als 3e. meer burgerpersoneel zou kunnen worden in- i geschakeld:,leerkrachten van vakscholen bijv.: 4e. de sportbeoefening 'op vee) plaatsen meer op het rooster te plaatsen; 5e. de mogelijkheden voor eventueel verplichte studie en actieve vrijetijdsbesteding te vergroten. Bij al deze suggesties geldt dat de dienstplichtigen méér gebruik moeten maken van de geboden kansen. En voorts: het nodige doorzettingsvermogen van hoog tot laag worde aangemoedigd. Fouten worden overal gemaakt, blijf niet op die fouten staren. Ons volk brengt jaarlijks een groot financieel offer om een leger op de been te houden, dat „paraat" moet zijn. De dienstplichtigen brengen een offer van bijna twee jaar dienstplicht. Daarom: méér aandacht voor deze zaak. Ze is het waarachtig wel waard. GABRI DE WAGT critiek op de „avondjes", in de kampen. „Is het nu wel noodzakelijk, dat er op gezette tijden in de kampen zgn. vrije lap is. En een jon gen, die zich zelf respecteert komt niet op de „gezellige avondjes" want het (nood zakelijke?) damespubliek dat daar geïntroduceerd wordt, is niet veel soeps." Over die dansavondjes is op zich zelf heel wat te zeggen, al is het niet billijk te generaliseren. We moeten dit onderwerp nu afsluiten. Wie moet het laatste woord heb ben? Misschien de mensen, die er op wijzen, dat de vrije tijdsbesteding geheel afhan kelijk is van het eigen initia tief „Er is veel van te ma ken", zeggen sommigen, „als je maar wilt." En: „je moet er wat voor dóén, het wordt je niet op je bed gebracht". Een onderofficier krijgt het allerlaatste woord: „Laten we toch van beide kanten verstandig zijn. We moeten twee jaar lang met elkaar optrekken. Laten we er dan samen het beste van maken." Hier liggen dan de eerste cijfers op tafel en onze baas mag ze zien, hoor! Dit is nu het rap port. dat we op school altijd hebben, verdiend en nooit hebben gekregenIn totaal hadden we 21 cij fers met een totaal van 164. Gemiddeld dus: 7,8. En dat voor een rubriek, die verscheen op Vrijdag de dertiende... Nog even een paar ge tallen en opmerkingen. Nico gaf een acht voor het openingsartikel (waar om ook niet gesproken over een speelgoedactie voor de geëvacueerde kin deren?), Ton gaf voor de keuze een 9 en voor in houd een 8, Hilly een ne gen en Henk schreef Mag er zijn! („Er is géén collecte-moeheid en laten we het geld liever vrij willig bij elkaar brengen dan gedwongen"). Het schavotje had aller instemming „Misschien moet de jeugd van onze tijd wel minder werken dan onze vaders en moe ders, maar ze moet veel leren om hetzelfde te be reiken als onze ouders", voegt Hilly er aan toe. -m r IEKE TELGENKAMP fl/f (maar de radio-, teie- lfj. visie- en gramo/oon- wereld heelt er Mieke Tel- Icamp van gemaakt, dat is gemakkelijker, ook voor hei publiek en dus óók voor het succes) was een typiste op de Hollandse Signaalappara- tenfabriek in Hengelo. Ze hield van zingenal kwam het nooit tot lesnemen. Wel iverd ze lid van een amateur- cabaretchib in Hengelo, toen ze zestien was. En nu nu is ze achttien), is ze geen typiste meer en woont ze niet meer in het oosten des lands, maar wordt er geiverkt aan een geheel andere carrièrezan geres voor de radio, televisie en gramofoon. En daartoe is ze in Hilversum komen ivo- Voor radio en televisie de buteerde zij al enige tijd ge leden, deze week komt dan haar eerste gramofoonplaat in de winkels: „Here in my heart", en „Why don't you believe me". Haar volume is van dien frijk die Bep van der dé, vreugden in de Volks- SC Linden (25 jaar) uit hogeschool. En het schijnt Beverwijk eens enthou- zelfs, dat de jongenscursus- siast afwassen. In een kolos- sen niet meer breken dan saai tempo komen de scha- de meisjes! len en borden en vorken en lepels uit het sop. Ja. de vaat moet gebeuren, ook op een Volkshogeschool. Ze wa ren er met zijn vijftigen meisjes uit negen provincies plus een Vlaamse en een Duitse. Op de werkelijk magnifie ke Zandhoevein Bergen zijn ze veertien dagen bi) elkaar geweest in een cur sus: Meisjes in stad en plat teland. Ze hebben natuur lijk ontzettend veel gepraat („Je verbaast je er telkens weer over, dat er mensen zijn, die zo heel anders le ven en denken dan jezelf doet!"), ze hebben behoor lijk gesport en gespeeld, ze hebben met stof zitten toveren, zijn op excursie geweest, en gingen ook naar het toneelstuk Ondine En natuurlijk hebben ze afgewassen. Dat is een van a:'.id. dat zij n:ct in de mi crofoon fluistert a'.s een „croonster". Zij zingt voluit, en de technicus bij haar gra- mofoonopname liet twee schotten aanrukken en legde een dikke stofdoek over de microfoon... Zij is precies Vera Lynn, denk je soms, en ook wel Doris Day, maar Mieke Tel- kamp zélf heeft geen voor keur en geen oordeel. „Ik zing zonder aan een andere zangeres te denken, ik zing zoals ik zelf graag wil". Misschien is dat wel de re den voor haar succes In ieder geval is het voor menigeen een wijze les! G. P. E. Opleiding en loon Wat zegt Perspectief van het feit, dat ateliermeisjes van 16 a 17 jaar zonder enige vooropleiding een inko men hebben van 50 tot 70 gulden per week, terwijl jon gens van 20 jaar en ouder met een dure HBS- of Gym- opleiding op een kantoor 25 ">t 50 gulden verdienen? BOB VAN GULIK, Castricum. Hiervan kan Perspectief alleen maar zeggen, dat er waarschijnlijk geen enkel meisje van 16 of 17 jaar is, dat f 50 tot f 70 per week verdient. Meisjes, die op een fabriek werken, verdienen naar gelang van hun leef tijd f 25 tot f 35 per iveek en sommigen komen aan de f 40 toe. Dat zijn dan ouderen, die gespecialiseerd werk ver richten. Meisjes op confectie-ate- liers, die ouder zijn dan 22 jaar kunnen boven de f 40 uitkomen. Zij hébben dan een behoorlijke oefening en ook vakkenmis. Enkele oude ren. met bijzondere bekwaam heid kunnen tot f47 ver dienen. Bob van Gulilc moet hier bij bedenken, dat deze lonen niet boven, maar vaak nog wel onder die van hun man nelijke collega's liggen. Bo vendien bieden de betrekkin gen van otigeschoolden en geoefenden maar weinig perspectief. Het perspectief voor joiigeren met HBS- of gymiiasiumopleiding is 7iog altijd veel beter. Vandaar ook, dat deze jon gelui nooit willen ruilen. Red P.] Contributie Ik wil wel graag tot. de vasfe groep der Perspectivia- en behoren, als het maar geen contributie kost, want dat betaal ik al zoveel. W. de R. te D. IWees gerust, Wim, wij zijn 07ibetaalbaar en daarom, deen we het voor niks. Red. P.ï Astrologische voorzeggingen door mevr. LAUDANUM PERIODE VAN 20 TOT 27 FEBRUARI. De kreeften moeten deze week goed uitkijken. Er ligt iets zachts op uw weg, maar daar moet u overheen stappen. Hoedt u voor afglijden. Deze zachtheid is slechts schijn. Kreef ten en Maagden kunnen deze week wel huwen, maar alleen met een stier. U zult eerst wat moeite hebben met, hun opvliegend karakter, maar zij -uilen u veel liefde geven, of niet, maar dan ligt de schuld bij uzelf. De Weeg schalen moeten uiterst voorzichtig zijn; Mars staat nu t.o.v. Wega in een ongun- stige positie! Hoedt u voor beige. Vast houden en doorbijten. U raakt vrienden kwijt en kriigt er andere voor terug, of niet. Dat ligt aan het beige. Voorzichtig met 't Lentepunt dus... De Maagden krijgen goed bericht uit een groot ge bouw of van over water. Houdt uw zenith hoog en be gin geen zakelijke ondernemingen, óf u moet zeker van uzelf zijn en dat bent u niet. Laat, uw Nadir niet met voeten getreden worden; of 't, moeten uw eigen voeten zijn en dan is er maar weinig aan te doen. Bij de Steenbokken zelfs helemaal niets, ri'e móéten! MEVR. L, (astrologe in buitengewone dienst). P.S. Het succes is een goede vriend. Groet hem.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2