Stavenisse ontwaakt
uit dodenslaap
Watersnood bewijst
bestaansrecht B.B.
Kapperen bakker terug, lantaarns branden
BANNING stuk geweten van
de partij 65 jaar
Reddingorganisatie
is nodig gebleken
xVerouderdte heest.
ABDUSIROOP
Hunehuis wacht militairen
Koos Vorrink
HET VRIJE VOLK VRIJDAG 20 FEBRUARI 1953
(Van een speciale verslaggever)
STAVENISSE ONTWAAKT langzaam uit zijn dodenslaap.
Tussen de ruïnes begint een kapotgebeukt stadje zich
schoorvoetend op te richten uit de poel van ellende, waarin de
zee en de storm het stortten.
Nog worden elke dag doden gevonden. Nog liggen overal de
brokstukken van in elkaar gestorte huisjes. En nog altijd loopt
een vierkante politieman aan de rand van het stadje heen en
weer als een portier van een kerkhof, dat alleen door personen
met zeer dringende bezigheden betreden mag worden.
Maar de eerste tekenen van het herstel zijn er nu gelukkig óók te bespeu
ren. De kapper is teruggekeerd. Woensdagmiddag heeft hij zijn eerste klant
weer ingezeept en gladgeschoren. Bakker Roozen heeft zijn oven Dinsdag
opgestookt en brood gebakken.
En als 's avonds de duisternis als een rouwkleed over verwoest Stavenisse
wordt gehangen, branden rond het haventje weer de electrische lantaarns.
Vóóral dat licht geeft de 200 bewoners van het Stavenisse van nu nieuwe
moed.
Iedereen, die naar Stavenisse komt,
loopt doodmoe het stadje binnen.
De weg er heen leidt over de twee
en een halve kilometer lange Paal-
dijk. Die dijk is een verzameling ga
ten en heuveltjes van vette, glibbe
rige klei, asfalt, huisraad en verrotte
uien.
Je glijdt er telkens uit, je moet er
springen en remmen om op de been
te blijven. Links liggen cadavers en
resten van huizen en meubilair.
Rechts wrakstukken van schuren en
boerderijen en natuurlijk ook weer
cadavers.
Muggen zwermen er om je oren en
vormen de achtergrondmuziek van
sombere gedachten over het stadje,
dat daar ginds achter het mistgor
dijn moet liggen. Móest liggen.
Drie kwartier zó lopen is vermoei
ender dan drie uur gewoon wande
len. Maar iedereen, die iets in Sta
venisse te doen heeft, moet er langs
de Paaldijk zien te komen. Daarom
komt iedereen er doodmoe aan.
Maar niemand gaat er heen om uit
te rusten. Ook om te kijken hoe erg
de zee hier met zijn weerloze slacht
offer heeft omgesprongen. Je komt
er om te werken.
Zo stapte Dinsdagmiddag kapper
G. de A ij k e met een aktentas
geleende kappersbenodigdheden de
De 160 Stavenissers, die terugge
komen zijn, hoeven niet meer met
een baard van vijf dagen rond te
lopen. Kapper De Rijke heeft zijn
salon schoongemaakt en staat nu
op hoge laarzen zijn vierde klant
te knippen.
Voorstraat in. Hij is zijn zaak inge-
baggerd, heeft een halve meter klei
weggeschept en nu staat hij al zijn
derde klant op deze Woensdag in te
zepen.
,,'t Gebeurt wel wat primitief",
zegt hij, „maar het gaat gelukkig
weer."
Dijkwerker M. v. Haaften staat
tenminste vijf minuten later met
gladde kaken van het enige stoeltje
in de kapperszaak op.
Een eind verder in de Voorstraat,
waar het water nog steeds met eb
en vloed daalt en zakt, loopt een
oude dame. Het is juffrouw Suurland
die toestemming heeft haar woning,
die ze op 2 Februari verliet, op te
zoeken. Alleen om te kijken of er nog
bruikbare spullen in staan.
Een potige Rijkpolitieman brengt
haar door het water naar de deur.
Ze kijkt naar binnen en grijpt de
muur. Ze durft haast niet naar
binnen. Pluche crapauds, penant
kastjes en haar prachtige radiotoe
stel liggen wanordelijk door elkaar.
Bedekt met een dikke laag klei.
Uit een kastlaatje haalt ze een
vochtig bankbiljet. Ze legt het met
bevende hand op de rand van de
omgekantelde tafel. Ze loopt de trap
op naar boven, waar het nog droog
is. Een kleine veldmuis verdwijnt
onder haar bed...
Dinsdagbakken
Bakker J. A. Q T a z e 1 a a r is ook
net teruggekomen. Met zijn blauw-
geruite bakkersbroek in witte laar
zen sloft hij in zijn bakkerij rond.
Hij is meteen aan het schoonmaken
geslagen. Het linoleum in het ijssa
lonnetje, dat hij naast de bakkers
winkel dreef, is al weer schoon.
„Je gelooft het misschien niet",
zegt hij opgeruimd, „maar Dinsdag
begin ik met bakken. Ik krijg hulp
deze week, om de hele boel schoon
te maken. We zullen niet bij de pak
ken neerzitten." Meteen kwakt hij
een emmer brij van klei en stro naar
buiten.
Molenaar (èn loco-burgemeester)
Van der Slikke is intussen ook be
gonnen. De brede wieken van de
Alleen met speciale paperassen komt
men Stavenisse binnen. Aan de rand
van het stadje staat een vierkante
politieman met een wallcie-talkie.
Als een strenge portier van een
begraafplaats...
molen aan het eind van de Molen
dijk draaien elke dag en het graan
glijdt stuivend in de zakken.
Bakker L. E. Roozen op de Mo
lendijk is sinds enkele dagen weer
een belangrijke afnemer van dat
meel. Met zijn vrouw en zijn zoon
heeft hij weer zijn intrek genomen
in het huis op no 172, De oven
brandt op brandstof van takken van
omgewaaide bomen.
Mevrouw Roozen ls op het ogen
blik de enige vrouw, die in Stavenisse
woont. „En ik was nota bene de laat
ste, die hier vandaan ging", zegt ze.
Weer licht
Aan de haven wordt ook hard ge
werkt. Daar legt L. C. F i e 1 uit Oud-
Vossemeer de laatste hand aan een
electriciteitskabel. Een eindje verder-
Van een onzer verslaggeefsters
Iedere dag leren we meer uit
de ramp, die het zuidwesten
van ons land heeft getroffen.
Duidelijk is gebleken, dat we
een reddingorganisatie nodig
hebben. Duidelijk is ook ge
bleken, dat we er een kun
nen hebben. Aan bereidheid
tot helpen heeft het waarlijk
niet ontbroken; wel aan de
organisatie om die hulp te
leiden en te coördineren.
Merkwaardigerwijze is die organi
satie in kinderschoenen aan
wezig. Het is de Stichting Bescher
ming Bevolking. Alleen had nooit
iemand zich voorgesteld, dat die
organisatie nodig had kunnen zijn
voor een natuurramp.
Ons voorstellingsvermogen, blijk
baar gevoed door onze trieste erva
ringen. verwerkte uitsluitend de
mogelijkheid van een door mensen te
weeg gebrachte ramp: oorlog.
We weten nu beter. Een redding
organisatie kan altijd nodig zijn.
Hadden we er een gehad op 1 Fe
bruari, dan waren de mensen in de
rampgebieden waarschijnlijk eerder
en in groter getale gered.
Dan immers was er een compleet
bemande en modem uitgeruste op-
ruimings- en reddingdienst geweest.
Hij zou een eigen telefoonnet hebben
gehad met 217 grote en 500 kleine
centralen. samen met zes duizend
toestellen.
Verbinding
Zij hadden kunnen beschikken over
een radionet van duizend zenders en
ontvangers en met bijna vier dui
zend portofoons.
Daarmee had men tot in de verste
uithoeken kunnen doordringen en er
zou toch verbinding geweest zijn met
de buitenwereld. En juist de verbin
ding was in die eerste dagen zo'n
probleem.
Er zouden rijks mobiele hulpcolon
nes geweest zijn. waaronder een
varende brandweercolonne met mo
dern reddingmaterieel. Er zouden
enorme keukenwagens rondgereden
hebben, er zouden installaties geweest
zijn voor het zuiveren van drink
water.
We hebben het zonder moeten
stellen, want B.B. is nog maar net
begonnen. Wat er was, is gebruikt.
Uit het Centraal Magazijn in Den
Haag is voor een kleine ton aan
materiaal meteen weggezonden: lan
taarns, batterijen, lichtaggregaten,
schijnwerpers, brancards, veldbedden,
laarzen, rubberhandschoenen, EHBO-
spullen.
Ook de magazijnen elders in het
land gingen direct open. Vrijwilligers,
die al ingeschreven waren bij B.B.,
trokken naar de noodgebieden met
schoppen, koevoeten, touwen en wat
dies meer zij.
Directe hulp
Brandweereenheden uit Utrecht,
Amersfoort, Zeist. De Bilt en Maars-
sen waren reeds de eerste dag in het
rampgebied.
Uit Gouda en omgeving werden
mensen en materiaal ingezet voor het
behoud van de Krimpenerwaard. De
evacuatie van Papendrecht geschied
de mede door BB-ers, die met eigen
auto's al de eerste dag 750 mensen
wegbrachten. De volgende dagen ver
voerden zij dijkwerkers, materiaal en
levensmiddelen.
Dit was „Bescherming Bevolking"
in de ware zin van het woord. Dat
het niet op grote schaal kon, is dui
delijk. Op 1 Februari waren alleen
Noord-Brabant, Limburg en Overijsel
begonnen.
Zij startten op 19 Januari. Een dag
na de ramp, op 2 Februari, begon de
werving van vrijwilligers in Gelder
land, Utrecht, Het Gooi en Gouda.
Maandag jl. is de werving in Fries
land en Groningen begonnen.
Zeeland toch óók
Op 2 Maart zou het werk beginnen
in Zeeland en op de Zuidhollandse
eilanden. Bij de Stichting in Den
Haag dacht men, dat dit uitgesteld
zou moeten worden. Maar de Zeeu
wen denken er anders over. Zij willen
toch beginnen, daar waar het kan.
De ondergelopen eilanden komen dan
later wel.
Er zijn op het ogenblik een dikke
60.000 vrijwilligers in de B.B.Noord-
Brabant 8532, Limburg 6389. Over
ijssel 9983, Gelderland 10.833. Utrecht
12.348, 't Gooi 1414, Kring Zuid-Hol
land IV (Gouda) 2120, Groningen
2813, Friesland 4149, Drente 1723. In
het grootste deel, onder meer Am
sterdam, Den Haag en Rotterdam
moet de werving nog beginnen.
Er zijn van allerlei mensen nodig,
blokwachters voor dienst in de blok
ken, brandweerlieden. EHBO-ers,
vrouwen voor de sociale dienst, ad
ministratie, telefoon, enz.
Rechtspositie
De rechtspositie is geregeld op
grond van de bestaande wettelijke
sociale regelingen. Een noodwachter
bijvoorbeeld valt onder de Ziektewet.
Ongevallenwet, Pensioenwet. Als hij
behoort tot de vaste noodwachters,
die bij staat van paraatheid in com
plete dienst van de B.B. moet tre
den, krijgt hij een salaris.
Het laagste voor niet-leidinggeven-
de vaste noodwachters is ƒ47,25 per
week, het hoogste 77 gulden. Toe
slagen voor loonderving zijn moge
lijk. Leidinggevende noodwachters
krijgen een maandsalaris. Oproep-
noodwachters krijgen een vergoeding
per uur. Wie een verbintenis als vrij
williger aangaat, verplicht zich om
gedurende enige maanden twee en
een half uur per week van zijn vrije
tijd te geven voor de opleiding.
Uiteraard is dit slechts een greep
uit de rechten en verplichtingen, van
hen die zich melden voor Bescher
ming Bevolking dat geen militair
apparaat, maar uitsluitend een red
dingorganisatie is.
Advertentie M
Maak «en einde aan dat
gekuch, zuiver Uw lucht-
wegen van gevaarlijke
w ziektekiemen met de
snelwerkende
's werelds besle hoestsiroop
Wie de bescherming van levens en
bezittingen ter harte gaat, doet er
goed aan een vergadering van Be
scherming Bevolking te bezoeken en
zich nauwkeurig op de hoogte te
stellen.
De veerdienst EnkhuizenStaveren
van de Nederlandse Spoorwegen, die
Maandag wegens de ijsgang op het
IJselmeer werd gestaakt, zal heden
worden hervat.
op wordt een lamp in een lantaarn
gedraaid. „Vanavond kunnen de
meeste lantaarns weer branden",
zegt Fielé.
In een enkele woning wordt schoon
gemaakt. Maar als dat gebeurd is
blijkt pas goed wat er nog van meu
bels en inboedel over is. Het is triest,
maar de schoonmakers vinden het
belangrijker, dat zij de ramp over
leefd hebben.
Voor een enkel venster, soms van
een half verwoeste woning, staat een
cyclame te Moeien. Een konijntje
hipt over de Molendijk en een grijs
poesje miauwt onder een kruiwagen.
Ondanks alles gaat het leven door.
Oók in Stavenisse. Juist in Stave
nisse.
In een vertrek van het gemeente
huis spuit dokter H. Zoeteman
een paar mannen in tegen typhus.
Driemaal moet iedereen worden in
geënt, want het besmettingsgevaar is
groot. Ook al wast iedereen in Stave
nisse wel twintigmaal zijn handen en
laarzen met lysolwater.
Burgemeester L. A. Verburgh
heeft zich zelf ook een injectie ge
geven. Een morele.
„Je moet immuun worden tegen
alle narigheid hier", zegt deze 34-
jarige burgervader van een bijna
burgerloos stadje.
„Je moet jezelf eerst de baas wor
den. Dan leren door de ruïnes heen
te zien, want er moet aangepakt wor
den."
Er wórdt flink aangepakt. Cada
vers worden opgeruimd. Straten
gerepareerd en gaten in de dijken
gedicht.
Er zijn weer 160 mannen hier
terug. Ze hebben allemaal een nood»
stamkaart, opdat er een eerlijke ver
deling van voedsel, kleding en siga
retten mogelijk is. Het moreel van de
mensen is honderd procent. Daar sta
je soms perplex van, want in iedere
familie worden doden betreurd."
Burgemeester Verburgh neemt de
haak van de ratelende telefoon. Sta
venisse heeft ook weer telefoon.
De vrouw van de burgemeester zit
bij de kachel in de secretarie. Ze
heeft er ansichtkaarten te drogen
gelegd. Kaarten met prenten van het
oude Stavenisse van vóór 1 Februari
1953.
Het Franse stadje Maftes-Gassi-
court bij Parijs, dat Stavenisse heeft
geadopteerd, heeft namelijk om foto's
van Stavenisse-van-vroeger gewaagd.
In het verdronken boekwinkeltje van
Letzer heeft de burgemeestersvrouw
nog een hele stapel gevonden.
„Aan hulp ontbreekt het ons niet",
zegt burgemeester Verburgh. Maar
dokter Zoeteman, die in het kamer
tje ernaast, probeert zijn praktijk
voort te zetten, heeft Vrijdag zalf
en instrumenten gevraagd en er is
nog niets gearriveerd.
Met de pook
.Als ik vorige week in iemands
keel had moeten kijken, zou ik de
pook van de kachel gebruikt moeten
hebben, want toen had Ik helemaal
niets."
De dokter van Stavenisse heeft
dikke randen onder zijn ogen. Behal
ve inenten en wonden verbinden,
helpt hij mee cadavers opruimen en
straten maken.
„Als ik eerst maar een behoorlijk
instrumentarium heb", zucht hij.
„Dan gaat het wel weer wat beter".
Iedereen zucht wel eens in Stave
nisse. De burgemeester en de dokter,
de bakker en de kapper, de dijkwer
ker en de molenaar. Maar ze wer
ken tóch samen aan de herrijzenis
van Stavenisse.
Terwijl stille mannen elke dag zoe
ken naar nog niet gevonden vermis
ten, terwijl nog steeds slachtoffers
worden geborgen, begint er in Sta
venisse weer iets te leven.
Aan de gevel van het gemeentehuis
is Woensdag een papier geplakt. In
inktletters staat erop geschreven, dat
Dinsdag 24 Februari in Stavenisse
in het huwelijk zullen treden: Mari-
nus Boomsluiter, oud 25 jaar, beroep
veerschipper, en Jannetje Vermaas,
oud 23 jaar, zonder beroep. Stave
nisse begint écht weer te leven.
Stavenisse heeft weer lichtMonteur Fielé maakt de laatste las in het
vernielde electriciteitsnet van het stadje in orde.
Het Hunehuis te Havelte, eertijds
een der bekendste tehuizen van de
AJC, later niet minder geliefd als
Natuurvriendenhuis. is militair te
huis geworden.
Het is het derde militair tehuis
van het Humanistisch Thuisfront.
Negen maanden van het jaar zullen
de militairen uit het grote nieuwe
kamp Steenwijkerwold er ontspan
ning en bezinning kunnen vinden.
Het Hunehuis is geheel nieuw in
gericht. Het omvat nu een stemmige
les- en studiezaal, een zaal waar aan
handenarbeid en tekenen wordt ge
daan en een conferentiekamer. Er
zijn plannen voor een nieuwe ruimte.
Evert Vermeer, de voorzitter
van het Humanistisch Thuisfront,
wees Woensdagmiddag in zijn ope
ningswoord op de vele aanvallen, die
de humanistische beweging in de
laatste weken heeft moeten door
staan.
„In een tijd, waarin het hele volk
naar eenheid zocht, was geen plaats
voor een weerwoord," aldus Vermeer.
Kij wees er met klem op, dat bij het
Humanistisch Thuisfront geen enke
le neiging bestaat om anderer over
tuiging aan te tasten.
De humanistische beweging is niet
anti-kerkelijk, aldus Vermeer, en wij
hebben niet het gevoel geheel on
kerkelijk Nederland te vertegenwoor
digen. Wij willen slechts een organi
satie zijn, die haar vleugels uitslaat
over allen, die buiten het kerkelijk
leven staan.
Het speet Vermeer, dat men de
strijd tegen het humanisme in een
politiek vlak had getrokken.
„Wij vragen van de overheid niet,
ons gelijk te stellen met de christe
lijke levensovertuigingen. Wij vra^-
gen wel, ons niet te discrimineren en
ons de mogelijkheid te geven ons
werk op de grondslag van het mo
derne humanisme te doen."
De medewerking van de overheid
had tot nu toe niets te wensen over
gelaten, vond Vermeer.
Maar hij wees er op, dat het Hu
manistisch Thuisfront zijn taak des
noods zal vervullen tegen de over
tuiging van andersdenkenden in, die
via krant en redevoeringen nu hun
aanval richten op het humanisme.
Een lange rij van sprekers wenste
hierna het Thuisfront geluk met
deze nieuwe aanwinst. Er waren vele
cadeau's.
Misschien vindt nog eens iemand
de tijd om onder te duiken in de
documenten, die betrekking hebben
op ontstaan en ontwikkeling van de
jeugdbeweging in Nederland. Na
drukkelijk bedoel ik: de jeugdbewe
ging. Dus niet de geschiedenis van
de jeugdorganisaties, die op min of
meer paedagogisch verantwoorde
wijze leiding trachten te geven aan
het opgroeiend geslacht.
Aan het begin van de Nederlandse
jeugdbeweging, als spontane uiting
van een hevig verlangen naar door
breking van knellende conventies en
naar het leven, het denken en oor
delen en handelen op eigen verant
woording van een groep jongeren,
staat de Kweekelingenbeweging, die
zich groepeerde rond een onooglijk
weekblaadje, de Kweekelingen Bode,
bij afkorting de K.B.
De bezielende aanvoerder van die
Kweekelingenbeweging uit de jaren
voor de eerste wereldoorlog was de
leerling van de Haarlemse Rijks
kweekschool, Wim Banning, de
tegenwoordige prof. dr W. Ban
ning.
De kracht van die Kweekelingen
beweging kan worden afgeleid uit
het feit, dat tot op de huidige dag
een aantal figuren van groter of
kleiner betekenis uit het Nederland
se openbare leven hun beslissende
levensrichting hebben gevonden in
deze wereld van onstuimige vitaliteit
en idealisme.
In het Gedenkboek van de K.B.,
uitgegeven bij het 5-jarig bestaan
in 1908, vat Banning de betekenis
van deze eerste vorm van zelfstan
dige jeugdbeweging m Nederland
samen in de voor hem zo karakteris
tieke uitspraak:
„K.B. de bewustwording van
mijn levensroeping".
Misschien maken deze woorden
van een twintigjarige schoolmeester
een wat erg zelfverzekerde indruk.
Toch moet van Banning, na een
leven van een zo rusteloze en zo
veelzijdige activiteit, naar waarheid
worden getuigd, dat hij trouw is ge
bleven aan wat hij eens aanvaardde
als zijn levensroeping.
-In de Jaren vóór de eerste wereld
oorlog ontwikkelde zich in volle he
vigheid de strijd om de sociale recht
vaardigheid. Deze strijd vond een
krachtige echo in de wereld van de
Nederlandse onderwijzers. Zij vorm
den in menig opzicht zowel de in
tellectuele als de propagandistische
ruggegraat van het zich sterk ont
wikkelende democratisch socialisme.
Banning was één van hen. Maar
daar boven uit sprak in hem een
sterke intuïtie voor de geestelijke
nood van een in het 19de-eeuwse
rationalisme gevangen mensheid.
Er leefde in hem een diepe be
wogenheid voor het tragische in
het bestaan van de moderne mens.
Een bewogenheid, die door studie
en wijsheid uitgroeide tot een ruim,
breed gefundeerd inzicht in de gees
telijke problemen en de geestelijke
worsteling van onze tijd.
Een bewogenheid, die hem, Friese
arbeiders jongen uit Makkum, de
weg wees niet alleen naar het Evan
gelie. maar tevens naar het brede
arbeidsveld van de Nederlandse Her
vormde Kerk, de nationale volkskerk.
En zo werd uit de volksonderwijzer
de leraar, de voorganger, de aan
vuurden Zijn woord is altijd een be
roep, zowel op het verstand, op het
begrijpen van feiten, als op het ge
weten, op de normatieve waarden
van goed en kwaad.
Hij heeft een diepe afschuw van
frasen, van elke vorm van opper
vlakkigheid, Hij dwingt zich zelf en
de mensen tot wie hij zich richt al
tijd weer tot de beslissende vraag:
wat steekt er achter een leuze, wat
ls er mee bedoeld, wat maakt er de
wezenlijke waarde van uit?
Zo is hij een onruststoker. Soms in
een wereld, die zich zeker waant
van haar platvloerse waarheden. Niet
zelden in een wereld, waarin de twij
fel reeds rondwaart en waaraan zijn
keurende geest dan op verrassende
en bevrijdende wijze vorm geeft.
Hij ls één der voortreffelijkste tijd
genoten in het Nederland van de
20ste eeuw, die het open gesprek
hebben mogelijk gemaakt tussen
groeperingen, die verstard" in hun
eigen afgodendienst, van elkaar wa
ren vervreemd.
Ik weet niet of in de gang van zijn
ontwikkeling zijn Christendom de
consequentie is van zijn Socialisme
of omgekeerd, dat zijn Socialisme de
consequentie is van zijn Christendom.
Het komt mij voor, dat speciaal in
zijn persoonlijkheid de verheffende
gedachte van Eenheid in Leer en
Leven een meeslepende, bezielende
uitdrukking heeft gevonden.
Het is juist daarom, dat hij in zijn
werk op Bentveld in de Arbeiders
gemeenschap der Woodbrookers aan
het gesprek tussen mensen uit aller
lei groeperingen een voor hun leven
waardevolle richting en inhoud wist
te geven. Gelijk in tientallen andere
conferenties van religieuze, sociale of
politieke aard.
De democratische socialisten van
Nederland zijn hem grote dank ver
schuldigd. Hij behoorde tot de kleine
groep van socialisten, die met grote
overgave en volharding zich hebben
ingezet voor een onbevooroordeelde
ontmoeting tussen godsdienst en
socialisme.
Het tijdschrift Tijd en Taak,
zoveel lange jaren onder zijn redac
tie, heeft een bijzonder waardevolle
functie in de ontwikkeling van het
geestelijke groeiproces van het demo
cratische socialisme uitgeoefend.
Daarnaast is er in zijn wezen een
zo aantrekkelijke harmonie tussen
idealisme en realisme, zowel als tus
sen een zekere harde beginselvastheid
en een mild besef voor de betrekke
lijkheid van alle menselijke waar
heden.
Menigmaal heeft hij gefungeerd
als het sprekende geweten van het
Nederlandse socialisme. Hij heeft
zijn man gestaan in de voor de oude
S.D.A.P. zo moeilijke dertiger jaren,
toen het aan de macht komen van
Adolf Hitler en de dreiging van het
nationaal-socialisme de grote meer
derheid van de partij er toe bracht
het standpunt van de nationale ont
wapening prijs te geven. Als repre
sentant van de minderheid dwong hij
de meerderheid zich tot in alle con
sequenties rekenschap te geven van
haar standpunt.
Ook in de moeilijke Jaren, die na
de oorlog de P.v.d.A. moest door
worstelen in verband met de Indo
nesische problemen, behoorde hij tot
degenen, die er toe bijdroegen de
politieke meningsverschillen te be
lichten vanuit de gezichtshoek van
de zedelijke verantwoordelijkheid en
de eis van trouw aan de aanvaarde
beginselen.
Grote verdiensten heeft hij zich
verworven in het ontstaan en de
ontwikkeling van de Ned. Volksbewe
ging. Zij moet hem voor zijn geko
men als een stuk verwezenlijking van
wat hij een mensenleven lang met
taaie vasthoudendheid had nage
streefd.
Misschien is zijn grootste verdien
ste. het beste getuigenis van eigen
evenwichtigheid tussen idealisme en
realisme, dat hij niet aarzelde zich
helemaal te geven aan de stich
ting van de Partij van de Arbeid, als
voorzitter van de commissie van voor
bereiding, toen zijn verderreikende
doeleinden niet voor verwezenlijking
vatbaar bleken.
Hij was voorzitter van het stich
tingscongres van de P.v.d.A, Van hem
Prof. dr W. BANNING
afschuw van frasen
zijn de woorden, die haar woordvoer
ders nadien zo menigmaal hebben
aangehaald: Dit is een nieuw begin!
Vandaag weten wijniet alleen van
Nederland en het Nederlandse demo
cratische socialisme. Vandaag weten
wij, dat alleen dan het socialisme in
Europa nog een toekomst heeft, in
dien de geest van vernieuwing, die
zich in Nederland heeft doorgezet in
een bewogen, heftige worsteling om
de geestelijke problemen van onze
tijd. zich ook tot de andere Europese
landen zal uitstrekken.
Maandag 9 Maart begint in Bent
veld een conferentie van de Socialis
tische Internationale over het thema:
Godsdienst en socialisme.
De eerste inleiding, die tot titel
heeft: Het probleem Christendom-
socialisme in Europa na de tweede
wereldoorlog, zal gehouden worden
door Banning.
Wij wensen hem geluk met zijn
65ste verjaardag. Wij wensen hem
nog vele jaren toe van goede gezond
heid en van vruchtbare activiteit. Hij
moge er zich van verzekerd houden,
dat de Partij van de Arbeid in ge
negenheid en dankbaarheid en in
trotse bewondering aan hem denkt.