Stavenisse ontwaakt uit dodenslaap Watersnood bewijst bestaansrecht B.B. Kapperen bakker terug, lantaarns branden BANNING stuk geweten van de partij 65 jaar Reddingorganisatie is nodig gebleken xVerouderdte heest. ABDUSIROOP Hunehuis wacht militairen Koos Vorrink HET VRIJE VOLK VRIJDAG 20 FEBRUARI 1953 (Van een speciale verslaggever) STAVENISSE ONTWAAKT langzaam uit zijn dodenslaap. Tussen de ruïnes begint een kapotgebeukt stadje zich schoorvoetend op te richten uit de poel van ellende, waarin de zee en de storm het stortten. Nog worden elke dag doden gevonden. Nog liggen overal de brokstukken van in elkaar gestorte huisjes. En nog altijd loopt een vierkante politieman aan de rand van het stadje heen en weer als een portier van een kerkhof, dat alleen door personen met zeer dringende bezigheden betreden mag worden. Maar de eerste tekenen van het herstel zijn er nu gelukkig óók te bespeu ren. De kapper is teruggekeerd. Woensdagmiddag heeft hij zijn eerste klant weer ingezeept en gladgeschoren. Bakker Roozen heeft zijn oven Dinsdag opgestookt en brood gebakken. En als 's avonds de duisternis als een rouwkleed over verwoest Stavenisse wordt gehangen, branden rond het haventje weer de electrische lantaarns. Vóóral dat licht geeft de 200 bewoners van het Stavenisse van nu nieuwe moed. Iedereen, die naar Stavenisse komt, loopt doodmoe het stadje binnen. De weg er heen leidt over de twee en een halve kilometer lange Paal- dijk. Die dijk is een verzameling ga ten en heuveltjes van vette, glibbe rige klei, asfalt, huisraad en verrotte uien. Je glijdt er telkens uit, je moet er springen en remmen om op de been te blijven. Links liggen cadavers en resten van huizen en meubilair. Rechts wrakstukken van schuren en boerderijen en natuurlijk ook weer cadavers. Muggen zwermen er om je oren en vormen de achtergrondmuziek van sombere gedachten over het stadje, dat daar ginds achter het mistgor dijn moet liggen. Móest liggen. Drie kwartier zó lopen is vermoei ender dan drie uur gewoon wande len. Maar iedereen, die iets in Sta venisse te doen heeft, moet er langs de Paaldijk zien te komen. Daarom komt iedereen er doodmoe aan. Maar niemand gaat er heen om uit te rusten. Ook om te kijken hoe erg de zee hier met zijn weerloze slacht offer heeft omgesprongen. Je komt er om te werken. Zo stapte Dinsdagmiddag kapper G. de A ij k e met een aktentas geleende kappersbenodigdheden de De 160 Stavenissers, die terugge komen zijn, hoeven niet meer met een baard van vijf dagen rond te lopen. Kapper De Rijke heeft zijn salon schoongemaakt en staat nu op hoge laarzen zijn vierde klant te knippen. Voorstraat in. Hij is zijn zaak inge- baggerd, heeft een halve meter klei weggeschept en nu staat hij al zijn derde klant op deze Woensdag in te zepen. ,,'t Gebeurt wel wat primitief", zegt hij, „maar het gaat gelukkig weer." Dijkwerker M. v. Haaften staat tenminste vijf minuten later met gladde kaken van het enige stoeltje in de kapperszaak op. Een eind verder in de Voorstraat, waar het water nog steeds met eb en vloed daalt en zakt, loopt een oude dame. Het is juffrouw Suurland die toestemming heeft haar woning, die ze op 2 Februari verliet, op te zoeken. Alleen om te kijken of er nog bruikbare spullen in staan. Een potige Rijkpolitieman brengt haar door het water naar de deur. Ze kijkt naar binnen en grijpt de muur. Ze durft haast niet naar binnen. Pluche crapauds, penant kastjes en haar prachtige radiotoe stel liggen wanordelijk door elkaar. Bedekt met een dikke laag klei. Uit een kastlaatje haalt ze een vochtig bankbiljet. Ze legt het met bevende hand op de rand van de omgekantelde tafel. Ze loopt de trap op naar boven, waar het nog droog is. Een kleine veldmuis verdwijnt onder haar bed... Dinsdagbakken Bakker J. A. Q T a z e 1 a a r is ook net teruggekomen. Met zijn blauw- geruite bakkersbroek in witte laar zen sloft hij in zijn bakkerij rond. Hij is meteen aan het schoonmaken geslagen. Het linoleum in het ijssa lonnetje, dat hij naast de bakkers winkel dreef, is al weer schoon. „Je gelooft het misschien niet", zegt hij opgeruimd, „maar Dinsdag begin ik met bakken. Ik krijg hulp deze week, om de hele boel schoon te maken. We zullen niet bij de pak ken neerzitten." Meteen kwakt hij een emmer brij van klei en stro naar buiten. Molenaar (èn loco-burgemeester) Van der Slikke is intussen ook be gonnen. De brede wieken van de Alleen met speciale paperassen komt men Stavenisse binnen. Aan de rand van het stadje staat een vierkante politieman met een wallcie-talkie. Als een strenge portier van een begraafplaats... molen aan het eind van de Molen dijk draaien elke dag en het graan glijdt stuivend in de zakken. Bakker L. E. Roozen op de Mo lendijk is sinds enkele dagen weer een belangrijke afnemer van dat meel. Met zijn vrouw en zijn zoon heeft hij weer zijn intrek genomen in het huis op no 172, De oven brandt op brandstof van takken van omgewaaide bomen. Mevrouw Roozen ls op het ogen blik de enige vrouw, die in Stavenisse woont. „En ik was nota bene de laat ste, die hier vandaan ging", zegt ze. Weer licht Aan de haven wordt ook hard ge werkt. Daar legt L. C. F i e 1 uit Oud- Vossemeer de laatste hand aan een electriciteitskabel. Een eindje verder- Van een onzer verslaggeefsters Iedere dag leren we meer uit de ramp, die het zuidwesten van ons land heeft getroffen. Duidelijk is gebleken, dat we een reddingorganisatie nodig hebben. Duidelijk is ook ge bleken, dat we er een kun nen hebben. Aan bereidheid tot helpen heeft het waarlijk niet ontbroken; wel aan de organisatie om die hulp te leiden en te coördineren. Merkwaardigerwijze is die organi satie in kinderschoenen aan wezig. Het is de Stichting Bescher ming Bevolking. Alleen had nooit iemand zich voorgesteld, dat die organisatie nodig had kunnen zijn voor een natuurramp. Ons voorstellingsvermogen, blijk baar gevoed door onze trieste erva ringen. verwerkte uitsluitend de mogelijkheid van een door mensen te weeg gebrachte ramp: oorlog. We weten nu beter. Een redding organisatie kan altijd nodig zijn. Hadden we er een gehad op 1 Fe bruari, dan waren de mensen in de rampgebieden waarschijnlijk eerder en in groter getale gered. Dan immers was er een compleet bemande en modem uitgeruste op- ruimings- en reddingdienst geweest. Hij zou een eigen telefoonnet hebben gehad met 217 grote en 500 kleine centralen. samen met zes duizend toestellen. Verbinding Zij hadden kunnen beschikken over een radionet van duizend zenders en ontvangers en met bijna vier dui zend portofoons. Daarmee had men tot in de verste uithoeken kunnen doordringen en er zou toch verbinding geweest zijn met de buitenwereld. En juist de verbin ding was in die eerste dagen zo'n probleem. Er zouden rijks mobiele hulpcolon nes geweest zijn. waaronder een varende brandweercolonne met mo dern reddingmaterieel. Er zouden enorme keukenwagens rondgereden hebben, er zouden installaties geweest zijn voor het zuiveren van drink water. We hebben het zonder moeten stellen, want B.B. is nog maar net begonnen. Wat er was, is gebruikt. Uit het Centraal Magazijn in Den Haag is voor een kleine ton aan materiaal meteen weggezonden: lan taarns, batterijen, lichtaggregaten, schijnwerpers, brancards, veldbedden, laarzen, rubberhandschoenen, EHBO- spullen. Ook de magazijnen elders in het land gingen direct open. Vrijwilligers, die al ingeschreven waren bij B.B., trokken naar de noodgebieden met schoppen, koevoeten, touwen en wat dies meer zij. Directe hulp Brandweereenheden uit Utrecht, Amersfoort, Zeist. De Bilt en Maars- sen waren reeds de eerste dag in het rampgebied. Uit Gouda en omgeving werden mensen en materiaal ingezet voor het behoud van de Krimpenerwaard. De evacuatie van Papendrecht geschied de mede door BB-ers, die met eigen auto's al de eerste dag 750 mensen wegbrachten. De volgende dagen ver voerden zij dijkwerkers, materiaal en levensmiddelen. Dit was „Bescherming Bevolking" in de ware zin van het woord. Dat het niet op grote schaal kon, is dui delijk. Op 1 Februari waren alleen Noord-Brabant, Limburg en Overijsel begonnen. Zij startten op 19 Januari. Een dag na de ramp, op 2 Februari, begon de werving van vrijwilligers in Gelder land, Utrecht, Het Gooi en Gouda. Maandag jl. is de werving in Fries land en Groningen begonnen. Zeeland toch óók Op 2 Maart zou het werk beginnen in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden. Bij de Stichting in Den Haag dacht men, dat dit uitgesteld zou moeten worden. Maar de Zeeu wen denken er anders over. Zij willen toch beginnen, daar waar het kan. De ondergelopen eilanden komen dan later wel. Er zijn op het ogenblik een dikke 60.000 vrijwilligers in de B.B.Noord- Brabant 8532, Limburg 6389. Over ijssel 9983, Gelderland 10.833. Utrecht 12.348, 't Gooi 1414, Kring Zuid-Hol land IV (Gouda) 2120, Groningen 2813, Friesland 4149, Drente 1723. In het grootste deel, onder meer Am sterdam, Den Haag en Rotterdam moet de werving nog beginnen. Er zijn van allerlei mensen nodig, blokwachters voor dienst in de blok ken, brandweerlieden. EHBO-ers, vrouwen voor de sociale dienst, ad ministratie, telefoon, enz. Rechtspositie De rechtspositie is geregeld op grond van de bestaande wettelijke sociale regelingen. Een noodwachter bijvoorbeeld valt onder de Ziektewet. Ongevallenwet, Pensioenwet. Als hij behoort tot de vaste noodwachters, die bij staat van paraatheid in com plete dienst van de B.B. moet tre den, krijgt hij een salaris. Het laagste voor niet-leidinggeven- de vaste noodwachters is ƒ47,25 per week, het hoogste 77 gulden. Toe slagen voor loonderving zijn moge lijk. Leidinggevende noodwachters krijgen een maandsalaris. Oproep- noodwachters krijgen een vergoeding per uur. Wie een verbintenis als vrij williger aangaat, verplicht zich om gedurende enige maanden twee en een half uur per week van zijn vrije tijd te geven voor de opleiding. Uiteraard is dit slechts een greep uit de rechten en verplichtingen, van hen die zich melden voor Bescher ming Bevolking dat geen militair apparaat, maar uitsluitend een red dingorganisatie is. Advertentie M Maak «en einde aan dat gekuch, zuiver Uw lucht- wegen van gevaarlijke w ziektekiemen met de snelwerkende 's werelds besle hoestsiroop Wie de bescherming van levens en bezittingen ter harte gaat, doet er goed aan een vergadering van Be scherming Bevolking te bezoeken en zich nauwkeurig op de hoogte te stellen. De veerdienst EnkhuizenStaveren van de Nederlandse Spoorwegen, die Maandag wegens de ijsgang op het IJselmeer werd gestaakt, zal heden worden hervat. op wordt een lamp in een lantaarn gedraaid. „Vanavond kunnen de meeste lantaarns weer branden", zegt Fielé. In een enkele woning wordt schoon gemaakt. Maar als dat gebeurd is blijkt pas goed wat er nog van meu bels en inboedel over is. Het is triest, maar de schoonmakers vinden het belangrijker, dat zij de ramp over leefd hebben. Voor een enkel venster, soms van een half verwoeste woning, staat een cyclame te Moeien. Een konijntje hipt over de Molendijk en een grijs poesje miauwt onder een kruiwagen. Ondanks alles gaat het leven door. Oók in Stavenisse. Juist in Stave nisse. In een vertrek van het gemeente huis spuit dokter H. Zoeteman een paar mannen in tegen typhus. Driemaal moet iedereen worden in geënt, want het besmettingsgevaar is groot. Ook al wast iedereen in Stave nisse wel twintigmaal zijn handen en laarzen met lysolwater. Burgemeester L. A. Verburgh heeft zich zelf ook een injectie ge geven. Een morele. „Je moet immuun worden tegen alle narigheid hier", zegt deze 34- jarige burgervader van een bijna burgerloos stadje. „Je moet jezelf eerst de baas wor den. Dan leren door de ruïnes heen te zien, want er moet aangepakt wor den." Er wórdt flink aangepakt. Cada vers worden opgeruimd. Straten gerepareerd en gaten in de dijken gedicht. Er zijn weer 160 mannen hier terug. Ze hebben allemaal een nood» stamkaart, opdat er een eerlijke ver deling van voedsel, kleding en siga retten mogelijk is. Het moreel van de mensen is honderd procent. Daar sta je soms perplex van, want in iedere familie worden doden betreurd." Burgemeester Verburgh neemt de haak van de ratelende telefoon. Sta venisse heeft ook weer telefoon. De vrouw van de burgemeester zit bij de kachel in de secretarie. Ze heeft er ansichtkaarten te drogen gelegd. Kaarten met prenten van het oude Stavenisse van vóór 1 Februari 1953. Het Franse stadje Maftes-Gassi- court bij Parijs, dat Stavenisse heeft geadopteerd, heeft namelijk om foto's van Stavenisse-van-vroeger gewaagd. In het verdronken boekwinkeltje van Letzer heeft de burgemeestersvrouw nog een hele stapel gevonden. „Aan hulp ontbreekt het ons niet", zegt burgemeester Verburgh. Maar dokter Zoeteman, die in het kamer tje ernaast, probeert zijn praktijk voort te zetten, heeft Vrijdag zalf en instrumenten gevraagd en er is nog niets gearriveerd. Met de pook .Als ik vorige week in iemands keel had moeten kijken, zou ik de pook van de kachel gebruikt moeten hebben, want toen had Ik helemaal niets." De dokter van Stavenisse heeft dikke randen onder zijn ogen. Behal ve inenten en wonden verbinden, helpt hij mee cadavers opruimen en straten maken. „Als ik eerst maar een behoorlijk instrumentarium heb", zucht hij. „Dan gaat het wel weer wat beter". Iedereen zucht wel eens in Stave nisse. De burgemeester en de dokter, de bakker en de kapper, de dijkwer ker en de molenaar. Maar ze wer ken tóch samen aan de herrijzenis van Stavenisse. Terwijl stille mannen elke dag zoe ken naar nog niet gevonden vermis ten, terwijl nog steeds slachtoffers worden geborgen, begint er in Sta venisse weer iets te leven. Aan de gevel van het gemeentehuis is Woensdag een papier geplakt. In inktletters staat erop geschreven, dat Dinsdag 24 Februari in Stavenisse in het huwelijk zullen treden: Mari- nus Boomsluiter, oud 25 jaar, beroep veerschipper, en Jannetje Vermaas, oud 23 jaar, zonder beroep. Stave nisse begint écht weer te leven. Stavenisse heeft weer lichtMonteur Fielé maakt de laatste las in het vernielde electriciteitsnet van het stadje in orde. Het Hunehuis te Havelte, eertijds een der bekendste tehuizen van de AJC, later niet minder geliefd als Natuurvriendenhuis. is militair te huis geworden. Het is het derde militair tehuis van het Humanistisch Thuisfront. Negen maanden van het jaar zullen de militairen uit het grote nieuwe kamp Steenwijkerwold er ontspan ning en bezinning kunnen vinden. Het Hunehuis is geheel nieuw in gericht. Het omvat nu een stemmige les- en studiezaal, een zaal waar aan handenarbeid en tekenen wordt ge daan en een conferentiekamer. Er zijn plannen voor een nieuwe ruimte. Evert Vermeer, de voorzitter van het Humanistisch Thuisfront, wees Woensdagmiddag in zijn ope ningswoord op de vele aanvallen, die de humanistische beweging in de laatste weken heeft moeten door staan. „In een tijd, waarin het hele volk naar eenheid zocht, was geen plaats voor een weerwoord," aldus Vermeer. Kij wees er met klem op, dat bij het Humanistisch Thuisfront geen enke le neiging bestaat om anderer over tuiging aan te tasten. De humanistische beweging is niet anti-kerkelijk, aldus Vermeer, en wij hebben niet het gevoel geheel on kerkelijk Nederland te vertegenwoor digen. Wij willen slechts een organi satie zijn, die haar vleugels uitslaat over allen, die buiten het kerkelijk leven staan. Het speet Vermeer, dat men de strijd tegen het humanisme in een politiek vlak had getrokken. „Wij vragen van de overheid niet, ons gelijk te stellen met de christe lijke levensovertuigingen. Wij vra^- gen wel, ons niet te discrimineren en ons de mogelijkheid te geven ons werk op de grondslag van het mo derne humanisme te doen." De medewerking van de overheid had tot nu toe niets te wensen over gelaten, vond Vermeer. Maar hij wees er op, dat het Hu manistisch Thuisfront zijn taak des noods zal vervullen tegen de over tuiging van andersdenkenden in, die via krant en redevoeringen nu hun aanval richten op het humanisme. Een lange rij van sprekers wenste hierna het Thuisfront geluk met deze nieuwe aanwinst. Er waren vele cadeau's. Misschien vindt nog eens iemand de tijd om onder te duiken in de documenten, die betrekking hebben op ontstaan en ontwikkeling van de jeugdbeweging in Nederland. Na drukkelijk bedoel ik: de jeugdbewe ging. Dus niet de geschiedenis van de jeugdorganisaties, die op min of meer paedagogisch verantwoorde wijze leiding trachten te geven aan het opgroeiend geslacht. Aan het begin van de Nederlandse jeugdbeweging, als spontane uiting van een hevig verlangen naar door breking van knellende conventies en naar het leven, het denken en oor delen en handelen op eigen verant woording van een groep jongeren, staat de Kweekelingenbeweging, die zich groepeerde rond een onooglijk weekblaadje, de Kweekelingen Bode, bij afkorting de K.B. De bezielende aanvoerder van die Kweekelingenbeweging uit de jaren voor de eerste wereldoorlog was de leerling van de Haarlemse Rijks kweekschool, Wim Banning, de tegenwoordige prof. dr W. Ban ning. De kracht van die Kweekelingen beweging kan worden afgeleid uit het feit, dat tot op de huidige dag een aantal figuren van groter of kleiner betekenis uit het Nederland se openbare leven hun beslissende levensrichting hebben gevonden in deze wereld van onstuimige vitaliteit en idealisme. In het Gedenkboek van de K.B., uitgegeven bij het 5-jarig bestaan in 1908, vat Banning de betekenis van deze eerste vorm van zelfstan dige jeugdbeweging m Nederland samen in de voor hem zo karakteris tieke uitspraak: „K.B. de bewustwording van mijn levensroeping". Misschien maken deze woorden van een twintigjarige schoolmeester een wat erg zelfverzekerde indruk. Toch moet van Banning, na een leven van een zo rusteloze en zo veelzijdige activiteit, naar waarheid worden getuigd, dat hij trouw is ge bleven aan wat hij eens aanvaardde als zijn levensroeping. -In de Jaren vóór de eerste wereld oorlog ontwikkelde zich in volle he vigheid de strijd om de sociale recht vaardigheid. Deze strijd vond een krachtige echo in de wereld van de Nederlandse onderwijzers. Zij vorm den in menig opzicht zowel de in tellectuele als de propagandistische ruggegraat van het zich sterk ont wikkelende democratisch socialisme. Banning was één van hen. Maar daar boven uit sprak in hem een sterke intuïtie voor de geestelijke nood van een in het 19de-eeuwse rationalisme gevangen mensheid. Er leefde in hem een diepe be wogenheid voor het tragische in het bestaan van de moderne mens. Een bewogenheid, die door studie en wijsheid uitgroeide tot een ruim, breed gefundeerd inzicht in de gees telijke problemen en de geestelijke worsteling van onze tijd. Een bewogenheid, die hem, Friese arbeiders jongen uit Makkum, de weg wees niet alleen naar het Evan gelie. maar tevens naar het brede arbeidsveld van de Nederlandse Her vormde Kerk, de nationale volkskerk. En zo werd uit de volksonderwijzer de leraar, de voorganger, de aan vuurden Zijn woord is altijd een be roep, zowel op het verstand, op het begrijpen van feiten, als op het ge weten, op de normatieve waarden van goed en kwaad. Hij heeft een diepe afschuw van frasen, van elke vorm van opper vlakkigheid, Hij dwingt zich zelf en de mensen tot wie hij zich richt al tijd weer tot de beslissende vraag: wat steekt er achter een leuze, wat ls er mee bedoeld, wat maakt er de wezenlijke waarde van uit? Zo is hij een onruststoker. Soms in een wereld, die zich zeker waant van haar platvloerse waarheden. Niet zelden in een wereld, waarin de twij fel reeds rondwaart en waaraan zijn keurende geest dan op verrassende en bevrijdende wijze vorm geeft. Hij ls één der voortreffelijkste tijd genoten in het Nederland van de 20ste eeuw, die het open gesprek hebben mogelijk gemaakt tussen groeperingen, die verstard" in hun eigen afgodendienst, van elkaar wa ren vervreemd. Ik weet niet of in de gang van zijn ontwikkeling zijn Christendom de consequentie is van zijn Socialisme of omgekeerd, dat zijn Socialisme de consequentie is van zijn Christendom. Het komt mij voor, dat speciaal in zijn persoonlijkheid de verheffende gedachte van Eenheid in Leer en Leven een meeslepende, bezielende uitdrukking heeft gevonden. Het is juist daarom, dat hij in zijn werk op Bentveld in de Arbeiders gemeenschap der Woodbrookers aan het gesprek tussen mensen uit aller lei groeperingen een voor hun leven waardevolle richting en inhoud wist te geven. Gelijk in tientallen andere conferenties van religieuze, sociale of politieke aard. De democratische socialisten van Nederland zijn hem grote dank ver schuldigd. Hij behoorde tot de kleine groep van socialisten, die met grote overgave en volharding zich hebben ingezet voor een onbevooroordeelde ontmoeting tussen godsdienst en socialisme. Het tijdschrift Tijd en Taak, zoveel lange jaren onder zijn redac tie, heeft een bijzonder waardevolle functie in de ontwikkeling van het geestelijke groeiproces van het demo cratische socialisme uitgeoefend. Daarnaast is er in zijn wezen een zo aantrekkelijke harmonie tussen idealisme en realisme, zowel als tus sen een zekere harde beginselvastheid en een mild besef voor de betrekke lijkheid van alle menselijke waar heden. Menigmaal heeft hij gefungeerd als het sprekende geweten van het Nederlandse socialisme. Hij heeft zijn man gestaan in de voor de oude S.D.A.P. zo moeilijke dertiger jaren, toen het aan de macht komen van Adolf Hitler en de dreiging van het nationaal-socialisme de grote meer derheid van de partij er toe bracht het standpunt van de nationale ont wapening prijs te geven. Als repre sentant van de minderheid dwong hij de meerderheid zich tot in alle con sequenties rekenschap te geven van haar standpunt. Ook in de moeilijke Jaren, die na de oorlog de P.v.d.A. moest door worstelen in verband met de Indo nesische problemen, behoorde hij tot degenen, die er toe bijdroegen de politieke meningsverschillen te be lichten vanuit de gezichtshoek van de zedelijke verantwoordelijkheid en de eis van trouw aan de aanvaarde beginselen. Grote verdiensten heeft hij zich verworven in het ontstaan en de ontwikkeling van de Ned. Volksbewe ging. Zij moet hem voor zijn geko men als een stuk verwezenlijking van wat hij een mensenleven lang met taaie vasthoudendheid had nage streefd. Misschien is zijn grootste verdien ste. het beste getuigenis van eigen evenwichtigheid tussen idealisme en realisme, dat hij niet aarzelde zich helemaal te geven aan de stich ting van de Partij van de Arbeid, als voorzitter van de commissie van voor bereiding, toen zijn verderreikende doeleinden niet voor verwezenlijking vatbaar bleken. Hij was voorzitter van het stich tingscongres van de P.v.d.A, Van hem Prof. dr W. BANNING afschuw van frasen zijn de woorden, die haar woordvoer ders nadien zo menigmaal hebben aangehaald: Dit is een nieuw begin! Vandaag weten wijniet alleen van Nederland en het Nederlandse demo cratische socialisme. Vandaag weten wij, dat alleen dan het socialisme in Europa nog een toekomst heeft, in dien de geest van vernieuwing, die zich in Nederland heeft doorgezet in een bewogen, heftige worsteling om de geestelijke problemen van onze tijd. zich ook tot de andere Europese landen zal uitstrekken. Maandag 9 Maart begint in Bent veld een conferentie van de Socialis tische Internationale over het thema: Godsdienst en socialisme. De eerste inleiding, die tot titel heeft: Het probleem Christendom- socialisme in Europa na de tweede wereldoorlog, zal gehouden worden door Banning. Wij wensen hem geluk met zijn 65ste verjaardag. Wij wensen hem nog vele jaren toe van goede gezond heid en van vruchtbare activiteit. Hij moge er zich van verzekerd houden, dat de Partij van de Arbeid in ge negenheid en dankbaarheid en in trotse bewondering aan hem denkt.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1