SCHADEREGELING
Mededelingen uit Holland-
Redacteur:
JAN AANTJES, Adr. van Ostade-
plein 2, Heemstede. Telef. 35752.
ZO WERD ER GEHOLPEN.
Om een lief ding zouden we willen met ons blad allen te bereiken, die
gedurende de eerste dagen en weken van de watersnood hun volle persoon
hebben ingezet voor de reddingsarbeid, heel vaak en heel bewust met ge
vaar voor eigen leven. Boerenzoons uit alle delen des lands, tuinders uit
Broek op Langendijk met hun koolschuiten, in de stad gewonnen en geto
gen burgers. Rode Kruis-teams, vrouwen en meisjes van alle rang en stand,
militairen uit binnen- en buitenland, vrijwilligers uit landen ver van onze
grenzen, één grote onafzienbare schare mensen met slechts één verlangen:
iets te mogen doen voor de zwaar getroffen bevolking van Z.W. Nederland.
Het ging er haar niet om spectaculaire waagstukken en heldendaden te ver
richten. De allereenvoudigste, hoewel uiterst zware en meest eentonige
arbeid, zoals zandzakken vullen en sjouwen, werd met liefde gedaan. In
een moordend tempo, zonder zich behoorlijke rustpozen te gunnen. Op een
wijze, welke in een normale tijd huiveringwekkend zou zijn. Zouden we al
deze dapperen kunnen bereiken, we zouden hen namens de duizenden ge
dupeerde boeren en tuinders een ere-saluut brengen en van onze innige
dankbaarheid doen blijken. Het Nederlandse volk toonde zich een krachtig
volk. In het bijzonder hebben ons de hulpverlening en offervaardigheid van
het buitenland getroffen. Weinigen zullen ooit hebben vermoed, dat in de
harten van tientallen volkeren voor onze natie een zo speciale plaats is ge
reserveerd. Dat men in de gehele wereld Nederland zo'n bij uitstek warm
hart toedraagt. Al deze hulp, vriendschap, liefde en medeleven, maken ons
stil. Bij alle leed, die God over land en volk bracht, moeten we oog hebben
voor de zegeningen, welke ons gelaten werden en die we eerder niet of on
voldoende zagen. De Heere geve onze getroffen landgenoten de kracht in
vertrouwen op Hem voort te gaan. Wij hebben gemakkelijk praten. Maar
't wil wat zeggen als boer voor de derde maal in ruim 12 jaar tijds alles bij
de handen afgebroken te zien en opnieuw te moeten beginnen. Met zulke
boeren spraken wij. En nog fonkelt de levensmoed in hun ogen. Gedenken
wij hen in ons gebed.
ZO MOET ER GEHOLPEN.
Geleidelijk herneemt het leven zijn gewone loop. Niet allereerst in de
overstroomde gebieden en niet in de arbeid der geëvacueerden, hoewel ook
daar de spanning der eerste dagen afneemt. Maar in de niet-getroffen stre
ken. Dit mag echter persé niet leiden tot een verflauwing in de hulpver
lening. Om elk misverstand te voorkomen stellen we voorop, dat de boeren
en tuinders, die voor de ramp gespaard bleven, zich in het algemeen tot
dusver van hun allerbeste kant laten zien. De actie in Noord-Holland, op
touw gezet door de gezamenlijke landbouworganisatiees, om ten behoeve
van de gedupeerden, hooi, stro en ruwvoeder beschikbaar te krijgen, loopt
uitstekend. Maar als 40 der boeren in dit opzicht hun mannetje stond,
dan moge dat flink lijken, 't Feit valt niet te loochenen, dat 60 nog achter
bleef. In Zuid-Holland en Brabant weet men ook van hulp verlenen. Op
allerlei wijze. Maarwe zijn er nog lang niet. Er is veel, verbazend
veel nodig. Wie eenmaal gaf. geve zo mogelijk nogmaals. Het 'gironummer
van het Nationaal Rampenfonds is nog altijd 9575. En dan van de radio-actie
„Beurzen open, dijken dicht" 17. 't Is goed die nummers niet al te vlug te
vergeten. Naast geld en goederen (vee, plantgoed, glas, zaaizaad, pootgoed,
materialen enz.) is er nog iets nodig waarschijnlijk. Trekkerchauffeurs en
trekkers. Daar waar de dijken gesloten worden, de polders droogvallen of
drooggemalen worden en dit jaar nog een oogst verwacht kan worden, zal de
grondbewerking het uiterste vragen aan machines en mankracht. Vele
tractoren in de rampgebieden zullen niet op korte termijn bruikbaar zijn te
maken. Zodra de grondbewerking kan beginnen, zal het al niet vroeg meer
zijn. Daarom zullen de tractoren schier dag en nacht moeten draaien. Trek
ker-chauffeurs zullen elkaar moeten aflossen. Waar moeten die vandaan
komen? Akkerbouwers, verstaat Uw plicht. Boerenzoons, geeft U op. Werk
gevers, laat Uw arbeider een paar weken gaan. als hij dat wil (en hij wil
ongetwijfeld). Opgaven aan de C.B.T.B. Holland-Brabant, Adr. van Ostade-
plein 2, Heemstede of aan Uw afdelingssecretaris. Wij geven deze gegevens
dan aan de P.V.C. door, die in overleg met een uit de landbouworganisaties
gevormde Commissie t.z.t. nagaat, of en waar de „hulptroepen" ingezet
kunnen worden.
Groot is de materiële schade in de
rampgebieden. Naarmate de hulpver
lening en schaderegeling minder vlug
verlopen, wordt de uiteindelijke
schade groter. Van vele zijden, en
niet in de laatste plaats van die der
standsorganisaties, is daarcm direct
geijverd voor het snel vaststellen ener
schaderegeling en het in werking
stellen van een soepel, vertrouwen
wekkend, eenvoudig doelmatig en
snel-werkend schaderegelingsappa
raat. Hoewel vele details nog niet be
kend zijn, kan toch reeds in grote lij
nen de te volgen weg worden ge
schetst. Terwille van de overzichte
lijkheid geven we de voornaamste
zaken puntsgewijze weer. Men be
denke, dat nog weinig definitief vast
staat, zodat op onderdelen kleine wij
zigingen hoewel niet waarschijn
lijk tot de mogelijkheden behoren.
1. Lettend op de in het algemeen
gunstige ervaringen, destijds opge
daan met de Rijksdienst voor Land-
bouwherstel, stemt het tot voldoening
dat de agrarische schaden behandeld
zullen worden door deze dienst, op
nieuw onder leiding van de heer Ir.
S. Herweyer. Provinciaal zal de lei
ding worden toevertrouwd aan de
Cultuurconsulenten:
Zuid-Holland: Ir. H. G. Kuperi, Swee-
linckplein 45, 's-Gravenhage, Tele
foon K 1700—390048;
Noord-Brabant: Ir. A. H. Smale, Gin-
nekenweg 44, Breda, Telefoon
K 1600—8714;
Noord-Holland: Ir. J. G. I. van Beek
en Ir. C. J. K. van Dam, Kenaupark
21, Haarlem. Telefoon K 2500-11829;
Zeeland: Ir. J. Post, Grote Markt
1, Goes, Telefoon K 1100—2543.
Deze cultuur-consulenten zullen zeer
nauw samenwerken met de Voedsel-
commissarissen en vermoedelijk via
een provinciale commissie ook met
andere consulenten en niet te verge
ten de georganiseerde landbouw.
Plaatselijk zal men in eerste instan
tie vooral met de p.b.h.'s te maken
krijgen. Wij verwachten, dat die een
belangrijke taak krijgen bij de ver
strekking van voorschotten. Deze
voorschotten zullen worden gegeven
voor directe herstelwerkzaamheden,
o.a. aan bcdrijfsuitrusting en gebou
wen. Aanvragen moeten bij de p.b.h.
ingediend worden. De gelden zullen
via een bank beschikbaar worden ge
steld. De verwachting is gewettigd,
dat langs deze weg heel vlug het
hoognodige geld bij de hand is. En
dat is een factor van de eerste orde:
snel, snel en nog eens snel. En een
voudig! Deze voorschottenregeling
werkt inmiddels reeds.
2. Het bedrijfsleven zelf heeft, in
georganiseerd verband, een gewich
tige adviestaak. Landelijk, provinciaal
en plaatselijk (soms ook nog regio
naal) zullen door de georganiseerde
landbouwcommissies worden inge
steld, die doorlopend overleggen en in
voortdurend contact staan met de
meer ambtelijke instanties. Op deze
Wijze wordt bewerkstelligd, dat, bin
nen de door de regering gestelde
grenzen uiteraard, de organisaties be
duidende invloed op en inzicht in de
gang van zaken hebben.
3. Verspreid over de rampgebieden
zijn of worden 15 rampschadebureaux
ingesteld. In die bureaux zijn verte
genwoordigers ondergebracht van alle
bij de schaderegeling betrokken in
stanties (Landbouwlierstel voor de
agrarische schade. Bureau Wederop
bouw voor de gebouwscbade en een
derde dienst voor de overige schaden)
Iedere getroffene kan dus alle op de
ramp betrekking hebbende schaden
op een en hetzelfde kantoor, zij het
met verschillende mensen, bespreken.
Te verwachten valt voorts en dat
is minstens zo belangrijk dat de
functionarissen van de diverse diens
ten grote en vergaande bevoegdheden
krijgen, zodat ze niet voor van alles
en nog wat afhankelijk zijn van ho
gere goedkeuring. Dit vooral is van
grote betekenis.
4. Met begrip voor een zo vlug mo
gelijk weer op gang brengen der be
drijven en om uitbreiding van scha
den zoveel doenlijk te vermijden, zul
len alle krachten vooreerst gecon
centreerd moeten worden op:
a. het herstellen zowel van buiten
als binnenwaterkeringen;
b. het onderzoeken van het zoutge
halte der drooggekomen gronden en
het beschikbaar stellen van gips. De
grond wordt door de Overheid in
natura hersteld. Verantwoordelijkheid
en leiding berusten bij de boer zelf.
Zeer in liet bijzonder willen wij onze
leden adviseren aan de grond beslist
niets te doen dan in overleg met de
Landbouwvoorlichtïngsdienst. Heus,
op dit laatste kunnen we niet genoeg
de aandacht vestigen;
c. het afvoeren en onmiddellijk her
stellen van landbouwwerktuigen;
d. het onderbrengen van vee en het
aanvoeren van hooi e.d. in de ramp
gebieden, waar het vee blijven kon of
met toestemming van de P.V.C.
terugkeerde.
De onder c en d genoemde werk
zaamheden geschieden onder verant
woordelijkheid van de Voedselcom-
missarissen
HULPVERLENING
TUINDERS NOODGEBIEDEN.
Zoals in ons blad van vorige weekjj
reeds even werd vermeld moet allesfl
in het werk worden gesteld om de
tuinders in de getroffen gebieden aan
het benodigde plantenmateriaal te
helpen, teneinde hen in de gelegen
heid te stellen om straks, wanneer
de gronden weer zjjn drooggelegd, de
uitplant voor het komende seizoen te
kunnen verzorgen. Uit de 3 Stands
organisaties in de provincies Holland
en Brabant is gen Commissie ge
vormd, die in nauwe samenwerking
met de daarvoor in aanmerking ko
mende Technische Organisaties deze
actie zal verzorgen. Vooreerst is con
tact opgenomen met de veilingen in
het rampgebied, (de veilinggebouwen
zijn voor het grootste deel intact ge
bleven), die zullen meewerken om
de behoefte aan plantgoed te regis
treren. Tegelijkertijd zal getracht
worden opgave te verkrijgen van het
plantgoed, dat door de niet-getroffen
tuinders beschikbaar kan worden ge
steld. Wellicht wordt er ook nog een
beroep op U gedaan voor de uitzaai
van nieuwe plant. Over de wijze
waarop een en ander in concreto zal
moeten worden geregeld, hopen we
binnenkort nadere mededelingen te
laten volgen. Een ieder die hier hel
pen kan, die helpe, daadwerkelijk.
Opgaven aan de C.B.T.B. Holland-
Brabant, Adr. v. Ostadeplein 2 te
Heemstede. A. v. V.
Berichten
voor de rampgebieden
1. De rampschadebureaux waarover
gesproken wordt in het artikel „Scha
deregeling" op deze pagina, zijn ge
vestigd te: Geertruidenberg, Zeven
bergen, Steenbergen, Bergen op Zoom,
Terneuzen, Oostburg, Goes, Vlissingen,
Middelburg, Zierikzee, Rotterdam,
Dordrecht, Middelharnis, Oud-Beyer-
land en Den Briel.
2. Het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewassenonderzoek te
Goes is volledig ingezet voor het on
derzoek naar het zoutgehalte van de
bodem in de overstroomde gebieden.
De monsters worden genomen door de
Rijksdienst voor Landbouwherstel in
overleg en samenwerking met de
Landbouwvoorlichtingsdienst. Begon
nen wordt met één monster per 2 ha.,
waardoor een globale indruk verkre
gen wordt Nadien hoopt men de be
monsteringsdichtheid op te voeren.
3. De eerste aangifte van schade
voor wat betreft gebouw en onroe
rende goederen, bedrijfs- of beroeps-
uitrusting. bedrijïs- of handelsvoor
raden, huisraad-, schepen- en land-
bouwschade, kan niet bij de Ramp-
bureaux, maar moet bij de P.B.H.
plaats hebben. Vanaf 16 dezer bestaat
daartoe reeds gelegenheid. Bij deze
schaderegistratie gaat het om alge
mene gegevens. Later volgt een meer
uitgebreide en gedetailleerde schade-
opname.
4. Alles moet in het werk gesteld
worden om nog te redden wat te red
den is. Gedacht wordt o.a. aan voor
raden aardappelen en granen, land
bouwwerktuigen en gereedschappen,
voertuigen e.d. De hulpdiensten van
het Ministerie van Landbouw, zoals
het Bureau Oogstvoorziening en de
vanuil Wageningen afkomstige tech
nische hulpploegen, kunnen dit werk
uiteraard niet overal ter hand nemen.
Iedereen moet dus trachten het her
stel-, ruimings- en bergingswerk zelf
aan te pakken.
5. De kans bestaat dat de muskus-
of bisamrat in de watersnoodgebieden
weet door te dringen. Hierdoor ont
staan dan weer grote gevaren voor
dijken en andere waterkeringen.
Doordat de muskusratten meestal de
hoogste delen van dijken opzoeken of
hun toevlucht zoeken in bomen of
takkenbossen, zijn ze tamelijk gemak
kelijk te ontdekken. De kleur is bruin
en de lengte van neus- tot staartpunt
kan 65 cm. worden. Het typische ken-
merk van de muskusrat is dat de
Qstaart zijdelings afgeplat is. Meent
jgmen de aanwezigheid van een of
■meer muskusratten ergens te moeten
Svermoeden dan is het zaak daarvan
(onverwijld onder zo nauwkeurig mo
gelijke plaatsaanduiding kennis te ge
ven aan de Plantenziektenkundige
Dienst te Wageningen Voor iedere
gedode muskusrat wordt een premie
van 5.— gegeven. Hieruit reeds blijkt
afdoende van hoeveel belang het is
deze rat uit de geteisterde gebieden te
weren.
6. Het Bedrijfschap voor Zuivel,
't Hoenstraat 5—7 te 's-Gravenhage is
bereid zelfslijtende melkveehouders in
de rampgebieden te helpen met het
vaststellen van de door de ramp ge
leden schade. Indien zelfslijtende
melkveehoudei-s zulks wensen zal een
rapport van elk schadegeval worden
opgemaakt. De schade, betrekking
hebbend op het veehoudersbedrijf van
de zelfslijters zal niet door het Be
drijfschap worden vastgesteld.
w
GIESSENDAM. Vanaf 23 Jan. ligt
gedurende vier weken ter gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage
een ontwerp van het partiële uitbrei
dingsplan, regelende dé bestemming
in onderdelen van gronden nabij de
Boorstoep en het gemeentehuis te
Giessendam. Belanghebbenden kunnen
gedurende bovengenoemde termijn be
zwaren indienen bij de gemeenteraad.