LANGZAAM GEEFT HET WATER PRIJS, WAT HET
IN ENIGE UREN NAM
Moet Ueens horen!
m*"
Deze maand: prof. Banning 65 jaar,
dr Gravemeyer 70
NOG STEEDS LIGT FLAKKEE GEDEELTELIJK ONBESCHERMD
Sliedrechtenaren en Giessendammers
laten zich niet ontmoedigen door
tegenslag bij Herkingen
Na het dichten van de zeedijken kan
aan het werkelijke herstel van het
eiland worden begonnen
Mmsjnugi
ÏKHEDEN?
i Wij geven raad
Nogmaals: de verlening van
ondersteuning
K EN WERELD
Donderdag 19 Februari 1953
5
(Van een oxizer verslaggevers)
T ANGZAAM en ogenschijnlijk goedmoedig
Ij glijdt het water uit de polders van Flakkee. De
hoge dijk bij het veer van Middelharnis geeft een
goed uitzicht op een groot deel van de landerijen
gelegen aan de Noordelijke zijde van het eiland.
Vele daarvan zijn droog of bijna droog gevallen. Dit
stemt de twintig mannen, die gehoor gaven aan de
oproep van de burgemeester van Nieuwe Tonge om
terug te keren naar hun woonplaats, opdat zij zo
snel mogelijk voor vervanging van de reeds vertrok
ken af nog vertrekkende soldaten kunnen zorgen,
wat milder'. Het water, .dat op die noodlotsdag in
enkele uren een ramp veroorzaakte, nam niet alleen
hun vrienden en kennissen, het vee, de huizen en de
wegen, maar steeg ook hoog in hun ziel en verdronk
het vertrouwen. Veel hoop hadden zij niet meer,
toen zij twee weken geleden vertrokken. Van een
behoorlijk leven op dit eiland zou niet veel meer
terecht komen. Een juist overzicht was niet moge
lijk; het water stond zo hoog. Het klinkt hun nu
bijna ongelooflijk, wanneer de buschauffeur, die
hen naar Nieuwe Tonge zul brengen, vertelt dat hij
de kortste weg neemt, n.l. die van Middelharnis
naar Nieuwe Tonge. Dus ook daar is het water weg.
Een valse hoop sluipt in hun harten en zij voelen
vergevingsgezindheid voor het water opkomen. Mis
schien was de misdaad niet zo groot. Misschien
Vakmensen
Eerst moet dit worden opgeruimd
HET IS STIL in
Nieuwe Tonge.
Enkele honder
den meters voor het
gemeentehuis stopt
de bus. De mannen
vervolgen de weg te
voet. Schroom voor de
injectie-naald drukt
tempo. De schroom
verdwijnt bij iedere
pas die zij doen. Een
grote verslagenheid
komt daarvoor in de
plaats Met moeite
gaan zij verder en
durven noch links,
noch rechts te kij
ken.
We lopen naast
Giel. een van de te-
rugkerenden. Het is
moeilijk om met hem
een gesprek te be
ginnen. Hij zoekt iets.
Zijn vrouw, kinde
ren. vrienden, huis?
Bij het raadhuis gaat
de groep mannen
linksaf. Daar zit de
dokter gereed om.de
eerste inenting te
doen. Giel loopt door.
De Zuiddijk af. We
lopen mee. Nog steeds
is er geen woord ge
vallen. Toch spreken
we. Zonder woorden,
met blikken. Zijn
verweer is fel. Hij duldt niet dat
iemand zich mengt in z'n leed. Ons
antwoord, dat alle Nederlanders
en vele buitenlanders bereid zijn
om hem te helpen en zulen trach
ten alles te doen wat mogelijk is
klinkt hol door zijn wederwoord,
dat hij legt in een trek rond zijn
kin. Een trek bijna mooi door
intens verdriet. Wanneer de weg
afbuigt naar Battenoord, klinkt
een hees: Weg!!!
Links moet een boerderij heb
ben gestaan. Daar was-.
Waarom wenste hij dat het water
maar snel mocht, zakken? Waarom
keerde hij terug? Zonder het zelf
te weten loopt hij langs de plaats
die hij zocht. Hij gaat verder.
HARRY IRGOLITSZ heeft een
paar sterke knuisten. Die
kreeg hij op het land van
Joego-Slavië, op alle zeeën van de
wereld en in de polders van Flak
kee. De eb jaagt het water, dat in
de breuk een diepgang heeft van
2.40, naar de Krammen, die zich
onschuldig en van geen kwaad be
wust op grote afstand houdt. We
willen naar de overkant van het
40 meter grote gat. Irgolitsz biedt
zijn diensten aan. Listig maakt hij
gébruik van nevenstroompjes om
krachten te sparen voor straks.
Het zwaarst zal hij aan de spanen
moeten trekken, wanneer het mid
den is bereikt. Daar hebben we
een goed overzicht. De stormvloed
gaf het eiland een geheel andere
vorm. Het water spoot eerst door
de basaltwering van een gat van
40 meter om zich daarna te split
sen en de zeedijk op twee punten
aan te vallen. De zeedijk bezweek
en door twee reusachtige gaten
golfde het water het land in. Naar
Middelharnis. naar Herkingen en
Nieuwe Tonge. Tussen deze twee
gaten ligt een stukje land. Te
klein voor een nieuw eiland. De
ontmoediging, die ons bij Nieuwe
Tonge besprong, wijkt wanneer
we Giessendammers en Sliedrech
tenaren bezig zien. Zij zijn de
echte vakmensen. Alléén naar hun
handen luistert het rijshout en laat
zich buigen en wringen in die
richtingen nodig om een zo stevig
mogelijk zinkstuk te krijgen. Al
léén wanneer zij met hun schop de
klei op dat zinkstuk gooien om
een nieuwe dijk te maken ligt die
klei goed en vertoont de basis di
rect de contouren van een goede
waterwering. Alléén de machinis
ten van hun machines laten de
stortbakken op het juiste moment
de vrachten uitbraken. Zij voelen
geen teleurstelling, wanneer het
op het oog zo kaime water toch
nog kans ziet om het zinkstuk weg
te spoelen. Hier bij Herkingen
overkwam hun dat ongeluk twee
keer. Vorige week Vrijdag, toen zij
het eerste zinkstuk, in een record
tijd gemaakt, lieten zinken was
het in enige ogenblikken verdwe
nen. Geen treurzang van de dij
kenbouwers. Integendeel: een
nieuw plan. Het vorige zinkstuk
was misschien wel te groot. Vier
honderd vierkante meter is een
hele oppervlakte, vooral wanneer
die in de korst mogelijke tijd ver
zwaard moet worden om weg
spoelen te voorkomen. Zij besloten
tot de maten 10x7. Maandagavond
na de springvloed werd een twee
de poging ondernomen. Weer was
de kracht van het water te groot.
Misschien lukt het morgen of
overmorgen. Lukken zal het in
ieder geval. Hun vakmanschap
duldt geen mislukking!
Nog onbeschermd
Drie belangrijke polders
zullen na het dichten van de
dijk bij Herkingen niet meer
onderhevig zijn aan eb en vloed
IJS3jpg
Niet ontmoedigd...
en drooggemalen kunnen worden.
Nieuwe Tonge zal dan eerst goed
aan het werk kunnen gaan. Er
zijn echter nog een drietal gaten
in de dijken die Flakkee omrin
gen. Bij vloed valt door de breuk
bij Stellendam het eiland Goeree
Overflakkee in twee delen, door
dat de hoofdverbindingsweg onbe
gaanbaar wordt door ruim ander
halve meter water. Dit herinnert
aan de toestand van eeuwen ge
leden. Bij Den Bommel en Oude
Tonge dezelfde, desnoods nog
ernstiger, stituatie. Lange tijd zal
zijn verstreken en veel werk zal
zijn verzet, alvorens Flakkee. dat
nü nog practisch onbeschermt ligt,
een enigszins normaal aanzien zal
krijgen!
AL EENS eerder schreven wy over de ondersteuning van behoeftigen
door de gemeente. Wij vertelden toen, dat een afdwingbaar recht op een
bepaalde onderstand eigenlijk niet bestaat, maar dat dit nog niet behoeft te
leiden tot gemeentelijke willekeur. Inmiddels is ons wel gebleken hoe bij
zonder moeilijk de grens Is te trekken tussen een veranwoorde besteding
van de gemeenschapsgelden en een te sterk ingrijpen in het persoonlijk
leven van de ondersteunde. De hieronder weergegeven vragen van een
maatschappelijk werker zijn daarvan o.i. een duidelijk voorbeeld. Deze
maatschappelijk werker schrijft als volgt:
Tot mij wendde zich een vrouw,
die door haar man verlaten was. De
man had werk in een andere ge
meente en verbleef gedurende de
werkweek in een kosthuis. Toen de
man enige malen des Zaterdags niet
meer thuis was gekomen en ook
geen geld stuurde, is de vrouw
haar man gaan bezoeken. Zij moest
toen constateren, dat de man met
zijn kostjuffrouw een verhouding
had. De man weigerde deze verhou
ding te verbreken en naar huis te
komen. Ook weigerde hij geld te
sturen. De vrouw is naar huis ge
gaan en heeft zich bij de gemeen
telijke dienst voor Sociale Zaken
gemeld met het verzoek om onder
steuning. Deze onderzocht het ge
val doch wees het verzoek voor
lopig af met het motief, dat de
vrouw meer moeite moest doen om
de man tot andere gedachten te
brengen. Wat vindt U higrvan en
zijn er mogelijkheden in zo'n geval
de gemeente te dwingen de vrouw
ondersteuning te verlenen?
Antwoord: Wat we ervan vinden
is gauw gezegd: erg. Eerlijk gezegd had
den wij niet vermoed, dat dergelijke
Geen schade, toch kleren
Schande over wat er in Zeven
bergen is gebeurd, waar goederen,
geschonken voor de bevolking dei-
overstroomde gebieden, door het
Rode Kruis werden afgegeven aan
personen, die niet de minste schade
hadden geleden. Onbegrijpelijk, dat
die burgemeester dat kon goedvin
den. Meer respect verdient de pre
dikant; die begreep aan wie die kle
ren toekwamen. Laten we hopen,
dat die goederen desnoods met hulp
van de sterke arm teruggegeven
moeten worden.
R. W. S.
Oplichterij
Ik beschouw datgene wat in Ze
venbergen met die kleren is voor
gevallen als oplichterij. Wat moeten
de arbeiders, die in de noodgebieden
hulp verlenen en die zelf ook niet
zo dik in de kleren zitten er wel
van denken. Ik vind. dat ook de
burgemeester ter verantwoording
moest worden geroepen voor de
wijze, waarop hij het gebeurde
trachtte te vergoelijken. Werkte hij
daarmee de oneerlijkheid niet in de
hand?
W. J. v. DIENST.
Voorstel van een Brit
De recente tragische overstro
mingsramp in Holland heeft de
reeds sterke banden tussen Holland
en Engeland verstevigd en er zijn
veel mensen in Engeland, daar ben
ik zeker van, die hun steentje zou
den willen bijdragen in uw Ram
penfonds. Voor zover ik weet ver
zamelt de Anglo-Netherlands Socie
ty in Londen bijdragen hiervoor. Ik
zou echter nog de volgende sugges
tie willen doen: waarom geen col
lectebussen geplaatst in en op alle
Nederlandse havens en vliegvelden,
als het kan vlak bij de kantoren
waar buitenlandse bezoekers van
Holland bij hun vertrek hun reste
rende guldens omwisselen in pon
den. Ik ben er zeker van, dat
de meerderheid der Engelsen, die
terugkeren naar hun land graag hun
weinig overgehouden guldens in de
bus zullen stoppen inplaats van ze
in te wisselen. Ik zelf kom binnen
kort naar Holland. Ikzou het erg
leuk vinden als ik zag, dat mijn
suggestie in praktijk was gebracht.
H. W. DELL,
Croydon
Ook geld voor bewapening
Onlangs is in deze rubriek voor
gesteld de millioenen voor de bewa
pening te besteden voor de bestrij
ding van de watermassa's. Heeft in
zender er wel over nagedacht, dat
wanneer zijn plan zou worden uit
gevoerd, er een tijd zal komen, dat
vanuit het oosten een vloedgolf van
communistische horden over ons
land losbreekt? Uit de watermassa's
werden nog duizenden gered. Ik
meen. dat bij zo'n oostelijke vloed
golf iedereen verloren zou zijn. Ja,
aan onze dijken moeten millioenen
worden besteed. Maar de millioenen
voor onze militaire herbewapening
zijn ook nodig, misschien wel nodi
ger.
K. H. ESMEIJER
Niet iedereen kan even
veel missen
Luisterend naar het speciale pro
gramma „Beurzen open, dijken
dicht" hoorde ik voor de radio vele
prijzenswaardige ideeën opperen. Er
was o.a. een huisvrouw, die voor
stelde tien weken lang iedere week
vijf gulden voor de noodgebieden af
te staan. Ik ben bang, dat huisvrou
wen uit de arbeidersklasse dit niet
kunnen. Zouden inplaats daarvan
alle huisvrouwen niet een jaar lang
een kwartje kunnen afstaan? Wil
men méér geven, dan is dat uiter
aard zeer goed mogelijk.
M. H. v. ROOY.
opvattingen heden ten dage nog bij of
ficiële instanties bestaan.
Wat er tegen te doen is, is minder
gauw gezegd. Reeds eerder hebben wij
uiteengezet, dat de behoeftige geen vor
dering bij de rechter kan instellen, met
verzoek de gemeente tot ondersteuning
te veroordelen. Wij raden U aan U per
soonlijk te wenden tot de Wethouder
van Sociale Zaken en indien dit onver
hoopt geen resultaat mocht opleveren,
tot het Ministerie van Maatschappelijke
Zorg.
Wij beoordelen hier uitsluitend het
motief en niet de weigering opzichzelf.
Het zou mogelijk zijn, dat aan de vrouw
om geheel andere reden toch geen uit
kering toekomt, b.v. omdat ze heel best
zelf kan werken.
Wanneer deze vrouw een vordering
voor de rechter tegen haar man instelt,
tot verkrijging van alimentatie, zal zy
deze ongetwijfeld toegewezen krijgen.
Ook de gemeente heeft indien zij aan de
vrouw ondersteuning verleent, een vor
dering op de man. tot bijdrage in de
verleende ondersteuning.
Dezelfde maatschappelijk werker stelt
de volgende vraag:
In mijn praktijk tref ik telkens men
sen aan, die ondersteuning van de ge
meente ontvangen en die op advies van
hun huisdokter extra voeding wegens
een bepaalde ziekte moeten gebruiken.
Zij krijgen alleen voor de extra-voeding
een toeslag op hun uitkering, wanneer
de arts van de G.G.D. het met het advies
van de huisdokter eens is. Nu klagen
verschillende mensen erover, dat de ge
meente-arts na een kortstondig onder
zoek. soms van slechts enkele minuten,
hun aanspraak op extra-voeding afwijst.
Zij krijgen dan geen toeslag op hun
ondersteuning. Wat vindt U hiervan?
Antwoord: Men moet uiterst voor
zichtig zijn met de beoordeling van zul
ke gevallen. Niet alle mensen geven een
juiste uitleg aan het advies van hun
arts. Niet alles wat de arts als w e n s e-
1 ij k aangeeft of zelfs alleen maar als
aangenaam ter vervanging van verboden
spijzen is ook noodzakelijk voor de ge
zondheid. En een geroutineerd arts zal
ongetwijfeld in veel gevallen weinig tijd
nodig hebben om te kunnen constateren
wat eraan hapert. Als de betrokkene b.v.
begint met de mededeling: dokter ik
heb die-en-die ziekte en daarom heb ik
extra-voeding nodig, dan zal de dokter
dikwijls direct weten wat nodig is en
wat niet. Dit alles neemt niet weg dat
wij deze regeling onbevredigend achten,
Tenslotte zijn artsen ook mensen. Zij
kunnen een fout maken. En waar het
gaat om de gezondheid van een mens.
moet het toch mogelijk zijn. dat bij ver
schil van mening tussen een huisarts en
een gemeente-arts nog eens een derde
arts zijn oordeel geeft. Er zou dus een
soort beroepsrecht moeten zijn. Dwingen
kan men hier echter niet. Het inzicht
in de noodzaak van zo'n beroepsrecht
zal bij de gemeentelijke instanties zelf
moeten groeien.
(Advertentie LM.)
PUISTJES... ontsieren Üw
gelaat, juist als U er aantrekkelijk wilt
uitzien. Ze verdwijnen dikwijls in 24
uur door de ontsmetten- r
de en snel genezende «ndtrstau
DEBRALINE
heldere vloeistof
Waarom niet helft van
banksaldo geschonken?
Om het leed van de watersnood
te helpen lenigen worden ontzaglijk
veel voorstellen gedaan en plan
netjes bedacht. De een wil dit. de
ander dat. Laat elke Nederlander
slecht 50 van de gelden, die hij
op de bank heeft, afstaan voor het
goede doel. Dan zouden de bewoners
van de noodgebieden spoedig uit de
misère zijn en wij zouden de hulp
van het buitenland niet eens nodig
hebben.
W. A. ROSENQUïST.
Verwoesting
IN WERKELIJKHEID bestaat de
Battenoordseweg niet meer. Links
en rechts een en al verwoesting,
alsof de zwaarste bommenwerpers
hun lasten daar hadden losgelaten.
Huizen werden door het woest
kolkende water meegesleurd. Nu,
na 16 dagen geeft het water zijn
prooi gedeeltelijk prijs. Daar werd
naar verlangd. Door de inwoners
van Nieuwe en Oude Tonge. door
die van Stellendam en Den Bom
mel. door die van alle getroffen
gebieden.
HET WEGEBBEN is nog erger
dan de vloedgolf. Bij iedere
centimeter' verval wordt de
ontzetting groter. Twee inwoners,
gehuld in rubber, waden door hei
ijskoude water naar een auto. Zij
bergen vier stoffelijke overschot
ten. Giel wil dat we kijken, we
kwamen immers voor nieuws. Ja,
we kwamen voor nieuws, maar
over de herstelwerkzaamheden.
Zijn antwoord is vernietigend. Hoe
konden we denken aan herstel,
wanneer er nog zoveel mensen
worden vermist, wier stoffelijke
resten wellicht liggen tussen het
puin, de hopen stroo. in of onder
de auto's. Hoe konden we ver
wachten honderden arbeiders aan
die dijk te zien werken? Dat is
immers niet mogelijk in deze ra
vage. Voorlopig is de eerste taak
het herstellen van het wegdek
voor zover dat mogelijk is. Dat
wordt gedaan door een ploeg van
dertien mensen. Zandzakken vullen
de gaten, startbaanplaten zorgen
voor een soort egaliteit.
Eert kleine oase
DUS TOCH herstelwerkzaam
heden? Het is slechts een
kleine oase, evenals het op
ruimen van de cadavers van het
omgekomen vee. Het merendeel
daarvan werd inmiddels afgevoerd
over Middelharnis. waar zij wor
den ingeschreven door de heer
Götz, voor de ramp leraar Engels
aan de H.B.S. aldaar. Tien meter
verder begint de verschrikking
weer. Daar ligt de brandweerauto.
Op de noodlotsavond gegrepen
door het water. Hij vormt het be
gin van een lange rij auto's, die
werd overvallen. Een takelwagen
trekt ze nu uit het water, althans
probeert dat. De meeste wagentjes
kunnen de kracht van de lier niet
verdragen. Een en dertig inwoners
van het gehuchtje Battenoord. dat
misschien in totaal honderd inwo
ners telde kwamen daar om. Zij
wérden op twee na gevonden. De
Volkswagen die het dichtst bij de
Ravage en herstel
weg ligt. vervoerde die twee waar
schijnlijk. Soldaten en burgers
trachten nu het wagentje tot
aan de assen in de modder op
de kant te krijgen. Het is een
moeilijk karwei. Daarbij zijn vele
handen nodig. Giel verlaat ons. Hij
gaat helpen.
Duizend vragen
Duizend vragen spoken
door ons hoofd, wanneer we
mistroostig door het zien van
zoveel ellende de hoge dijk bij de
sluis van Battenoord beklimmen.
Waarom zagen we geen draglines,
bulldozers, graafmachines en ech
te vaklieden? Is het werkelijk
waar wat Giel vertelde? Is het be
slist noodzakelijk dat er eerst ge
tracht moet worden een weinig
orde te scheppen alvorens men
over kan gaan tot definitief her
stel van de dijken? Ontbreekt mis
schien de juiste "coördinatie of een
vast plan?
Een lange tocht over het glibbe
rig basalt van de buitengorswering
brengt ons bij de grote gaten die
het water beukte in de zeedijk
tussen Battenoord en Herkingen.
Daar ligt het antwoord. Bij Nieu
we Tonge dachten we niet aan eb
en vloed en vergaten die te be
trekken in het bezien van de mo
gelijkheden tot herstel. Herstel dat
pas goed mogelijk wordt wanneer
deze gaten dicht zijn. Wanneer?
Op de 21e van deze maand
hoopt prof. dr W. Banning zijn
65ste verjaardag te vieren en
op de 25e dr K. H. E. Grave
meyer zijn 70ste. Het kan wei
nig verwonderlijk zijn deze bei
de figuren in één adem te noe
men, niettegenstaande het feit,
dat dr Gravemeyer
theologisch en ook
her vormd-kerkelij k
gezien, van geheel an
dere afkomst is dan
prof. Banning. De eerste: zoon
van een rechtzinnig predikant
en van huis uit „in de Kerk"
geboren en getogen; de laatste,
zoon van een eenvoudige vis
ser van de Vlaardingse haring
vloot en vrijzinnig predikant.
Maar zij hebben samen een be
langrijk stuk van de kerkgeschiede
nis geschreven, die sinds de oor
logsjaren de Hervormde Kerk heeft
vernieuwd en tot vele activiteiten
gebracht. Samen met prof. dr H.
Kraemer immers vormden Grave
meyer en Banning het drieman
schap, dat uit 4e diepgaande con
tacten in het gijzelaarskamp van
Michielsgestel de visie kreeg op de
plaats, die in een veranderde we
reld en een veranderde maatschap
pij en onder een volk, dat na twee
wereldoorlogen zich moest trachten
te hervinden, de oude volkskerk
zou moeten innemen. Zij zijn het
geweest, die aan de Beweging voor
Gemeente Opbouw, in en na de
oorlog, contouren gaven en aan hen
is het "oor een goed deel te danken,
dat de Hervormde Kerk tot een
innerlijke vernieuwing kon komen,
die haar naar buiten toe weer ge
zicht en geluid ga'-
Dr. Gravemeyer. predikant in
Giessen, Ouderkerk, in Voorburg en
in Den Haag met een pastorale
praktijk van vele jaren werd op
1 April 1940 secretaris van de (toen
malige) Algemene Synodale Com
missie. Hij is dit gedurende de oor
logsjaren gebleven en werd daar
door het centrale punt voor het
kerkelijk verzet.
Maar er gebeurde meer. Dr Grave
meyer ontdekte Banning. Banning
is nooit en in elk geval in veel min
dere mate een „geïsoleerde vrij
zinnige" geweest als Gravemeyer
-Deze week
voluit en bij voorbaat tot de recht
zinnigheid behoorde. We bedoelen
daar natuurlijk niets kwaads mee.
Alleen: studie en menselijke bewo
genheid deden Banning zich rich
ten tot de dingen, die in het publie
ke leven geestelijke belangstelling
verdienden. Tot de arbeidersbewe
ging vooral, tot de toenmalige SDAP.
Terwijl dr Gravemeyer zijn krach
ten en gaven in dienst stelde van
zijn eigen gemeente in de eerste
plaats en daar, in beperkte kring
dus, deed wat hij ook in sociaal
opzicht meende te moeten doen.
Maar het gijzelaarskamp maakte
hun één ding duidelijk! Zij konden
niet meer in de vrije maatschappij
terugkeren sam.-n dienaar van één
kerk, zonder ook samen te
trachten die kerk tot een zekere
eenheid te brengen. Niet, zoals wol
is beweerd, om nu maar de theolo
gische grenzen te verdoezelen en
richtingen over het hoofd te zien.
Maar om in de wereld van vandaag
de oudste en grootste Nederlandse
protestantse kerk samen kérk te
doen zijn. Daarvoor zijn zij gemeen
ten en kerkeraden langs getrokken
en hebben zij de grondslagen voor
deze vernieuwing gelegd, die ten
slotte resulteerde in de nieuwe
kerkorde.
Banning, thans o.m. hoofddocent
aan „Kerk en Wereld", heeft kerk
èn wereld altijd al in het oog ge
had. Ook in het hart. Hij was kort
onderwijzer en studeerde daarna te
Leiden theologie. Werd predikant in
Haarloo en in Sneek er. reeds in het
begin der dertiger jaren directeur
van de Arbeidersbeweging der
Woodbrookers in Holland. Hij ging
naar Bentveld, tot de Duitsers zijn
werk afbraken. Werd predikant bij
de Ver. v. Vrijz. Hervormden te
Haarlem, werd gegijzeld en daarna
predikant te Naaldwijk.
In de loop der jaren had hij al
veel gepubliceerd. Vóór
zijn dissertatie (over
„Jaurès als denker") ver
scheen al zijn „Om de
groei der gemeenschap".
Hij is mogelijk wel de-
gene geweest, die in de
„oude" S.D.A.P. voorkwam, dat de
vragen van geloof en godsdienst te
veel aan haar voorbijgingen. De
sporen van zijn bemoeienis zijn on
getwijfeld te vinden in het nieuwe
program der S.D.A.P. van 1937, dat
de klassenstrijd achter zich liet.
En hij was, mede door zijn samen
werking met Gravemeyer, de man.
op wie na de oorlog de kerk een
beroep bleef doen: hoofddocent aan
„Kerk en Wereld", later docent
aan het seminarium der Hervormde
Kerk en dus nauw betrokken bij de
vorming en opleiding der a.s. pre
dikanten en kerkelijke medewer
kers. Sedert 1946 buitèndien ook
buitengewoon hoogleraar te Leiden
voor kerkelijke sociologie.
En dr Gravemeyer, in 1945 tot
algemeen gedelegeerde der Herv.
Kerk benoemd, heeft vooral in één
sector de Beweging van Gemeente-
Opbouw in de praktijk gediend.
Van hem was het „Adoptieplan",
dat gemaakt heeft, dat van de ruim
400 verwoeste kerken er eind 1952
bijna even zoveel waren hersteld of
opgebouwd. Een adoptieplan, dat vrij
zinnige gemeenten een rechtzinnige
voor haar rekening deed nemen en
waarin men dus metterdaad „samen
kerk" was. Thans is dr Gravemeyer
in Zuid Afrika, waar hij zich met
Dr K. H. E. CRAVEMEIJER
Aan deze beide mannen hebben
een nieuwe taak belast: de kerke- kerk en volk veel te danken. Nu
lijke integratie der (Hervormde) hun verjaardagen zo dicht bij elkaar
Nederlanders, die naar dit land liggen is er reden te meer om hen
emigreerden. in één verband te noemen!