LANGZAAM GEEFT HET WATER PRIJS, WAT HET IN ENIGE UREN NAM Moet Ueens horen! m*" Deze maand: prof. Banning 65 jaar, dr Gravemeyer 70 NOG STEEDS LIGT FLAKKEE GEDEELTELIJK ONBESCHERMD Sliedrechtenaren en Giessendammers laten zich niet ontmoedigen door tegenslag bij Herkingen Na het dichten van de zeedijken kan aan het werkelijke herstel van het eiland worden begonnen Mmsjnugi ÏKHEDEN? i Wij geven raad Nogmaals: de verlening van ondersteuning K EN WERELD Donderdag 19 Februari 1953 5 (Van een oxizer verslaggevers) T ANGZAAM en ogenschijnlijk goedmoedig Ij glijdt het water uit de polders van Flakkee. De hoge dijk bij het veer van Middelharnis geeft een goed uitzicht op een groot deel van de landerijen gelegen aan de Noordelijke zijde van het eiland. Vele daarvan zijn droog of bijna droog gevallen. Dit stemt de twintig mannen, die gehoor gaven aan de oproep van de burgemeester van Nieuwe Tonge om terug te keren naar hun woonplaats, opdat zij zo snel mogelijk voor vervanging van de reeds vertrok ken af nog vertrekkende soldaten kunnen zorgen, wat milder'. Het water, .dat op die noodlotsdag in enkele uren een ramp veroorzaakte, nam niet alleen hun vrienden en kennissen, het vee, de huizen en de wegen, maar steeg ook hoog in hun ziel en verdronk het vertrouwen. Veel hoop hadden zij niet meer, toen zij twee weken geleden vertrokken. Van een behoorlijk leven op dit eiland zou niet veel meer terecht komen. Een juist overzicht was niet moge lijk; het water stond zo hoog. Het klinkt hun nu bijna ongelooflijk, wanneer de buschauffeur, die hen naar Nieuwe Tonge zul brengen, vertelt dat hij de kortste weg neemt, n.l. die van Middelharnis naar Nieuwe Tonge. Dus ook daar is het water weg. Een valse hoop sluipt in hun harten en zij voelen vergevingsgezindheid voor het water opkomen. Mis schien was de misdaad niet zo groot. Misschien Vakmensen Eerst moet dit worden opgeruimd HET IS STIL in Nieuwe Tonge. Enkele honder den meters voor het gemeentehuis stopt de bus. De mannen vervolgen de weg te voet. Schroom voor de injectie-naald drukt tempo. De schroom verdwijnt bij iedere pas die zij doen. Een grote verslagenheid komt daarvoor in de plaats Met moeite gaan zij verder en durven noch links, noch rechts te kij ken. We lopen naast Giel. een van de te- rugkerenden. Het is moeilijk om met hem een gesprek te be ginnen. Hij zoekt iets. Zijn vrouw, kinde ren. vrienden, huis? Bij het raadhuis gaat de groep mannen linksaf. Daar zit de dokter gereed om.de eerste inenting te doen. Giel loopt door. De Zuiddijk af. We lopen mee. Nog steeds is er geen woord ge vallen. Toch spreken we. Zonder woorden, met blikken. Zijn verweer is fel. Hij duldt niet dat iemand zich mengt in z'n leed. Ons antwoord, dat alle Nederlanders en vele buitenlanders bereid zijn om hem te helpen en zulen trach ten alles te doen wat mogelijk is klinkt hol door zijn wederwoord, dat hij legt in een trek rond zijn kin. Een trek bijna mooi door intens verdriet. Wanneer de weg afbuigt naar Battenoord, klinkt een hees: Weg!!! Links moet een boerderij heb ben gestaan. Daar was-. Waarom wenste hij dat het water maar snel mocht, zakken? Waarom keerde hij terug? Zonder het zelf te weten loopt hij langs de plaats die hij zocht. Hij gaat verder. HARRY IRGOLITSZ heeft een paar sterke knuisten. Die kreeg hij op het land van Joego-Slavië, op alle zeeën van de wereld en in de polders van Flak kee. De eb jaagt het water, dat in de breuk een diepgang heeft van 2.40, naar de Krammen, die zich onschuldig en van geen kwaad be wust op grote afstand houdt. We willen naar de overkant van het 40 meter grote gat. Irgolitsz biedt zijn diensten aan. Listig maakt hij gébruik van nevenstroompjes om krachten te sparen voor straks. Het zwaarst zal hij aan de spanen moeten trekken, wanneer het mid den is bereikt. Daar hebben we een goed overzicht. De stormvloed gaf het eiland een geheel andere vorm. Het water spoot eerst door de basaltwering van een gat van 40 meter om zich daarna te split sen en de zeedijk op twee punten aan te vallen. De zeedijk bezweek en door twee reusachtige gaten golfde het water het land in. Naar Middelharnis. naar Herkingen en Nieuwe Tonge. Tussen deze twee gaten ligt een stukje land. Te klein voor een nieuw eiland. De ontmoediging, die ons bij Nieuwe Tonge besprong, wijkt wanneer we Giessendammers en Sliedrech tenaren bezig zien. Zij zijn de echte vakmensen. Alléén naar hun handen luistert het rijshout en laat zich buigen en wringen in die richtingen nodig om een zo stevig mogelijk zinkstuk te krijgen. Al léén wanneer zij met hun schop de klei op dat zinkstuk gooien om een nieuwe dijk te maken ligt die klei goed en vertoont de basis di rect de contouren van een goede waterwering. Alléén de machinis ten van hun machines laten de stortbakken op het juiste moment de vrachten uitbraken. Zij voelen geen teleurstelling, wanneer het op het oog zo kaime water toch nog kans ziet om het zinkstuk weg te spoelen. Hier bij Herkingen overkwam hun dat ongeluk twee keer. Vorige week Vrijdag, toen zij het eerste zinkstuk, in een record tijd gemaakt, lieten zinken was het in enige ogenblikken verdwe nen. Geen treurzang van de dij kenbouwers. Integendeel: een nieuw plan. Het vorige zinkstuk was misschien wel te groot. Vier honderd vierkante meter is een hele oppervlakte, vooral wanneer die in de korst mogelijke tijd ver zwaard moet worden om weg spoelen te voorkomen. Zij besloten tot de maten 10x7. Maandagavond na de springvloed werd een twee de poging ondernomen. Weer was de kracht van het water te groot. Misschien lukt het morgen of overmorgen. Lukken zal het in ieder geval. Hun vakmanschap duldt geen mislukking! Nog onbeschermd Drie belangrijke polders zullen na het dichten van de dijk bij Herkingen niet meer onderhevig zijn aan eb en vloed IJS3jpg Niet ontmoedigd... en drooggemalen kunnen worden. Nieuwe Tonge zal dan eerst goed aan het werk kunnen gaan. Er zijn echter nog een drietal gaten in de dijken die Flakkee omrin gen. Bij vloed valt door de breuk bij Stellendam het eiland Goeree Overflakkee in twee delen, door dat de hoofdverbindingsweg onbe gaanbaar wordt door ruim ander halve meter water. Dit herinnert aan de toestand van eeuwen ge leden. Bij Den Bommel en Oude Tonge dezelfde, desnoods nog ernstiger, stituatie. Lange tijd zal zijn verstreken en veel werk zal zijn verzet, alvorens Flakkee. dat nü nog practisch onbeschermt ligt, een enigszins normaal aanzien zal krijgen! AL EENS eerder schreven wy over de ondersteuning van behoeftigen door de gemeente. Wij vertelden toen, dat een afdwingbaar recht op een bepaalde onderstand eigenlijk niet bestaat, maar dat dit nog niet behoeft te leiden tot gemeentelijke willekeur. Inmiddels is ons wel gebleken hoe bij zonder moeilijk de grens Is te trekken tussen een veranwoorde besteding van de gemeenschapsgelden en een te sterk ingrijpen in het persoonlijk leven van de ondersteunde. De hieronder weergegeven vragen van een maatschappelijk werker zijn daarvan o.i. een duidelijk voorbeeld. Deze maatschappelijk werker schrijft als volgt: Tot mij wendde zich een vrouw, die door haar man verlaten was. De man had werk in een andere ge meente en verbleef gedurende de werkweek in een kosthuis. Toen de man enige malen des Zaterdags niet meer thuis was gekomen en ook geen geld stuurde, is de vrouw haar man gaan bezoeken. Zij moest toen constateren, dat de man met zijn kostjuffrouw een verhouding had. De man weigerde deze verhou ding te verbreken en naar huis te komen. Ook weigerde hij geld te sturen. De vrouw is naar huis ge gaan en heeft zich bij de gemeen telijke dienst voor Sociale Zaken gemeld met het verzoek om onder steuning. Deze onderzocht het ge val doch wees het verzoek voor lopig af met het motief, dat de vrouw meer moeite moest doen om de man tot andere gedachten te brengen. Wat vindt U higrvan en zijn er mogelijkheden in zo'n geval de gemeente te dwingen de vrouw ondersteuning te verlenen? Antwoord: Wat we ervan vinden is gauw gezegd: erg. Eerlijk gezegd had den wij niet vermoed, dat dergelijke Geen schade, toch kleren Schande over wat er in Zeven bergen is gebeurd, waar goederen, geschonken voor de bevolking dei- overstroomde gebieden, door het Rode Kruis werden afgegeven aan personen, die niet de minste schade hadden geleden. Onbegrijpelijk, dat die burgemeester dat kon goedvin den. Meer respect verdient de pre dikant; die begreep aan wie die kle ren toekwamen. Laten we hopen, dat die goederen desnoods met hulp van de sterke arm teruggegeven moeten worden. R. W. S. Oplichterij Ik beschouw datgene wat in Ze venbergen met die kleren is voor gevallen als oplichterij. Wat moeten de arbeiders, die in de noodgebieden hulp verlenen en die zelf ook niet zo dik in de kleren zitten er wel van denken. Ik vind. dat ook de burgemeester ter verantwoording moest worden geroepen voor de wijze, waarop hij het gebeurde trachtte te vergoelijken. Werkte hij daarmee de oneerlijkheid niet in de hand? W. J. v. DIENST. Voorstel van een Brit De recente tragische overstro mingsramp in Holland heeft de reeds sterke banden tussen Holland en Engeland verstevigd en er zijn veel mensen in Engeland, daar ben ik zeker van, die hun steentje zou den willen bijdragen in uw Ram penfonds. Voor zover ik weet ver zamelt de Anglo-Netherlands Socie ty in Londen bijdragen hiervoor. Ik zou echter nog de volgende sugges tie willen doen: waarom geen col lectebussen geplaatst in en op alle Nederlandse havens en vliegvelden, als het kan vlak bij de kantoren waar buitenlandse bezoekers van Holland bij hun vertrek hun reste rende guldens omwisselen in pon den. Ik ben er zeker van, dat de meerderheid der Engelsen, die terugkeren naar hun land graag hun weinig overgehouden guldens in de bus zullen stoppen inplaats van ze in te wisselen. Ik zelf kom binnen kort naar Holland. Ikzou het erg leuk vinden als ik zag, dat mijn suggestie in praktijk was gebracht. H. W. DELL, Croydon Ook geld voor bewapening Onlangs is in deze rubriek voor gesteld de millioenen voor de bewa pening te besteden voor de bestrij ding van de watermassa's. Heeft in zender er wel over nagedacht, dat wanneer zijn plan zou worden uit gevoerd, er een tijd zal komen, dat vanuit het oosten een vloedgolf van communistische horden over ons land losbreekt? Uit de watermassa's werden nog duizenden gered. Ik meen. dat bij zo'n oostelijke vloed golf iedereen verloren zou zijn. Ja, aan onze dijken moeten millioenen worden besteed. Maar de millioenen voor onze militaire herbewapening zijn ook nodig, misschien wel nodi ger. K. H. ESMEIJER Niet iedereen kan even veel missen Luisterend naar het speciale pro gramma „Beurzen open, dijken dicht" hoorde ik voor de radio vele prijzenswaardige ideeën opperen. Er was o.a. een huisvrouw, die voor stelde tien weken lang iedere week vijf gulden voor de noodgebieden af te staan. Ik ben bang, dat huisvrou wen uit de arbeidersklasse dit niet kunnen. Zouden inplaats daarvan alle huisvrouwen niet een jaar lang een kwartje kunnen afstaan? Wil men méér geven, dan is dat uiter aard zeer goed mogelijk. M. H. v. ROOY. opvattingen heden ten dage nog bij of ficiële instanties bestaan. Wat er tegen te doen is, is minder gauw gezegd. Reeds eerder hebben wij uiteengezet, dat de behoeftige geen vor dering bij de rechter kan instellen, met verzoek de gemeente tot ondersteuning te veroordelen. Wij raden U aan U per soonlijk te wenden tot de Wethouder van Sociale Zaken en indien dit onver hoopt geen resultaat mocht opleveren, tot het Ministerie van Maatschappelijke Zorg. Wij beoordelen hier uitsluitend het motief en niet de weigering opzichzelf. Het zou mogelijk zijn, dat aan de vrouw om geheel andere reden toch geen uit kering toekomt, b.v. omdat ze heel best zelf kan werken. Wanneer deze vrouw een vordering voor de rechter tegen haar man instelt, tot verkrijging van alimentatie, zal zy deze ongetwijfeld toegewezen krijgen. Ook de gemeente heeft indien zij aan de vrouw ondersteuning verleent, een vor dering op de man. tot bijdrage in de verleende ondersteuning. Dezelfde maatschappelijk werker stelt de volgende vraag: In mijn praktijk tref ik telkens men sen aan, die ondersteuning van de ge meente ontvangen en die op advies van hun huisdokter extra voeding wegens een bepaalde ziekte moeten gebruiken. Zij krijgen alleen voor de extra-voeding een toeslag op hun uitkering, wanneer de arts van de G.G.D. het met het advies van de huisdokter eens is. Nu klagen verschillende mensen erover, dat de ge meente-arts na een kortstondig onder zoek. soms van slechts enkele minuten, hun aanspraak op extra-voeding afwijst. Zij krijgen dan geen toeslag op hun ondersteuning. Wat vindt U hiervan? Antwoord: Men moet uiterst voor zichtig zijn met de beoordeling van zul ke gevallen. Niet alle mensen geven een juiste uitleg aan het advies van hun arts. Niet alles wat de arts als w e n s e- 1 ij k aangeeft of zelfs alleen maar als aangenaam ter vervanging van verboden spijzen is ook noodzakelijk voor de ge zondheid. En een geroutineerd arts zal ongetwijfeld in veel gevallen weinig tijd nodig hebben om te kunnen constateren wat eraan hapert. Als de betrokkene b.v. begint met de mededeling: dokter ik heb die-en-die ziekte en daarom heb ik extra-voeding nodig, dan zal de dokter dikwijls direct weten wat nodig is en wat niet. Dit alles neemt niet weg dat wij deze regeling onbevredigend achten, Tenslotte zijn artsen ook mensen. Zij kunnen een fout maken. En waar het gaat om de gezondheid van een mens. moet het toch mogelijk zijn. dat bij ver schil van mening tussen een huisarts en een gemeente-arts nog eens een derde arts zijn oordeel geeft. Er zou dus een soort beroepsrecht moeten zijn. Dwingen kan men hier echter niet. Het inzicht in de noodzaak van zo'n beroepsrecht zal bij de gemeentelijke instanties zelf moeten groeien. (Advertentie LM.) PUISTJES... ontsieren Üw gelaat, juist als U er aantrekkelijk wilt uitzien. Ze verdwijnen dikwijls in 24 uur door de ontsmetten- r de en snel genezende «ndtrstau DEBRALINE heldere vloeistof Waarom niet helft van banksaldo geschonken? Om het leed van de watersnood te helpen lenigen worden ontzaglijk veel voorstellen gedaan en plan netjes bedacht. De een wil dit. de ander dat. Laat elke Nederlander slecht 50 van de gelden, die hij op de bank heeft, afstaan voor het goede doel. Dan zouden de bewoners van de noodgebieden spoedig uit de misère zijn en wij zouden de hulp van het buitenland niet eens nodig hebben. W. A. ROSENQUïST. Verwoesting IN WERKELIJKHEID bestaat de Battenoordseweg niet meer. Links en rechts een en al verwoesting, alsof de zwaarste bommenwerpers hun lasten daar hadden losgelaten. Huizen werden door het woest kolkende water meegesleurd. Nu, na 16 dagen geeft het water zijn prooi gedeeltelijk prijs. Daar werd naar verlangd. Door de inwoners van Nieuwe en Oude Tonge. door die van Stellendam en Den Bom mel. door die van alle getroffen gebieden. HET WEGEBBEN is nog erger dan de vloedgolf. Bij iedere centimeter' verval wordt de ontzetting groter. Twee inwoners, gehuld in rubber, waden door hei ijskoude water naar een auto. Zij bergen vier stoffelijke overschot ten. Giel wil dat we kijken, we kwamen immers voor nieuws. Ja, we kwamen voor nieuws, maar over de herstelwerkzaamheden. Zijn antwoord is vernietigend. Hoe konden we denken aan herstel, wanneer er nog zoveel mensen worden vermist, wier stoffelijke resten wellicht liggen tussen het puin, de hopen stroo. in of onder de auto's. Hoe konden we ver wachten honderden arbeiders aan die dijk te zien werken? Dat is immers niet mogelijk in deze ra vage. Voorlopig is de eerste taak het herstellen van het wegdek voor zover dat mogelijk is. Dat wordt gedaan door een ploeg van dertien mensen. Zandzakken vullen de gaten, startbaanplaten zorgen voor een soort egaliteit. Eert kleine oase DUS TOCH herstelwerkzaam heden? Het is slechts een kleine oase, evenals het op ruimen van de cadavers van het omgekomen vee. Het merendeel daarvan werd inmiddels afgevoerd over Middelharnis. waar zij wor den ingeschreven door de heer Götz, voor de ramp leraar Engels aan de H.B.S. aldaar. Tien meter verder begint de verschrikking weer. Daar ligt de brandweerauto. Op de noodlotsavond gegrepen door het water. Hij vormt het be gin van een lange rij auto's, die werd overvallen. Een takelwagen trekt ze nu uit het water, althans probeert dat. De meeste wagentjes kunnen de kracht van de lier niet verdragen. Een en dertig inwoners van het gehuchtje Battenoord. dat misschien in totaal honderd inwo ners telde kwamen daar om. Zij wérden op twee na gevonden. De Volkswagen die het dichtst bij de Ravage en herstel weg ligt. vervoerde die twee waar schijnlijk. Soldaten en burgers trachten nu het wagentje tot aan de assen in de modder op de kant te krijgen. Het is een moeilijk karwei. Daarbij zijn vele handen nodig. Giel verlaat ons. Hij gaat helpen. Duizend vragen Duizend vragen spoken door ons hoofd, wanneer we mistroostig door het zien van zoveel ellende de hoge dijk bij de sluis van Battenoord beklimmen. Waarom zagen we geen draglines, bulldozers, graafmachines en ech te vaklieden? Is het werkelijk waar wat Giel vertelde? Is het be slist noodzakelijk dat er eerst ge tracht moet worden een weinig orde te scheppen alvorens men over kan gaan tot definitief her stel van de dijken? Ontbreekt mis schien de juiste "coördinatie of een vast plan? Een lange tocht over het glibbe rig basalt van de buitengorswering brengt ons bij de grote gaten die het water beukte in de zeedijk tussen Battenoord en Herkingen. Daar ligt het antwoord. Bij Nieu we Tonge dachten we niet aan eb en vloed en vergaten die te be trekken in het bezien van de mo gelijkheden tot herstel. Herstel dat pas goed mogelijk wordt wanneer deze gaten dicht zijn. Wanneer? Op de 21e van deze maand hoopt prof. dr W. Banning zijn 65ste verjaardag te vieren en op de 25e dr K. H. E. Grave meyer zijn 70ste. Het kan wei nig verwonderlijk zijn deze bei de figuren in één adem te noe men, niettegenstaande het feit, dat dr Gravemeyer theologisch en ook her vormd-kerkelij k gezien, van geheel an dere afkomst is dan prof. Banning. De eerste: zoon van een rechtzinnig predikant en van huis uit „in de Kerk" geboren en getogen; de laatste, zoon van een eenvoudige vis ser van de Vlaardingse haring vloot en vrijzinnig predikant. Maar zij hebben samen een be langrijk stuk van de kerkgeschiede nis geschreven, die sinds de oor logsjaren de Hervormde Kerk heeft vernieuwd en tot vele activiteiten gebracht. Samen met prof. dr H. Kraemer immers vormden Grave meyer en Banning het drieman schap, dat uit 4e diepgaande con tacten in het gijzelaarskamp van Michielsgestel de visie kreeg op de plaats, die in een veranderde we reld en een veranderde maatschap pij en onder een volk, dat na twee wereldoorlogen zich moest trachten te hervinden, de oude volkskerk zou moeten innemen. Zij zijn het geweest, die aan de Beweging voor Gemeente Opbouw, in en na de oorlog, contouren gaven en aan hen is het "oor een goed deel te danken, dat de Hervormde Kerk tot een innerlijke vernieuwing kon komen, die haar naar buiten toe weer ge zicht en geluid ga'- Dr. Gravemeyer. predikant in Giessen, Ouderkerk, in Voorburg en in Den Haag met een pastorale praktijk van vele jaren werd op 1 April 1940 secretaris van de (toen malige) Algemene Synodale Com missie. Hij is dit gedurende de oor logsjaren gebleven en werd daar door het centrale punt voor het kerkelijk verzet. Maar er gebeurde meer. Dr Grave meyer ontdekte Banning. Banning is nooit en in elk geval in veel min dere mate een „geïsoleerde vrij zinnige" geweest als Gravemeyer -Deze week voluit en bij voorbaat tot de recht zinnigheid behoorde. We bedoelen daar natuurlijk niets kwaads mee. Alleen: studie en menselijke bewo genheid deden Banning zich rich ten tot de dingen, die in het publie ke leven geestelijke belangstelling verdienden. Tot de arbeidersbewe ging vooral, tot de toenmalige SDAP. Terwijl dr Gravemeyer zijn krach ten en gaven in dienst stelde van zijn eigen gemeente in de eerste plaats en daar, in beperkte kring dus, deed wat hij ook in sociaal opzicht meende te moeten doen. Maar het gijzelaarskamp maakte hun één ding duidelijk! Zij konden niet meer in de vrije maatschappij terugkeren sam.-n dienaar van één kerk, zonder ook samen te trachten die kerk tot een zekere eenheid te brengen. Niet, zoals wol is beweerd, om nu maar de theolo gische grenzen te verdoezelen en richtingen over het hoofd te zien. Maar om in de wereld van vandaag de oudste en grootste Nederlandse protestantse kerk samen kérk te doen zijn. Daarvoor zijn zij gemeen ten en kerkeraden langs getrokken en hebben zij de grondslagen voor deze vernieuwing gelegd, die ten slotte resulteerde in de nieuwe kerkorde. Banning, thans o.m. hoofddocent aan „Kerk en Wereld", heeft kerk èn wereld altijd al in het oog ge had. Ook in het hart. Hij was kort onderwijzer en studeerde daarna te Leiden theologie. Werd predikant in Haarloo en in Sneek er. reeds in het begin der dertiger jaren directeur van de Arbeidersbeweging der Woodbrookers in Holland. Hij ging naar Bentveld, tot de Duitsers zijn werk afbraken. Werd predikant bij de Ver. v. Vrijz. Hervormden te Haarlem, werd gegijzeld en daarna predikant te Naaldwijk. In de loop der jaren had hij al veel gepubliceerd. Vóór zijn dissertatie (over „Jaurès als denker") ver scheen al zijn „Om de groei der gemeenschap". Hij is mogelijk wel de- gene geweest, die in de „oude" S.D.A.P. voorkwam, dat de vragen van geloof en godsdienst te veel aan haar voorbijgingen. De sporen van zijn bemoeienis zijn on getwijfeld te vinden in het nieuwe program der S.D.A.P. van 1937, dat de klassenstrijd achter zich liet. En hij was, mede door zijn samen werking met Gravemeyer, de man. op wie na de oorlog de kerk een beroep bleef doen: hoofddocent aan „Kerk en Wereld", later docent aan het seminarium der Hervormde Kerk en dus nauw betrokken bij de vorming en opleiding der a.s. pre dikanten en kerkelijke medewer kers. Sedert 1946 buitèndien ook buitengewoon hoogleraar te Leiden voor kerkelijke sociologie. En dr Gravemeyer, in 1945 tot algemeen gedelegeerde der Herv. Kerk benoemd, heeft vooral in één sector de Beweging van Gemeente- Opbouw in de praktijk gediend. Van hem was het „Adoptieplan", dat gemaakt heeft, dat van de ruim 400 verwoeste kerken er eind 1952 bijna even zoveel waren hersteld of opgebouwd. Een adoptieplan, dat vrij zinnige gemeenten een rechtzinnige voor haar rekening deed nemen en waarin men dus metterdaad „samen kerk" was. Thans is dr Gravemeyer in Zuid Afrika, waar hij zich met Dr K. H. E. CRAVEMEIJER Aan deze beide mannen hebben een nieuwe taak belast: de kerke- kerk en volk veel te danken. Nu lijke integratie der (Hervormde) hun verjaardagen zo dicht bij elkaar Nederlanders, die naar dit land liggen is er reden te meer om hen emigreerden. in één verband te noemen!

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1