Koude maar kalme Noordooster deed Krabbendijke geen kwaad Bil] artballen tikten rustig ac ht er de dijk van Tholen Karweitje Hoogste waterstand bleef tien cm beneden het verwachte peil .Klipfc Bemanning van de fontein" thuisgekomen Ijzig beeld uit een warm hart Stevenson: geen critiek op regering Eisenhower Waarschuwing:Amerika heeft zijn geallieerden hard nodig Eén dode en één gewonde bij treinongeluk De heer De Clercq ontkende op gewestelijke vergadering van AVRO aan de lopende band ROD NE Y or DISCO VER Y WentM., Minder lust tot emigratie &ERM0GÉNE TIENDE DODENLIJST MAANDAG 16 FEBRUARI 1953 HET PAROOI. 3 (Van een onzer verslaggevers) KRABBENDIJKE, Maandagmorgen. Het eerste deel van het springtij, dat vooral in deze hoek van Zuid-Beveland en op Tholen met zoveel vrees tegemoet was gezien, is in Krabbendijke zonder enig noemenswaardig voorval gepasseerd. Zo als het KNMI ook had voorspeld, bleef de hoogste stand van het springty nog ruim een decimeter beneden de verwachte hoogte. En omdat men in de afgelopen twee weken, sinds de rampnacht van 1 Februari in deze streken al hoger water heeft gezien, toen het normale ty gepaard ging met harde Westenwind, heeft men er zich in Krabbendijke vannacht weinig zorgen over gemaakt. Men wist, dat er weinig of geen wind zou komen en inderdaad heeft de kalme, maar bitter koude Noordoostenwind op deze nacht geen enkel kwaad aangericht. Het water steeg, toen wij vannacht tus sen vier en vijf uur een tocht over de dijken rond dit gevaarlijk gesitueerde dorpje maakten, snel doch niet abnor maal. Overal bleef het beneden de kruin van de dijken, die de overgebleven 800 mannen en 70 vrouwen in het plaatsje beveiligen. Dat feit zegt al veel voor de rust van het getij, want de binnendijkjes in deze omgeving, die hier en daar met zandzakken zijn opgehoogd, zouden bij acuut dreigend gevaar weinig gewicht in de schaal leggen. Het wachten is nu nog slechts op de tweede springvloed van half zes van middag. Als dat even rustig verloopt en de voorspellingen daarvoor zijn gun stig is het gevaar voor Krabbendijke waarschijnlijk geheel van de baan. Waar schijnlijk, want er blijft een risico over voor deze kleine tuindersgemeente: de twee enorme gaten in de zeedijk brj Kruiningen zijn nog lang niet gedicht. Men is er zelfs nog niet aan begonnen, en wanneer op dit ogenblik of binnen de eerste twee weken een sterke Noord wester zou opsteken zou deze niet van een springty vergezeld behoeven te gaan om de slanerdijkjes en binnendijkjes in de Oostelijke punt van Zuid-Beveland ernstig te bedreigen. Maar daarover praat men liever niet in Krabbendijke, dat op de eerste Fe bruari op het nippertje voor de water massa bleef gespaard. Alleen dit: „Ik zou mijn vrouw en kinderen toch nog niet naar hier willen laten terugkomen. Dat is nog niet ver antwoord". En dat de mannen in dit „dorp zonder vrouwen" zoiets zeggen, betekent wat. Want ze missen het vrou welijk deel van de bevolking. Krabben dijke telt normaal ongeveer 3000 in woners en daarvan zijn nu byna alle vrouwen ein kinderen naar Eindhoven, Breda en Oosterhout geëvacueerd. De mannen proberen zelf hun huishoudingen te regelen, maar dat gaat niet zo best. I (Van een onzer verslaggevers) Na drie weken als passagiers te heb ben gevaren, stapten Zaterdagmiddag 117 leden van de bemanning van dë „Klipfontein", het schip, dat op 8 Januari voor de Afrikaanse kust op een klip liep en binnen enkele uren zonk, aan de Su- matrakade te Amsterdam van de „Zui derkruis", waarmee %(j uit Kaapstad aankwamen. Het 118de bemanningslid, kapitein J. Oosterhuis, die al eer der per vliegtuig thuis kwam, was in IJmuiden aan boord van de „Zuider kruis" gegaan, zodat op het laatste stuk de bemanning voltallig was. „Het was om twintig minuten over een", zo vertelde een der leden van de bemanning over het vergaan van het schip. „Ik was aan het werk in de eet salon, toen wij een schok voelden, die een beetje lijkt op het „paaltje pikken". Zo noemen wy het, als het schip op een bepaalde manier plat op de golven slaat. Alleen was de schok toen veel harder. De passagiers, die net aan tafel zaten, schrokken. Een deel sprong overeind, er klonk wat gerinkel van glaswerk, dat op de grond viel. De helft van de passagiers heeft de lunch plus het dessert echter rustig afgemaakt." „Tegen tweeën gaf de kapitein order, dat de mensen him kostbaarheden bij elkaar moesten pakken. Daarna moesten zij naar de sloepen. Intussen hadden wij de „Bloemfontein Castle", die een paar uur varens achter ons zat. geseind." „Ik zat in de laatste sloep, die om ongeveer kwart voor vier van het schip weg voer. Met de kop omlaag is het schip in het water verdwenen. Er is ab soluut geen paniek geweest." Voedsel na de ramp OOK KOKSSCHOOL WAS PRESENT (Van onze correspondent) STEENBERGEN, Maandag. Met de andere militairen die uit het noodgebied worden teruggetrokken gaat Woensdag ook de koksschool naar huis. De mili taire koksschool te Leiden, waar elke kok uit het Nederlandse leger is ODge- leld. heeft direct op 1 Februari een eerste ploeg naar de noodgebieden gezonden en later meer manschappen om de evacué's van warm voedsel te voorzien. Enkele uren na aankomst te Breda was deze koksploeg. die later naar Steen bergen, aan de rand van het ramDgebied. is gegaan in staat 1400 liter gloeiende erwtensoep te verstrekken aan de uit geputte en verkleumde vluchtelingen. In Leiden zat majoor Gerth van Wijk als een spin in zijn web. waarvan de draden door heel Zuidholland. Zeeland en Noordwest-Brabant liepen. Op ver scheidene plaatsen in dit gebied bevon den zich ploegen van zijn school. De ravitaillering geschiedde soms zelfs door het parachuteren van ingrediënten. Ze willen niets liever dan hun echt- ;enotes terug. Maar nog niet nu. Wie vannacht in Krabbendijke kwam, kon daar al heel weinig merken van het feit, dat een deel van het tweede spring tij van Februari deze bedreigde gemeen te als een zwaard van Damocles boven het hoofd hing. Wij vonden twee mannen op wacht in een eigenlijk gesloten café- tje, twee anderen in het gemeentehuis en hier en daar nog wat vertegenwoor digers van de Nederlandse en Ameri kaanse legers en van de rijkspolitie. Ver der sliep het dorp; in het goede vertrou wen, dat „De Bilt" wel gelyk zal krijgen en dat het springtij dus onschuldig zou zijn. Van deze twee mannen in het ge meentehuis was de een een rijkspolitie man uit Limburg, die hier tijdelijk is gedetacheerd, de ander een rijkstuin- bouwconsulent, de heer P. Huissen, die wel in dit plaatsje woont en deze nacht de telefoonwacht had. Maar er kwam geen telefoontje. Er was niets bijzon ders te melden. Af en toe kwam een soldaat van de verbindingsdienst die boven in het raadhuis een kamer heeft, beneden een kopje koffie drinken en een babbeltje maken. Dat was voor iedereen een welkome afleiding. D3 Oostdijk bij de N'fniwl and nolder ten Wésten van Krabbendijke en de nog veel magerder dijk van het gehuchtje Gawegen ten Zuiden van het dorp, ver tonen geen spoor van moeilijkheid en alles was onder controle Het was er stil, zoals het alleen 's nachts In een plattelandsdorpje kan zijn. En consu lent Huissen deed wachtmeester Beiss- man uit XJbach over Worms (L.) lange verhalen over het belang van Zuid- Beveland als tuinbouwgebied. Waakzame slaap Verder werd er geslapen. Er werd overal in het Zuidwesten van Ne derland geslapen en het was een waakzame slaap. Want te lang heeft Nederland by ervaring op- I gedaan dat men de aartsvijand het water toch nooit helemaal kan ver- I trouwen. Daarom stonden er van de 5000 militairen in dit gebied een goede 800 paraat en sliepen de overige 4200 in uniform. Bij de Wilhelminakazeme in Bergen I op Zoom. het centrum van de militaire hulpverlening, stonden 44 auto's vol geladen met zakken zand klaar cm te helpen, waar dat nodig mocht zyn en i 24 andere wagens waren eveneens ge- j consigneerd. Daarmee waren de mili- tairen trouwens beter op hun hcede dan j de burgers. Want bij de Oostdijk heb ben wij vergeefs gezocht naar een dijk- wacht, die een opkomende vloed of het j ondergelopen land in het oog zou kun nen houden. Hij was er niet. Evenmin als een dijkwacht, die er volgens de berichten zou zijn bij Gawegen. In dit gehuchtje vertelde iemand ons. dat de dijkgraaf elke paar uur kwam kijken hoe alles liep. Verder was hij vol vertrouwen, dat er inderdaad niets zou gebeuren. Toen de verlichte torenklok van Krabbendijke. waarvan drie kanten door water worden omgeven, zes uur sloeg, zijn wij vertrokken. Het water begon alweer te dalen. Om elf uur vanochtend zal het zijn laagste stand bereiken en daarna komt dan nog even het spannen de moment van het volgende springtij, om half zes 's middags. Maar er is goede grond om aan te nemen, dat het water dit deel van de rampgebieden met rust zal laten. In Krabbendijke vinden de mensen de dykgaten bij Kruiningen trouwens aanzienlijk be langrijker dan het springtij. J~iE Deense beeldhouwer Max Kravse stimuleert op zijn wijze de actie in Kopenhagen voor hulp verlening aan het Nederlandse rani- pengebied. Uit sneeuw en ijs ver vaardigde hij deze beeldengroep, die. in de stad geplaatst, een goede aan- sporing blijkt te zijn om een steentje bij te dragen aan liet Deense fonds. (Van onze correspondent) NEW YORK, Maandag. Stevenson te horen spreken is werkelijk een voor recht. Hy hoort tot de zeldzame redenaars, die hun overtuigingskracht niet zoeken in rhetoriek maar zich richten tot hart en hoofd van de luisteraars. Voor het eerst sinds begin November richtte de verslagen democratische candidaat voor het presidentschap zich weer via radio en televisie tot het Amerikaanse volk In een naar taal en inhoud magistrale rede uitgesproken tydens het jaarlijkse Jefferson Jackson diner, waar kopstukken van zijn partij by aanwezig waren. Stevenson heeft de gedachten gefor muleerd die vele Amerikanen de laatste tyd bezighouden. Namelijk: de rol van de democraten als oppositiepartij. Ste venson riep zijn partijgenoten op voor verjonging en zuivering van de eigen gelederen en tot constructieve steun aan de nieuwe regering zolang deze het be lang van alle volksgroepen blijkt te be hartigen. Hij oefende geen critiek op het jonge kabinet; maar wa&'raönuwde wel voor enkele tekenen van gevaar ten opzichte van de buitenlandse politiek. Amerika heeft zijn geallieerden even zeer nodig als omgekeerd, zei hij niet door dwang of intimidatiepoli- tiek. noch door het kweken van geme lijke gehoorzaamheid of satellieten geest. maar door het streven naar wederzijds begrip en samenwerking in goede nabuursohap. Sprekend over de noodzakelijkheid van de gedachten vrijheid stelde Steven son tegenover de benauwende sfeer van wat hij noemde het „McCarthyisme", de veelzijdigheid van krachten en gedach ten die Amerika maakten tot wat het is. Wie naar Stevenson luistert heeft het gevoel dat hij de man is die het type leider voor zijn land en de gehele wereld zou kunnen worden voor wie politiek en wijsheid uit dezelfde beginselen putten. In Argentinië ontspoorde Zondag trein23 personen kwamen om het Fei 42 passagiers werden gewond, iUj. is overgebleven van liet diesel- electrisclie treinstel dat Zaterdag middag bij Gouda in botsing kwam met een locomotief. (Van onze correspondent) GOUDA, Maandag. Bij het. reeds Zaterdag gemelde treinongeluk te Gouda is de bestuurder van de electrische trein, die op een locomotief botste, om het leven gekomen. Het Is de heer G. J. Griffioen uit Utrecht, 54 jaar oud en vader van twee kinderen. Er werd één passagier gewond, de heer Th. II. de Jong uit Gouda. De losse locomotief was op een ver keerd spoor terechtgekomen. Hij moest naar Rotterdam doch reed op de baan naar Alphen a/d Rijn. Van deze plaats kwam de electrische trein, die by de nadering van het station al vaart had geminderd. Niettemin werd de bestuur derscabine ongeveer zes meter in het treinstel gedrukt. De machinist van de losse locomotief bleef ongedeerd. De electrische trein werd zwaar beschadigd. Het treinverkeer tussen Gouda en Alphen is geruime tijd gestagneerd ge weest. (Van onze correspondent) ARNHEM, Maandag. Het bestuur van de A.V.R.O. was voltallig aan wezig op een gewestelijke vergadering van deze omroepvereniging, die Zater dagavond in Musis Sacrum werd gehou den. Daar heeft voorzitter G. de Clercq For my honey 'and for meSyA Brits ministerieel bezoek De Britse minister van Binnenlandse Zaken, sir David Maxwell Fyfe, en lady Maxwell Fyfe zullen Zaterdag een bezoek aan ons land brengen. Zij zullen per vliegtuig reizen. Minister Maxwell Fyfe, die voorzitter is van het Engelse ministerscomité, dat zich met de na de overstromingen in Engeland te nemen maatregelen bezig houdt, zal een vlucht boven de ramp gebieden maken. r^7 KeelFÜ"7 I Sis* ü^or.j" Bij een NIPO-enquête onder honder den mannen en vrouwen is gebleken dat er een dalende tendens te constateren valt in de lust om te emigreren. Er werd gevraagd: „Wat zoudt u het liefste doen als u de keus had: in Nederland blijven of in een ander land gaan wonen?" De antwoorden van vroeger en nu luiden: blyv. 1947 60 194S 56 i 1949 1950 1951 Nu: De mensen boven 50 jaar voelen aan-1 zienlijk minder voor emigratie dan de jongeren. Van de leeftijdsgroep tot 50 jaar zou één op de vier wél willen emigreren. Bij de groen 5065 jaar is dat er één op de S a 9, bij de nog ouderen slechts één op de twintig. Bij de vraag, naar welk land men wil emigreren zegt 5Canada; dit ant woord wordt op de voet gevolgd door Australië en Noord-Amerika (beide i%): 3kiest Zuid-Afrika. In 1950 en 1951 nrykte Australië bovenaan en kwam Canada op de tweede plaats. Oneerlijke vertegenwoordiger nu bij Amsterdamse politie (Van onze correspondent) HAARLEM, Maandag De Haar lemse politie heeft de 32-jarige Am sterdamse vertegenwoordiger H.O., die ervan verdacht wordt 15.000 te hebben verduisterd ten nadele van de Haarlemse technische uitgeverij waar bij hij werkzaam was, aan de Amster damse politie overgeleverd. Gebleken is. dat de strafbare feiten In Amster dam werden gepleegd. O. gaf aan de directies van vers-heidene technische scholen ln Nederland boeken in con signatie. Wanneer deze werden ge kocht, droeg liii h^t te ontvangen geld slechts ten dele af. De verduisteringen begonnen reeds ln 1946. DIT IS DE NACHT VAN HET SPRINGTIJ ST. ANNALAND, Zon dagnacht Dit is dan de nacht van het springtij. Ik zit in hotel de Gouden Leeuw, het enige hotel van St Annaland, de noor delijkste punt van Tholen. St .Annaland, bastion in een van de twee verdedi gingslinies tegen het wa ter, die de rijkswaterstaat op de binnendijken van dit eiland heeft opgetrokken. In de gelagkamer klin ken de biljartballen, aan. de keu staat Jan Quist, oud elf jaar. Hij biljart goed, die Jan. Hij speelt met een gemiddelde van 2 en dat is hoog voor een jongen van elf jaar. Vanmiddag zat ik in de Wilhelminakazeme in Bergen op Zoom tegenover de majoor Engel, een van de mensen, die in deze nacht van het springtij volkomen paraat zijn. „Wij hebben op Tholen bij St Annaland en Sint Maar tensdijk en op Beveland bij Krabbendijke 800 man in de voorste linies liggen", zei hij. „Wij hebben bij Os- sendreeht, Bergen op Zoom en bij Rucphen 4200 man geconsigneerd liggen, Ne derlanders en Fransen. Wij hebben 44 vrachtwagens met duizenden zandzakken klaar staan en er zijn „dukws" op alle bedreigde plaatsen. Er zal niets ge beuren, want het is Noord oostenwind. Maar als er iets gebeurt, zijn wij klaar." En er gebeurt hier niets. Aan de biljarttafel staat Jan Quist en hij speelt. Het is twaalf uur en naar mijn bescheiden mening zoïi Jan Quist al hoog en breed in bed moeten lig gen. Maar dat is niet zo, omdat zijn vader en moe der in de huiskamer van de baas, achter de gelag kamer, van een glaasje rood genieten en omdat er morgen toch geen school is. Het Rode Kruis zit in de school, zegt Jan. Jan is hier niet omdat er „iets" gebeurt, maar alleen om dat vader en moeder zo van een glaasje rood hou den. En dat komt weer doordat er niets gebeurt. Springtij Ach ja. zeggen ze hier. Wij zitten hier in de storm vorige week na de stilte. Nee, niet de stilte voor de storm. Niks. Nie mendal, hè? Maar daarom dacht ik zo is het misschien toch beter, als Jan naar bed ging. Het is vreemd, dat je aan die dingen kunt den ken, terwijl het water en „het gevaar" wat een groot woord in deze situa tie zo dicht bij zijn. Want 7J km verder ligt Stavenisse. Burgemeester L. A. Verburg zit daar met een paar politieman nen en wat burgers op een opgegeven buitenpost en veertien km hier vandaan ligt Sint Maartensdijk. Van lier naar Sint Maartensdijk loopt een van die twee li nies, die het vredige land hier achter moeten be schermen. Als hoongelach En hier biljart dan doodgewoon Jan Quist. Het klikken van de ballen klinkt toch soms bijna als een hoongelach. Vanavond ben ik de dijk hier opgelopen. Op die dijk lag het veilinggebouw, waar de soldaten lagen, die hier de zaak bewaak ten. Een paar honderd man in het stro, een vaan drig in een soort wachtlo kaal, die zei. dat hij zich dood verveelde". De man nen liggen half gekleed. De mensen van het water schap lopen langs binnen dijken met walkie-talkies. De soldaten zijn er zö by, als er iets gebeurt. Ze zijn moe. Ze zijn sinds Dinsdag in touw. Ze hebben dag in dag uit zandzakken de dyk opgedragen en ze zijn verschrikkelyk trots, dat ze dat sneller deden dan de DUW-arbeïders. Ze vinden het alleen jammer dat ze vandaag. Zondag, moesten werken, terwijl het streng staatkundig- gereformeerde St Anna land op Zondag de café's sluit. En toen om tien uur vanavond het laatste appèl werd gehouden vielen ze moe in het stro. Weer de dijk op. St An naland is niet zwaar ge troffen. Het water drong die Zondag, veertien da gen geleden, over de vloed planken en vernielde een aantal huizen. Verder ge beurde er niets, doordat er- een paar aannemers wa ren, die iets van dijken dichten wisten en die die Zondagmiddag een wering tegen de nieuwe vloed bouwden, waar het dorp nu nog de mond vol van heeft. Over de zandzakken van die wering klauterde ik naar het water, dat in de verte ruiste. Mijn zaklan taarn bescheen de onder gelopen boomgaard, een vernield huis. En tegen dat huis drie zwanen, die ver baasd wakker werden. Het was doodstil op de einde loze watervlakte. In de verte moest Stavenisse lig gen, het prijsgegeven land. De sterren schenen erg helder, de zwanen schreeuwden geschrokken. Het dorp sliep. Voor het springtij draaide men zich hier nog eens om. Een dorp, na een meer dan completeZondagsrust. Nieuw-V ossemeer Vanmiddag stond ik nog vele kilometers verder r.aar het Oosten, in Nïeuw- Vossemeer, een totaal ver nield dorp midden in het water. Ze hadden daar een gat gedicht in een binnen dijk. Franse genie-troepen en Hollandse soldaten met poldenverkers. Daarom wapperde er op die zand- zakk#ndijk een gecombi neerde Frans-Nederlandse vlag. Vol victorie. Met zandzakken om het hoofd tegen de kou als grote ka bouters, liepen daar de werkers af en aan om de zwakke wering te verster ken. Even stokte het werk toen enkele achtergebleven inwoners van het geëva cueerde dorp met een paar rijkspolitiemannen een juist gevonden lijk, van een vrouw van '27 jaar. over de pas gebouwde dijk naar de bewoonde wereld droegen. Een beeld uit een film. De zandzakken-gemutste dijkwerkers in rust. voor de laatste gang van dit slachtoffer. En zoals over al op deze dagen, vond ook hier weer een totaal onbe kende man in dit geval de voorman van de polder jongens, het juiste woord in zo'n situatie: „We ne men nog even een zakje zand. mannen en dan gaan we maar weer door, want die dijk hiér moet nog sterker. We moeten ldaar zijn voor vannacht." Voor vannacht, dat springtij. En hier, op een van die buitenposten, lijkt, het alle maal zo veilig. Het is nu half een en 'ik vind ge woon, dat Jan Quist echt naar bed moet. een kruisvuur van, dikwijls scherp ge stelde, vragen beantwoord. Een motie, waarin de gewestelijke vergadering werd voorgesteld te verkla ren, dat, gezien de geruchten rondom zijn persoon, de voorzitter zijn mandaat ter beschikking zal stellen tot de ko mende algemene vergadering, kon niet in behandeling komen. De heer De Clercq verklaarde, dat zulk een motie geen zin had. De Arnhemse vergadering was niet bevoegd te spreken namens de A.V.R.O.-leden Daarmee was deze motie van het tapijt. Een lid van het Actie-comité betreurde het. dat zoveel leden wegliepen en de A.V.R.O. in dls- crediet werd gebracht door een gecom promitteerd bestuur. Volgens de heer De Clercq was het aantal afvallers niet zo groot. Na het ontslag van de heer Vogt had den 600 leden bedankt, in de rampweek 900, maar toen zouden zich aldus spreker 1260 nieuwe leden hebben gemeld. Volgens de voorzitter zou de A.V.R.O. gemakkelijk een half millioen leden kunnen tellen, als zij haar vroe gere kwaliteit zou weten te herkrijgen. „Hierop Is al mijn activiteit gericht Niet de leden, maar de concurrenten willen mij weg hebben", aldus de heer De Clercq, „daarom negeren zij de A.V.R O., zoals nog onlangs bleek, toen de andere omroepverenigingen gezamen- ilijk reportages gingen verzorgen." I Het juiste aantal leden wist de I A.V.R O.-voorzitter niet uit het hoofd Wel kon hij meedelen, dat de oplaag van |de Radiobode 300.000 exemplaren v waarvan 15 000 in losse verkoop. I heer De Clercq heeft op deze vergade- r-'ng nogmaals ontkend, dat de regering I zendtijd van de A.V R.O. had gevorderd hij ontkende dat hij het T.V -cabaref- I programma in de rampweek had willen I laten doorgaan, hij ontkende dat de A.V.R O. sedert de rampweek na de communisten het meest gehaat was, I hij ontkende dat er onenigheid had be staan tussen hem en de heer Vogt. (Advertentie) HOEST, GRIEP... De weldadige warmte van Ther mogene stilt de pijn ln keel borst en verjaagt de aanval. JAE padvinders vjaren precies evep groot. Met zuinig geknipte welpen- I petjes op het hoofd stonden zij, halt en frontvoor de deur en keken my aan l met de gereserveerde ernst van mannen* I die zich niet ongebreideld kunnen laten gaan, omdat ze in uniform zijn. ,,Hebt li soms iets voor ons te doen f Een karweitje?" vroeg de rechtse, wiens terra sproeten mooi bij het groen van het petje kwamen. Gaat het om een goede daad of zo- iels?" vroeg ik, want ik heb wel eens horen vertellen dat die jongens door oudere mannen met blote knieën it clubhuizen worden aangezet elke dag ets opbouwends te verrichten. ..Neen neen, 't is voor geld", riep het ventje haastig en de ander zei, om te bewijzen dat ze niet voor zichzelf begon nen waren: „Alle padvinders doen ton- daag kleine werkjesEn de centen die ze er mee verdienen zijn voor het ram penfonds." „O, op dié manier", zei ik begrijpend. Ik stond 7iu geheel open voor de zaak maar wat moet je twee tot je middenrif reikende jongens zo opeens laten doènf „Kun je een andere staart aan de kat zetten?" vroeg ik, om eens lollig te .cezen, maar ze keken zó druilerig terug, dat ik mij haastig hernam. Eens kijken... Ik krabde mij achter het oor. 'De uitdrukking „zich achter het oor krabben" heeft dus wel degelijk een reële achtergronddacht ik. Ik verkeer in verlegenheid en zie. ik krab mij ach ter het oor. Curieus is dat. Maar hoe zou het nu staan met: de haren rezen hem te berge Eerlijk gezegd heb ik nog nooit. „Ahum", klonk het. De jongetjes stonden er nog altijd. Ze verveelden zich, „Wi; kunnen alles", zei de sproet en keek toch bescheiden, „óok herstellin gen in huis. Wy zijn op een temmer- schuit." „En verven?" vroeg ik. Even keken ze elkaar aan, in een korte paniek. Toen hadden zij besloten dat zij ook het verven machtig waren. „Ja meneerzeiden ze gelijktijdig „Goed, dan moeten jullie hier even kij ken", vervolgde ik bedrijvig, „die lam brisering is Helemaal Icaal, omdat er altijd fietsen iegenaangesmeten worden. Nou, hier is tachtig cent ga nu een potje gele lak kopen bi; Willekens, kom terug en verf dit stuk muur netjes bij, dan krijg je een rijksdaalder voor het rampenfonds van me." Ze bleven staan niet dat-gaat-zó- maar-niet koppen, Probleemstele vroeg de ene: „En waar is die Willekens?" „Daarginds", wees ik, „Eerste straat rechts en dan weer links, een winkel met een rode deur." Weer keken zij elkaar even aan en bleven waar zij waren. „Dat vinden we vast niet", zei de sproet zorgelijk. „Maar jullie kunnen toch spoor zoeken", Hep ik om de stemming icat minder Strindbergiaans te maken. „Ja, maar hier is geen sprake van een spoor", sprak het linker ventje, met de ergernis van iemand die iets heel moois en teers door onbevoegden ziet neer halen. „I-let .zou beier zijn als u even een kaartje tekende." Toen ik het gedaan had borgen zij het weg in een diepe borstzak, die met een gevlochten lederen knoopje werd toegesloten. Daarop gingen zij ernstig heen met lcerkgangtred, zonder groeten of omkijken. Pas na een half uur keer den zij terug ,,De kaart deugde niet", zei de sproet, ,,er ontbraken verschillende straten. Wij hebben het tenslotte aan een agent moe ten vragen." „En dat doen wij padvinders niet graag", sprak de andere jongen, „het maakt een gekke indruk. Wij zijn juist om aan gevraagd te worden." Ik dacht aan de onderwijzer die eens had geklaagd over de permanente on gewassenheid van een meisje en ïoen van haar moeder een handschryven ontving met de klassiek geworden woor den „Marietje is niet om aan te ruiken maar om aan te leren." Mij tot ernst vermannend zei ik: „Hier is de kwast. Gaan jullie nou maar mooi verven." En ik trok mij in de kamer terug. In de verte hoorde ik ze nu allerlei ge luiden maken knisperen met papier, tinkelen met btikwerk en onbestemd schuren. Nu een minuut of vijf vielen zy stil, maar kort daarop begonnen zij een doordringende terpentynlucht door het pand te verspreiden. Zo nu cn dan hoorde ik hun stemmen bedompt mom pelen, maar te zien kreeg ik niets, want ze kwamen geen trapjes, keukenstoelen of puimstenen vragengelijk beroeps schilders altijd doen. Eindelijk ilc was ze net vergeten hoorde ik „méneer!" roepen, angstigals uit een put. Ik snelde naar de gang. De muur glom koortsig als een moerasmcer vol waan zinnige gnomen, maar de jongetjes zélf waren er veel erger aan toe. Van onder tot boven met geel bespet zagen zij et uit of zij een geweldig aantal zachte eitjes zonder tafelmanieren hadden leeg gelepeld Vooral de handen en de blote kniecn verkeerden in een deerlijke staat. Wij zyn klaar", zei de sproet, die door de verf tussen de ogen was ge troffen. „Hier is het geld", antwoordde ik. „Moeten jullie je niet eerst even was senf" ..Dat doen we thuis wel", sprak de- andere jongen en hij wreef het bank biljet glad, waardoor een brede, gele streep het fletse blauw van de rijks munt kwam besluipen. Kleverig doch voldaan gingen zij heen. Het is al twee dagen geleden, maar de muur vertoont nog niet de geringste neiging tot opdrogen. Ze zullen wel de een of andere essentiële huisschilders behandeling hebben verzuimd, waardoor gerede kans bestaat dat hun verf set eeuwig zal blijven dragen, gelijk een wond, gebeten door een tot no-g toe o:*- bekende diepzeekwal. Hoe het ook zij n zou ik wel wat te doen hebbe i.-oor die twee. Vlekken verwijderen uit textiel. Want we zijn er allemaal al een paar keer tegenaan gelopen. KRONKEL De chauffeur van een autobus die op weg was van Ilocos naar Manilla vi\T in slaap, de'bus reed in een ravjjn en vloog in brand 23 personen kwamen om het leven. Lawines hebben Zondag in Oosten rijk zes mensenlevens geëist het totaal aantal doden van deze winter door lawines la daarmee gestegen tot veertig. Heden ontvingen wjj de tiende lijst van slachtoffers van de watersnood. Het Rode Kruis kan, in verband met de omstandigheden, waaronder de ge gevens van deze lijst werden ver zameld, niet de volledige garantie geven voor de betrouwbaarheid. Het komt voor dat een enkele wijziging achteraf noodzakelijk blijkt. KORTGENE. Jan van Vliet. 16.2.48: Daniël Verburg, 5.2.29; Ferdinand Dierkx. 20.2.52; Gustave A. Dierkx. 28.750. NIEUWE TONGE. Plona Koppenaa! Palingdood. 13-10.64; Johannes Kop penaal. 22 1.65; Maria Prince. 15.1.G*: Catharina Zweerus—van 't Ilof, 25.2,85; Pieter Wesdorp, 12.6.87; Johanna M. WesdorpHaanenberg, 24.5.S9: Leen den Zweerus, 22.S.S5; Arentje W. KievitHers, 21.12.73Huïbrecht Tim mer, 13.3.82; Kryn Meyer, 24.10.40; Jo hanna E Brooshoofd, 1.10.91; Anna L. SneepVerweij, 7.1.83; Aagje Hoog- straate, 9,6,42; Marinus Bruggeman, 11.4.46; Cornelus Bruggenmn. 9-12.50; Maria BruggemanJansen. 3.2.10; Ma ria du PreeBestman. 3.10.88; Adriaan- tje Brooshoofd. 24.6.88; Laurens Ereur, 21.599. STAVENISSE. Geïdentificeerd Adriana Mol. 20 7 39; Cornelia G. der Braber—Moerland. 20 9.15: Jannetje Ha,gevan Iwaarden. 2,1,97, E. Voshaart.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2