i MYTHE en WAARHEID j
Spanje is niet achterlijk!
Kunst van het Weekeinde
HET MEISJE
VAN
ORADOUR
C
EEN OUD GESCHIL
OPGELOST
Ook al zoekt 'n telefoniste
Amsterdam m Zwitserland
O
beste nieuws" uit het
Midden-Oosten
Het
Wiener Konzert-
haus Quartett
LAXEERAKKERTJE5
Het Heilige Experiment
Paul Steenbergen
in grote rol
J
Helen Traubel toonbeeld
van scherpe zelfcritieh
KARL LIEBL W „LOHENGRIN"
MAANDAG 16 FEBRUARI 1953
DE TELEGRAAF
—I,— ~i. ~i 1_ 1_— -i_>— _i~i.
ONSLAND BENUTTE
ZIJN KANSEN
(Bijzondere correspondentie)
SAN ANTONIO ABAD (Ibi
za), 10 Febr. Het is onge
veer veertig jaar geleden, dat
Louis Couperus zijn „Brie
ven van een Nutteloze Toe
schouwer" naar zijn blad
schreef en in Zuid-Duitsland
verrast werd door het uitbre
ken van de oorlog. In die da
gen schreef hij zijn treffende
karakteristiek van „de" Duit
ser: vol idealen, uitgerust
met tal van prachtige
kwaliteiten maar zonder
charme. Alle volken, zo
schreef hij, hebben de een of
andere charme, alleen de
Duitsers hebben geen charme.
En Couperus liet daar nog
iets op volgen, ongeveer in
dezer voege: „Ik ken nog een
volk in Europa dat charme
mist.en de rest slikte
hij in. Men moet ook niet
alles zeggen
We hebben aan die woorden
moeten denken, toen we ruim
een maand geleden dit land bin
nenkwamen, We voelden ons
niet helemaal op ons gemak en
wisten niet waarom. Maar nu wij
ons na een verblijf in het rumoei-
der Sp3anse steden op het stille
Ibiza hebben teruggetrokken,
heeft de natuur ons opheldering
gebracht over onze bevangenheid.
Men ziet hier zoveel muilezels!
Met lange oren en verschrikte ge
zichten en toch brave en gedien
stige dieren. Zó namelijk voelden
wij ons, toen wij als Nederlands
onderdaan zo kort na het
UNESCO-geval Spanje binnen
kwamen.
Wij zien hier niet veel dag
bladen. Eerlijk gezegd: met. op
zet niet. Maar wie zou zich kun
nen onttrekken aan het bekoor
lijke blad „Diario de Ibiza"? Van
middag werd het ons weer ge
bracht, en sinds dat ogenblik
voelen wij ons een ander mens.
Op de voorpagina stond oodei
forse koppen een uitvoerige sa
menvatting van het artikel in
„De Telegraaf" over de „dolo-
roso error", die de Nederlandse
regering beging in haar politiek
tegenover Spanje. Laten we eer
lijk zeggen, dat wij ons van dat
ogenblik af hier als Nederlander
weer een beetje gerehabiliteerd
voelen.
Onbegrijpelijk
DE laatste weken hebben wij
er zo vaak over moeten den
ken, hoe gemakkelijk er over
ieder volk een mythe geschapen
wordt, die voor dat volk zelf
volkomen onbegrijpelijk zou zijn.
als het er kennis van nam. Een
veelheid van schimpscheuljes,
berichtjes en grapjes heeft in de
loop der jaren de gemiddelde
rustige Nederlander een voorstel
ling opgedrongen van Spanje en
Spanjaarden, waarmee in de
practijk van het verkeer tussen
de volkeren weinig te beginnen
ds.
Voor deze Nederlanders is
Spanje een land, dat zucht onder
een dictatoriaal bewind. Zij gaan
daarbij uit van de opvatting, dat
Franco niets anders doet dan met
zijn medewerkers iedere dag
nieuwe militaire passen en bur
gerlijke knevelarijen verzinnen,
waardoor het de Spaanse burger
onmogelijk wordt gemaakt, zich
zo vrij te voelen als bijvoorbeeld
de -goede Nederlander, die immers
nauwelijks bespeurt, dat er een
overheid in zijn land aanwezig
is
Verkeerde indruk
WIJ willen niet onze vroegere
„Indische deskundigen" naar
de kroon steken, dde na een wan
deling door Batavia heel de Ne
derlandse problematiek In hun
zak hadden, en het past ons niet,
na een overigens intens verkeer
van een maandje, te doen alsof
wij nu a.lles van Spanje weten.
Alleen zijn wij begonnen te be
seffen, dat de problematiek van
dit land een heel andere is dan
men bij ons.schijnt te denkenen
dat handiger politici van andere
staten ons weer rustig sympa
thieën laten verbruien, terwijl zij
ze zelf aankweken en er voor
hun politiek, hun handel en hun
culturele ontwikkeling de vruch
ten van plukken.
Professor Gerretson heeft in dit
blad al zo vaak de verstandige
raad gegeven: Laat Nederland, zo
als het nu geworden is, toch op
passen zich niet te overschreeu
wen in de internationale gedach-
tenwisseling.
Wie buiten Nederland vertoeft,
ondervindt gedurig de juistheid
van die opmerking. Maar al te
vaak geven de moderne Neder
landse politici aan het Nederland
se volk een indruk van de bete
kenis van Nederland, die het niet
(meer) heeft.
„Is dat nu Pools?"
EEN paar ervaringen geduren
de een viertal dagen moge dit
illustreren. Een Nederlands koop
man vraagt in Spanje een gesprek
aan met Amsterdam. Hij wordt
even later teruggebeld en een
juffrouw zegt ham: „Meneer, het
spijt me wel, maar dal ligt niet
in Zwitserland!"
In een hotel zoeken wij op de
radio een Hilversumse zender.
Zoeken, want Hilversum slaat
niet op de scala vermeld. Het is
bij elven 's avonds en op 293 me
ter horen wij Gregoriaans gezang.
„Dat is het niet", zegt de hotel
houder, „die hoor ik wel vaker;
dat is Radio Vaticana!" Wij ma
ken hem duidelijk, dat dit de zen
der is van de confessionele om
roepverenigingen, en luisteren
dan naar de berichten van elf
uur. Een belangstellende mede
gast komt er bii staan en zegt:
„Hé, is dat nu Pools?"
En als wij de volgende dag naar
de mooie Middellandse Zee staan
te kijken, spreekt ons een visser
aan en vraagt, of wij „Inglès"
zijin. „Neen, Hollandès!"
„Zo", zegt hij, „i s daar geen zee?"
Wist hij het niet, of wilde hij
weten, wat we dan in z ij n zee
kwamen zoeken? Vermoedelijk
het eerste, want er zijn zelfs
Spanjaarden, die zich menen te
herinneren, dat Holland „een pro
vincie van ons" is.
PPERVLAKKIG redenerend
dit
achterlijkheid kunnen noemen.
Maar men moet toch oppassen,
dat deze conclusie niet voort
spruit uit een zeker gevoel van
zelfoverschatting. Dit is een ver
keerd en gevaarlyk, want nade
lig gevoel. Amerika, dat toch in
verschillende opzichten tegen
over een land als Spanje gerust
een hoge borst mag opzetten, doet
dat veel beter. Zelfs de USA
heeft tegenwoordig politici met
een veel verfijnder gevoel.
De komst van een Amerikaans
vlootdeel in Tarragona en Barce
lona is daar het bewijs van ge
weest. Zij is met recepties en in
terviews gepaard gegaan in een
sfeer van plechtigheid en vriend
schap. En de charmante manier,
waarop er gereageerd werd, toen
Z.K.H. prins Bernhard op 11 Ja
nuari even in Barcelona op door
reis verbleef, staat wel in tegen
stelling tot onhandige manoeu
vres, zoals Nederland zich die zo
pas iin Parijs tegenover Spanje
veroorloofde.
De burgemeester van Rome was
een paar weken geleden in Ma
drid om er de beste ondergrondse
spoorweg ter wereld te komen be
studeren. Neen, achterlijk is
Spanje zeker niet op die gebie
den, waar wij zouden moeten
trachten er bijzondere goede be
trekkingen mede te onderhouden.
Het is veertig jaar geleden, dat
Couperus op ons gebrek aan
charme doelde. Hebben wij veel
bijgeleerd in al die jaren? Neen, de
week vam de vriendelijkheid, die
men verleden jaar in Groningen
hield, was zo gek nog niet. Men
zou eens kunnen overwegen, dit
als uitgangspunt te nemen voor
een nationale actie of op zijn
minst het in Den Haag eens te
proberen.
DOOR de ondertekening van
het Soedan-accoord. namens
Egypte door premier Naguib en
namens Engeland door de ambas
sadeur Sir Ralph Stevenson, is
Donderdag jl. een einde gekomen
aan een zestig jaar oude kwestie,
die vooral de laatste jaren me.
alleen Groot-Brittannië, maar het
gehele Westen zorgen baarde. Zij
vormde namelijk niet alleen een
beletsel voor de totstandkoming
van werkelijk vriendschappelijke
betrekkingen tussen de direct bij
het geschil betrokken landen, maar
ook" een hinderpaal op de weg
naar een overeenkomst voor óe
verdediging van het Oostelijke
deel van de Middellandse Zee en
van het Midden-Oosten in het al
gemeen, waarbij ook Egypte zou
zijn ingeschakeld. Het ligt dan ook
voor de hand. dat het bereikte
accoord vooral in Amerika grote
voldoening heeft gewekt. Het is
in de pers aldaar begroet als „het
beste nieuws", dat in maanden uit
het Midden-Oosten is gekomen en
waarvan de belangrijkheid moei
lijk kan worden overschat.
Twee aspecten
DE Soedan-kwestie was een
zeer gecompliceerd-probleem.
Zij had twee aspecten een eco
nomisch en een politiek. Het
economische aspect is an (wee
woorden samen te vatten, water
en katoen. De Nijl en zijn ooi-
sprongrivieren, de Witte en de
Blauwe Nijl. vormen namelijk een
levensader voor Egypte, waarvan
Achtergrond
de gehele landbouw afhankelijk
is. En wat dat zeggen wil wordt
duidelijk, als men weet, dat bö
procent van de arbeidersbevol
king van Egypte daarin werkzaam
1S Zou deze levensader worden af
gebonden, d.w.z. zou Egypte wpr-
den beroofd van een regelmatige
watertoevoer, waardoor de ]aar"
lijkse overstromingen met het
kostbare, vet slib aanvoerende
Nijlwater zouden uitblijven, dan
zou dit voor het Egyptische volk
met zijn 19 millioen zielen de
grootste ellende betekenen.
De mogelijkheid hiervan nu
vormde een bron van grote zorg
voor de Egyptische regering.
Want ook Engeland had belang
bij dit water en wel voor de ka-
toenbouw in de Soedan, die ai
lang geleden energiek door de
Engelsen ter hand genomen waS
en waarvan de opbrengst van
beslissende betekenis was voor de
katoennijverheid in Lancashire.
Geweldige stuwdammen zijn na de
eerste wereldoorlog in de Witte
en de Blauwe Nijl op Soedanees
gebied ontworpen met het doel de
watertoevoer zo te regelen, dat
men van het bevloeiingsstelsel
het grootst mogelijke rendement
zou krijgen. Om die dammen ging
het in feite. Zou Engeland de wa
tertoevoer kunnen regelen in het
belang van Lancashire of zou
Egypte dit kunnen doen ten gun
ste van het Nijldal?
DIT was het economische
aspect van het conflict. Maar
er waren ook politieke factoren
in het spel. Het was de super-
patriottistische Wafdpartij onder
leiding van Nahas Pasja, die na
Wereldoorlog II een campagne
begon voor de verwezenlijking
van Egypte's „nationale aspira
ties", de verdwijning van de
Britten uit de Suezkanaalzone en
de „vereniging van de Nijlvallei
Met dit laatste bedoelde Nahas de
vereniging van Egypte en de
Soedan onder de Egyptische
kroon, waarbij Faroek ook de ti
tel van „koning van de Soedan
zou krijgen. Om tot dat doel te
geraken zegde Nahas toen Egyp
tisch premier, in October 1951 de
uit 1899 daterende „Condomimum-
Overeenkomst" op, welke het ge
meenschappelijk Brits-Egyptische
beheer over het betwiste gebied
regelde. Tegelijkertijd werd door
Egypte het Brits-Egyptische
Alliantieverdrag van 1936 opge-
Z6Londen legde zich echter bij
deze eenzijdige opzegging niet
neer en betoogde, wat de Soedan
betreft, dat het Britse bestuur er
goed werk verrichtte en dat het
volk er niet op gesteld was weer
onder Egyptische heerschappij te
komen.
Toen begonnen de Soedanezen
zelf een woordje mee te sproken:
zij eisten, zelfbestuur en zelfbe
schikkingsrecht voor zich op. Dat
was koren op de molen van
Engelsen, doch Nahas Pasja
zijn partij bleven hun standpunt
ten opzichte van de annexatie van
de Soedan want daarop kwam
hun plan in zake de eenheid van
de Nijlvallei neer handhaven
Nagnib greep in
TOEN kwam echter generaal
Naguib's staatsgreep, die zo
wel koning Faroek als Nahas
Pasja van de kaart veegde.
Naguib was het, die zonder
Egyptische belangen uit het oog
te verliezen, toegaf aan de wen
sen van de Soedan en daarmee de
weg naar een vergelijk met Enge
land opende. Die weg is niet ge
makkelijk geweest. Naguib
streefde naar een algehele uit
schakeling van de Britse invloed
in de Soedan, sloeg daarbij meer
malen een dreigende toon tegen
Londen aan en liet zelfs toe, dat
er met het uitbreken van een
guerilla-oorlog tegen Engeland
werd geschermd. De Britse rege
ring liet zich hierdoor echter met
van de wijs brengen. De onder
handelingen werden voortgezet en
ten slotte met succes bekroond. De
Soedan kan een onafhankelijke
staat worden.
Offers gebracht
OM tot het thans bereikte
accoord te komen, heeft
zowel Engeland als Egypte offers
gebracht: Enigeland heeft de do
minerende positie op bestuursge
bied, welke het sedert de moord,
op Sir Lee Stack in 1943 in de
Soedan bezat, opgegeven en Egyp
te z'ag af van zijn aanspraken op
souvereiniteit over het Soedanese
gebied.
De mogelijkheid is thans indei--
daad geopend, dat er een nieuwe
era aanbreekt in de Engels-
Egyptische betrekkingen, waar
over zowel de Egyptische premier
als de Britse ambassadeur. Sir
Ralph Stevenson, hoopvolle ver
wachtingen uitsprak. Nog rest
wel de ook niet eenvoudige
kwestie van de ontruiming der
Suezkanaalzone door de Britse
troepen, doch met een optimis
tische glimlach heeft Sir Ralph
toegestemd in het voorstel van
generaal Naguib om onmiddellijk
over te gaan tot verder overleg,
ten einde ook dit probleem tot
ZA
Kamermuziek door Wiener Konzert-
haus Quartett In kleine zaal.
Kwartet op. 3 no. 6 van Haydn
Kwartet op. 168 van Schubêrt.
Kwartet op. 96 van Dworsjak.
ATERDAGAVOND ontmoette
men een zwaar bemande
kleine zaal, die gedurende een
•paar bevrijdende uren lang was
vergeten kind te zijn van het
machine-tijdperk. Dat is veel en
dit vele gaf het Wiener Konzert-
ihaus Quartett, gevormd door An
ton Kamper, Karl Maria Titze,
Erioh Weiss en Franz Kvarda.
Men is op het podium, de hemel
zij dank, zo helemaal niet „thrall
ing" of opwindend. De zaal zal
geen sensaties beleven van flon
kerende en flitsende als metal
lieke klank, van adembenemende
forti dan wel van opgevoerde
tempi en overkiropte spanningen.
Het Wiener Komzerthaus Quartett
taalt letterlijk niet naar deze
kwaliteiten, die zo gans en al
liggen buiiten zijn gezichtsveld.
Zijn musiceer trant, die de een
voud en de blijmoedige ongecom
pliceerdheid zelf blijkt, rekent
bewust en consequent af met deze
uiterlijk biologerende zaken. Wat
het ensemble beoogt en bereikt,
is „spelen" het ontspannen spel
met de klank en de charme van
die klank.
Beoogt en bereikt, want dit
Wiener Komzerthaus Quartett be
nadert de muziek, gedreven door
eerbied, respect en ontzag. Deze
drie-eenheid schraagt de kunst
van dit ensemble en geeft die toon
van argeloosheid en onbevangen
heid. Men wil niets meer dan
waarvoor de noten garant staan,
men dwingt ze niets af onder
genadeloze druk, men laat ze
zichzelf zijn. Nergens dan ook
wordt gestreefd naar een ver
bijzondering h tout prïx, nergens
is men gewild of geforceerd, het
woord is voor één avond aan de
muziek. Zij klinkt zonder de dui
zenden watts voltage, waarnaar
men tegenwoordig haakt, en noch
tans leeft in deze kunst een sterke
concentratie en een als tastbare
spanning. Een, die wordt gevoed
van binnen uit krachtens het
muzikantend om, dat een Wiener
Konzerthaus Quartett vertegen
woordigt.
Het is dit muzikantendom, dat
direct en onmiddellijk tegemoet
komt aan de muzikanteske allure
van een Haydn-k'wartet, hetzelfde
muzikantendom dat elke frase en
elke sequens in Schubert's opus
in liefde en toegewijdheid aftast,
verheugd over de eigen ontdek
kingen. Wij in de zaal registreren
deze vreugde en dit geduld, dat
alleen liefde schenkt, registreren
ook de openhartigheid van deze
kunst en haar rust in de volstrekt
uitgezongen klanlk. Voor deze
puurheid van geest openden zich
de noten, zij openbaarden haar
argeloze inhoud, waarvoor deze.
gejaagde en geënerveerde twin-
tigste-eeuwsie zaal ontvankelijker
bleek dan ooit.
H. J. M. MULLER
een oplossing te brengen. In be
ginsel is Londen bereid zijn
troepen terug te trekken, doch
voor hiertoe over te gaan verlangt
het dat de veilige doorvaart door
het Kanaal verzekerd is. Aan die
voorwaarde kan Naguib voldoen
door zich aan te sluiten bij het
Westen. En dat. hij daar niet vol
komen afwijzend tegenover staat
zou men kunnen opmaken uit zijn
plannen voor een bezoek aan
Washington.
Advertentie J
Ook Dv ingewanden
moeten op tijd ^gewassen"worden.
Neem eens per week één of twee
INDRUKWEKKENDE HAAGSE PREMIÈRE
ER zullen Zaterdagavond in de
Koninklijke Schouwburg wei.
nig mensen zijn geweest die er
zich het hoofd over braken of
Paul Steenbergen een Jezuïeten
pater was, gesneden naar een
historisch voorbeeld en echt en
overtuigend als lid dier veelbe
sproken orde. Wat uitsluitend
telde was de werkelijkheid van
het stuk, dat deze avond bij de
Haagse Comedie zijn première be
leefde: „Het Heilige Experiment"
van de Oostenrijkse auteur Fritz
Hochwalder. In de stroom der ge.
toonde gebeurtenissen was Steen
bergen allereerst een gekweld
mens wiens gevoelens hevig en
onherroepelijk over ons kwamen.
En dat is het eeuwige wonder van
de dwingende begoocheling die
toneel heet
Het stuk voert ons bijna twee
eeuwen terug, naar Paraguay,
waar c|n door een groep Jezuïe
ten vele jaren eerder gestichte
modelstaat op last der wereldlijke
heersers moet worden ontbonden.
Er is zulk een staat geweest. Een
staat die voor blanke buitenstaan
ders niet toegankelijk was, die
autocratisch werd geregeerd, geen
geld, geen doodstraf kende. Een
staat die bloeide. De inheemse be
volking zocht gaarne dit Christen
dom dat veiligheid en voedsel ver
schafte in plaats van dal der ko
loniale machthebbers, dat lijf
straf en slavernij inhield.
Wélke intrigues, wélke feiten
de val van deze staat hebben ver
oorzaakt, is hier van weinig be
lang. Want. voor deze avond vol
doet volledig de lezing die „Het
Heilige Experiment" geeft: zij
vormt een gesloten, weloverdacht
systeem en daarenboven nog zo
goed toneel dat zelfs de meest
r.echtzinnige Calvinist zich enkele
uren lang moet voelen als een
toeschouwend ordebroeder.
Hochwalder heeft zijn thema
met grote zorgvuldigheid opge-
4 l.A MrXl.'Hf (lts MAITRlb II' (tuide»
A i fl.i.l WJiJSS fpil» UtVÜS oOMWiltt.
QUI, AM'S&eS SANCX
•<i> i,in TiMiPis Names, w: icm» Earns* iBc
y on t ri mas.sm.ws., g
CE 10 .JUIN '44
ORADOUR de naam is
een begrip geworden. Een
begrip voor alle onmenselijk
heid die er op de wereld te
vinden is. „Ter nagedachtenis
van de zeven onderwijzers en
onderwijzeressen van de
school in Oradour en van de
152 leerlingen, die in rijen
werden weggevoerd door
Nazi-soldaten naar de kerk,
waar zij op de tiende Juni
1.044 terechtgesteld zijn",
slaat er op dit bord, hei eni
ge ter nagedachtenis van kin
deren Een angstwekkend
monument.
Dit is Bernadette Bernard.
Zij werd precies een week, na
dat soldaten Oradour van de
kaart weggevaagd hadden, ge
baren, Haar moeder is, als
door een ivonder, aan de te
rechtstelling ontsnapt, omdat
zij op reis was. En zij heelt
de voornamen gekregen van
haar nichten, wier namen el
ders in het monument in een
droeve lijst staan
De nachtmerrie is voorbij.
Maar in de krantenverslagen
van het proces-Oradour
wordt de herinnering weer
levend aan alles, wat er ge
beurd is. Er is een nieuwe
school in Oradour en het
leven heeft er weer zijn ge
wone gang genomen.
Maar ergens staat een meisje
met blonde krullen en een pop
in haar handen naast een mo
nument. Ter nagedachtenis.
Paul Steenbergen (links) als pater
provinciaal der Jezuïeten tegen
over de afgezant des konings, die
de orde komt verjagen (Bob de
Lange).
bouwd: hij toont de inspanning
der paters, de tegenstand der ko
loniale kooplieden wier klachten
leiden tot het bezoek van de vi
sitator, een Spaanse grande belast
met de procesvoering tegen de
Jezuïeten. Deze afgezant des ko
nings grijpt in, daarbij het recht
vertredend.
In de ziel van de hoogste ge
zagsdrager onder de ordebroeders,
de pater provinciaal, woedt de
tweestrijd: is de onverdiende
smaad te verkiezen boven de
weerstand die de goed-gewapende
staat kan bieden? Hij kiest het ge.
weid. Paul Steenbergen speelt die
tweestrijd breed en geladen, met
tragische gebaren van handen en
ge denkt: dit is een hoogtepunt.
Maar dan komt een ommekeer
met een (vermomde) vertegen
woordiger van de opperste gene
raal der Jezuïeten van ovei-zee.
Met spitse dialectiek betoogt hij.
dat de orde slechts kan winnen
bij het vertrek uit Paraguay en
ten slotte bevéélt hij de pater pro
vinciaal het verzet te staken.
Het wordt andermaal treffend
spel: de volle zwaarte van de ge
lofte der absolute gehoorzaamheid
valt op de vertwijfelde pater. De
afgezant, met juist zoveel geaffec-
teex-de autoriteit als de figuur kan
dragen, gespeeld door Luc Lutz,
gaat weg, tie pater staat alleen
voor de opgave zijn ondergeschik
ten terug te roepen uit de strijd.
In acht volle minuten van stil
spel, weet Paul Steenbergen dan
in een beklemmende scène zijn
verscheurdheid en zelfoverwin
ning te suggereren, zonder één se
conde de soberheid, kenmerk de
zer voorstelling, in gevaar £t
brengen. Als ge uw bewogenheid
weer controleert, noteert ge: een
acteur van het soort dat uiterst
schaars is in ons land; laat hem
spelen, spélen
De minderen schikken zich ten
slotte morrend, met één tragische
uitzonc/iring. Die kost de pater
provinciaal het leven, dat van de
staat zelf was van den beginne
af gedoemd. Na een licht-gerekte
sterfscène tekent de visitator zon
der geestdrift een lange reeks
doodvonnissen.
Rond Paul Steenbergen staan
louter mannen in dit stuk. Daar
zijn drie paters die elk een type
vertegenwoordigen: het zakelijke
(Hen van Buuren), het vaderlijke
(Gerard Hartkamp), het strijd
bare (Frans van der Lingen)
vooral de laatste verbaast opnieuw
door de dreiging die hij, trouw
aan zijn opdracht, reeds met zijn
verschijning weet op te roepen,
Er is een brave Hollandse koop
man van Jan Retèl, die met
krachttermen en rondborstigheid
strooit en als critisehe waarnemer
het gezond verstand bij de trage
die representeei't, Bob de Lange,
scheen ons in zijn gala-uniform
van visitator minder op zijn ge
mak dan we van hem gewend zijn.
Zijn energieke bewegelijkheid
leidde soms tot gemeenzaamheid.
Wellicht was hij onbewogen, ge
sloten, koel-beleefd, onheilspel
lender en aldus dramatisch actie
ver geweest.
In de bijrollen twee wat weinig
serieuze Spaanse dons van Walter
van der Kamp en Pim Dekkers,
maar hun taak is ook een der wei
nige zwakke steeën in het stuk.
Voorts een militante bisschop van
Henri Eerens en een rauwe kolo
niale koopman van Johan Valk.
Regisseur Edwin Piscator wiens
ar.ige werkstuk (Androcles and
the Lion door een te grote nadruk
op uiterlijkheden werd verzwakt),
heeft met „Het Heilige Experi
ment" allerminst onheilig ge-
experimenteerd. Hij gaf de dia
logen een strakke, stuwende lijn,
hield alle actie sober, maar ver
zuimde niet enkele zinvolle bui
tensporigheden aan te brengen:
zware klokketonen, geluid van
feestende of murmurerende me
nigten, een klok met dolle wijzers
die de gang der uren op het sim
pelst toont.
Paul Steenbergen zocht terecht
aan het slot hardnekkig naar de
regisseur opdat deze zijn deel van
de geestdriftige hulde der zaal in
ontvangst zou nemen.
JAN HEYN Jr.
ROLVERDELING
Alfonso Fernandez; S. J., Pater Pro
vinciaal. Paul Steenbergen; Roebus
HundeMpfund S. J„ Pater Superior.
Gerard Hartkamp; William Clarke
S. J.. Pater Procurator. Henk v. Buu-
ren; Ladislaus Oros S. J., Frans van
der Lingen; Don Pedro de Miura. Don
Esteban Arago. Don Miguel Villano,
Spanijasrden. Bob de Lange. Walter
van der Kamp, Pim Dikkers; Lorenzo
Querini, Luc Lutz; Andrè Cornells. Jan
Retèl; Carlos Gervaaond, Bisschop van
Buen. Aires, Henri Eerens; José Bustlil-
los, landeigenaar, Johan Valk; Candia,
Naguatu. Acalu, Barrigua. Indiaanse
stamhoofden. Carl van der Plas, Jon
Baank, Gerard de Groot. Luc v. Gent;
Korporaal, Bernhard Droog; Paters,
toddaten,
Amusement
Amsterdam, 16 Febr.
I'D LATER.
Centraal Theater 8 u.: U spreekt met Uw
moordenaar (Ned. Comedie).
KI, Komedie, 8 u.: Potasch en Perlemoer
(Gez. Joh Kaart
Leidsepleintheater, 8 u.: Bibelonifi A.B.C-
Cabaret).
Nieuwe dc La Mar-Theatcr, 8 u.: Het
meisje met de grote voeten (Ensemble
Wim Sonneveld).
Extase, van 4 u. at: Thé dansant Malanda
Carumella van 8 u. a£: Russisch Cabaret
Balalaika.
Palace van 8 u. af: Rhythm. Club m m
v Pola Raymonde (dans)
Stadsschouwburg, 8 u.: Geschlchten aus
(Hoofdstad Operette,
MUZIEK
Concertgebouw,
Opera Koor o.l
Gr. z.) 8 u.: Amsterdams
v. Willem Lohof m.m.V
Rampenfonds;
8,15 u.: Janny van Wering (clavecimbel).
9,30*: Öe Ernst van Ernst, a.l
Apolio' 2, 7.15, 9.30. Zo. 1.30, 3.30, 7,15
9.30: Ik heet Nikt. 14 J.
Bio 2. 7.15, 9.30, Zo. 1.15. 3.30. 7.15. 9.30
De kleine wereld van Don Camillo a.l
Ceintuur 2. 7. 9.30, Zo. 1.15, 3.45. 7, 9.30
The greatest show on earth, 14 J
Capitol 2, 7.15. 9.30. Zo. 1.30 3.30 7.15
9.30: Bureau Zedenpolitie. 18 J.
Cineac (ReguherBbreestraat) doorl, voorst.
De
arlsicn i
i 9.30. Zo. van 11 30
vanhoe,^14^1.
City 2.15. 6.45 9.30. Zo. 1. 3.45. 6.4o.
9.30: The Law and the Lady. a.l.
Corso 1.30, 3.45. 7.15. 9,30: Operatie
Cicero. 14 J.
Culture 2.15, 8. Za. en Zo. 2.15, 7.15 9.30;
Storm over Malakka, 14 J.
Desmet 2.15, 7, 9.30, Za. en Zo. 1.30. 4.
7. 9.30: Hartstocht zonder liefde. 18 J.
Do.: Zeg, luister eens even a.l.
Edison 7.15, 9.30. Zo. 1.30, 3.30, 7.1b.
9,30. Ma., Dl, en Wo. 2: Godin der
Jungle. 14 j.. Do.: Sunset Boulevard,
18 F c
ƒ.15. 9.30: Le Plalsir, 18 J
uxor 11.30. 1.30, 3.45. 7.15. 9.30. Za.
en Zo. 11.30, 1 15. 3.15. 5.15. 7.15. 9.30:
Carson City. 14 J.
(öggcratb 1.30. 3.45. 7. 9.30: De gouden
1 J.
7,15. 9.30: Veriaten
Plata 11.15, 1.30. 3.45, 7.15,
11,30. 1.45 4. 7.15, 9.30: Xva
Rt-x 2, 7.15, 9 30 Zo. 1.30. 3.30, 7.15. 9.30'
Zo zijn wij met getrouwd. 18 J.
Bialto 1,15. 3.30. 7.15. 9.30: Zo zUn WIJ
niet getrouwd. 18 j,
Roxy 1.30, 3.45. 7.15. 9.30: Het gevaar
klopt aan 18 i.
Royal 1.30, 3 45. 7, 9.30: Café „De Rode
Engel", 18 J.
Tuschlnski 2,15, 7. 9.30, Za. en Zo. 1.30,
3.45. 7. 9.30: Stenen stralen overal, a.l.
Uitkijk 1.15. 3.30. 7.15, 9.30: Alles op een
kaart, a.l.
Victoria 2 7.15, 9.30, Zo. 1.30. 3.30. 7.15.
9 30- De zonen van de Musketiers. 14 j.
West End 2, 7.15. 9.30, Zo. 1.30. 3.30.
7.15. 9.30: Jungle Goud. 14 J.
Betty-Jean Hagen
Vioolmatinée door Betty-Jean Hagen
111 kleine zaal. - Mozart: sonate Bes
gr. I. KV. 454; Brahms: sonate G
gr. t.: Bartok: rhapsodie nr. 2, Beet
hoven: Krcutzersonate.
DE violiste Betty-Jean Hagen
heeft ons Zondagmiddag in de
kleine zaal enkele museumstuk
ken uit de muziekliteratuur voor
gespeeld. Eigenlijk moest men het
omdraaien: wat Betty-Jean Ha
gen ook speelt wordt een mu
seumstuk in een stoffige vitrine.
Wat Betty-Jean Hagen aanpakt
wordt verleden, is zielloos en doe
zelig. En van al die doezeligheid
klinkt Mozart als Brahms en
Brahms als Beethoven.
De jonge Betty-Jean Hagen
moet door een leraar met weinig
inzicht als zijn beste pupil de
wereld zijn ingestuurd. Dat kan
haar lelijk duperen. Betty-Jean.
Hagen is nóch wat techniek, noch
wat voordracht betreft klaar. Ze
is zelfs nog lang niet klaar; ze
speelt (behalve misschien Bar-
tok's rhapsodie) alsof ze de wer
ken niet overziet, ze muzikaal niet
verwerken kan. Daarom is een
tournée voorbarig, in elk geval
met werken van een moeilijk
heidsgraad als de sonates van de
grote meesters. Wellicht dat ze de
spanning- kan houden in korte
werken als de genoemde rhapso
die, die het beste slaagde.
Haar begeleider Boris Rouba-
kine volgde haar trouw op de
voet: hij bezit, meer temperament
en inzicht dan de violiste, waar
door de aandacht zich vaak op
hem concentreerde. Y. H.
(Advertentie)
Van Tientallen lijders
aan Brandend Maagzuur
\efcben er .ijnen Rcaaies op
Altijd en overal ontmoet U lijders
aan brandend maagzuur en U
herkent ze aan de lof die ze
voor Rennies hebben. Innemen
doen ze die tabletjes onopvallend,
want water of wat ook komt er
niet aan te pas. Ze helpen van de
ene minuut op de andere. Ook U!
(Van onze radio-redacteur)
AMSTERDAM, 16 Febr. He
len Traubel is op haar eerste Eu
ropese zangtournée in ons land
gearriveerd met haar begeleider
Coenraad V. Bos en haar echtge
noot. mister Bas.
Coonywaarmee zij Coen-
raad Bos bedoelt „is mijn enige
vleugeladjudant", vertelt zij. ..Hij
heeft mijn eerste concert begeleid
en nog altijd geef ik alleen met
hèm mijn liederenvoordrachten
in de concertzaal en voor radio
en gramofoon".
De beroemde sopraan is 'n forse
imposante verschijning, het type
van de Wagnerzangeres. Zij is ge
boren te St. Louis (Missouri) uit
Amerikaanse ouders; haar groot
moeder was een Duitse en haar
moeder was een verdienstelijk
zangeres.
„Ik heb nooit iets anders dan
zangeres willen worden en ik heb
het altijd een heerlijk métier ge
vonden. Alleen vergen de studie
jaren véél inspanning en geduld
en men wil, als men jong is, graag
gauw veel geld verdienen. Maar
de studie moet vóórgaan. ..Von
nichts had man nichts" zei mijn
grootmoeder.
10 jaar studeren
De loopbaan van Helen Traube!
is een toonbeeld van scherpe zelf-
critiek. Na haar zangstudie bij
Wette Karst maakte zij een tour
née met het St. Louis Symphony
Orchestra in het seizoen 1925-26.
„Maar ik merkte dat ik er nog
niet was, toen ben ik weer tien
jaar gaan studeren" zij steekt
de vingers op ter verduidelijking
en herhaalt: „tien jaar".
„Op een zangersfeest te St.
Louis hoorde Walter Damrosch
mij en nodigde mij naar New
York. Maar ik vond dat ik nog
niet klaar was. Ik trad op voor de
radio, het beviel me niet en ik heb
weer een jaar gestudeerd. In 1939
gaf ik een recital te New York.
mijn eerste, met Coony. Ik zong
vervolgens met Frits Rainer in
het Ford-programma van de ra
dio en 's Zondags daarop trad ik
onder Barbirolli in Carnegie Hall
op met de New Yorkse Philhar-
monie Wéér vroeg de Metro
politan Opera mij en ditmaal ac
cepteerde ik. Ik maakte mijn ope
radebuut als Sieglinde in de „Wal-
ktire". Erich Leinsdorf, de opvol
ger van de toen juist overleden
Bodansky, dirigeerde".
„Zingt u in Amerika alle ope
ra's in de oorspronkelijke talen?"
„Duitse en Italiaanse wel, Rus
sische niet. Toch ben ik geen te
genstandster van vertalingen. Ik
heb, in Amerikaanse provincie
plaatsen, wel Beethovenliederen
in Engelse vertaling gezongen en
het publiek reageerde er beter op.
Ik geloof dat een in de landstaal
vertaalde opera door het publiek
beter gevolgd kan worden: maar
goede vertalingen zijn zéér kost
baar".
Verleden voorjaar vertrok mrs.
Bas met „Coony" Bos voor een
wereldreis, die het muzikale duo
o.a. naar Japan, Korea, de Phi-
lippijnen. Singapore en Hongkong
bracht. Kort geleden is zij ander
maal uit Amerika vertrokken voor
haar eerste Europese kunstreis,
die werd ingezet met een orkest
concert te Oslo. Hierop volgden
liederenavonden met de snel
uit New York ontboden Coenraad
Bos te Helsinki en Stockholm,
vanwaar zij naar Schiphol zyn ge
vlogen voor hun optreden voor
de KRO (gisteren). Met een uit
voerig recital a.s. Dinsdag in de
Londense Festival Hall wordt de
ze tournée besloten en dan wacht
weer de opera.
Zeven-en-zeventigjarlge „Coo
ny" is nog altijd even monter en
levenslustig. Even betrekt zijn
gezicht als wij spreken over de
watersnood. „Zeeland ik ken
het van vroeger. Ben. jaren gele
den. met Ludwig Wüllner te Zie-
rikzee opgetreden Maar zijn
levendige aard staat hem niet toe,
lang bedrukt te blijven. Hij kijkt
de deftige hotelhall rond en een
jong paartje in tedere omarming
trekt zijn aandacht.
Nederlandse Opera geeft „Lohen
grin" in Stadsschouwburg.
Titelrol: Karl Liebl, dirigent
Erich Walter.
NA idem zoveel maanden hoor
den wij Zondagmiddag de
„Lohengrin" van de Nederlandse
Opera andermaal. Ondankbare
taak van de criticus. Onze pen
siddert en schokt als convulsief
over het papier. Hoeveel zwaarder
en verantwoordelijker is niet nu
onze taak dan destijds. Toen
schreven wij alleen maar over de
prestaties van onze Opera en wan
neer wij op dit ogenblik weer
voor de plicht tot beoordeling
staan dan is er ergens in onze
herinnering het fiat van de Am
sterdamse gemeenteraad. Een
allergunstigst testimonium, er van
gewagend dat de prestaties „een
factor zijn.van de grootste beteke
nis in het culturele ïeven van stad
en land", gewagend voorts dat het
peil „allerwege tot verheugenis
stemt". Dat is niet gering, een
dergelijk oordeel uit de mond van
uiteraard bedachtzame vrouwen
en mannen. Men begrijpt dat onze
pen siddert en schokt tegen
wie al niet nemen wij het op! Of
wij de autoriteit in deze materie
van d'it vroede college wellicht in
twijfel trekken? nie solist du
mich befragen!
LOHENGRIN ging over de
scène in een voorstelling
waarvan de dirigent, wij schrij
ven het sidderend neer oh,
gemeenteraad! in de directie-
loge zat. Hiermee wil niets gezegd
zijn tegen de dirigent in de bak,
Erich Walter, die onder het al
ziend oog en alhorend oor van
Karl Elmendorff de voorstelling
maakte, maar wel tegen de direc
tie. Die had er voor te zorgen dat
Elmendorff daar stond en Walter
in de loge zat als gewaardeerde
gast. Walter dirigeerde inmiddels
en hij heeft zich uitgesloofd. Dat
zijn mogelijkheden inmiddels
etages liggen beneden hetgeen
een Wagner-partituur veronder
stelt is niet zijn schuld. Maar
„cultureel" was het niet verant-
woox'd de pen siddert, gegeven
ook onze toch al opvallend grote
schroomvalligheid
T NMIDDELS sloofde Erioh Wal-
I ter zich uit en de zaal hoorde
sluizen van ongekleurd en vlak
geluid, bi-ijïg en grof en zonder
een poging tot dynamisering en
boetsering. En in deze golven
stond de titelrolvertolker Karl
Liebl uit Wiesbaden. Hij stond er
als een rots en was ongenaakbaar
wat niet altijd kan worden gezegd
van zijn collega's. Die wei-den
herhaaldelijk totaal overspoeld
door cascaden van klank waar-
dnor tevens, gelijk in het kwintet
in de finale eerste acte, een totaal
onvoprziene en onvermoede poly-
phome tot stand kwam. Doch de
onverzettelijke Liebl handhaafde
zich; hij moge dan al niet de ge
droomde lyrische tenor zijn, zijn
prestatie bezat karakter trots de
hanahserende pathetismen die hij
zich veroorloofde en die aan
Lehar herinnerden. Ausmerzen
mem Herr. und schnell. Naast
hem een lyrisch gevoelige Greet
Koeman als Elsa, zuiver in de
verbeelding van haar tragische
tweestrijd.
ONZE sidderende pen stuit op
Lidy van der Veen als Ortrud.
Zij gaf een vertolking die onder
het niveau bleef van vroegere
voorstellingen. Ditmaal stond haar
<an ook geen inspirerende Telra-
mund terzijde gelijk destijds en
het schijnt niet uitgesloten dat dit
de eigen vertolking beïnvloedde.
Want. met alle respect voor
Gerard Holthaus. hij bezit geen
dramatisch geluid zodat zijn Tel-
r am und vaag was en schimmig.
Gelijk ook Koning Hendrik,
klankloos en suggestieloos gezon
gen door Siemen Jongsma, niet
eén moment imponeerde. Dat
Ortrud echter 's mans gemis van
autoriteit misbruikte door hem
vrijpostig en hoovaardig tegemoet
te treden, vinden wij onaardig
van haar. Vinden wij bovendien
een ernstige fout van de regie.
Ten slotte de heraut van Gé Gene-
mans weer is 't die sidderende
pen die schrijft „cultureel" niet
verantwoord.
Inmiddels was er een enthou
siast huis. al dan niet bevreesd
voor de gemeenteraad. En deze
recensent nie solist du ihn be
fragen!
H. J. M. MULLER