Utrecht heeft grootse plannen
42 MILLIOEN VOOR HET NATIONAAL RAMPENFONDS
LITURGIE EN GELOOFSLEVEN III
Liturgieals uitdrukking en hemeling
het geloof, en de zielzorg
van
Theologen
dichter bij
en zielzorgers staan
elkaar dan voorheen
Vrijmoedig
commentaar
Brede boulevard voor station, ruim
verkeersplein en grote gebouwen
Het Fries op de Lagere School
Minister Cals doet enkele
belangrijke toezeggingen
R.K. Huisvestingscomité werkt
op volle toeren
Samenwerking opbouworganen
Brabant en Zeeland
Canadese landbouwer biedt grond aan
Twee millioen gulden
uit Limburg
DE TIJD
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
PAGINA 3
Derde dag van het studie
congres te Heeswijk
Het studiecongres in Berne heeft zich
op de derde dag mogen verheugen in
de aanwezigheid van Z. H. Exc. mgr.
Van Bekkum S.V.D., bisschop van Flo-
res, welke de studiedagen verder zal
meemaken, omdat hij er van overtuigd
is, dat de liturgie ook in de missie van
zo uitzonderlijk groot belang is voor
het bekeringswerk. Kapelaan J. M. E.
Keet uit Amsterdam belichtte in de
ochtendbyeenkomst de belangrijke
conclusies, welke getrokken kunnen en
moeten worden uit de theologische
beschouwing over de verhouding litur
gie en geloof.
Uit de keuze van het onderwerp
van deze studiedagen, aldus kapelaan
Keet, uit de samenstelling van de
thema's, blijkt een grote bekommer
nis om de ziel van de massa, gelovi
gen zowel als niet-gelovigen. Theolo
gen en zielzorgers staan dichter bij
elkaar dan voorheen. De zielzorger
laat de theoloog niet met rust, hij
haalt hem van zijn werkkamer en
zijn katheder, om bij te lichten op de
plaats van het werk. De theoloog
ontziet de zielzorger niet, haalt hem
uit zijn volksparochie, en laat hem
aantreden op een studiecongi-ès. Het
betekent winst voor beiden, maar
bijzonder voor de ontelbaren, die
hongeren en dorsten naar het leven.
Sinds de parochie zo pregnant in het
teken is komen te staan van de ver
overing, en de onrust haar intrede
heeft gedaan in de zielzorg, is men het
aloude arsenaal der eeuwen gaan door
zoeken op bruikbare wapenen. De li
turgie, zo bij uitstek traditioneel en
sinds eeuwen een nagenoeg afgesloten
kroondomein, kreeg de acjectieven „le
vend" en „pastorêel" toegevoegd, om
haar plaats te gaan innemen in de le
vende parochie.
In een uiterst belangrijke dies-rede
zegt Van der Meer: „Het is waar, een
pijnlijk dispuut houdt de geesten ge
spannen, namelijk over de vraag in
hoeverre de feitelijke cultusvormen, die
ondanks herhaalde disparate restauraties
in wezen toch een laat-antiek geheel
vormen, voor het heden nog actueel
blijven. Maar het feit van het debat,
en van de diagnose der crisis waarbor
gen ons, dat de eredienst leeft, en weer
erkend is als het eigenlijk leven der
familia Dei". Geen schoner excuus is
er te vinden voor het aan de orde stel
len van de vraag of de huidige vorm
geving nog bruikbaar is. We kunnen
hieromtrent verschillende opvattingen
beluisteren. Feit is, dat de overgrote
menigte van het gelovige volk in de
liturgie nog steeds geen levende uit
drukking heeft gevonden en krachtige
bezieling van haar geloofsleven. Dit
mag niet nalaten ons blijvend te ver
ontrusten.
De oorzaak? Er is naar de mening
van kapelaan Keet geen wezenlijke te
genstelling tussen de agrarische cul
tuur van vroeger dagen en het industrië
le urbanisme: men moet alleen aanne
men, dat de oorspronkelijke zuivere
spanning tussen mens en natuur, tussen
mens en symboliek is verdrongen. En
de psychologen vertellen ons, dat een
verdrongen werkelijkheid in de mens
zich te eniger tijd zal uiten in een vorm
van romantiek. Is de romantiek van
blankbenige stedelingen, die uit beek
jes drinken, op guitaren tokkelen bij
kwijnende kampvuren en vlees braden
aan het spit wanneer zij gaan trekken
of het scouting beoefenen geen heimwee
naar een verloren werkelijkheidsbesef?
C@D
jrp en van de argumenten, door B.
Jhen W. van Amsterdam gebruikt
bij de formulering van hun
voorstel om dit jaar het Holland-
Festival weer te steunen, luidt, dat
Amsterdam als belangrijk kunstcen
trum bij dat festival moet betrokken
blijven. Amsterdam zou namelijk zijn
naam als kunstcentrum ook in het
buitenland dienen te behouden. Maar
om een naam te kunnen behouden,
moet men eerst een naam hebben.
Hééft de hoofdstad inderdaad de
naam, die B. en W. dromen? Op het
stuk van toneel zeker niet. Zou men
gaan uitzoeken, welke van de vier
steden Amsterdam, Den Haag, Rot
terdam en Haarlem op het gebied der
toneelprestaties aan het hoofd staat,
dan vrezen wij, dat de naam van de
hoofdstad eer op de vierde dan op de
eerste plaats terecht zou komen.
We vertellen hier geen nieuws. Het
is algemeen en dus ook aan B. en W.
bekend, dat de toneelpolitiek in Am
sterdam zonderlinge resultaten heeft
opgeleverd. Afgezien van het feit, dat
het lopend toneelseizoen van de
hoofdstad aan bloedarmoede lijdt, en
dat er meer van buiten Amsterdam te
zien is dan van de Amsterdamse to
nelisten, moet men bovendien nog
constateren, dat de gezelschappendie
elders opereren, gedwongen worden
de hoofdstad als een bijkomstigheid
te beschouwen. Het komt niet zelden
voor, dat een voorstelling, die al we
ken of zqlfs maanden elders loopt,
eindelijk ook eens in Amsterdam aan
de orde komt. Wil men een voorbeeld,
zie Yerma, een prachtige voorstelling
van een prachtig stuk, viermaal ge
speeld in Hilversum en vele malen in
Den Haag en eindelijk toevallig
Woensdag j.l. in de Amsterdamse
Stadsschouwburg verschenen. De to
neelliefhebber krijgt na zo lang wach
ten zowaar de indruk, dat hij een stuk
te zien heeft gekregen uit een vorig
seizoen.
Neen, voor B. en W. het recht heb
ben om over Amsterdam te spreken
als een kunstcentrum van betekenis
zal men, ten aanzien van het toneel
althans, andere wegen moeten be
wandelen.
Men ervaart dagelijks, dat er geen ge
zond symbolisme leeft; maar tevens
bemerkt men. dat in het schemerdon
ker van deels onbewuste diepten nog
resten aanwezig zijn, waarop een
gezond en normaal symbolisch besef
herbouwd kan wordenZo ergens, dan
ligt hier de taak van de liturgische
zielzorg. Want alleen dan kan de litur-
uitdrukking zijn van het geloof
wanneer het klimaat der symbolen aan
de gelovigen vertrouwd is: zij zal dan
ook alleen bezieling kunnen zijn wan-
het diepste van de gelovige mens
mee-resonneert met het heilige zinne
beeld, dat over hem neerkomt.
Dit betekent voor de zielzorg de
plicht om zich steeds te beraden op
middelen, die het valse spiritualisme,
een erfenis van de eeuw van Descar
tes, te breken. Dit kan vooral door de
mensen te leren de betekenis en zin
van houding en gebaar, voorwerp en
ruimte, natuurgebeurtenissen en le
vensfuncties te ontdekken in het da
gelijkse leven, zoals Bouyer het zo
snedig zegt: „Wij moeten de spiri
tualiteit met gesloten ogen vervangen
door een spiritualiteit met open ogen,
welke die van de ouden was". Li
turgie is werkelijk epiphanie, zicht
baar worden van het ongeziene, van
ae onzichtbare, die geen oog heeft
aanschouwd.. Het correlatief van Epi
phanie is niet begrijpen, maar schou
wen. Voor alles, dus voor missaal of
volkstaal, avondmis of nieuwe vorm
geving ziet de zielzorger zich ge
plaatst voor de opgave: het symbool
weer symbool te laten zijn, om een
reële liturgie te vieren.
In zijn practsche conclusies raakte
kapelaan Keet o.m. aan de katechese.
Het is zeker waar. dat het symbool er
niet is om uitgelegd, maar om door
schouwd te worden. De katechese kan
er echter zeer veel toe bijdragen om de
sensibiliteit voor symboliek te verho
gen. Om de mentaliteit te typeren,
waarin kapelaan Keet zich de kate
chese voorstelt, verwees hij o.m. naar
„van heilige symbolen" van Guardini.
Verder kwamen ter sprake de
H. Schrift en de katechese in de Zon
dagsmis. Wat betreft de volkstaal in de
liturgie: zolang de liturgische zielzorg
acuut blijft, zal de „volkstaal" onze on
verminderde aandacht moeten hebben.
Laten we niet aarzelen, aldus kapelaan
Keet, in de punten, waar de belang
rijkheid van de volkstaal (epistel en
evangelie) duidelijk is, en voor het
overige de zaak open houden onder het
waarlijk apostolisch bezorgd toezien
voor- en tegenstanders. In het
laatste deel van zijn inleiding besprak
kapelaan Keet nog de waarde van de
liturgie voor niet-gelovigen en „gelo
vigen";
Pater Vismans gaf een principiële
uiteenzetting omtrent de verhouding
Liturgie en persoonlijke vroomheid.
Mr. dr. L. N. Deckers
70 jaar
(Van onze Haagse redacteur)
Als iemand thans geen behoefte heeft
aan feestelijk vertoon, dan ben ik dat
zelf, zo heeft het lid van de Raad van
State, mr. dr. L. N. Deckers, die van
daag zeventig jaar is geworden, ver
klaard. Het lutldigingscomité, dat reeds
gevormd was en onder voorzitterschap
stond van dr. L. G. Kortenhorst, heeft
met het oog op de nationale ramp er
dan ook van afgezien om van de 14de
Februari een officiële huldedag te ma
ken voor de verdienstelijke figuur op
politiek, agrarisch en toeristisch gebied,
die dr. Deckers Is,
De heer Deckers, Brabander vsn ge
boorte, heeft gestudeerd te Leuven èn
te Leiden; in 1912 is hij gepromoveerd
op een dissertatie over de landbouwers
op de Noord-Brabantse zandgronden.
Zes jaar later kwam hij als lid van de
R.K.S.P. in de Tweede Kamer. In 1929
werd hij bij het optreden van het derde
ministerie Ruys de Beerenbrouck mi
nister van Defensie, in 1933 in het
tweede ministerie Colijn bewindsman
op Landbouw en Visserij; ervaring met
agrarische aangelegenheden had bij
vroeger reeds opgedaan bij de Boeren
leenbank te Eindhoven en als secretaris
en adviseur van de Kath. Ned. Boeren-
en Tuindersbond.
In 1931 keerde dr. Deckers weer
terug in de Kamer en in 1940 werd hij
voorzitter van zijn fractie.
Na de oorlog is dr. Deckers niet meer
in het openbare en politieke leven te
ruggekeerd; hij werd in 1946 lid van
de Raad van State. Hoe belangrijk
werkzaamheden voor de afdeling „Ge-
Schillen van Bestuur" e.d. ook mogen
zijn, zij plegen niet zo sterk tot de fan
tasie van de buitenstaander te spreken.
Meer heeft men van dr. Deckers
de laatste jaren gehoord als voorzitter
van de Algem. Ned. Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer, welke functie
hij sedert 1940 vervult. De A.N.V.V.
is na de oorlog uitgegroeid tot een
organisatie, die zeer veel goed werk
doet om toeristen naar ons land te
trekken en daarmee voor een niet
gering te achten bron van deviezen-
inkomsten zorgt.
Vele vrienden telt de heer Deckers
ook in de kringen van het draf- en
renwezen. Toen in 1949 de Totalisator
startte werd de oud-minister namelijk
voorzitter van de stichting, welke de
organisatie daarvan in handen kreeg.
Al is er dan geen officieel feest, toch
zullen ongetwijfeld velen de jubilaris
vandaag hun gelukwensen hebben doen
toekomen.
Grote steekproef-enquête
onder de middenstand
Het Economisch Instituut voor de
Middenstand heeft besloten het arbeids
veld te verbreden o.m. door naast het
bedrijfseconomisch onderzoek, werk
zaamheden op sociaal-economisch ge
bied systematisch en in groter omvang
ter hand te nemen en te stimuleren,
daar anders de huidige positie van de
middenstand niet voldoende kan wor
den onderkend en geanalyseerd.
In samenwerking met de Ned, Stich
ting voor Statistiek zal eind Februari
een groot steekproefonderzoek bij de
gehele middenstand worden verricht.
Plus minus 6000 middenstanders zullen
worden aangezocht om aan dit onder
zoek hun medewerking te vei'lenen.
Deze steekproef-enquête zal de groot
ste zijn, welke ooit hier te lande op dit
gebied is gehouden.
Ook deze inleiding vraagt om een rus
tige beschouwing, welke wij u dus nog
in het vooruitzicht stellen. In de avond
bijeenkomst zal dr. Van Bilsen O.F.M
de taak van de heer Bouman overne
men en spreken over de avondoefe
ning. Wij komen hier, als slot van deze
eerste indrukken van het studiecon
gres, nog uitvoerig op terug, omdat het
een kwestie is, welke voor velen wer
kelijk „brandend" is geworden.
G. C. L.
Min. v. Buitenlandse Zaken:
Stel familie in het
buitenland op de
hoogte
Het ministerie van Buitenlandse Za
ken deelt mee, dat in het buitenland
nog niet altijd een juiste indruk bestaat
over de omvang van de ramp, die Ne
derland heeft getroffen. De Nederlandse
legaties worden vaak inlichtingen ge
vraagd over de toestand van familie
leden in Nederland, ook van familie
leden. in niet of weinig geteisterde ge
bieden. Het is raadzaam dat Nederlan
ders, die verwanten in het buitenland
hebben, deze zo spoedig mogelijk inlich
ten over eigen welstand.
(Van onze Utrechtse correspondent)
Na enkele jaren van ingespannen stu
die is de dienst van Gemeentewerken
te Utrecht gereed gekomen met plan
nen, die de omgeving van het station
en van het Leidseveer ingrijpend zul
len wijzigen. Kort gezegd' komt het hier
op neer: Utrecht krijgt, wanneer de
plannen worden goedgekeurd, een brede
boulevard voor het station, en een ruim
verkeersplein ter plaatse van het Leid
seveer, het tot nu toe onbebouwde ter
rein in de nabijheid van het drukste
knooppunt van wegverkeer in Neder
land: de Smakkelaarsbrug. De verbre
ding van het stationsplein zal mogelijk
worden gemaakt door een drastische te
ruglegging van de rooilijn tot in hei
Verlengde van die van de Moreelselaan.
Het rechttrekken van de rooilijnen
maakt bovendien een hoge bebouwing
met grote panden mogelijk, en uit ste
debouwkundig oogpunt bezien zelfs
noodzakelijk, waardoor deze centrale
omgeving een grootse stedelijke allure
zal krijgen. Door de toename van het
verkeer is de situatie op deze plaatsen
hoe langer hoe onbevredigender ge
worden. Het verkeersrond bij de Smak
kelaarsbrug is in feite een samenstel
van vier kruispunten, waar de ver
keersdrukte nergens in Nederland haar
weerga vindt, en die ook door de ver
keerspolitie niet meer met een behoor
lijk effect te regelen is. Het nieuwe
plan heeft de stelling verwezenlijkt dat
de verschillende wegen in een groot
verkeersrond dienen samen te vloeien
om een vlotte afwikkeling te bewerken.
Het mag hierbij wel een gelukkige om
standigheid heten dat de voor dit plein
benodigde grond tot nu toe onbebouwd
is gebleven, waardoor er ruimte kwam
voor een goede oplossing. De binnen-
werkse diameter van het plein zal 60
meter en de buitenwerkse 90 meter be
dragen. Om zich een juist beeld te
vormen van de oppervlakte, herinnere
men zich het. Rotterdamse Hofplein, dat
een binnenwerkse diameter van 62)4
meter en een ■guitevfwerkf.e diameter
van 103}/ nieter heeft. Overigens waren
er voor het Utrechtse plan grotere
moeilijkheden te overwinnen cfan voor
het Hofplein, daar de Rotterdamse bin
nenstad volkomen was verwoest. Het
andere uiterste was het Muntplein van
Amsterdam, waar een volslagen opstop
ping weg te werken was. Bij het
nieuwe Utrechtse verkeersplein zal de
Amsterdamse Straatweg aansluiten, en
wel middels een nieuwe verbindings
weg van de Molenbrug, dwars door de
thans bestaande, maar gelukkig minder
goede bebouwing heen. Afleiding van
de Amsterdamse Straatweg naar het
hart van de stad zal, teneinde ook het
nieuw ontworpen verkeersplein op d.e
spitsuren niet onnodig te belasten, nood
zakelijk zijn.
Zeer ingrijpend, zijn ook de wijzigin
gen die gemeentewerken hebben ont-
worpen voor 't stationsplein. Dat wordt
'n 80 meter brede allée met dubbele ver-
keersstroken, die tegenover het station
zullen worden afgesloten door hoge
nieuwe gebouwen, waarvan de voorge
vels in één lijn zullen staan met de
huizen aan de Moreelselaan. Dit be
tekent dus dat verscheidene grote pan
den langs het stationsplein zullen ver
dwijnen, zoals Hotel Terminus, Café-
Restaurant Kagenaar, Hotel Du Com
merce, alsook de huizen die in de bocht
staan waarm.ee het stationsplein in de.
Moreelselaan overgaat. Door de nieuwe
hoogbouw van 810 lagen en de ruimte
concentratie zal het volume met 100
procent worden vermeerderd. Tussen de
?juiaelijke uitgang van het station en
het expeditie-kantoor van de P.T.T. is
een autobusstation geda.cht met twintig
standplaatsen en een capaciteit, van
pl.m. 240 vertrekkende bussen per uur.
De nieuwe verkeersmaquette van
de stadUtrecht. Links bovenaan
het witte dak van de Beatrixhal.
Studiedagen Heeswijk
Van 10 tot 12 April zullen in de abdij
van Berne te Heeswijk studiedagen
worden gehouden voor de geschiedenis
van de Nederlandse vroomheid. Als al
gemeen onderwero is gekozen: De Chris
tusvroomheid van Sint Bernardus in de
Nederlanden
(Van onze parlementaire redacteur)
Minister Cals, die gistermiddag ant
woordde op de opmerkingen van de
onderwijsspecialisten in de Tweede Ka
mer op zijn voorstellen tot wijziging
van de Lager Onderwijswet, heeft geen
kans gezien dit onderwerp er in tweede
lezing door te krijgen. De minister
kwam op een gegeven moment in juri
dische puzzles terecht, daar het niet
meer alleen ging om onderwijskwesties,
maar zelfs provinciale wetten ermee te
maken kregen. Daarvan was een amen
dement van de socialistische heer de
Loor de schuld, die het een onderwijzer
mogelijk wilde maken, om, op non'
actief staande, lid van Gedeputeerde
Staten te worden, Inmiddels werden er
toch wel zaken gedaan. De minister
nam enkele technische amendementen
van de.heren Tilanus en Peters over.
Hy deed ook belangrijke mededelin
gen over het invoeren van het Fries in
het onderwijs. Dit zal nader in een wet
die in voorbereiding is worden gere
geld. De minister wil het Fries facul
tatief als leervak invoeren by het Lager,
het Voortgezet Lager en het Uitgebreid
Lager Onderwijs. Als voertaal zou het
voor de eerste twee of drie jaren op
de lagere school kunnen worden ge
bruikt. Daarbij komt nog, dat de actes
L.O. en M.O. Fries zullen worden inge
voerd.
Degenen die zich zorgen maken om
trent het invoeren van het esperanto
kwamen met nieuwe argumenten voor
de dag. De heer Peters dacht daarbij
vooral aan de emigranten. Het zou, na
aanneming van de wijziging die de mi
nister thans voorstelt, mogelijk zijn dat
een emigrant zonder enige kennis van
de levende moderne talen en wel met
een plukje esperanto gewapend het land
uit zou gaan. ,.De wildernis in zou gaan"
verbeterde de onverbeterlijke heer
Gortzak. De minister verdedigde het
esperanto in zoverre, dat hij het in ze
ker opzicht toch wel een levende taal
noemde. Ook hield hij de Kamer voor,
dat zij zelf al veel eerder de mogelijk
heid tot invoering van deze taal als
leervak heeft geschapen. De volgende
week zal ook hierover worden gestemd
Het stoomwetje werd met 47 tegen
31 stemmen aangenomen. Twêe KVP-
leden stemden tegen: de heren van
Rijckevorsel en Lucas.
Met grote voortvarendheid heeft de
Kamer daarna de Noodwet behandeld,
die voor degenen in het rampgebied,
die niet aan hun verplichtingen kun
nen voldoen, uitstel mogelijk maakt.
De wet ontmoette alléén moeilijkhe
den van de zijde van de communisten,
die er een algemeen moratorium voof
het gehele rampgebied van wilden
maken.
Het kostte minister Donker niet veel
moeite, de Kamer er van te overtuigen,
dat het economisch leven in het lamp-
gebied daar allerminst mee gebaat zou
zijn. Men zou het eerder lamleggen dan
het moeilijkheden uit de weg nemen.
Zonder hoofdelijke stemming werd de
wet daarna aanvaard. Bij uitzondering
is de schriftelijke voorbereiding ditmaal
een mondelinge geworden. De minister
improviseerde zijn antwoord op het
eindverslag van achter de groene tafel.
Herbouw van scholen
in rampgebieden
De minister van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen heeft een schrijven
gericht tot de hoofdinspecteurs zowel
van het lager onderwijs, van de onder
wijzersopleiding als van het buitenge
woon lager onderwijs, alsmede aan de
bouwkundig hoofdinspecteur van het
lager onderwijs, de inspecteurs van het
lager onderwijs in het door overstro
ming getroffen gebied en de schoolop
zieners van het kleuteronderwijs in dit
gebied, waarin hun verzocht wordt de
stukken betreffende restauratie cq her
bouw van scholen in het door de over
stroming getroffen gebied met voorrang
boven alle andere te behandelen.
Het voor de uitvoering van genoemde
werken vereiste bouwvolume zal de mi
nister zo spoedig mogelijk beschikbaar
stellen. Ook de overige leden van het
rijksschooltoezicht zijn van dit schrijven
in kennis gesteld.
(Van onze Brabantse redactie)
De Caritasorganisatie in Frankrijk
heeft gisteren aan het R.K. Huisves
tingscomité te Den Bosch laten weten,
dat zij een bedrag van frs. 12.000.000
aan dit comité heeft overgemaakt voor
tie slachtoffers van de watersnood. De
Canadese bisschoppen hebben 8000 dol
lars gezonden.
Alle buitenlandse Caritasorganisaties
hebben trouwens contact met het R.K.
Huisvestingscomité en stellen er prijs
op hun bijdrage tot leniging van de
nood via de katholieke organisatie, d.i.
dus het R.K. Huisvestingscomité, te zen
den.
Naast de geldzendingen, die door het
R.K. Huisvestingscomité in het Ram
penfonds worden gestort, heeft men
enorme hoeveelheden kleding verwerkt.
In totaal heeft men thans 200 vracht
wagens, 1 schip en 19 spoorwagons met
kleding verwerkt.
Uit deze enorme goederenvoorraden
Portugal.
15 Februari arriveert te Rotterdam de „India"
van de „Companhia Nacional de Navegacao", met
een grote lading Portugese goederen voor de hulp
verlening in Nederland uit Portugal. De lading be
staat uit: 10.000 dekens, meer dan 20.000 meter bed-
delaken, 2.000 paar schoenen, 400.000 blikken vis-
conserven, een grote hoeveelheid tabak, vette en
gedroogde vijgen, een ton levertraan, 10 ton gecon
centreerde legorrantsoenen, 5 ton koffie, 50 ton
rijst, 10 ton suiker, 34.000 flessen portwijn.
Frankrijk.
De Fa. P. H. Bender te Delft ki-eeg van haar re
latie de Verrerie Cristallerie d'Arques, G. Durand
Cie., Noord-Frankrijk, de mededeling, dat zij eni
ge duizenden stuks tafelglas gratis ter beschikking-
stelt voor de getroffenen van het rampgebied.
Gistermorgen arriveerde voor het gebouw van
het A. N. P. te 's-Gravenhage een grote vrachtauto
van acht ton uit Parys, volgeladen, met kleren,
schoenen, nieuwe lakens enz. De goederen waren
ingezameld door de redactie en bet volledige per
soneel van het Franse persbureau A. F. P.
Canada.
Op Schiphol is een Canadese viermotorige „North
Star" geland met 1200 paar lieslaarzen voor de hulp
in de bedreigde gebieden. De laarzen vertegenwoor
digen een waarde van 12.000 dollars.
Een Canadese landbouwer, George Molecey, heeft
het te Vancouver gevestigde fonds voor hulp aan
Nederland meegedeeld, dat hij aan getroffen Ne
derlandse gezinnen, die naar Canada zouden willen
emigreren, stukken land ter grootte van 20 acres in
eigendom wil geven. Het bedoelde land ligt nabij
Nanaimo op het eiland Vancouver.
NATIONAAL RAMPENFONDS: 42 MILLIOEN
Bij het Nationaal Rampenfonds is tot gisteravond
een totaal bedrag van 42 millioen gulden binnen
gekomen.
Aan het Nationaal Rampenfonds is overgemaakt
een bedrag van f 10,000 als bijdrage van de Tyd-Pers
(De Tijd, Nieuwe Haarlemsche Courant, Nieuwe Dag
en Gooischc Courant), alsmede een bedrag van
f 2750, bijeengebracht door het personeel van deze
bladen. Op onze girorekening is binnengekomen en
overgemaakt aan het Nationaal Rampenfonds: J. v.
W. te Brussel f 25, P. J. te Gel een f 25 en F- B. te
's-Gravenhage f 25.
iiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiimiMiiiifiiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiMiiiiiiiiiiiiiiii
Amerika.
Dr. Charles Werner, de directeur van de Ameri
kaanse firma „Pfizecr", een fabriek van pharma-
ccutische artikelen, heeft de Nederlandse ambassa
deur in de V. S., dr. Van Roijen. een aanzienlijke
hoeveelheid terramycine (een antibioticum) ter
waarde van 10.000 dollar overhandigd. Het genees
middel zal kosteloos door de K.L.M. naar Neder
land worden vervoerd.
Malta.
De gi-ootmeester van de Orde van Malta heeft 315
flacons chemicitine. een kostbaar geneesmiddel o.a.
tegen de griep, ter beschikking gesteld.
Zweden.
Het Zweedse Rode Kruis ontving tot op heden
8.000.000 kronen, waarvan 5/6 deel werd ontvangen
dank zij de Zweedse radio.
De bevolking van Veenendaal heeft tot nu toe voor
het Rampenfonds een bedrag van 126.500 gulden bij
eengebracht. De inzameling in Arnhem, waar men
een millioen wil opbrengen, heeft thans een bedrag
van 901.585 gulden bereikt.
Veertienhonderd personeelsleden van de kousen-
fabriek Hin N.V. te Haarlem hebben één uur loon
afgestaan en 8J4 uur overgewerkt- Het hierdoor
verkregen bedrag is door de directie verdubbeld
en aangevuld tot een bedrag van 40.000 gulden.
Zoals bekend, heeft het Rampenfonds meer dan
een millioen gulden ontvangen van de Limburgse
mijnindustrie. Vele giften zijn uit Limburg recht
streeks aan het Nationale Rampenfonds toegezonden.
Nu hebben ook de ontvangsten ten behoeve van dit
fonds op de rekening van de provinciale griffie het
bedrag van een millioen gulden overschreden.
Onder de opvarenden van Hr. Ms. Sncllius, het
opnemingsvaartuig van de Koninklijke Marine, mo
menteel opererende In de wateren om Nw. Guinea,
is ten bate van de slachtoffers van de watersnood
een collecte gehouden die f 1209 opbracht. Dit be
drag betekent een gemiddelde per opvarende van
ruim f 12.
De bekende filmkunstenaar Hans Richter uit
New York heeft als „bescheiden blijk" van zyn op
recht medeleven met de slachtoffers van de storm
ramp aan onze redacteur A. van Domburg een be
drag van honderd gulden gezonden met het verzoek,
dit bedrag te sturen aan de instantie, die daarvoor in
aanmerking komt. Het bedrag is gestort op giro
nummer 9795.
hebben de Stichtingen voor Maatschap
pelijk Werk Brabant én Zeeland (het
eerste beter bekend als het Opbouw-
orgaan) vrijelijk kunnen putten voor de
eerst nodige hulpverlening.
Thans is men in een stadium gekomen,
waarin men kan zeggen, dat de eerste
nood is gelenigd. Wanneer echter straks
de evacué's naar huis terugkeren, zal
pas duidelijk blijken, wat en hoeveel er
precies nodig is. Daarom wil men de
tijd tussen nu en de re-evacuatie be
nutten om de ontvangen goederen vol
ledig te inventariseren en te registreren,
zodat, wanneer straks de aanvragen dei-
burgemeesters van de getroffen gemeen
ten binnenkomen, men gemakkelijk zal
kunnen bekijken, wat er is en waar het
is opgeslagen.
Daarvoor zullen centrale magazijnen
worden ingericht te Eindhoven, Hel
mond, Den Bosch, Tilburg, Dongen i
Rucphen. Hierheen zullen de goederen,
die thans elders zyn opgeslagen, worden
overgebracht. Uiteraard zullen alle
maatregelen worden genomen, die nodig
zyn om de goederen in goede staat te
behouden.
Een grove schifting is al gemaakt,
waaruij oruikbare en goede kleding ge
scheiden werd van dat, wat als lorren
kan worden aangemerkt. Men verwon
dert zich wel als men hoort, dat tot deze
laatste categorie ongeveer 40 pet. van
de ingekomen goederen behoort.
De totale individuele verzorging tus
sen de evacuatie en de re-evacuatie en
de individuele maatregelen berusten
thans bij de Provinciale Opbouworga
nen, die uiteraard deze taken weer de
legeren aan de particuliere en kerkelijke
organisaties. Zo wordt het advies van
het Opbouworgaan gevraagd over de
wenselijkheid of noodzakelijkheid van
de uitzending van gezinscolonnes en de
godsdienstige oriëntering van deze co
lonnes. Zo zijn er natuurlijk gemeen
ten, die gesteld zijn op principieel ka
tholieke of protestantse hulp. Met deze
mensen dient rekening gehouden te
worden.
De maatschappelijke werksters, ver
bonden aan de in de opbouworganen
vertegenwoordigde organisaties, zullen
ook bij de Opbouworganen rapporteren,
wanneer bijv. op sociale gronden ver
plaatsing van evacué's nodig is. Er zal
zeker naar gestreefd worden de eva
cué's alsnog zoveel mogelijk in een hun
vertrouwd milieu onder te brengen.
Op het ogenblik kan uiteraard nog
weinig gezegd worden over de herbouw
van de verwoeste woningen. Wel heb
ben wij de heer C. Lijnzaad, directeur
van de Stichting Zeeland, en de heer
A. Verdijk, directeur van het Opbouw
orgaan Brabant, horen verzuchten:
„Spaar ons voor weer nieuwe nood- en
standaardwoningen."
Het staat nu nog niet vast, hoe het
geld uit het Rampenfonds besteed zal
worden. Hopelijk zullen de getroffenen
zelf daarover de beschikking krijgen,
zodat zij naar eigen smaak en inzicht
hun inkopen zullen kunnen doen.
Tussen de beide genoemde stichtin
gen, voor Brabant en Zeeland bestaat
thans een zeer nauwe en goede samen
werking.
(Nadruk verboden]