Schoolsport mentaliteit moet eigen behouden Opportunisme ballet en Parijs keek naar mode uit twintiger jaren RUG EVEN BELANGRIJK ALS VOORZIJDE 4 Leraar M.O. gymnastiek behoort onderwijs sterk op te bouwen D I" O* Violist Henryk Szeryng gaf recital in Concertgebouw r AFGEZAKTE TAILLE, RONDE HALS week Tweeduizend jurken in één Hoofdlijnen van nieuwe mode Toenadering en aansluiting met „Sportwereld" wel gewenst Wilt Gij ONDERWIJZER worden? 1 9 I §111^ prospectus aan bij Engelse kroning beïnvloedt haute-couture D. H. SCHMULL AKKE R"TJ E S ZATERDAG 14 FEBRUARI .3953 HET PAROOL 7 (Van onze moderedactrice) Omvangrijk, p^jjg^ Februari De halfjaarlijkse Parijse mode- kermis draait weer. Op 1 Februari is de stroom van mode shows, waarop de haute-eouture huizen laten zien wat naar hun mening de vrouwen in het eerstkomende halfjaar, dus deze lente en zomer, zullen dragen, begonnen, en wekenlang flatteuszullen één-, soms tweemaal per dag in al deze huizen de t 7 mannequins de nieuwe collecties tonen. In één week tijd heb- ■6 Tl hoea ^en te uwen behoeve minstens twee duizend verschillende modellen bekeken en als wij nu moeten zeggen wat de nieuwe lijnen van Parijs zijn, dan aarzelen we even. doorzichtig, dwaas en van Fath L enige seizoenen achter elkaar wordt een poging gedaan, een mode te lanceren die herinne ringen opwekt aan die van de twintiger jaren: u weet wel, de tijd van rechte, korte hemdjurken, zonder taille, met een ronde hals, schou derbanden en een afgezakte ceintuur. En deze neiging, terug te keren naar de twintiger jaren, hebben wij ook nu weer bespeurd. Met één grote uitzondering: de rokken blijven vrij lang, 30 tot 32 cm van de grond. Maar de ceintuurs op de heupen, de verlaagde taillelijn, de mee dogenloze ronde decolleté's wij heb ben ze allemaal gezien. Maar wij hebben ook heel wat modellen gezien waarbij de taille precies op de goede plaats zat, wjj hebben flatteuze puntige decolleté's ontwaard, en wijde rokken. En wy; hebben geconstateerd, dat de man, die de onbetwiste koning is in de Parijse haute-couture, Christian Dior, niets wil weten van de lage taillelijn. Integendeel, hij bracht brede cein tuurs, die tot boven de taille reikten. Dit in tegenstelling met al zijn collega's, die een voorkeur aan de dag legden voor de ceintuur „en forme", de rond gesne den riem die bij de heupiyn aansluit, en waarvan de bovenste rand precies tot het middel komt. Of de lage taille dan toch weer terug komt? Voorspellingen op modegebied zijn altijd hachelijk, maar dit seizoen geven wij de lijn „twintiger jaren" nog niet veel kans. Hoogstens in de vorm van één of ander grappig, maar niet essentieel detail. Denkt u maar aan de martingale, de laag afhangende rug- ceintuur, die vorig jaar zo'n succes heeft gehad, ondanks het feit dat het denk beeld van een afgezakte taille de vrou wen nog altijd met afschuw vervult. Het modenieuwtje van deze winter, de stola, is volmaakt van het terrein ver dwenen,. behalve by de avondjurken. Nieuw is <le modekleur van dit seizoennl. beige dat grijs en marine blauw (maar niet het klassieke zwart) heeft verdrongen. Als u up to date wilt. zijn, moet u dit seizoen een beige tail leur dragen van tweed, hetzij een klas siek model of één met een los, vrij recht jasje- De schouders zyn misschien een ietsje breder geworden, maar niet veel. Drie kwart mouwen voor mantelpakjes zijn zeer modern. Naast de klassieke pakjes, die met een blouse gedragen worden, is de „robe-tailleur" opgedoken, een twee delig ensemble, waarvan het de bedoe ling is dat het zonder blouse, als een japon wordt gedragen. Deze „robes tailleur" hebben vaak een vrij diep decolleté, puntig of wat rond lo pend. Goudachtig beige Nu moet u niet zeggenbeige staat mij niet, want de beige tin ten die nu ge bracht worden, zijn warm, goud achtig en heel flatteus, en vooral als zij worden ge combineerd met roomachtig wit. iWit piqué en wit te organdie wor den heel veel gebruikt voor gar nering van man telpakjes: langs de kraag, maar ook als een smal randje uitstekend uit de manchet ten, of gelegd langs de onder kant of de randen van het jasje. De haute-cou ture heeft de ka toen en vooral de katoenen piqué ontdekt. Gebloem de piqué's worden gebruikt voor handschoenen, hoedjes, zomerse jurken en rokken. Maar niet al leen by katoen, ook by zijde zijn dit seizoen de imprimé's ongekend populair. Combinaties van blauw en groen, rood en groen, beige, wit en zwart geven aan het meestal vrij sobere kleurengamma van de Parijse haute-couture een ongekende fleurig heid. By de japonnen, en vooral bij de zijden japonnen, komt een ander ken merk van de nieuwe mode sterk tot uiting: de aandacht die aan de rug wordt besteed. Het is nog niet zo lang geleden dat de achterkant ook sterk de belangstelling had, en na een paar jaar verwaarloosd te zijn, is de achterzijde nu weer minstens even belangrijk als de voorzijde. Dat komt op allerlei manieren tot OTlgeEVOOTlCli uiting: by Givenchy b.v., doordat een japon van voren heel hoog was, maar in de rug diep gedecolleteerd. By tal van anderen blousden de lijfjes royaal over de rok heen: soms, zoals by de bijzonder excentrieke collectie van Balanciaga, als poging om de taille naar beneden te brengen, maar vaker alleen om het accent op de rug te doen vallen. Maar meestal profiteerden de rokken van de aandacht, die aan de achterkant werd besteed. Een rok, recht van voren, krijgt aan de achterkant een reep van ingezette plissée's, soms zo omvangrijk, dat de indruk wordt gewekt dat er een onderkleed onder de japon wordt gedra gen. Ruimte in de achterzijde van de rok wordt op allerlei r#anieren aange bracht, soms van. de taille uit, soms lager beginnend. Stroken Het verst op dit gebied was wel Jean Dessès, wiens collectie herinneringen opwekte aan de mode van de laatste jaren van de negentiende eeuw: u weet wel, de tijd van de queu de Paris. Voor een smalle strook hele fijne plissée's werd een massa stof gebruikt Een heel bescheiden strikje vestigde nog even de aandaeht op de achterzijde. Tal van japonnen, van eenvoudige modellen voor de dag tot zeer geklede cocktailgewaden hadden een rok, die van voren glad was en even wü1 maar die van achteren met een groot aantal stroken, onder elkaar geplaatst, was versierd. En er waren modellen met grote strikken, waaronder best een queu-tje verstopt had kunnen zyn U ziet, er is eigenlijk niet één Paryse mode. Er zijn een heleboel verschillende lijnen. En de kopers KLEUREN: beige, wit, zwart, grijs, marine en... imprimé's. STOFFENTweed, alpacca, bedrukte katoen, vooral piqué, zijden impri mé's. SCHOUDERS: Lijken een ietsje breder te worden, met laag inge zette mouwen. MOUWEN: driekwart, zelfs vaak by hoogzomerjurken. TAILLE: Vrij laag, soms vry sterk, maar vaak vrijwel niet gemar keerd. MANTELPAKKEN: Naast de klas sieke modellen veel losse jasjes, vry sluik sluitend om de heupen. De robe-tailleur is vry diep gede colleteerd. HALSUITSNIJDING: gepronon ceerd, hetzij rond of puntig. Blou- sende ruggen, veel plissée's, rokken met ruimte van achteren. DRAPERIEëN: overal, op het lijfje, dwars op de rok, in de lengte, maar meest bescheiden van omvang. Bettina, de koningin van Parijse mannequins Rose strohoed, van Svend) een rood leren band, een rose roos voorspellen de lente 7| /TOET de spelbeoefening op de scholen 1VJ. aansluiten op de sportwereld der vol wassenenf VIEHIER een vraag, die werd gesteld op de kortelings gehouden conferentie, geor ganiseerd door de Stichting „Opvoeding en Lichamelijke Oefening" en waarbij 25 vakleer krachten uit rijks- en gemeente-inspecties, rijksconsulenten, opleiders der opleidingsinstituten en leerkrach ten aan de middelbare en lagere scholen aanwezig waren. EEN belangrijke vraag, nu steeds meer jonge competitiespelers de middel bare scholen gaan bevolken en dik- wyis de lichaams-oefeningen op de school met wat minachting bekijken, omdat het in niets overeenkomst ver toont met datgene, waarin z\j hun be vrediging vinden op de athletiekbaan of op het sportveld. Het is ook een belang rijke vraag in verband met het opmer kelijke feit, dat er betrekkelijk weinigen uit de wereld der gymnastiekleraren uit de wedstrydsport tevoorschijn komen. De weinigen, die In hun jonge jaren aan overbezet door hun bemoeienissen als trainer van een of andere sportbond, zo dat men enkele jaren geleden ertoe is overgegaan, om het instituut van sport- instructeurs in het leven te roepen, waarbij gespecialiseerde wedstrydathle- ten van allerlei sporten na een tweejari ge opleiding hun cjiploma kunnen beha len als trainer of instructeur buiten schoolverband. DEZE betrekkelyke onbekendheid van de gymnastiekleraar met de wed strijdsportwereld verklaart het feit, dat er over de gehele linie van een wel overwogen aansluiting van de school- o naar de wedstrydsport weinig sprake is. wedstrydsport hebben deelgenomen, zjjn Waar dg eng groep zioh volkomen af_ zijdig houdt van welke sportbeoefening ook, en zich richt op een mengsel van gymnastiek en een soort spel met een reglementatie, die niets gemeen heeft met de internationale reglementering der sportspelen, is er een andere groep leraren, die zich hals over kop in de Sport met een grote S storten, en hun schoolploegen africhten, alleen, omdat hun leerlingen het zo graag willen. I wederzijdse waardering moet zyn voor de mogelijkheden tot vorming in beide gebieden. Bijeenraapsel In de wedstrydsport is hier geen spra ke van: afgezien van enkele „overkoepe lende organen" is de wedstrydsportwe- reld een bijeenraapsel van allerlei gespe cificeerde lichaams-oefeningen, waarbij zelfs de gelijktijdige beoefening van meer sporten door velen als een na deel wordt gezien en er zeker geen spra ke is van een organisch verband met de cultuurwereld, waardoor bijvoorbeeld de volslagen onbekendheid van de sport man met alles, wat naar volksdans zweemt overslaat in diepe minachting... Het is vanuit dit organisch verband met andere levensgebieden, dat de leraar van een middelbare school zyn onder wys moet opbouwen. Hij kan dit doen door het organiseren van schooltournooien, waarby ook ande- Vraag dan zo spoedig mogelijk een HILVERSUM (Bekende schriftclljka cursus "zuilen ten slotte uitmaken, wat van dit alles nu „mo de" wordt. Die ko pers zyn op het ogenblik de inko- pers van de con fectie die uit alle landen van de we reld naar Parijs zijn gekomen. Zy zitten overal, bij de internationale beroemdheden, en h hij de jonge, pas n beginnende huizen. Zy werken on der hoogspanning, want een Parijs model is kostbaar, en iedere vergis sing kost veel geld. «cfiool" ongeëvenaarde su Staatsexamen voor Onderwijzer. Zeer goede opleidingen zijn ook: H.B.S., Staatsexamen Gymnasium en Mulo» dan 10 jaar heelt onze „Schriftelijke Kweek- leder Jaar jlagen tientallen cursisten voor het EZE onbekendheid is een gevaar. Men kent niét de mentaliteit van de sportwereld; men weet niet het kaf van het koren in de oefentechniek en wedstrijdtactiek te scheiden en zo ziet men soms, dat leraren zich niet wape nen tegen de instelling, die funest kan zyn voor een schooljongen. Men is niet eens in staat een keus te maken uit al hetgeen zich aandient vanuit de wereld van de sport. Zo kon het enkele jaren geleden voor komen, dat een basketballteam van een der Amsterdamse middelbare scholen ter voorbereiding voor het FAMOS- kersttournooi op verzoek van de le raar werd getraind door een wedstrijd speler, die zeer goed was in het aanleren van allerlei trucjes, maar niet het spel als opvoedend element voor een jongen in zijn puberteitsjaren kende. De leraar, die de sportwereld uit eigen 'efrvaxAig kent, weet, dat de mentaliteit in deze wereld nu eenmaal zeer veel ver schilt van die, welke op de school moet heersen. Dit behoeft niet dadelijk een ne gatieve beoordeling in te houden voor de wedstrijd- en competitiesport in het al gemeen. Men kan slechts constateren, dat het element van de vergelijking en de factor van het resultaat in deze we reld veel meer op de voorgrond staan als in de schoolsportbeoefening. Men kan ook ervaren, dat de sport op de scholen een organisch onderdeel moet zijn van het gehele onderwijs en dat er een hecht contact moet zyn tussen de gymnastiek leraren en de docenten van de parate kennis-vakken, en dat er vooral een iülllllllllllllllllinillllllllllllllllllllllll En het zullen, ten slotte dood gewone vrou wen zijn, u en ik, die uit veelheid ideeën (Van onze dansmedewerker) S Amsterdam werkelijk de stad met de meeste dansliefhebbers? Wordt Amsterdam als culturele hoofdstad steeds behoed door vèr-ziende bestuurderen, die een „systeem" de veten te verkiezen boven „personen", van en betere toekomst boven een bevredi- 'end heden? Dan zal Amsterdam snel die Ira- n de bres moeten springen voor eigen rilS brengt, zul- maar bovenal voor nationale dans- |Pn kïPZPTi Want 'elan=en- Ei=en' omdat anders straks de icu jueaeu. tv au», gemeente Den Haag, in samenwerking Parijs kan wel met het departement van O., K. W., bevelen, maar Zij <le gelukkige eigenaresse blijkt van het wordt lang niet altijd gehoor zaamd. De strijd om de lage taille heeft Parijs nog steeds niet ge wonnen! Muziek en dans in het buitenland voor de slachtoffers In de grote Casinozaal te Bern geeft het Stedelijk Orkest onder leiding van Alexander Krannhals een concert ten bate van de slachtoffers van de waters nood. Op het programma staan werken van Beethoven en Brahms. Rranz Josef Hirt is solist in Schumanns piano concert. Voor het zelfde doel treedt het Spaanse danspaar, Susanna Andeoud en José Udaeta 22 Februari in de grote zaal van Stockholms Concertgebouw op. Aan deze avond verleend de tenor Jussi Bjorling zyn medewerking. De Wiener Saengerknaben zullen de baten van hun concerten, die zij begin April ln Nederland zullen geven, be stemmen voor het Rampenfonds. „Alma Musica" speelde in Parijs voor Rampenfonds (Van onze kunstredactie) Reeds op 1 Februari trad het instru mentaal sextet „Alma Musica" ten bate van de slachtoffers van de watersnood in Parijs op. Het speelde daar ten huize van de Nederlandse ambassadeur voor het corps diplomatique, en het stond daarby zijn gehele honorarium ten bate van het Rampenfonds af. Duitse filmproducent Froelich overleden In West-Berlijn Is, naar U.P. meldt, op 77-jarige leeftijd overleden de Duitse filmproducent Carl Froèlich. Hy begon in 1904 zyn carrière als cameraman en bracht ln 1929 zyn eerste productie uit, „Die Nacht gehort uns". die te vens de eerste Duitse geluidsfilm was. Tot zijn bekendste films behoren o.a. „Trairmulus", „Madchen in Uniform" en „Es war eine rauschende Ball- nacht". Kunst in kort bestek In de Haagse Kumsteaal Plaats wordt 14 Februari een tenitoonstelitog geopend vara schilderijen van Jam van Herwijnen cm tekeruimigen van Ddirflc Vis. Het Neder lands Volkstoneel heeft Arthur Laurents' Schooi der Dapperen (Home of the Braves) onder regie vam Jack Dlixora 1m etmdile genomen. De schilder Kees Verwey expo seert vam 14 Februari tot 1 April rijm werk lm het Stedelijk Museum Het Primsenlhiof te Delft Prams Vroons is uiiibgeraod'ligd op 22 em 24 Maart in Rouibadx (Noord- Framlkirijik) de „Faust" te ringen. De Schevemimgise Kiurzaadcomcertem zullen in de periode vam half Juli tot half September geleld worden door Josef Krips Willem vam ODterloo, Mario Rossi em Antal Donati. De schilder A. van der Boon uit Rolde exposeert zijn werk te Assen. De entree gelden voor deze expositie en de baten van de verkoop z\jn voor het Rampenfonds. enige erkende ballet: nationaal, omdat door een dergelijk tot monopolie ver heven overheidsballet zeer directe ont wikkelingsmogelijkheden voor onze danskunst worden afgesneden, en boven dien de poging tot een betere vorm van subsidie in de kiem wordt gesmoord. Zoals wy enige tijd geleden in deze kolommen berichtten, bestaan er (nog maar!) twee stromingen ten aanzien van de danssubsidie. De opportunistische gedachtengang zegt: er is momenteel één goed ballet, Gaskell, dat tot elke prijs gesteund moet worden, voor welke steun slechts één bedrag werkelijk vast staat: de halve ton, die op de begroting van O., K. en W. is goedgekeurd. Bin nen is binnen; Iaat het Rijk dat geld dus maar rechtstreeks aan één groep geven, het nationaal ballet, leze Gaskell. En als er dan óók nog zoiets als een Neder lands Balletcentrum moet wezen, over eenkomstig de plannen van het Prins Bemhard Fonds, dan moet dat maar ge spekt worden door wat er eventueel van de grote gemeenten of van andere bron nen loskomt. BINNEN is binnen, inderdaad. Doch niemand schijnt zich er bij deze dachtengang om te bekommeren'of niet slechts Gaskell. maar ook onze danskunst als zodanig een behoorlijke levenskans krijgt. Een opportunistische gedachtengang dus_ en nog kortzichtig bovendien. Want de gemeente Den Haag, die by haar culturele opbloei toch al moeilijk kan verduwen dat de Opera „Amsterdams" is, zal zich vast niet de kans laten ontgaan om dan op zijn minst de zetel van een nationaal ballet te worden. Daar had zij vorig jaar ver geefs 70.000 voor over, en heeft zij dit jaar 30.000 pro memorie voor staan. Dertigduizend gulden, die gz- deeltelijk beschikbaar zouden zijn voor de centrale pot van een Nederlands Balletcentrum, dat er nu wel koud van zal blijven. Evenals van de mogelijke Rotterdamse bijdrage. Want indien Den Haag zich een eigen ballet „koopt", waarom zou de Maasstad dan haar reeds bestaande en inderdaad inheemse Ballet Ensemble van Netty van der Valk niet steunen? Dat geeft niet, zeggen de opportunis ten, want als Den Haag inderdaad deze weg zou volgen, zou Gaskell toch min stens vijftig plus dertig=tachtigdulzend gulden krijgen. En waarsphyniijk méér, omdat Amsterdam een dergelijk natio naal ballet per hoofdstedelijke voorstel ling zou moeten subsidiëren, gelyk Den Haag de Opera. Zóu moeten, mis schien, ware het niet dat er voor Am sterdam te zwaarwegende nadelen aan deze situatie zouden blijken te kleven. Omdat Amsterdam, percentueel zowel als in absolute cijfers, verreweg de grootste ballet-,.markt" heeft, en der halve méér voorstellingen zou kunnen afnemen dan Den Haag zelf. Omdat Amsterdam dan een dure Opera zonder eigen ballet zou bezitten. Een opera, die in zyn balletbehoefte voorzien zou moe ten worden vanuit Den Haag, met alle organisatorische en geldelijke proble men die dit za! meebrengen. Omdat Amsterdam zo zyn voor de danskunst uitgetrokken geld dus efficiënter in een Operaballet zou kunnen steken. Waar mee dan de laatste grote subsidiebron voor een Nederlands Balletcentrum zou komen te vervallen, en derhalve dit hele project onmogelijk zou worden. Ter wille van de „zekerheid" (en van departementale stokpaardjes) schept de opportunistische gedachtengang dus een constructie, die aan de werkelijke dans- kunst weinig mogelykheden tot een vrije ontwikkeling zou laten. Want een rechtstreeks door de overheid gesteund ballet betekent in de practijk ook recht streekse overheidsbemoeiing. Te begin nen bij de kascontróle en eindigend by artistieke zaken, zoals onze toneelwereld of de Sticusa duidelijk hebben aange toond. En al zal er wellicht ten departe- mente minstens één hoge ambtenaar zijn, die dit persoonlijk wil ontkennen: de overheid als zodanig is toch nimmer bevoegd op artistiek terrein. Zomin om een ballet te stichten als om het te be stieren. Terwijl een dergelijk gemonopo liseerd ballet bovendien de zakelijke levenskansen zou afsnijden van al wat in de toekomst aan nieuwe artistieke in zichten zou willen opbloeien, gelyk het nü zou doden wat nog bestaat. Balletcentrum rpEGENOVER dit opportunisme staat dus het plan voor een Nederlands Balletcentrum. Een plan, waar ook de Federatie van Danskunstenaars blij kens haar jongste memorandum veel 1c. Want zulk een i zakelijk bestuur, en met een zo veelzijdig mogelijk college van artistieke deskundigen, zou los van elk lokaal-patriotisme (en dus met meer oog voor algemeen-nationale be langen) de danskunst kunnen behoeden. Als onpartijdig gedelegeerde namens rijk, gemeenten en andere geldgevers, zou het een gezamenlijk fonds ten goede kunnen doen komen aan de dans als Hjkunst; aan de opleiding allereerst; |fÜ;aan de daarvoor in aanmerking komen de groep of groepen in de tweede plaats; en zekerlijk ook, met een vast bedrag per jaar, aan de experimenten, die zo noodzakelijk zyn om een kunst telkens fris bloed te bezorgen. Bovendien zou zulk een onafhankelijk Balletcentrum kunnen trachten by de danskunst een nieuwe subsidie-vorm in te voeren, waarby de kloof tussen kun stenaar en publiek niet meer overbrugd wordt via de artist (tekortendekking), maar via de toeschouwer (voorstellings toeslag). Een systeem, waarby de tel kens voor een periode van bv. drie jaar tot de grabbelton toegelaten groep of groepen haar steun in volledige vrijheid „verdienen" per optreden, per bespeelde zaal dus, en in tarief variërend naar ge lang van de plaats, de artistieke aard, en het risico van de voorstelling (vrij of uitkoop). Met uiteraard een stevig werk- voorschot bij de aanvang van het sei zoen. En met de winst van een gezonde artistieke concurrentie, omdat de best- gesubsidieerde voorstellingen ook slechts met de beste prestatie veroverd kunnen worden. Een concurrentie, die zich ook zal doen voelen indien er maar één groep tot de grabbelton wordt toegelaten, leze Gaskell, die dan uit het gezamenlijk fonds van Rijk en grote gemeenten minstens dezelfde tachtigduizend gulden zou ver werven als waarin het Haagse plan voor haar voorriet. Immers, zelfs al zou dus Gaskell dan nog zou de prikkel bestaan om niet slechts de beste te zijn, maar dit ook te blijven. Uit eigen kracht, en niet als door de overheid gehandhaafd monopolie, met alle risico van verstarring dat daar aan vastzit. Want van jaar tot jaar zou het Balletcentrum andere groepen arti stiek waardig kunnen bevinden om uit de ton te komen meegrabbelen. En na drie jaar zou ook Gaskells eigen toe lating opnieuw op artistieke mérites moeten worden bekeken. VAN Den Haag mag men geen plei dooi voor dit systeem verwachten; daarvoor zyn de eigen belangen te groot. Ook het departement zal weinig neiging vertonen om zyn schone idee van een „eigen" ballet te laten varen. Slechts Amsterdam zou zulk een waar lijk Nationaal Balletcentrum kunnen verdedigen. Op goede gronden. Omdat het een vér-reikend en gezond systeem is, tot voorbeeld voor andere kunsten. Omdat het zich niet vastlegt op toeval lige huidige representanten van onze danskunst. Omdat het, voor direct, aan één groep minstens gelijke steun garan deert als in de opportunistische gedach tengang. Omdat het minder risico voor de Opera betekent. Omdat het de subsi die bevrijdt van overheidsinmenging zo goed als van lokaal-patriotïsch gehar rewar. En bovenal omdat het voorziet in experimenten en opleiding. Een oplei ding die te Amsterdam, tussen Toneel school en Conservatorium, beter bediend zou worden dan wéér ook. - door directeur Algemene Maatschappij Voor Jongeren) re terreinen dan de sport aan bod ko men, zoals dit heden ten dage wordt ge demonstreerd in allerlei scholieren-ont moetingen overal in het land en waarop het Amsterdamse FAMOS-kersttournooi met 1400 deelnemers en bijna 17.000 toe schouwers veertien jaren geleden pio niersarbeid verrichtte. Hij kan dit doen, door zijn onderwijs te infiltreren met een geestesgesteldheid, waarvan de leerling merkt, dat zij gericht is op schoolbeïn- vloeding als geheel en zowel elementen uit het klassieke onderwys als uit de exacte vakken te pas brengen in het on derwijs der lichaamsoefeningen. Hier ligt een volkomen nieuw terrein, dat nauwelijks is betreden, en waarbij slechts enkele leraren al experimente rend hun geïsoleerde weg gaan. Hij kan dit vooral doen, door niet alleen gym nastiekleraar te zijn, doch ook néast zijn les-uren op de school met zijn leerlingen op te trekken op schooltochten, geduren de schoolavonden en overal, waar hij zich als vriend en „mede-scholier" laat kennen, zodat er een vertrouwen ont staat, dat een voedingsbodem kan zijn voor nauwer contact. Vreemde plaats Want het gymnastïek-onderwijs op de scholen heeft een ietwat wonderlij ke plaats, die nooit nauwkeurig werd omschreven, omdat er in het verband van het gehele Nederlandse onderwys geen vaste lijn werd aangegeven in het verleden, noch in de huidige constella tie van de regerings-apparatuur. Er is geen vaste hand vanuit het Departe ment van O., K. en W., die de licha melijke opvoeding op de scholen voert naar de plaats, waar zij behoort te staan: daar, waar een prachtige gele genheid voor persoonlijkheidsvorming en het verkrijgen van een gezond lichaam voor 't grijpen liggen. Voor lopig worden er nog cyfers gegeven voor de gymnastiek. Er zijn zelfs leer krachten, die repetities in rekturnen geven, en de prestaties van hun leer- lingen beoordelen met min- of plus tekensEr is nog geen handwijzing van boven af, waarin de schoolgym- nastiek, het spel en de sport voor iedere leerkracht bindend is. Voorlopig rijn er slechts beraadslagingen der goedwillende leerkrachten onderling; er is een inspectie voor de lichamelijke opvoeding bij de afd. vorming buiten schoolverband, die geen invloed mag uitoefenen op de lichamelijke opvoe ding op de middelbare scholen, omdat dit ressorteert onder een andere afde ling van hetzelfde departement, terwijl nog ergens anders de lichamelijke op voeding van de lagere school is opge borgen. Wij zien dus het wonderlijke verschijnsel, dat de sport buiten schoolverband met meer zorg wordt omgeven, dan die binnen de school! Endat de subsidiëring van de res pectieve opleidingsinstituten daar mede gelijke tred houdt. Invloed ,NDERTUSSEN wordt de invloed van de wedstrijdsportwereld ook in de middelbare schoolwereld merkbaar. Het zijn niet altijd de excessen, die bin nensluipen in de vorm van het deelne men aan „voetbal-pools" of zoals in andere landen reeds te doen gebruikelijk is het verkopen van tips voor de paardenrennen. Het zijn ook de invloe den in het beoefenen van de sport zelf: de wijze, waarop het spel wordt ge speeld. Voor het eerst in de veertien jaren, dat het FAMOS-kersttournooi wordt georganiseerd, werd door ver schillende ploegen bij het basketball het spel deskundig „bevroren", zodra zij en kele punten voorstonden. Waar vroeger gedurende de uiterst korte tijd, die deze wedstrijden duren, met de grootste fel heid werd gespeeld, weten deze jonge spelers zich nu te beheersen, en het spel „lam te leggen"; zonder risico's samen te spelen en daardoor de essentie van het spel vooral voor hun leeftijd van een ander karakter te voorzien. Hier is dan een aspect van het spel, dat in de wereld van de „volwassen"- sport thuishoort, en dat door competitie spelers de schoolwereld werd ingebracht. Het trainen van schoolploegen vraagt een voortdurende aandacht van de leer kracht, om deze aspecten niet te doen overwegen tijdens een levensperiode, waarby het spelen een ongedwongen zaak moet zyn en niet een berekende strategie, waarbij het intellect over weegt. Wanmeer men zich dus afvraagt, of hel spelen op de school een aansluiting moet geven op „de sport met een grote S", dan bedenke men, dat de schoolsport te allen tijde een mentaliteit zal moeten behouden, en dat deze mentaliteit niet aansluit bij die van de sportwereld daar buiten. Het is echter zeer zeker mogelijk om de sport in het algemeen met dezelf de reglementering toe te passendoch dan moet de interpretatie van deze re- gels door middel van een geschikt ge maakte tactiek aansluiten op de menta liteit van de middelbare school. Voor de lagere school zal men in vele gevallen zelfs andere regels moeten gebruiken Van de sportwereld uit kan ech ter ook een aansluiting plaats vinden met de jeugdsport. Er wordt in vele bonden serieus ge streefd naar een speciale leiding zowel van de ploegen, als van de wedstrijden. Streven, dat lof waardig is, en daardoor een goede aansluiting mogelijk maakt. Indien er eens wat meer contact kwam tussen de jeugdleiders der sportbonden en de leraren der middelbare scholen, dan zou de overgang van schoolsport naar wedstrijdsport zich op een natuur lijke wijze kunnen voltrekken. (Advertentie) moe, huiverig Misschien voorboden van een griep. Doe er iets tegen: neem een "AKKERTJ'EV: In korte tijd voelt U zich weer fit/jv..,,. /te/pen direct Clara Haskil soliste in Grote Zaal I "\AT Henryk Szeryng een uitmuntend violist Is. wist men reeds enige ogenblikken nadat hy zyn recital gisteravond in de Kleine Zaal van Am sterdams Concertgebouw begonnen was. Zeker, een uitmuntend instrumentalist, met een gave techniek, een edele zingen de toonvorming en een voortvarende hartstochtelijkheid. Ik weet wel: een zo vrye manier van spelen als waarmee hij Vdtali's Chacon ne vertolkte, past kwalijk bij deze mu ziek. Maar violistisch hoorde men een prestatie van de eerste rang, en ik meen zelfs dat dit stuk alleen zó nog te ge nieten is. Zonder deze nogal romantische bravoure vind ik het maar een saaii geval. In Bachs derde solosuite kon men beter over Szeryngs kunstenaarsschap oorde len, en hier bleek, dat hij toch wel over stijdgevoel beschikt, maar (nog?) ndet over de rijpheid om dit grandioze stuk diepte te verlenen. Oppervlakkig is Szeryngs spel zeker niet, daarvoor bezit het teveel eerlijke emotionaliteit. Veeleer ls hier sprake dunkt my van een kunstenaar, die in de ban van zijn instrument verkeert, en daardoor nog; tezeer aan het ambachte lijke gebonden is. Na de pauze hoorde ik nog een korte sonate van Manuel M. Ponce: een leven dig stuk vol muzikanteske brille, maar zonder veel inhoud. Tasso Janopoulo, de vroegere begeleider van Thibaud, zorg de voor accompagnementen. die de ver dienste hadden het vioolspel te volgen, maar die verder zo grof van expressie en door een overvloedig pedaalgebruik zo grauw waren, dat een brij van klan ken het gevolg was. MEER heb ik van dit recital niet kun nen bijwonen, want in de Grote Zaal wilde Ik iets horen van het concert, dat het Utrechts Stedelijk Or kest voor de Kunstkring gaf. Soliste was hier Clara Haskil in Mozarts piano concert in Es (KV 271). en haar ver tolking van dit dramatische stuk was wie had het anders verwacht van een zeldzame ontroeringskracht en be toverende dichterlijkheid. Problemen van opvattin? en stijl vallen bij dit grote kunstenaarschap geheel weg voor wie zoals ik in de ban raken van dit bovenaardse dienende hér-scheppen. Hupperts en zyn orkest zorgden voor een mooi sluitende orkestpartij, maar zij kwamen pas goed op dreef na de pauze in drie fragmenten uit Francks Psyché en vooral ln Strawlnsky's Vuur vogel-suite, waarin men de klankpracht van deze partituur op bewonderens waardige wyze gerealiseerd hoordfc. Hupperts kreeg terecht een na* drukkeltjke ovatie in ontvangst te nemen. LEX VAN DELDEI® De Gelderse gemeente Zaltbommel hetf% op de begroting 1053 een subsidie uitge trokken voor het Brabants Orkest, dat jaarlijks ln de gemeente medewerking ver leent aan de uitvoering van het Matthaeiuj Passion.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4