Schoolsport
mentaliteit
moet eigen
behouden
Opportunisme
ballet
en
Parijs keek naar mode
uit twintiger jaren
RUG EVEN BELANGRIJK
ALS
VOORZIJDE
4
Leraar M.O. gymnastiek
behoort
onderwijs sterk
op te bouwen
D
I"
O*
Violist Henryk Szeryng gaf
recital in Concertgebouw
r
AFGEZAKTE TAILLE, RONDE HALS
week
Tweeduizend jurken in één
Hoofdlijnen van
nieuwe mode
Toenadering en
aansluiting met
„Sportwereld"
wel gewenst
Wilt Gij ONDERWIJZER worden?
1 9 I §111^ prospectus aan bij
Engelse kroning
beïnvloedt
haute-couture
D. H. SCHMULL
AKKE R"TJ E S
ZATERDAG 14 FEBRUARI .3953
HET PAROOL
7
(Van onze moderedactrice)
Omvangrijk, p^jjg^ Februari De halfjaarlijkse Parijse mode-
kermis draait weer. Op 1 Februari is de stroom van mode
shows, waarop de haute-eouture huizen laten zien wat naar
hun mening de vrouwen in het eerstkomende halfjaar, dus
deze lente en zomer, zullen dragen, begonnen, en wekenlang
flatteuszullen één-, soms tweemaal per dag in al deze huizen de
t 7 mannequins de nieuwe collecties tonen. In één week tijd heb-
■6 Tl hoea ^en te uwen behoeve minstens twee duizend verschillende
modellen bekeken en als wij nu moeten zeggen wat de
nieuwe lijnen van Parijs zijn, dan aarzelen we even.
doorzichtig,
dwaas en
van
Fath
L enige seizoenen achter elkaar
wordt een poging gedaan, een
mode te lanceren die herinne
ringen opwekt aan die van de
twintiger jaren: u weet wel, de
tijd van rechte, korte hemdjurken,
zonder taille, met een ronde hals, schou
derbanden en een afgezakte ceintuur.
En deze neiging, terug te keren naar de
twintiger jaren, hebben wij ook nu weer
bespeurd. Met één grote uitzondering:
de rokken blijven vrij lang, 30 tot 32 cm
van de grond. Maar de ceintuurs op de
heupen, de verlaagde taillelijn, de mee
dogenloze ronde decolleté's wij heb
ben ze allemaal gezien.
Maar wij hebben ook heel wat
modellen gezien waarbij de taille
precies op de goede plaats zat, wjj
hebben flatteuze puntige decolleté's
ontwaard, en wijde rokken. En wy;
hebben geconstateerd, dat de man,
die de onbetwiste koning is in de
Parijse haute-couture, Christian Dior,
niets wil weten van de lage taillelijn.
Integendeel, hij bracht brede cein
tuurs, die tot boven de taille reikten.
Dit in tegenstelling met al zijn collega's,
die een voorkeur aan de dag legden voor
de ceintuur „en forme", de rond gesne
den riem die bij de heupiyn aansluit, en
waarvan de bovenste rand precies tot
het middel komt.
Of de lage taille dan toch weer terug
komt? Voorspellingen op modegebied
zijn altijd hachelijk, maar dit seizoen
geven wij de lijn „twintiger jaren" nog
niet veel kans. Hoogstens in de vorm
van één of ander grappig, maar niet
essentieel detail. Denkt u maar aan de
martingale, de laag afhangende rug-
ceintuur, die vorig jaar zo'n succes heeft
gehad, ondanks het feit dat het denk
beeld van een afgezakte taille de vrou
wen nog altijd met afschuw vervult.
Het modenieuwtje van deze winter, de
stola, is volmaakt van het terrein ver
dwenen,. behalve by de avondjurken.
Nieuw is <le modekleur van dit
seizoennl. beige dat grijs en marine
blauw (maar niet het klassieke zwart)
heeft verdrongen. Als u up to date wilt.
zijn, moet u dit seizoen een beige tail
leur dragen van tweed, hetzij een klas
siek model of één met een los, vrij recht
jasje-
De schouders zyn misschien een ietsje
breder geworden, maar niet veel. Drie
kwart mouwen voor mantelpakjes zijn
zeer modern. Naast de klassieke pakjes,
die met een blouse gedragen worden, is
de „robe-tailleur" opgedoken, een twee
delig ensemble, waarvan het de bedoe
ling is dat het zonder blouse, als een
japon wordt gedragen. Deze „robes
tailleur" hebben
vaak een vrij diep
decolleté, puntig
of wat rond lo
pend.
Goudachtig
beige
Nu moet u niet
zeggenbeige
staat mij niet,
want de beige tin
ten die nu ge
bracht worden,
zijn warm, goud
achtig en heel
flatteus, en vooral
als zij worden ge
combineerd met
roomachtig wit.
iWit piqué en wit
te organdie wor
den heel veel
gebruikt voor gar
nering van man
telpakjes: langs
de kraag, maar
ook als een smal
randje uitstekend
uit de manchet
ten, of gelegd
langs de onder
kant of de randen
van het jasje.
De haute-cou
ture heeft de ka
toen en vooral de
katoenen piqué
ontdekt. Gebloem
de piqué's worden
gebruikt voor
handschoenen,
hoedjes, zomerse
jurken en rokken.
Maar niet al
leen by katoen,
ook by zijde zijn dit seizoen de imprimé's
ongekend populair. Combinaties van
blauw en groen, rood en groen, beige,
wit en zwart geven aan het meestal vrij
sobere kleurengamma van de Parijse
haute-couture een ongekende fleurig
heid.
By de japonnen, en vooral bij de
zijden japonnen, komt een ander ken
merk van de nieuwe mode sterk tot
uiting: de aandacht die aan de rug
wordt besteed. Het is nog niet zo lang
geleden dat de achterkant ook sterk de
belangstelling had, en na een paar jaar
verwaarloosd te zijn, is de achterzijde
nu weer minstens even belangrijk als
de voorzijde.
Dat komt op allerlei manieren tot OTlgeEVOOTlCli
uiting: by Givenchy b.v., doordat een
japon van voren heel hoog was, maar
in de rug diep gedecolleteerd. By tal
van anderen blousden de lijfjes royaal
over de rok heen: soms, zoals by de
bijzonder excentrieke collectie van
Balanciaga, als poging om de taille
naar beneden te brengen, maar vaker
alleen om het accent op de rug te doen
vallen.
Maar meestal profiteerden de rokken
van de aandacht, die aan de achterkant
werd besteed. Een rok, recht van voren,
krijgt aan de achterkant een reep van
ingezette plissée's, soms zo omvangrijk,
dat de indruk wordt gewekt dat er een
onderkleed onder de japon wordt gedra
gen. Ruimte in de achterzijde van de
rok wordt op allerlei r#anieren aange
bracht, soms van. de taille uit, soms
lager beginnend.
Stroken
Het verst op dit gebied was wel Jean
Dessès, wiens collectie herinneringen
opwekte aan de mode van de laatste
jaren van de negentiende eeuw: u weet
wel, de tijd van de queu de Paris. Voor
een smalle strook hele fijne plissée's
werd een massa stof gebruikt Een heel
bescheiden strikje vestigde nog even de
aandaeht op de achterzijde.
Tal van japonnen, van eenvoudige
modellen voor de dag tot zeer geklede
cocktailgewaden hadden een rok, die van
voren glad was en even wü1
maar die van achteren met een groot
aantal stroken, onder elkaar geplaatst,
was versierd. En er waren modellen met
grote strikken, waaronder best een
queu-tje verstopt had kunnen zyn
U ziet, er is eigenlijk niet één Paryse
mode. Er zijn een heleboel verschillende
lijnen. En de kopers
KLEUREN: beige, wit, zwart, grijs,
marine en... imprimé's.
STOFFENTweed, alpacca, bedrukte
katoen, vooral piqué, zijden impri
mé's.
SCHOUDERS: Lijken een ietsje
breder te worden, met laag inge
zette mouwen.
MOUWEN: driekwart, zelfs vaak by
hoogzomerjurken.
TAILLE: Vrij laag, soms vry sterk,
maar vaak vrijwel niet gemar
keerd.
MANTELPAKKEN: Naast de klas
sieke modellen veel losse jasjes,
vry sluik sluitend om de heupen.
De robe-tailleur is vry diep gede
colleteerd.
HALSUITSNIJDING: gepronon
ceerd, hetzij rond of puntig. Blou-
sende ruggen, veel plissée's, rokken
met ruimte van achteren.
DRAPERIEëN: overal, op het lijfje,
dwars op de rok, in de lengte, maar
meest bescheiden van omvang.
Bettina, de
koningin
van Parijse
mannequins
Rose strohoed,
van Svend)
een rood leren
band, een
rose roos
voorspellen
de lente
7| /TOET de spelbeoefening op de scholen
1VJ. aansluiten op de sportwereld der vol
wassenenf
VIEHIER een vraag, die werd gesteld op de
kortelings gehouden conferentie, geor
ganiseerd door de Stichting „Opvoeding en
Lichamelijke Oefening" en waarbij 25 vakleer
krachten uit rijks- en gemeente-inspecties,
rijksconsulenten, opleiders der
opleidingsinstituten en leerkrach
ten aan de middelbare en lagere
scholen aanwezig waren.
EEN belangrijke vraag, nu steeds meer
jonge competitiespelers de middel
bare scholen gaan bevolken en dik-
wyis de lichaams-oefeningen op de
school met wat minachting bekijken,
omdat het in niets overeenkomst ver
toont met datgene, waarin z\j hun be
vrediging vinden op de athletiekbaan of
op het sportveld. Het is ook een belang
rijke vraag in verband met het opmer
kelijke feit, dat er betrekkelijk weinigen
uit de wereld der gymnastiekleraren uit
de wedstrydsport tevoorschijn komen.
De weinigen, die In hun jonge jaren aan
overbezet door hun bemoeienissen als
trainer van een of andere sportbond, zo
dat men enkele jaren geleden ertoe is
overgegaan, om het instituut van sport-
instructeurs in het leven te roepen,
waarbij gespecialiseerde wedstrydathle-
ten van allerlei sporten na een tweejari
ge opleiding hun cjiploma kunnen beha
len als trainer of instructeur buiten
schoolverband.
DEZE betrekkelyke onbekendheid van
de gymnastiekleraar met de wed
strijdsportwereld verklaart het feit,
dat er over de gehele linie van een wel
overwogen aansluiting van de school-
o naar de wedstrydsport weinig sprake is.
wedstrydsport hebben deelgenomen, zjjn Waar dg eng groep zioh volkomen af_
zijdig houdt van welke sportbeoefening
ook, en zich richt op een mengsel van gymnastiek en een soort spel met een
reglementatie, die niets gemeen heeft met de internationale reglementering der
sportspelen, is er een andere groep leraren, die zich hals over kop in de Sport met
een grote S storten, en hun schoolploegen africhten, alleen, omdat hun leerlingen
het zo graag willen.
I wederzijdse waardering moet zyn voor
de mogelijkheden tot vorming in beide
gebieden.
Bijeenraapsel
In de wedstrydsport is hier geen spra
ke van: afgezien van enkele „overkoepe
lende organen" is de wedstrydsportwe-
reld een bijeenraapsel van allerlei gespe
cificeerde lichaams-oefeningen, waarbij
zelfs de gelijktijdige beoefening van
meer sporten door velen als een na
deel wordt gezien en er zeker geen spra
ke is van een organisch verband met de
cultuurwereld, waardoor bijvoorbeeld de
volslagen onbekendheid van de sport
man met alles, wat naar volksdans
zweemt overslaat in diepe minachting...
Het is vanuit dit organisch verband
met andere levensgebieden, dat de leraar
van een middelbare school zyn onder
wys moet opbouwen.
Hij kan dit doen door het organiseren
van schooltournooien, waarby ook ande-
Vraag dan zo spoedig mogelijk een
HILVERSUM (Bekende schriftclljka cursus
"zuilen ten slotte
uitmaken, wat van
dit alles nu „mo
de" wordt. Die ko
pers zyn op het
ogenblik de inko-
pers van de con
fectie die uit alle
landen van de we
reld naar Parijs
zijn gekomen. Zy
zitten overal, bij
de internationale
beroemdheden, en h
hij de jonge, pas n
beginnende huizen.
Zy werken on
der hoogspanning,
want een Parijs
model is kostbaar,
en iedere vergis
sing kost veel geld.
«cfiool" ongeëvenaarde su
Staatsexamen voor Onderwijzer.
Zeer goede opleidingen zijn ook: H.B.S., Staatsexamen Gymnasium en Mulo»
dan 10 jaar heelt onze „Schriftelijke Kweek-
leder Jaar jlagen tientallen cursisten voor het
EZE onbekendheid is een gevaar. Men
kent niét de mentaliteit van de
sportwereld; men weet niet het kaf
van het koren in de oefentechniek en
wedstrijdtactiek te scheiden en zo ziet
men soms, dat leraren zich niet wape
nen tegen de instelling, die funest kan
zyn voor een schooljongen. Men is niet
eens in staat een keus te maken uit al
hetgeen zich aandient vanuit de wereld
van de sport.
Zo kon het enkele jaren geleden voor
komen, dat een basketballteam van een
der Amsterdamse middelbare scholen
ter voorbereiding voor het FAMOS-
kersttournooi op verzoek van de le
raar werd getraind door een wedstrijd
speler, die zeer goed was in het aanleren
van allerlei trucjes, maar niet het spel
als opvoedend element voor een jongen
in zijn puberteitsjaren kende.
De leraar, die de sportwereld uit eigen
'efrvaxAig kent, weet, dat de mentaliteit
in deze wereld nu eenmaal zeer veel ver
schilt van die, welke op de school moet
heersen. Dit behoeft niet dadelijk een ne
gatieve beoordeling in te houden voor de
wedstrijd- en competitiesport in het al
gemeen. Men kan slechts constateren,
dat het element van de vergelijking en
de factor van het resultaat in deze we
reld veel meer op de voorgrond staan als
in de schoolsportbeoefening. Men kan
ook ervaren, dat de sport op de scholen
een organisch onderdeel moet zijn van
het gehele onderwijs en dat er een hecht
contact moet zyn tussen de gymnastiek
leraren en de docenten van de parate
kennis-vakken, en dat er vooral een
iülllllllllllllllllinillllllllllllllllllllllll
En het zullen,
ten slotte dood
gewone vrou
wen zijn, u en
ik, die uit
veelheid
ideeën
(Van onze dansmedewerker)
S Amsterdam werkelijk de stad met
de meeste dansliefhebbers? Wordt
Amsterdam als culturele hoofdstad
steeds behoed door vèr-ziende
bestuurderen, die een „systeem"
de veten te verkiezen boven „personen",
van en betere toekomst boven een bevredi-
'end heden? Dan zal Amsterdam snel
die Ira- n de bres moeten springen voor eigen
rilS brengt, zul- maar bovenal voor nationale dans-
|Pn kïPZPTi Want 'elan=en- Ei=en' omdat anders straks de
icu jueaeu. tv au», gemeente Den Haag, in samenwerking
Parijs kan wel met het departement van O., K. W.,
bevelen, maar Zij <le gelukkige eigenaresse blijkt van het
wordt lang niet
altijd gehoor
zaamd. De strijd
om de lage taille
heeft Parijs nog
steeds niet ge
wonnen!
Muziek en dans in het
buitenland voor de
slachtoffers
In de grote Casinozaal te Bern geeft
het Stedelijk Orkest onder leiding van
Alexander Krannhals een concert ten
bate van de slachtoffers van de waters
nood. Op het programma staan werken
van Beethoven en Brahms. Rranz Josef
Hirt is solist in Schumanns piano
concert.
Voor het zelfde doel treedt het
Spaanse danspaar, Susanna Andeoud en
José Udaeta 22 Februari in de grote
zaal van Stockholms Concertgebouw op.
Aan deze avond verleend de tenor Jussi
Bjorling zyn medewerking.
De Wiener Saengerknaben zullen de
baten van hun concerten, die zij begin
April ln Nederland zullen geven, be
stemmen voor het Rampenfonds.
„Alma Musica" speelde in
Parijs voor Rampenfonds
(Van onze kunstredactie)
Reeds op 1 Februari trad het instru
mentaal sextet „Alma Musica" ten bate
van de slachtoffers van de watersnood
in Parijs op. Het speelde daar ten huize
van de Nederlandse ambassadeur voor
het corps diplomatique, en het stond
daarby zijn gehele honorarium ten bate
van het Rampenfonds af.
Duitse filmproducent
Froelich overleden
In West-Berlijn Is, naar U.P. meldt,
op 77-jarige leeftijd overleden de Duitse
filmproducent Carl Froèlich. Hy begon
in 1904 zyn carrière als cameraman en
bracht ln 1929 zyn eerste productie
uit, „Die Nacht gehort uns". die te
vens de eerste Duitse geluidsfilm was.
Tot zijn bekendste films behoren o.a.
„Trairmulus", „Madchen in Uniform"
en „Es war eine rauschende Ball-
nacht".
Kunst in kort bestek
In de Haagse Kumsteaal Plaats wordt
14 Februari een tenitoonstelitog geopend
vara schilderijen van Jam van Herwijnen
cm tekeruimigen van Ddirflc Vis. Het Neder
lands Volkstoneel heeft Arthur Laurents'
Schooi der Dapperen (Home of the Braves)
onder regie vam Jack Dlixora 1m etmdile
genomen. De schilder Kees Verwey expo
seert vam 14 Februari tot 1 April rijm werk
lm het Stedelijk Museum Het Primsenlhiof
te Delft Prams Vroons is uiiibgeraod'ligd op
22 em 24 Maart in Rouibadx (Noord-
Framlkirijik) de „Faust" te ringen. De
Schevemimgise Kiurzaadcomcertem zullen in
de periode vam half Juli tot half September
geleld worden door Josef Krips Willem
vam ODterloo, Mario Rossi em Antal Donati.
De schilder A. van der Boon uit Rolde
exposeert zijn werk te Assen. De entree
gelden voor deze expositie en de baten van
de verkoop z\jn voor het Rampenfonds.
enige erkende ballet: nationaal, omdat
door een dergelijk tot monopolie ver
heven overheidsballet zeer directe ont
wikkelingsmogelijkheden voor onze
danskunst worden afgesneden, en boven
dien de poging tot een betere vorm van
subsidie in de kiem wordt gesmoord.
Zoals wy enige tijd geleden in deze
kolommen berichtten, bestaan er (nog
maar!) twee stromingen ten aanzien
van de danssubsidie. De opportunistische
gedachtengang zegt: er is momenteel
één goed ballet, Gaskell, dat tot elke
prijs gesteund moet worden, voor welke
steun slechts één bedrag werkelijk vast
staat: de halve ton, die op de begroting
van O., K. en W. is goedgekeurd. Bin
nen is binnen; Iaat het Rijk dat geld dus
maar rechtstreeks aan één groep geven,
het nationaal ballet, leze Gaskell. En als
er dan óók nog zoiets als een Neder
lands Balletcentrum moet wezen, over
eenkomstig de plannen van het Prins
Bemhard Fonds, dan moet dat maar ge
spekt worden door wat er eventueel van
de grote gemeenten of van andere bron
nen loskomt.
BINNEN is binnen, inderdaad. Doch
niemand schijnt zich er bij deze
dachtengang om te bekommeren'of
niet slechts Gaskell. maar ook onze
danskunst als zodanig een behoorlijke
levenskans krijgt. Een opportunistische
gedachtengang dus_ en nog kortzichtig
bovendien. Want de gemeente Den
Haag, die by haar culturele opbloei toch
al moeilijk kan verduwen dat de Opera
„Amsterdams" is, zal zich vast niet de
kans laten ontgaan om dan op zijn
minst de zetel van een nationaal ballet
te worden. Daar had zij vorig jaar ver
geefs 70.000 voor over, en heeft zij
dit jaar 30.000 pro memorie voor
staan. Dertigduizend gulden, die gz-
deeltelijk beschikbaar zouden zijn voor
de centrale pot van een Nederlands
Balletcentrum, dat er nu wel koud van
zal blijven. Evenals van de mogelijke
Rotterdamse bijdrage. Want indien Den
Haag zich een eigen ballet „koopt",
waarom zou de Maasstad dan haar
reeds bestaande en inderdaad inheemse
Ballet Ensemble van Netty van der
Valk niet steunen?
Dat geeft niet, zeggen de opportunis
ten, want als Den Haag inderdaad deze
weg zou volgen, zou Gaskell toch min
stens vijftig plus dertig=tachtigdulzend
gulden krijgen. En waarsphyniijk méér,
omdat Amsterdam een dergelijk natio
naal ballet per hoofdstedelijke voorstel
ling zou moeten subsidiëren, gelyk Den
Haag de Opera. Zóu moeten, mis
schien, ware het niet dat er voor Am
sterdam te zwaarwegende nadelen aan
deze situatie zouden blijken te kleven.
Omdat Amsterdam, percentueel zowel
als in absolute cijfers, verreweg de
grootste ballet-,.markt" heeft, en der
halve méér voorstellingen zou kunnen
afnemen dan Den Haag zelf. Omdat
Amsterdam dan een dure Opera zonder
eigen ballet zou bezitten. Een opera, die
in zyn balletbehoefte voorzien zou moe
ten worden vanuit Den Haag, met alle
organisatorische en geldelijke proble
men die dit za! meebrengen. Omdat
Amsterdam zo zyn voor de danskunst
uitgetrokken geld dus efficiënter in een
Operaballet zou kunnen steken. Waar
mee dan de laatste grote subsidiebron
voor een Nederlands Balletcentrum zou
komen te vervallen, en derhalve dit
hele project onmogelijk zou worden.
Ter wille van de „zekerheid" (en van
departementale stokpaardjes) schept de
opportunistische gedachtengang dus een
constructie, die aan de werkelijke dans-
kunst weinig mogelykheden tot een
vrije ontwikkeling zou laten. Want een
rechtstreeks door de overheid gesteund
ballet betekent in de practijk ook recht
streekse overheidsbemoeiing. Te begin
nen bij de kascontróle en eindigend by
artistieke zaken, zoals onze toneelwereld
of de Sticusa duidelijk hebben aange
toond. En al zal er wellicht ten departe-
mente minstens één hoge ambtenaar
zijn, die dit persoonlijk wil ontkennen:
de overheid als zodanig is toch nimmer
bevoegd op artistiek terrein. Zomin om
een ballet te stichten als om het te be
stieren. Terwijl een dergelijk gemonopo
liseerd ballet bovendien de zakelijke
levenskansen zou afsnijden van al wat in
de toekomst aan nieuwe artistieke in
zichten zou willen opbloeien, gelyk het
nü zou doden wat nog bestaat.
Balletcentrum
rpEGENOVER dit opportunisme staat
dus het plan voor een Nederlands
Balletcentrum. Een plan, waar ook
de Federatie van Danskunstenaars blij
kens haar jongste memorandum veel
1c. Want zulk een
i zakelijk bestuur,
en met een zo veelzijdig mogelijk college
van artistieke deskundigen, zou los van
elk lokaal-patriotisme (en dus met
meer oog voor algemeen-nationale be
langen) de danskunst kunnen behoeden.
Als onpartijdig gedelegeerde namens
rijk, gemeenten en andere geldgevers,
zou het een gezamenlijk fonds ten goede
kunnen doen komen aan de dans als
Hjkunst; aan de opleiding allereerst;
|fÜ;aan de daarvoor in aanmerking komen
de groep of groepen in de tweede plaats;
en zekerlijk ook, met een vast bedrag
per jaar, aan de experimenten, die zo
noodzakelijk zyn om een kunst telkens
fris bloed te bezorgen.
Bovendien zou zulk een onafhankelijk
Balletcentrum kunnen trachten by de
danskunst een nieuwe subsidie-vorm in
te voeren, waarby de kloof tussen kun
stenaar en publiek niet meer overbrugd
wordt via de artist (tekortendekking),
maar via de toeschouwer (voorstellings
toeslag). Een systeem, waarby de tel
kens voor een periode van bv. drie jaar
tot de grabbelton toegelaten groep of
groepen haar steun in volledige vrijheid
„verdienen" per optreden, per bespeelde
zaal dus, en in tarief variërend naar ge
lang van de plaats, de artistieke aard,
en het risico van de voorstelling (vrij of
uitkoop). Met uiteraard een stevig werk-
voorschot bij de aanvang van het sei
zoen. En met de winst van een gezonde
artistieke concurrentie, omdat de best-
gesubsidieerde voorstellingen ook slechts
met de beste prestatie veroverd kunnen
worden. Een concurrentie, die zich ook
zal doen voelen indien er maar één groep
tot de grabbelton wordt toegelaten, leze
Gaskell, die dan uit het gezamenlijk fonds
van Rijk en grote gemeenten minstens
dezelfde tachtigduizend gulden zou ver
werven als waarin het Haagse plan voor
haar voorriet.
Immers, zelfs al zou dus Gaskell
dan nog zou de prikkel bestaan om niet
slechts de beste te zijn, maar dit ook te
blijven. Uit eigen kracht, en niet als
door de overheid gehandhaafd monopolie,
met alle risico van verstarring dat daar
aan vastzit. Want van jaar tot jaar zou
het Balletcentrum andere groepen arti
stiek waardig kunnen bevinden om uit
de ton te komen meegrabbelen. En na
drie jaar zou ook Gaskells eigen toe
lating opnieuw op artistieke mérites
moeten worden bekeken.
VAN Den Haag mag men geen plei
dooi voor dit systeem verwachten;
daarvoor zyn de eigen belangen te
groot. Ook het departement zal weinig
neiging vertonen om zyn schone idee
van een „eigen" ballet te laten varen.
Slechts Amsterdam zou zulk een waar
lijk Nationaal Balletcentrum kunnen
verdedigen. Op goede gronden. Omdat
het een vér-reikend en gezond systeem
is, tot voorbeeld voor andere kunsten.
Omdat het zich niet vastlegt op toeval
lige huidige representanten van onze
danskunst. Omdat het, voor direct, aan
één groep minstens gelijke steun garan
deert als in de opportunistische gedach
tengang. Omdat het minder risico voor
de Opera betekent. Omdat het de subsi
die bevrijdt van overheidsinmenging zo
goed als van lokaal-patriotïsch gehar
rewar. En bovenal omdat het voorziet in
experimenten en opleiding. Een oplei
ding die te Amsterdam, tussen Toneel
school en Conservatorium, beter bediend
zou worden dan wéér ook.
- door
directeur Algemene
Maatschappij Voor Jongeren)
re terreinen dan de sport aan bod ko
men, zoals dit heden ten dage wordt ge
demonstreerd in allerlei scholieren-ont
moetingen overal in het land en waarop
het Amsterdamse FAMOS-kersttournooi
met 1400 deelnemers en bijna 17.000 toe
schouwers veertien jaren geleden pio
niersarbeid verrichtte. Hij kan dit doen,
door zijn onderwijs te infiltreren met een
geestesgesteldheid, waarvan de leerling
merkt, dat zij gericht is op schoolbeïn-
vloeding als geheel en zowel elementen
uit het klassieke onderwys als uit de
exacte vakken te pas brengen in het on
derwijs der lichaamsoefeningen. Hier
ligt een volkomen nieuw terrein, dat
nauwelijks is betreden, en waarbij
slechts enkele leraren al experimente
rend hun geïsoleerde weg gaan. Hij kan
dit vooral doen, door niet alleen gym
nastiekleraar te zijn, doch ook néast zijn
les-uren op de school met zijn leerlingen
op te trekken op schooltochten, geduren
de schoolavonden en overal, waar hij
zich als vriend en „mede-scholier" laat
kennen, zodat er een vertrouwen ont
staat, dat een voedingsbodem kan zijn
voor nauwer contact.
Vreemde plaats
Want het gymnastïek-onderwijs op
de scholen heeft een ietwat wonderlij
ke plaats, die nooit nauwkeurig werd
omschreven, omdat er in het verband
van het gehele Nederlandse onderwys
geen vaste lijn werd aangegeven in het
verleden, noch in de huidige constella
tie van de regerings-apparatuur. Er is
geen vaste hand vanuit het Departe
ment van O., K. en W., die de licha
melijke opvoeding op de scholen voert
naar de plaats, waar zij behoort te
staan: daar, waar een prachtige gele
genheid voor persoonlijkheidsvorming
en het verkrijgen van een gezond
lichaam voor 't grijpen liggen. Voor
lopig worden er nog cyfers gegeven
voor de gymnastiek. Er zijn zelfs leer
krachten, die repetities in rekturnen
geven, en de prestaties van hun leer-
lingen beoordelen met min- of plus
tekensEr is nog geen handwijzing
van boven af, waarin de schoolgym-
nastiek, het spel en de sport voor
iedere leerkracht bindend is. Voorlopig
rijn er slechts beraadslagingen der
goedwillende leerkrachten onderling;
er is een inspectie voor de lichamelijke
opvoeding bij de afd. vorming buiten
schoolverband, die geen invloed mag
uitoefenen op de lichamelijke opvoe
ding op de middelbare scholen, omdat
dit ressorteert onder een andere afde
ling van hetzelfde departement, terwijl
nog ergens anders de lichamelijke op
voeding van de lagere school is opge
borgen. Wij zien dus het wonderlijke
verschijnsel, dat de sport buiten
schoolverband met meer zorg wordt
omgeven, dan die binnen de school!
Endat de subsidiëring van de res
pectieve opleidingsinstituten daar
mede gelijke tred houdt.
Invloed
,NDERTUSSEN wordt de invloed van
de wedstrijdsportwereld ook in de
middelbare schoolwereld merkbaar.
Het zijn niet altijd de excessen, die bin
nensluipen in de vorm van het deelne
men aan „voetbal-pools" of zoals in
andere landen reeds te doen gebruikelijk
is het verkopen van tips voor de
paardenrennen. Het zijn ook de invloe
den in het beoefenen van de sport zelf:
de wijze, waarop het spel wordt ge
speeld. Voor het eerst in de veertien
jaren, dat het FAMOS-kersttournooi
wordt georganiseerd, werd door ver
schillende ploegen bij het basketball het
spel deskundig „bevroren", zodra zij en
kele punten voorstonden. Waar vroeger
gedurende de uiterst korte tijd, die deze
wedstrijden duren, met de grootste fel
heid werd gespeeld, weten deze jonge
spelers zich nu te beheersen, en het spel
„lam te leggen"; zonder risico's samen
te spelen en daardoor de essentie van
het spel vooral voor hun leeftijd
van een ander karakter te voorzien.
Hier is dan een aspect van het spel,
dat in de wereld van de „volwassen"-
sport thuishoort, en dat door competitie
spelers de schoolwereld werd ingebracht.
Het trainen van schoolploegen vraagt
een voortdurende aandacht van de leer
kracht, om deze aspecten niet te doen
overwegen tijdens een levensperiode,
waarby het spelen een ongedwongen
zaak moet zyn en niet een berekende
strategie, waarbij het intellect over
weegt.
Wanmeer men zich dus afvraagt, of
hel spelen op de school een aansluiting
moet geven op „de sport met een grote
S", dan bedenke men, dat de schoolsport
te allen tijde een mentaliteit zal moeten
behouden, en dat deze mentaliteit niet
aansluit bij die van de sportwereld daar
buiten. Het is echter zeer zeker mogelijk
om de sport in het algemeen met dezelf
de reglementering toe te passendoch
dan moet de interpretatie van deze re-
gels door middel van een geschikt ge
maakte tactiek aansluiten op de menta
liteit van de middelbare school. Voor de
lagere school zal men in vele gevallen
zelfs andere regels moeten gebruiken
Van de sportwereld uit kan ech
ter ook een aansluiting plaats
vinden met de jeugdsport. Er
wordt in vele bonden serieus ge
streefd naar een speciale leiding
zowel van de ploegen, als van de
wedstrijden. Streven, dat lof
waardig is, en daardoor een goede
aansluiting mogelijk maakt.
Indien er eens wat meer contact
kwam tussen de jeugdleiders der
sportbonden en de leraren der
middelbare scholen, dan zou de
overgang van schoolsport naar
wedstrijdsport zich op een natuur
lijke wijze kunnen voltrekken.
(Advertentie)
moe, huiverig
Misschien voorboden van een griep. Doe
er iets tegen: neem een "AKKERTJ'EV:
In korte tijd voelt U zich weer fit/jv..,,.
/te/pen direct
Clara Haskil soliste
in Grote Zaal
I "\AT Henryk Szeryng een uitmuntend
violist Is. wist men reeds enige
ogenblikken nadat hy zyn recital
gisteravond in de Kleine Zaal van Am
sterdams Concertgebouw begonnen was.
Zeker, een uitmuntend instrumentalist,
met een gave techniek, een edele zingen
de toonvorming en een voortvarende
hartstochtelijkheid.
Ik weet wel: een zo vrye manier van
spelen als waarmee hij Vdtali's Chacon
ne vertolkte, past kwalijk bij deze mu
ziek. Maar violistisch hoorde men een
prestatie van de eerste rang, en ik meen
zelfs dat dit stuk alleen zó nog te ge
nieten is. Zonder deze nogal romantische
bravoure vind ik het maar een saaii geval.
In Bachs derde solosuite kon men beter
over Szeryngs kunstenaarsschap oorde
len, en hier bleek, dat hij toch wel over
stijdgevoel beschikt, maar (nog?) ndet
over de rijpheid om dit grandioze stuk
diepte te verlenen.
Oppervlakkig is Szeryngs spel zeker
niet, daarvoor bezit het teveel eerlijke
emotionaliteit. Veeleer ls hier sprake
dunkt my van een kunstenaar, die in
de ban van zijn instrument verkeert, en
daardoor nog; tezeer aan het ambachte
lijke gebonden is.
Na de pauze hoorde ik nog een korte
sonate van Manuel M. Ponce: een leven
dig stuk vol muzikanteske brille, maar
zonder veel inhoud. Tasso Janopoulo, de
vroegere begeleider van Thibaud, zorg
de voor accompagnementen. die de ver
dienste hadden het vioolspel te volgen,
maar die verder zo grof van expressie
en door een overvloedig pedaalgebruik
zo grauw waren, dat een brij van klan
ken het gevolg was.
MEER heb ik van dit recital niet kun
nen bijwonen, want in de Grote
Zaal wilde Ik iets horen van het
concert, dat het Utrechts Stedelijk Or
kest voor de Kunstkring gaf. Soliste
was hier Clara Haskil in Mozarts piano
concert in Es (KV 271). en haar ver
tolking van dit dramatische stuk was
wie had het anders verwacht van
een zeldzame ontroeringskracht en be
toverende dichterlijkheid. Problemen
van opvattin? en stijl vallen bij dit
grote kunstenaarschap geheel weg voor
wie zoals ik in de ban raken van
dit bovenaardse dienende hér-scheppen.
Hupperts en zyn orkest zorgden voor
een mooi sluitende orkestpartij, maar
zij kwamen pas goed op dreef na de
pauze in drie fragmenten uit Francks
Psyché en vooral ln Strawlnsky's Vuur
vogel-suite, waarin men de klankpracht
van deze partituur op bewonderens
waardige wyze gerealiseerd hoordfc.
Hupperts kreeg terecht een na*
drukkeltjke ovatie in ontvangst te
nemen.
LEX VAN DELDEI®
De Gelderse gemeente Zaltbommel hetf%
op de begroting 1053 een subsidie uitge
trokken voor het Brabants Orkest, dat
jaarlijks ln de gemeente medewerking ver
leent aan de uitvoering van het Matthaeiuj
Passion.