FIAT VERLOREN GEBOREN Aziatische socialisten gingen in Rangoon hun eigen weg SCHAAKPARTIJ MET VERANTWOORDING Mannekracht en vrouweschoon 1900 Revolutionnair en - zo nodig - ongrondwettelij k door Parijse boekenwereld gaf steun aan watersnood slachtoffers Ondeugdzaamheid als broodwinning NIEUWS op het witte doek 6 HET PAROOL ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 EEN SCHITTERENDE GLANS IN EEN WIP! (Van een medewerker) Ondanks het feit dat de Westers georiënteerde Socialistische Inter nationale een van haar prominentste woordvoerders, namelijk Attlee, als afgevaardigde naar de Aziatische socialistische conferentie te Rangoon had gestuurd, was zijn overredingskracht niet voldoende om de Aziaten er toe te brengen, lid van de SI te worden. Met algemene stemmen besloten zij een onafhankelijke organisatie in het leven te roepen. Deze Aziatische Socialistische Conferentie zal op elk gebied contact opnemen met de SI en verder zal zij nauwere betrekkingen aanknopen met de socialistische partijen in de gehele wereld, de Com munistische Liga van Joegoslavië inbegrepen. Maar het zal een afzon derlijk orgaan zijn met een eigen bureau, eigen secretariaat en eigen conferenties. Een Indische Socialist vertelde me, wegingen". alsmede op^het beroep van dat de gedelegeerden zeer goed beseften 3 -- --- -- - aan welke binnenlandse druk zowel op politiek als op economisch gebied Attlee en de andere Europese socialisten zijn blootgesteld. Derhalve, zo zei hij waren de Aziaten genoodzaakt deze ge. legenheid om een tegenwicht te vormen, volledig uit te buiten. Het waren niet alleen de debatten over koloniale onderwerpen die verschil van inzicht tussen de Oosterse en Wes telijke socialisten aan het licht brachten. Het Westen bekommert zich in de eerste rlaats om de problemen van de v e r d i n g. verklaarde Asoka Metha van India. Maar de Aziatische volken, „die gebukt gaan onder de algemene armoe de". kunnen geen kapitaal bijeenbrengen. Vandaar worden zij voornamelijk in be slag genomen door de problemen van voortbrenging en ontwikkeling. In de resolutie over „Gemeenschappelijke Aziatische Problemen" constateren de godelegeerden „het gebrek aan een ge meenschappelijk denken en doorzicht" in Azië en spreken de beschuldiging uit, dat „een belangrijk deel van de politici aandringt op ingrijpende hervormingen, maar zelf in strijd met hun uitlatingen handelen. Hun opmerkingen zijn radi caal, maar hun daden conservatief." Slechts een gemeenschappelijke socialis tische gedachte kan teleurstelling voor komen en leiden t< vooruitgang. In deze resolutie wordt verder nog gezegd dat, hoewel de democratische en nivellerende tendenzen en prestaties van het Europese socialisme de bewondering van Azië hebben gewekt, het Aziatische socialisme revolutionnair in plaats van evolutionnair, en zo nodig ongrondwet telijk moet zijn. Het is bekend dat de Indonesische delegatie, die te maken heeft met een concrete dreiging van de guerilla-strijders, bandieten en fanatieke .Moslims, in eigen land niet zeer ingeno men was met de term „ongrondwette lijk zelfs in de geweldloze betekenis, cue Gandhi er aan heeft gegeven. Compromis De resolutie welke betrekking had op „Azae en de wereldvrede" vertoonde alle Z** een veelomvatttend compro- tussen de groep van de „derde +en de westers georiënteerden, n .Attlëp en de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Siarett (Kregen. Na aanvaarding van de resolutie wezen de Indische afgevaardigden, die volhielden dat hun positie als derde macht ondanks het feit dit niet met even zoveel woorden was gezegd was gehandhaafd, op de gemeenschappelijke veroordeling van het kapitalisme en de door Moskou geïnspireerde „vredesbe- decentralisatie van economische en poli tieke macht en productie. Sutan Sjahrir, de eerste premier van Indonesië, hield een inleiding over „Na tionalisme en Internationalisme", welke een hoogtepunt was \an de overladen agenda. Kjj hield zieli bezig met de vraag: Zal het Aziatische nationalisme dat tot dusverre een progressieve rol heeft gespeeld by de bevryding van de volkeren, een democratische of een im perialistische macht worden? De gedelegeerden die in Rangoon wa-1 ren verzameld, zullen natuurlijk op deze vraag antwoorden dat alleen een breed- ongezette socialisatie in Azië in staat zal j zijn elke neiging naar nationalistische expansie onschadelijk, te maken en dat het derhalve van hun welslagen of falen in de diverse landen zal afhangen of in de nabije toekomst bet economische im perialisme zich van de Europese hoofd steden zal verplaatsen naar, bij voor beeld de grote steden op het Indische continent óf dat alle vormen van econo mische penetratie van buiten af werke lijk tot het verleden behoren. Verdubbel de glans en de levensduur van uw schoenen met KIWI Donkerbruin Middelbruin Lichtbruin Blauw Oxbloed Kleurloos Mahonie de conferentie op de ALZiaten, de verde ling van de wereld in twee machtsgroe pen tegen te houden. Maar de resolutie j bevatte ook zinsneden die aanzienlijk af weken van de beginselen die de „derde macht"-groep aanhangt. In de reso lutie werd namelijk geconstateerd, dat de bijdrage van Azïe tot het behoud van de wereldvrede niet noodzakelijkls gelegen in toetreding tot enig militair beveiligingsstelsel, maar voornamelijk in pogingen om zich zelf sterker te maken. Hoewel men zonder veel overdrijving zou kunnen zeggen dat op deze belang rijke socialistische conferentie, de bedrei- eine van Azië door Moskou steeds op de achtergrond aanwezig was, kan men met evenveel juistheid opmerken, dat de zuurdesem van Gandhi's gedachten en filosofie was overgebracht door de Indi sche delegatie en zich deed gelden. Dit was vooral te merken aan de aandacht welke werd geschonken aan de ellende waarin de Aziatische boer verkeert, en verder aan de resolutie over de econo mische ontwikkeling van Azië. De con ferentie legde niet alleen nadruk op ge leide economie, socialisatie en verbeterde omstandigheden, maar ook op de Mr. O. U. der Wets: Ik zie geen oplossing voor het opbergen van mijn duizend en één artikelen. Mr. F. I. Sjent: Neem een voor de hand Hggende oplossing: Neem een „Lundia"-magazijn- lnrlchtlng. Demonteerbaar en verstelbaar: dus daardoor effi ciënt. LUNDIA VARSSEVELD (GLD.) TELEFOON 256 Vraag onze grote catalogus BU het zoeken naar een schaakpartij, geschikt voor publicatie en analyse, zijn overwegingen in het geding die verband houden met kwaliteit, nut, aotualiteit, reputaties, curiositeit smaak. Soms is in een geheel tournooi geen enkele krachtmeting goed genoeg om de collectie, waarvan zij deel uit maakt te vertegenwoordigen. Maar er zijn ook obscure partijen, die dank zij de een of andere pointe, staat kunnen maken op publieke belangstelling. Deze reis kwam lk op zoek naar ma teriaal bijvoorbeeld het volgende staaltje tegen uit een wedstrijd in Joegoslavië. Wit: Maric. Zwart: Tot. 1. e2e4, e7—e5. 2. f2—f4, d7do, 3. e4Xd5, c7 c6, 4. Ddle2, c6Xd5. 5. De2Xe5t, Lf8—e7, 6. Lfl—b5t, Pb8—c6, 7. Pgl —f3, PgS—f6, 8. De5e2, 0—0 9. d2— d4, Le7b4t, 10. Kei—dl, Tf8—e8, 11. De2fl, Lc8—g4, 12. c2—c3, Lb4—d6, 13. h2—h3. Lg4—f5, 14. g2—g4, Lf5— e4, 15. Till—<h2, Dd8—aö, 16. Lb5—d3, Le4Xf3f, 17. DflXf3, Pc6Xd4, 18. c3X d4, Te8—elf, 19. Kdlc2. TelXclt, 20. Kc2 X cil, Da5elt, 21. Df3—dl, TaS c8f, 22. Ld3c2, Ld6Xf4f, 23. Th2— d2, Del—e3 24. Pbl—c3, Lf4—h6, 25. a2—a4, Tc8Xc3, 26. b2Xc3, De3Xc3, 27. Kclbt, Lh6 X d2 28. Tala2, Ld2—«3, 29. Ddld3. Pf6—e4, 30. Ta2—a3, Dc3—b4f, 31. Kbl—a2, Le3X d4, 32. Dd3b5, Db4Xb5 33. a4Xbö. Pe4G31, 34. Ka2—b3, Pc3Xb5, 35. Ta3a5, Pb5c7, wit geeft hot op. Niet onaardig, ofschoon 4. De2 en 9. d4 ons gevoel beledigen, om met Lasker te spreken. Maar vier of vijf partijen later kwam het volgende geval opda gen, dat zich voor enige weken in het Hcogoventournooi laad voorgedaan. Wit: G. H. Trott. Zwart: N. Rosso- limo. 1. e2—e4, d7—d6, 2. d2—d4, g7— g6, 3. c2—c4, Lf8g'7, 4. g2—g3, Pb8— c-6 5, d4d5, Po6d4, 6. Lfl—g2, c7 c5, 7. Pblc3. a7—a6, 8. a2—a4, Dd8 b6, 9. Tal—a3. PgS—f6, 10., h2—li3, Db6!b1, 11. Ddl—«33, Pfö-f—o 7, 12 f2 —f4, Pd4—b3, 13. Kei—dl, Pd7—b6'l4, Lg2—fl, Lc8—d7, 15. Thl—h2. Dat was nu toch wel merkwaardig: alweer deze geïmproviseerde vijftiende zet als een soort consequentie van Kei dl. Toch was het geval weer geen analyse waard om de eenvoudige reden, dat wit al gevoegelijk had kunnen capi- GOETHE heeft eens gezegd, dat zijn beste invallen van de zetter stamden, wiens vergissingen in zijn werk hij als origineler en leerzamer toevoegingen be schouwde dan hij zelf had kunnen vei-zinnen. Zo her- innert veel in de poëzie van onze jongste „experimen tele dichters mij aan zetterscapriolen. Ik verdenk iemand als Lucebert er van, dat hij zetfouten, die hy bij de correctie ontdekt (als hij tenminste zoiets ouderwets als het ver beteren van drukproeven beoefent) soms laat staan en aan de andere kant moeite heeft zorgvuldig beraamde fouten tegen het koeler inzicht der zetters in te handhaven. Ik vraag mij b.v.^af wie verantwoordelijk ïs voor de volgende fi - onlangs ,IVeel lachen als rook omgeeft de krachtige zwemmer Die tussen de dakens spartelt" De opmerkzame lezer, enigszins gewend aan Luceberts beeldenwereld, weet dat de dichter oorspronkelijk „lakens" bedoelde, maar dat de associatie met „daken" hém evenmin onwelkom was. Ofschoon hij ergens anders meedeelt „Niet gaan we spieken bij goethe", hoop ik toch dat hij in dit geval het Goetheaanse voorschrift heeft gevolgd, want de gedachte dat iemand opzettelijk zulke infantiele prutserijtjes heeft zitten construeren ïs onplezierig. Overigens is Lucebert het prototype van een onmaat schappelijk, zich pathologisch voordoend dichter in de traditie van Rimbaud en de surrealisten. De experimentelen worden gewoonlijk boos als men zegt dat hun methode niet nieuw is en ais verwijt mag een dergelijke vaststelling inder daad niet gelden, want de traditionele poëzie is ook niet nieuw. Dat zij een goede reden hebben om zich van deze Êrimitieve vorm te bedienen, kan men hun bovendien niet etwisten. Ook de gebruikelijke poëzie heeft iets primitiefs ten opzichte van het proza en er is niets tegen, lijkt het, om een zo groot mogelijke primitiviteit na te streven als men meent daarmee de fundamenten van het menselijk bestaan beter te bereiken. Ook de dichter die zich in rijmende alexandrijnen uit, is in zeker opzicht door een onvermijdelijk ge- schaaf en gemeet een „prutser", die niet in een andere categorie valt dan de constructeur van zinvolie zet- foutjes. De experimentele dichter vindt zijn reden om op zijn manier te prutsen in de bekende normloosheid van ons tijdsgewricht, in zrjn „ont- worteldheid", die Hugo Claus in „tan credo infrasonic" doet dichten: „ik ben verloren geboren". „The lóst generation" Is een club geworden zonder enige deba'tlotage: iedereen kan er bij. Als men aanneemt, dat him „verloren zijn" het belang- rükfcte is wat deze dichters hebben uit te drukken, dan moet ten slotte de maatstaf voor de waarde van hun poëzie zijn de mate waarin zij daarin slagen. Indien men begint met hun conventies te accepteren (en dat moet men bij iedere poëzie), dan slagen Lucebert en Claus hierin vrij aardig. Beiden zijn muzikaal gevoelig en verrassen vaak met speelse en parodistische invallen. Claus is iets stroever en tegelijk in zijn associaties gemakkelijker achterhaalbaar. Hun gedichten laten mij ten slotte onver schillig omdat hun trucs en eigenaardigheden op den duur zc eentonig en bot aandoen. Deze poëzie bewijst voor mij, dat men resultaten van menselijke ontwikkeling niet onge straft verwaarloost. Ook van een verwarde situatie kan men helder getuigen. Wat men ook tegen de gewone logica en intelligentie kan aanvoeren, zij vervelen veel minder gauw dan dë warhoofderij en de quasi-primïtiviteit. De fundamen ten van het bestaan zijn nu alleen nog te bereiken, lijkt mij, als men rekening houdt met de afgelegde weg. Gestamel kan verrassend en amusant zijn. voor langere tijd kan men toch meer beleven aan een helder articulerende stem. /TiWEE iets oudere dichters, die niet minder aanspraak hebben op het lidmaatschap van de verloren generatie, zijn Max Nord en A. Marja, die ook onlangs bundels publiceerden, maar in een traditionele trant. Nords „Suite pathétique en andere verzen" is de belangrijkste van deze bundels, omdat de dichter een aantal vroegere, vaak minuscule en onvindbaar geworden publicaties er in heeft verenigd, zodat deze uitgave hem in een aantal facetten vertegenwoordigt. De liefdesverzen van de afdeling „Buiten ^"u meeslependheid eerder aan de hartstochtelijke toon dan aan vorm en beeldspraak ontlenen, laten de waarde van Nords dichterschap nog onbeslist. Zij hebben een ti effende gevoelsladlng, maar men hoort er te veel echo's van andere dichters in, om op grond van deze lvriek van een nieuw geluid te kunnen spreken. De eigenlijke „Suite pathétique", een reeks gedichten die vroeger gepubliceerd is als „Strofen uit bezet gebied" ken merkt zich door een consequente vergroting zowel van de deugden als van de ondeugden van „Buiten schot". Het is verzetspoezie, doortrokken met patriotisme, edele veront waardiging tegen de vyand en vrijheidsrhetoriek. Er is geen twijfel aan, dat de dichter zijn nobele sentimenten diep heeft doorleefd, maar bij gebrek aan een levende traditie van dit soort poëzie, moest hij voor de expressie er van vaak bij Helmers, Tollens of de terminologie van de geschiedenis boekjes aankloppen. Het merkwaardige is dat hij door een volkomen gebrek aan terughoudendheid in het gebruik van deze rhetoriek, meermalen slaagt in het zuivere overbrengen van de emotie. Juist door de verregaande exploitatie van cliché's slaat de kwantiteit hier vaak in de kwaliteit om en schrijft Nord verzen die indrukwekkend zijn door hun hartstochtelijk bezwerende toon, door wat hij zelf zo juist als de „pathetiek" er van heeft herkend. Om een indruk van een dergelijk slagen te geven schrijf ik hier de negende strofe over: Sterf ik vandaag, wil dit nog van mij horen: IJc heb een vrouw zoveel ik kon bemind Blijf niet alleen, het hart is als het koren Eens is het rijp en buigt zich voor de wind En valt de korrel niet, is 't al verloren. Dan dit nog, gistren werd mijn kind geboren Zeg haar dat niets dan dit haar aan mij bindt Al wat ik zocht gaat met mijn dood verloren Wanneer zij niet het zoeken weer begint Daar waar ik ophoud en mijn einde vind. Van de gedichten, die Nord na de bevrijding schreef, lijken mij „Weer zien" en „Opnieuw" sterker dan de overigens charmante „Kwatrijnen uit Sestrl Levante". In de onregelmatige blanke verzen van het gedicht „Weer zien" vooral kan zijn neiging tot pa thetiek een natuurlijker bedding vin den dan in de vormvaste gedichten, waarin het poëtische cliché te vaak uitkomst biedt. „Weerzien" heeft de aan deze dichter eigen verbale harts tochtelijkheid kunnen opvangen in een persoonlijke dictie, waardo r het een gaafheid kreeg die men elders in dit boekje soms mist. „De verloren generatie" komt hier inderdaad articuleerd en zonder zich te ver schuilen achter oude of nieuw vert.'es aan het woord. In deze literaire kroniek icor-^ den vier dichtbundels bespro ken: „de amsterdamse school' van Lucebert (A. A. M. Stols, f2.90), „tancredo infrasonic van Hugo Claus (A. A. M. Stols, f2.90), „Suite pathétique en andere verzen" door Max Nord Querido, f 3.90) en „Confiden tieel" door A. Marja (Arbeiders- Wpers, f 1.90). MARJA S bundeltje „Confidentieel" is van een heel ander karakter, al heeft hij de articulatie met Nord gemeen. Deze dichter heeft alle pathetiek uitgebannen. Hij probeert een zo nuchter mogelijke diagnose van het „ver loren geboren" zyn te bereiken met uitschakeling van alle poëtische halftinten, uit afkeer van de zo dicht aan comedie grenzende „door tranen verstikte stem". Marja is een tech nisch bijzonder knap verzenschrijver, wat men o.a. al kon weten uit zijn onvolprezen „Bajesballade". Zijn mentaliteit komt het meest overeen met wat bekend staat als de „Forum-poëzie": droog en cynisch, maar met een gevoels- ondergrond van ontgoocheling en berusting. Het verschil met Nord is opvallend in deze strofe, die in haar thema sterk aan diens hiervoor geciteerde gedicht herinnert: Is het weinig wat het leven bood als men zeggen kan bij het verscheiden: Ik hield van een vrouw. Wij werkten, vrijden. En wij brachten samen kind'ren groot Marja is een dichter die met de „dromen" heeft afge rekend en zich heeft neergelegd bij de ervaring, dat het maatschappelijk leven schade aan de ziel toebrengt. Men vraagt zich af na de lezing van deze puntig geformuleerde, bescheiden verzen of deze instelling niet een te smalle basis is geworden voor de poëzie. H. A. GOMPERTS tuleren. Er volgde: 15Pb3Xcl, 16. Kdl X cl. Pb6Xa4, 17. Pc3Xa4, Ld7X a4, 18. Pgl—f3. La4d7, 19. Ta3—b3. DMa5, 20. Tb3Xb7, Ld7c8, 21. Tb7 b3, 0—0, 22. g3—g4, Lc8—d7. 23. g4 g5, TfSb8 24. Tb3a3, Da5c7, 25. b2b3, Tb8—b4, 26. Th2—a2 a6— a5, 27. Pf3d2, aö—a4 28 h3—h4, TaS—bS, 28. Lfl—e2, e7—e6, 30. d5X e6, f7 Xe6, 31. Le2—dl, Ld7—c6, 32. Ldlg4, Lc6d7. 33. h4—h5 Dc7—b6. 34. Kcl—c2, a4Xb3t. 35. Pd2Xb3, g6 Xh5, 36. Lg4Xh5, Ld7—a4. 37. Ta3X a4, Tb4 Xb3, 38. Dd3—dl, Tb3—h3, 39. Lh5g4, Db6b3f, 40. Kc2cl, Db3- bit, 41. Kcld2, Th3d3f wit geeft het op. Eindelijk Het naspelen van nog een aantal par tyen leverde eindelijk een voorbeeld op, waarin de fouten betekenis verkregen door de voorbeeldige manier, waarop zij waren weerlegd. Wit: N. Gortlever. Zwart: G. H. Trott. 1. Pgl—f3, Pg8—f6, 2. g2g3 d7— d5, 3. Lfl—g2 Pb8d7, 4. d2—d4, e7 e6, 5. 0—0, Lf8—e7. 6. b2—b3, 0—0, 7. Lel—b2, b7b6 8. c2—c4, c7—c6, 9. Pbl—d2, Lc8—b7, 10. Ddl— c2, TaS c8, 11. e2-e4 (gericht tegen c6c5, waarvan zwart zich zoeven nog goed had kunnen bedienen, maar dat nu wegens 12. eö. Pe8, 13. dc5: en dan Tadl, niet bevredigend zou zijn. Toch nemen zwarts terreinmoeilrfkheden pas ernstige vormen aan, nadat de gelegen heid tot c6c5 nog meermalen is veT- zuimd.) 11Dd8c7, 12. Talcl, Dc-7b8 13. Tfl—el, Tf8—dS, 14. Dc2 bl, Pf6Xe4 (in verlegenheid geraakt, kiest hij het beste-.uit enige kwaden. Merk op dat 14Lf8 wegens 15. e5 er) dan Pg5 ook op bezwaren zou zijn gf-tmt. Nu wits artillerie in het open •'v| kan komen, zonder dat zwart noe- Innswaardig meer bewegingsvrijheid hwiiet dan tevoren, ft&aint het onweer zich samen te trekken'), 15. Pd2Xe4, doXe4, 16. Tel X e4, c6—c5 (hij kiest voor deze zet die zo lang bruikbaar ter .beschikking ls geweest, wel het ongun stigste ogenblik uit! Er had zonder de minste twijfel eerst 16. Lf6 moeten gebeuren) 17. d4d5, Le7f6, 18. Te4 g4, e6 X d5> 19. c4Xd5, h7—ih5 (niet 19. Ld5; wegens 20. Pg5. Er was redelijkerwijs niets beters dan 19. Lb2en het verzwakken van de konings vleugel na 20. X>b2: door 20. g6 of 20. f6. Daarentegen schreeuwt 19. h5 om een elegante weerlegging en krijgt die ook), 20. Pf3—g5. Onberispelijke combinaties: 20. Pf8 dan 21. Lf6:, gf6: (of 21hg4:, 22. Ld8: gevolgd door Dbl—f5Xg4), 22. Pe4t. hg4:, 23. Pf6:f en dan 24. Db2. Zie verder 20. g6, 21. Pf7:. hg4:, 22. Dg6:j mitsgaders Lf6:, niet minder overtuigend. 0. h5Xg'4, 21. Dbl—<h7f, Kg8— f8, 22. Telel, Pd7e5, 23. Lb2xe5. Lf6 X eö, 24. Dh7—h8t. ,Kf8—e7, 25. E>h8Xg7 (met de val van ~Le5 is zwarts lot bezegeld), 25. Td8—f8. 26. Telx eot. Ke7—d7, 27. Pg5Xf7. Tf8—g8. 28. Dg7f6, opgegeven, gezien 28. Tce8, 29. Df5t- Ke7, 30. d6 mat. LOD. PRINS AANGl l\ hele ANGEZIEN het al een t tijd geleden is, dat f 's heren Walter Scott' „Ivanhoe" las, moet ik be kennen dat de intrige mij niet meer in details voor ogen staat. Maar de film kan toch niet noemens waard verschillen van het boek, dacht ik zo. Bij het op het doek brengen van deze romantische kluif heeft men gelukkig de biceps niet nog eens extra laten op zwellen, maar vaardig ge daan wat men kon om ons verbleekt nakroost dit kleurige, middeleeuwse rid derleven smakelijk op te dissen. Het krijgt dan iets van een sprookje van man nekracht en vrouweschoon, dat men dan wel niet koortsachtig gadeslaat, maar toch met een zekere verhoging. Voor de nieuwelingen: graaf Wilfred van Ivanhoe is de kruisridder (Robert Taylor), die onversaagd en herhaaldelijk zyn leven op het spel zet om zijn koning Richard Leeuwenhart uit de gevangenschap te verlossen. Zijn meest verbeten tegenstander is de Norman- dïër De BoisGilbert (George Sanders), daarentegen mag hij zich gesterkt weten door de genegenheid van Rebecca (Elisabeth Taylor) en Rowena (Joan Fontaine). Voor de eerste is zyn hart, de laatste redt hij in een fraai gegar neerd slotduel van de brandstapel, die HAiN G. HOEKSTRA nog even keurig opgestapeld in het beeld schuift. Kasteelbestorming, riddergevechten, kistjes vol juwelen, moed, beleid, trouw met vakmanschap en onverdroten werden ze aaneengeregen tot de bonte kralenketting, die u in Cineac-Damrak en Plaza onder de titel „Ivanhoe" wordt aangeboden. „Ernst" OVER „De ernst van Ernst", de film. bewerking van Oscar Wilde's satyre 19de-eei - - heb ik enige tijd geleden al geschreven. Ik kan u alleen maar aanraden deze verrukkelijke comedie, gespeeld door een uitgelezen acteursbent (Joan Green wood, Dorothy Tutin, Edith Evans, Redgrave, Dennison, Matthews) in Al- hambra niet over te slaan. Vlieger ALS „tough guy" van het documen tair aangelengde bandietenwezen is Richard Widmark destijds naar voren gesprongen. Om hem de kans te geven te bewijzen, dat hij ook andere sectoren kan bestrijken, is hij in „Ge vaar klopt aan" (Don't bother to knock) een ietwat cynische, jonge vlieger, die tijdens plotseling opdoemende moeilijk heden bewijst, dat hij wel degelijk een warmvoelend hart heeft en begrip voor de medemens. Als zulks duidelijk is ge worden wil het zangeresje in de hotel bar hem tooh wel hebben. De moeilijkheden worden veroorzaakt door een uit het lood geslagen meisje, dat in het hotel waar ook de vlieger woont, als baby-sitter optreedt, maar een vreemde opvatting van haar taak heeft. Natuurlijk kan ze het niet helpen ze moest eigenlijk in een inrichting zitten, en daarheen gaat ze ook in de laatste meters van de film, die Roxy op het programma heeft genomen. Marilyn Monroe speelt het geestelijk ge stoorde meisje Nell. Vorig jaar is deze actrice in Amerika om de een of andere reden bovenaan de lijst van rijzende sterren geplaatst. Vooral om de andere reden, veronderstel ik. Want aan acteren is zij voorzover ik haar onder ogen kreeg, nog niet toegekomen. Champagne DAT is in Luxor met „Carson City" weer raak slaan en schieten. Het toneel van de strijd bevindt zich in Nevada deze keer en die strijd speelt zich af tussen bandieten, die voor de gelegenheid gek op champagne zijn en nobele kerels, die bezig zijn een spoor lijn aan te leggen dwars door het weer barstige rotsgebergte. De grote held is de baas van de spoorwegarbeiders. Ran dolph Scott heeft hem gestalte gegeven, en als u aan dit stormachtige werk toe komt zult u ontdekken, dat het niet goed is als schurk de champagnefles te hanteren. Tè verraderlijk. op de j Engelse society, Advertentie) Luistert ook in uw auto naar nieuws- en weerberichten! LEVERING EN INBOUW VAN PHILIPS AUTO RADIO NIJKERK'S RADIO N.V. Warmoesstraat 94, Amsterdam. Telefoon 36883—37337 Om Zilveren Tulp Haarlem krijgt weer orgeleoneours Het internationaal orgelconcours te Haarlem om de Zilveren Tulp wordt 16, 17 en 18 Juli in de Grote Kerk en in heit gemeentelijk Concertgebouw gehouden, De winnaar van 1951, Louis Toebosch, en die van 1952, prof. Anton Heiller uit Wenen, zullen wedijveren met een Belg, een Duitser, en twee Nederlanders. De jury bestaat uit de Engelse orga- niste, Lady Susi Jeans, Dorking, de orga nist Alf Linde-r uit Stockholm en Albert de Klerk. Op de laatste avond, waaraan meewer ken de H.O.V. onder Antoon Verhey en de organist Albert de Klerk als solist, wordt de première gegeven van het in opdracht geschreven concert voor orgel en orkest van Sem Dresden. Gré Brouwenstijn in Matthaus Passion Aan de uitvoering van Bachs Matthaus Passion, onder auspiciën van de Amster damse Bach kring, op 1 April in de hoofdstedelijke Ronde Lutherse Kerk, werken o.l.v. Bertus van Lier als vocale solisten mee: Gré Brouwenstijn, Mary Jarred, Peter Pears, Herman Schey. Car el Willink, Wiebe D ray er. Instrumentale solisten zijn o.a. Paul Godwin, Everard van Royen en Haakon Stotijn. Verder werken mee het Ned. Vo calistenensemble, het koor der Delft.se studenten, het jongenskoor der Wille- brordus te Rotterdam en koor en orkest der Rotterdamse Volksuniversiteit, (Advertentie) De fascinerende auto Vloeistofkoppeling Ongekend snel optrekkend 135 km p.uur Uiterst vast op de weg Imporirice Fa. J. Leonard Lang STADHOUDERSKADE IMF. AMSTERDAM-Z-. TEL 27100 Barmeisje MOCHT New Orleans u nader aan het hart liggen dan Nevada, dan biedt Royal met „Café De Rode Engel" (Scarlet angel) een dergelijke in schut terij en knokwei'k gedompelde historie. Wjj maken hier kennis met een vinger vlug barmeisje, dat bezig is zich snel rijk te stelen om zich uit het louche leven terug te kunnen trekken. Midden in de uitoefening van die functie komt Roxy (Yvonne de Carlo) een door de wol geverfde, onverstoorbare kapitein tegen (Rock Hudson), die aan haar leven een beslissende wending geeft. Eerst moet zij echter nog enkele jaren onder valse naam in de hogere kringen doorbrengen. Wel moet zo'n kapitein als deze Trus- cott van alle markten thuis zyn, pas nog heeft hij met enkele cafébezoekers de grond aangedweild of diie zelfde vuisten doen het barmeisje voor hoe ze liefde vol een luier moet aanleggen. EEN BEETJE ONWENNIG loopt taxi chauffeur Amstel (Johan Kaart) door de then ter gangen om een koffertje terug te brengen. „Sterren stralen overal" in Tuschinski. /1/fARTINE CAROL zal de wereld trach ten te overtuigen, dat Lucretia Borgia volstrekt niet de perfide vrouw is waarvoor men haar eeuwen gehouden heeft. In een film die haar echtgenoot, Christian-Jacque, maakt, icordt Lucre tia niet alleen als een mooi, maar ook als een gevoelig, edelmoedig natuurtje getekend, overeenkomstig de jongste publicaties van de Franse historicus Varennes. Het wordt de eerste Franse Technicolor. Voor de oorlog werd in Frankrijk reeds een film aan Lucretia Borgia toen nog volop ffifmengend gewijd; Edwige Feuillère speelde toen de hoofdrol. Getrouwd heeft rechter Meivin Bush een week lang dames en heren in de echt ver- oonöen voordat hij daartoe de bevoegd heid bezat. Het komt pas geruime tijd later uit; dan krijgen vijf mannen een brief thuis met de mededeling, dat zij met wettig gehuwd zijn. En hoe staan de zaken op dat moment, en hoe rea geren zy? Op dit gegeven heeft Edmund Gol ding een geslaagde kettingcomedie ge regisseerd. U moet mij ontslaan van de verplichting de vijf episodes voor u te beschrijven. Ik vond het eerste geval het mooiste. Daar maakt men kennis met een radio-echtpaar, dat voor de micro foon een suikerzoete eensgezindheid aan de dag legt, maar thuis wordt er alleen maar niet gescholden omdat er geen woord gewisseld wordt. Ginger Rogers en Fred Allen doen dit hijzonder fraai, met de woordeloze opstaan-scène als hoogtepunt. Ik heb ook genoten van Paul Douglas als de echtgenoot in een beschaafd sleurhuwelyk met vertraagde reacties. Louis Calhem krijgt in de vierde episode, die van „plot" het meest inge nieus is, gelegenheid een oliemagnaat te spelen, die dank zij de brief zyn halve fortuin weet te redden. Hij maakt er een amusant type van. Zodat ik maar zeggen wil, dat Rialto met „Zo zijn we niet getrouwd" (We're not married) een vermakelijke film in huis heeft gehaald. ACHTER het orgel in Royal gezeten, vergast Bernard Drukker zijn luis teraars op een keur van Amster damse liederen. Hij heeft dat al eerder gedaan, maar ditmaal geschiedt het in een decor, dat vroeger feeëriek heette, en waarop u in bloeiend rood en vlam mend 'blauwpaars Westertoren, Munt, Rembrandt en andere stadsgezichten te genkomt. OP toneel brengt City deze week het duo Safar die een soort pantomime brengen, geïnspireerd op het sprookje van „de kikvors en de prinses". Dit variéténummer ontleent zijn nood zakelijkheid aan het gymnastisch ver mogen van de mannelijke partner. Als lakker springt hij lenig, maar overigens volkomen zinloos over het toneel. Dat laatste heeft zijn vrouwelijke partner met hem gemeen. Andere beweegredenen dan genoemde hebben wij helaas niet kunnen ontdek ken. EEN prettig soort comedie deze week. Grootse verkoping in Palais de Chaillot (Van onze correspondent) PARIJS, Zaterdag. Toen de Nederlandse ambassadeur gister middag om half zes de grote schouwburgzaal van het Palais de Chaillot binnentrad, vergezeld van onze culturele attaché Robert de Roos en in gezelschap van de Engelse en Belgische zaakgelastig den, was daar een grootse ver koping van boeken aan de gang ten bate van de watersnoodslacht offers in Nederland, België en Engeland. Donderdag was de „Cercle de la Li- brairie" in Parijs op het idee gekomen deze te organiseren, en boekhandels zo wel als uitgevers bleken onmiddellijk bereid gratis hun boeken af te staan voor dit doel. Jean Vilar, directeur van het theater, stelde zijn grote zaal ter beschikking en ruim 50 van de belang rijkste Franse schrijvers toonden zich direct bereid aanwezig te zijn om bun werken van hun handtekeningen te voor zien. Dat is geen kleinigheid, op zulk een tennyn. De Nobelprijswinnaar Franqois Mau- riac was er, de winnaressen van d( Femina en de Goncourt, Gabriel Marcel, Albert Camus, André Maurois, Paul Géraldy en Maurice Dekobra. Acteurs en actrices hadden zich eveneens tele fonisch bereid verklaard de helpende hand bij de verkoop te bieden. Ik z< o.a. Jean Marais, Maria Casarès Gerard Philippe. De danskunst was o. vertegenwoordigd door Janine Charrat en Serge Lifar. Eén Nederlandse, Frans schrijvende, dichter was eveneens aanwezig, Sadi de Gorter, hoofd van de persafdeling der Nederlandse ambassade, die bij zijn boe ken ook werkjes over Nederland had. In een half uur had hij al voor 10.000 francs verkocht; de belangstelling mocht dan ook overweldigend genoemd worden. Vele duizenden zullen deze Franse ma nifestatie van goodwill in het boeken bedrijf bezocht hebben. Op de trapper, van het Palais de Chaillot stonden hon derden queue te maken; om het kwar tier werd een aantal toegelaten en bin nen kon men zich nauwelijks bewegen. Het zou mij dan ook niet verbazen als de opbrengst van deze verkoping de som van een millioen francs ver overschreed. De verkoping zal over de radio en de televisie ook naar Nederland worden uitgezonden. Onze ambassadeur is alle stands langs gelopen, drukte vele handen en toonde zich zeer enthousiast e-n dank baar. Drie Parijse schouwburgen geven vol gende week een voorstelling geheel ten bate van de watersnoodslachtoffers in Nederland. City, ,Mylord steelt juwelen" heet het en het behelst een lange reeks van handelingen die u buiten, in het Kleine Gartmanplantsoen b.v., im moreel dient te noemen: een ambitieuze dienstmaagd komt anno 1900, met de ondeugdzame tweelingbroer van een millionnair, via inbraken en vals- spelerïj aan de kost. Dat mag niet. Ze worden dus telkens van hun operatie terrein verdreven of besluiten zelf tot n over haaste vlucht. Tot ze in Califomië een rijke in dustriële treffen op wier snobisme wel een paar indrukwekkende wissels ge trokken kunnen worden. Daar blijven ze dus op him gemak wonen en laar vindt ook de ontknoping plaats, die alle charmante misdaadjes voor de toekomst overbodig maakt. U beeft dan intussen een spitse dialoog en een aantal goed moedige spotternijen met het gang bare fatsoen kunnen waarderen. Greèr Garson is een onvolprezen die vegge. In alle situaties is het kijken naar haar een behaaglyke vrije-tyds- besteding; voor my althans. Grens IN Nöggerath ligt het er te dik op en dat is jammer, want het gegeven van „De gouden poort" was stellig boei end genoeg om er iets heel goeds van le maken. Het verhaal speelt zich gro tendeels af in een Mexicaans hotel dat een riant uitzicht biedt op de grens van de Verenigde Staten. De mensen die daar van aangezicht tot aangezicht leven met Amerikaanse douaniers koes teren slechts één vurige wens: aan de andere kant van die grens te wonen. Sommigen wachten er jaren op en één van hen is een nogal onduidelijke man met-een-verleden (Charles Boyer) die met veel cynisme een marriage-de-rai- son afsluit met een jonge Califomische onderwijzeres (Oliva de Havilland) om aldus het begeerde Amerikaanse staats burgerschap machtig te worden. Dat het meisje lief genoeg is om de wrede trekjes bij zijn mond glad te strijken ligt voor de hand. Maar er is nog een auto-ongeluk nodig vóór ze samen aan een gezin gaan denken. J. A. BLOKKER van Nederland een ongewoon stil beeld te zien gaven. Ont roerende hulpacties uit het buitenland en ten slotte prins Bemhard, die zijn indrukken voor ca mera en microfoon geeft na een zyner vele bezoeken aan het rampgebied. Ook de buiten- HET gehele bin nenlandse jour naal van Poly goon is ook deze week weer gewijd aan een uitste kende reportage uit de rampgebie den. Uitgestorven steden en dorpen, vernielingen, maar ook een stug en waarlijk heroïsch werken hij het landse journaals dichten der dijken, wijden reportag. waarbij Nederlan ders worden bijge staan door Fran sen en Amerika nen. De prinsessen Beatrix en Irene bezochten geëv=- cueerden aan de watersnood in Nederland, de Wereld van Week tot week vloog mee in een der Amerikaanse vliegtuigen die zandzakken en Koningin sprak op rubberboten herdenkings- wierpen boven de Zondag voor radio, een dag waarop de steden Reprises en prolongaties DON CAMILLO NU IN BIO VOOR de negende week ver toont De Uitkijk de En gelse comedie „The gal loping major", een renpaar dengeschiedenis met vele mooie staaltjes van Angel saksische humor. „Don Camillo" heeft zich dan losgescheurd van Roxy en staat nu in Bio te kijk; dat gaat de 20ste Amster damse week worden. Onze „Sterren stralen over- is Tuschinski nog niet uit. Met al zijn goede en minder geslaagde fragmenten ligt het werkstuk van Rutten en Toonder op Uw bezoek te wachten, compleet met cou leur locale uit de hoofdstad. „Klokslag 12" is een Wes tern van niveau. Cary Cooper speelt er een plichtsbetrach- tende sheriff in en het liedje dat hij heeft te zingen heeft zich inmiddels via de radio enige bekendheid verworven. Te zien en te horen in Van Swinden. In Hallen wordt „De ge luidsbarrière" vertoond dat de barre strijd om steeds maar sneller te kunnen vlie gen in beeld. Voor minnaars van James Mason is er een kans in Corso waar ze „Ope ratie Cicero" laten draaien, het verhaal van de Duitse spionnagezaak in Turkije. geïsoleerde dorpen, een prachtige reeks opnamen. In Hannover werd de laatste vorst van Hanno ver begraven en in San Marino, 's we relds kleinste re publiek, gaan de zaken minder goed door een „koude oorlog" met Italië. In Duitsland heeft men een nieuw soort x-eddingboot uitgevonden en Koning Hoessein van Transjordanië heeft zijn militaire opleiding in Euro pa beëindigd. Percy BassetS werd wereldkam pioen vedergewicht en in Buenos Aires verreden ze da Grand Prix d'Auto mobile: tien doden onder 't publiek...

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4