Job en Spinoza 7] Negende lijst van verliezen Ookaan dieren in nood wordt gedocht door prof. dr. G. C. Berkoutüer Spannend weekeinde DE VETERAAN EN ZIJN KIP... Zo nodig uitstel van betaling De Drummer der Demonen Dagelijks feuilleton Frankrijk wil meer vrijheid in EDG Groot erbarmen Hb OOK DE AMBONEZEN DEEPEN IN DE RAMPGEBIEDEN ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 TROUW 3 ONWILLEKEURIG kwamen in deze weken meermalen onze gedachte de vrienden van Job, die een gemakkelijke en sim pele verklaring hebben van het lijden van Job. Het is wellicht ook niet ondienstig eens onze aandacht te vestigen op Job zélf. We bedoelen niet te zeggen, dat het in het boek Job gaat om het lijden in het algemeen, maar er zitten zoveel kanten aan dit bijbel boek, dat het altijd werkte en in vloed uitoefende in verschillende richtingen. We worden in onze bezinning gestimuleerd door de verschijning van een uitgave van dr. A. Gans, die het boek Job op nieuw vertaalde en inleidde onder de titel: Joh, de man, die God ziet op stof en as. We gaan hier niet in op zijn vertaling noch vergelijken die met de nieuwe vertaling. Ook willen we niet hande len over de invloeden, die volgens Gans op het boek Job hebben gewerkt, waarvan vooral de Prometheus van Aeschylus wordt genoemd, omdat de overeenkomst zo groot is, dat ze niet toevallig kan worden genoemd. Job heeft op deze gronden volgens de auteur geleefd in of na de vijfde eeuw voor Christus. De argumenten voor de overeenkomst zijn zeer zwak, maar het is ons niet te doen om deze vragen. We willen vooral letten op wat Gans zelf noemt: het probleem van het boek Job. Het is maar een korte uiteenzetting, waarin het er op aankomt, dat de satan. Jobs vrienden en zijn vrouw allemaal zeggen: De vrome lijdt niet. Daartegenover wordt dan Job getekend als de man, die een probleem heeft. i „God heeft Job zijn lijden gezonden, opdat hij wete, anders dan de satan, zijn vrouw, zijn vrienden, dat de vrome niet lijdt, dat hij niet mèg lijden, ook niet in het vreselijkste onheil." In dit verband wordt Spinoza aangehaald, die in het slot van zijn ethiek zegt: „De gelukzaligheid is niet het loon van de deugd, doch de deugd zelve." En nu zou de dichter van het boek Job ons leren, dat de vrome juicht op stof en as. En dan volgt als de bedoeling van auteur van het boek Job evenzeer: „De gelukzaligheid is niet het loon vroomheid, het is de vroomheid zelf." WIE het boek Job leest, zal niet kun nen ontkennen, dat de auteur al lerlei momenten aanraakt, die inder- caad in het boek Job besloten liggen. We denken aan zijn weergave, aan het s:ot: ,.De dichter dwingt de vrome Job door zijn lijden tot opstand tegen God, een opstand zo vermetel, dat hij de satan doet grijnzen. Doch dan rukt hij hem weg van de afgrond en plaatst hem op de lichtende hoogte van het heilige berouw, hij zegt ons van Job, de gemartelde mens, de vrome en zon dige strijder met God, door Hem over wonnen, Hem overwinnend, God dwin gend hem te zegenen. Hij leert ons van Jobs blijde bekering, waarover alle zonen Gods en de morgensterren te za- men jubelen." We laten deze weergave voor reke ning van de schrijver, maar er is in derdaad in het boek Job iets van deze triumf in het geloof, in het zien van God. Na een lange weg van strijd en moeite komt Job tot de rust in zijn lijden: „Slechts van horen zeggen had ik van u vernomen, maar nu heeft mijn oog u aanschouwd". (Job 42.) Maar er is één grote moeilijkheid in deze verklaring van het boek Job, nl. zijn verwantschap met Spinoza, die evenals „de auteur van Job" de tegen stelling invoert, dat de gelukzaligheid nief is het loon van de vroomheid, maar dat het de vroomheid zelf is. Deze verklaring stelt on9 voor het probleem van het slot van het boek Job, d.w.z. zijn herstel. Het is bekend, dat dit slot steeds weer allerlei be denkingen opgeroepen heeft. Men heeft gezegd, dat het er feitelijk niet bij hoorde, omdat het uit de toon van het hele boek valt. Immers: in de proloog wordt de suggestie gewekt, dat Job al leen maar vroom is, omdat het hem zo goed gaat. Deze vroomheid wordt door de duivel aangevallen en ontkend. Wan neer hem eerst maar eens alles ontno men is, dan zal die vroomheid wel ver dwijnen. En zie, nu komt dat slot van het boek Job ons tóch weer spreken over het verband van de vroomheid van Job en zijn herstel. Het blijft niet een vreugde in het lijden, maar het gaat om de vreugde ook na het lijden, nadat God het lot van Job heeft ge keerd. Men heeft gezegd, dat het een zinvol slot zou zijn, dat Job God terug vindt midden in het lijden en dat het daarmee afgelopen zou zijn. En men vermoedt, dat de een of andere eind redacteur er later een „mooi slot" aan heeft toegevoegd, zodat het tóch nog een „happy end" kreeg: hef herstel van Job. Was het niet mooier en rijker, wanneer het zó geëindigd was: de jubel in het lijdenEn dan uit? En vooral wanneer men gemakkelijk met de bij belboeken omsprong, kon het geen be denking wekken dat laatste deel als een toevoeging te verklaren. WIE zulk een gemakkelijke beoorde ling niet voor zjjn rekening wil nemen, zal juist in het boek Job door het merkwaardige slot geboeid worden. Hier is iets van de goddelijke ironie tegenover satan, die in de proloog de vroomheid had afgeleid uit de voor spoed. Die aanklacht, dat de dienst van God en de liefde tot God op en neer zouden gaan als een soort valuta, heeft God er niet op laten zitten. Dat zal worden uitgevochten tot op de bodem van Jobs leven. Het zal openbaar worden wat er van Jobs vroomheid terechtkomt, wan neer hij in de volslagen nacht wordt gevoerd. Of hij dan een kind van God blijft dan wel of hij nu als goddeloze openbaar wordt. Maar God laat Zich Zijn program niet voorschrijven door de boze en Hij laat Zich niet ontnemen de waarheid van Zijn koninkrijk, dat de dienst van Hem uiteindelijk verbon den zal zijn met de vreugde van het >cht van Zijn gemeenschap. Het herstel 'van Job aan het einde van het boek is niet het „happy end" van een gemoe delijk en optimistisch auteur, die zijn lezers wil bevredigen, maar het god delijk verband leggen tussen de dienst van Hem en de vreugde van Zijn rijk. Daarom is de auteur van Job hier vèr verwijderd van Spinoza. Wel is de dienst van God, het weer ontdekken van God midden in nood en ellende reeds een vreugde, een ontdekking, die stil maakt, maar dat is het einde niet. Dit geluk staat niet tegenover het loon, de uiteindelijke opheffing van het lijden, die in het herstel als een wer kelijkheid wordt aangewezen. In de nood en de verschrikking, die het lijden over de mens kunnen brengen, kan het oog' verlicht worden, maar dat is het einde niet. Heel het uitz'icht naar de opheffing van het lijden gaat hier bo ven uit in goddelijke rijkdom, als in deze rijkdom het verband tóch gehand haafd wordt en het uitzicht bewaard wordt op de toekomst. Daarom kan de Bijbel de mensen troosten niet alleen met de betuiging, dat ze op God moeten vertrouwen en dat Hij hen dan zeer nabij zal zijn, maar óók met de belofte van het herstel. Daarom kan Paulus in het Nieuwe Testament ergens zeggen: ,,Ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons ge openbaard zal worden." Dat is geen vlucht uit de werkelijkheid, maar een belofte voor de werkelijkheid. Wij zijji daar wat schuw mee geworden, omdat men dat steeds weer als een „wissel op de eeuwigheid" heeft uitgelegd. Het schijnt een vlucht naar „later" en Nietzsche heeft er al de fiolen van zijn toorn over uitgegoten. Maar we zullen dit toch moeten leren. De Bijbel is barmhartiger dan vele theorieën, die niet van een „loon" willen spreken en die zeggen: het gaat niet om het loon, maar om de stilte en de vreugde in het lijden. Dat is een dilemma, dat in de Bijbel niet past. God gaat er souve- rein boven uit met Zijn eigen oplossing en Hij zal er wel voor zorgen, dat we in Zijn gemeenschap geen rekenmees ters en loondienaars worden. Maar Hij zegt wel, dat ééns de tijd zal komen, dat niemand meer kwaad z'al doen en verderf stichten op Zijn ganse heilige berg. (Jesaja 11:9). Paulus en Jesaja hebben dit blijkbaar allerminst als een vlucht gezien uit de werkelijkheid. Ze hebben verstaan, wat wij wel eens vergeten, dat God Zich niet van Zijn spoor laat afbrengen door de aanklacht dat het in de vroomheid om zelfzucht gaat. Hij laat die aanklacht wèl uit vechten in Jobs leven en dan kraakt het van alle kanten. Maar Hij laat het verband tussen het dienen van Hem en de ongestoorde vreugde niet los. Het is de boodschap van de hóóp, die het leed verzacht. Het is Gods souvereine so lutie. Vervolg van pag. 1 in bedrijf, zodat men binnen enkele seconden het stafikwartier kan alar meren. Die kleumende voorposten vindt men aan de dijtk tussen St. Annaland en St. Maartensdijk op het eiland Tholen, rond de plaats Tholen zelf en op Zuid-Beveland bij Krabbendijlke. De dijiken zijn hier imet ongelofelijk en thousiasme zo sterk mogelijk gemaakt. Men weet eohter, dat de wind de grote factor kan zijn, d> e een alarm nodig maakt. Daarom staan van hedenmiddag 12 uur af alle beschikbare troepen in en rond Bergen op Zoom paraat. De trucks zijn geladen met zandzakken cn staan met draaiende motoren, zodat zij binnen enkele seconden kunnen uitrijden. Alle militairen zijn gecon signeerd en slapen gekleed bij de wa gens. Hetzelf-cle beeld ziet men in de sector Steenbergen. STREPEN EN CIJFERS Zo wacht het dijkleger op de dingen, die komen gaan. Op de stafkaarten staan de zwakke punten met rode cir kels aangegeven en een slordige krab bel geeft aan hoeveel dappere mannen daar gedurende het weekeinde in in tense spanning zullen verkeren. Zij zijn de voorposten. Zij zullen, indien nodig, het alarm moeten geven. In het water tegen de dijk staan meetlatten en daar zit roerloos in de koude een man. Hij staart voortdurend naar die strepen en cijfers op de lat en dat is niet overdreven. Wellicht weet hij uit eigen ervaring hoe snel het water die verschrikkelijke Zondag steeg. Hij weet dat er geen seconde verloren mag gaan, wnnmeer nieuw onheil dreigt. Zo gaat de bevolking in de noodgebieden de Zondag te gemoet. In spanning, maar geens zins overspannen. Hier en daar zijn er mensen, die hun koffertje gepakt hebben en naar familie vertrokken zijn. Doch de meesten blijven. Biddend, dat het een ge woon springtij zal worden. En gereed om, indien nodig, tot het uiterste te vechten voor het be houd van hun have en goed. Advertentie Dan spijt het U, wanneer U geen Aspirin (alléén echt met het Bayerkruis!) in huis hebt. TIET opruimen van dood vee uit de H noodgebieden is een der onaange naamste, maar noodzakelijkste pltch- ten, die na de watersnood de bevolking der eilanden is opgelegd. Maar te mid den van de vele vrachtauto's, die de cadavers vervoeren, ziet men daar ook een auto van de Ned. Ver. tot Bescher ming van Dieren, dxrnrin gespaairde honden, katten, kippen en duiven naar veilige dierenasyls in de grote steden worden overgebracht. De heren K. Visser, hoofdinspec teur dezer vereniging te Den Haag en P. van Helden, inspecteur der afdeling Rotterdam, trekken er elke dag met de auto op uit om te redden wat er te redden valt. En zij doen goed werk, want overal zijn huisdieren, die naar zolders en daken gevlucht zijn, waar zij niet meer vandaan kunnen komen, zodat zij gedoemd zjjn varn honger en dorst te sterven. Het is een uiterst moeilijk karwei, het verzamelen van deze dieren. De meeste huizen zijn slechts te bereiken ADVERTENTIE VRAAGT PROSPECTUS 8ekende Schriftelijke Cunui Middelbare Akten: Talen, Wiskunde en Boekhouden M.O. Voor het Leidseveer, het centrale verkeerspunt in Utrecht, is door de dienst van gemeentewerken een grootscheeps plan ontwor pen, om in de toekomst de ernstige verkeersmoeilijk heden, welke zich met na- in de Jaarbeurslijd voor doen, te kunnen opvangen. De hierbij gereproduceer de maquette geeft een beeld vande volkomen gewijzigde Grootscheeps plan in verkeerscentrum van Domstad toestand, zoals die na uitvoe ring van deze plannen in de omgeving van het Stations plein zal ontstaan. Geheel links de Jaarbeurs gebouwen op het Vreden- burg. De thans beslaande verkeerscirkel wordt ver plaatst in de richting van het station en door een doorbraak komt er ruimte voor een afzonderlijke uit valsweg van de Amsterdam sestraatweg naar de nieuwe verkeerscirkel. In deze om geving zijn voorts enige ho ge gebouwen (op de foto donkergekleurd) gedacht. Op het Stationsplein zul len enige gebouwen moeten verdwijnen om een ruimere toegang en een evenwich tige hoge bebouwing moge lijk te maken. Voorts wordt ruimte vrij gemaakt voor het inrichten van een auto- busstation voor de stads- en interlocale lijnen, welke thans op verschillende plaat sen hun eindpunt vinden. met een bootje en als deze huizen be reikt zijn, probeer dan maar eens blazende kat weg te halen uit de nok van een grote boerenschuur. De man nen van de dierenbescherming hebben eens twee uur werk gehad om een zich fel verdedigende herdershond met jongen te pakken te krijgen. Toch was het noodzakelijk, want het dier zou met haar jongen anders doodgehon gerd zijn. Katten dreven rond op los geslagen deuren, kanariepietjes flad derden angstig rond in boven het wa ter wiebelende kooien, geiten waren de trap opgeklommen en stonden ver loren te blaten en ook voor menig ko nijn is er redding gekomen. De heer Visser vertelde het verhaal van een Amerikaans soldaat, die er in een roeiboot op uitgetrokken was om een kip te redden. Urenlang bleef hij weg, maar ten slotte kwam hij te rug, met de kip, en bovendien nog een paar duiven en een poes. Hij wiste zich het voorhoofd af en zei. „Ik ben al lang soldaat geweest en heb over de hele wereld gevochten. Maar nog nooit heb ik zoveel moeite moeten doen als om deze kip te redden!" Stelselmatig rijdt de auto, eigendom van de afdeling Rotterdam, de plaat sen op de eilanden af, op zoek Tiaar levende huisdieren, die worden onder gebracht in asyls in Rotterdam, Dordrecht en Wassenaar. Hier worden zij gratis verzorgd om te gelegener tijd aan de eigenaars te worden terug gegeven. Als de eigenaar bekend is hangt men een briefje met bijzonder heden om de hals der dieren. Zo zul len velen later dankbaar zijn, dat er iemand om hun dieren dacht, toen zij zelf daartoe niet meer in staat waren. De watersnoodramp heeft ook bij zondere maatregelen op het gebied van de rechtspleging noodzakelijk ge maakt. Doordat duizenden landgenoten have en goed hebben verloren, zal het velen moeilijk vallen, zo niet onmoge lijk zijn, tijdig aan hun contractuele verplichtingen te voldoen In deze nood oehoort naar het oordeel van de rege ring onverwijld te worden voorzier door het treffen van een regeling, krachtens welke de rechter aan schul denaren uitstel kan verlenen. Daartoe is een ontwerp bij de Tweede Kamer '"ngediend. De ramp heeft voorts tot gevolg, dat het in sommige gevallen onmogelijk is wettelijke termijnen op het gebied van de burgerlijke en strafrechtspleging en van het administratieve recht in acht te nemen. Het ontwerp opent de mogelijkheid, dat deze termijnen buiten toepassing blijven, indien zij in rede lijkheid niet konden of kunnen worden in acht genomen. VANDAAG GEEN KORFBAL Alle korfbalwedstrijden, vastgesteld mor vandaag zijn door de Christelijke Korfbal bond afgelast. —120— MAAR is dit nou hetzelfde korps, waarmee we vorige week zo stonden te martelen? De Gierst zat z'n voldoening in de bas-trompet te bla zen. tot hij er bijna duizelig van wordt, Rinus de Wit tempert de macht z'n trompet een beetje, zodat je het ijle geluid van de fluiten kunt ho ren. Hier. de tromsolo met pijpers. Maar dit isdit is machtig, man nen, dit moet je gehoord hebben. Ai, sla jij er nou niet tegenaan.Goed, je bent er weer. Hou je maar vast aan onze nieuwe tamboer, die lijkt me nog maatvaster dan... Nou mees ter, jij hebt het ook meer gedaan Meneer Bel veegt voldaan z'n be zwete voorhoofd af. ..Dit was dit was al heel aardig dwingt hij zichzelf tot een niet al te grote lof. „Als dat zo doorgaat, heb ik er geen enkel bezwaar tegen, meneer de voor zitter, dat we tegen eind Mei de eer ste uitvoering geven". Zie, dat is en ander geluid dan steeds dat aftikken. „Kom, we doen het nog één keer overTamboers, hou je vast aan Daan We hebben straks ook nog wel tijd voor een paar andere nummertjes", Andere nummertjes? Je zou altijd wel door willen gaan met die defileer- mars. Moeder zou best trots op me zijn, als ze me hier zag staan. Ik ben al bijna net zo groot als meneer Bel zelf. En over een paar weken mag ik al meedoen aan de eerste uitvoering Hiernu zijn wij weer aan de beurt... Houden jullie je maar aan mij vastEen moeder vergeeft al tijd alles, zegt Loedes moeder, en dat moet wel waar zijn Een twee roffel! Kaarsrecht staat hij en de maten van de muziek trillen door hem heen. trekken aan z'n spieren, maken dat hij glimlacht Hij vergeet helemaal dat ze thuis allemaal in spanning zitten over wat vader doen zal. „Niet over praten, waarschuwde opa, „Vader moet hier rustig over kunnen denken". Ja-ja. maar volgende week Woens dag gaat vader kennismaken, en als hij dan maar meteen beslist? Het zou ook erg dom zijn van der, want je moet eens zien hoe de mensen ons hier verwennen-! Maar leuk is het toch niet, dat er nü net een kans moet komen, dat we weg gaan. Hij mag er niet over praten van opa. Vader zelf zegt er ook niets v maar hij is nog stiller dan anders. Niks an! Daantje schrijft z'n preek over. en nog een over 't liegen ook, maar het is allemaal lang zo prettig niet als vorige week. De kerk is Zon dags mudvol, maar toch is het alle maal niet zo leuk. Misschien komt het, omdat, het regent. Als het regent is de Zondag lang zo gezellig niet. Poeh! Of dacht je dat ik nog met een spoor- treintje ga spelen, nou ik bij de fan fare ben. Mocht je maar gaan trom melen! Daar komt natuurlijk niks van. De bovenmeester. Stoffels en lange Van Leeuwen komen koffiedrinken, en na het eten wil vader Zondags een uurtje rusten in de studeerkamer. Ga jij dan maar trommelen. Ik zal blij zijn als het Woensdag geweest is „Wil je het dierenboek, Daan?" „Nee of ja, geef toch maar Maar Theo moet niet denken dat de Zondags nou wel fijn is. Rudi heeft een boek over het zuurgehalte van laagveen op klei, die zegt de hele mid dag geen stom woord. Nee, 't zal goed zijn als het Woensdag geweest Wordt het dan nooit Woensdag!? Maar 't is Woensdag voordat je weet. Nogal wiedes, want Maandag avond mocht hij naar de meester, en toen hebben ze met elkaar die solo partij nog eens doorgenomen, en or gelles zal meesier me ook gaan geven, 't Is altijd makkelijk als je ook een beetje orgel kunt spelen. Niks an bo vendien, want de noten ken ik al lang Dromerig kijkt hij vader dan na, als het Woensdag is. Hij zou best mee wil len, nee, niet omdat hij er zo benieuwd naar is. hoe het er in de stad uit zal zien, maar om er voor te zorgen dat ze door mr. G TH VERHAREN vader niet gauw-gauw overhalen om te komen. Maar dominee Dalman gaat alleen. Hé, dominee neemt niet eens z'n vrouw sst!de nieuwe dominee is weduwnaar. Dit is die dominee, wiens vrouw destijds dat ongeluk had Ze schuifelen langs hem heen, een bonte rij vreemden. „U komt toch, dominee? Dominee, U komt! Hij kan er plotseling ja, na de hoeveelste handdruk? plotseling naar verlangen om even een boeren- knuist in z'n hand te hebben. Of het verweerde gezicht van een arbeider tussen al die vriendelijke, gladgescho ren gezichten te zien. Ben ik dan de stad ontwend, terwjjl ik er zelf ge boren ben? „Wèl een meelevende ge- Van officiële Franse zijde is verno men, dat de Franse regering zes ont- werp-protocollen voor toevoeging aan het Europesc-legerverdrag ter tafel heeft gebracht. Er is nog geen proto col bij over de Britse deelneming aan de Europese verdediging, daar dit on derwerp punt van bespreking uit maakt op de huidige Brits-Franse bij eenkomst te Londen. Naar aangenomen wordt, tracht Frankrijk meer vrijheid te verkrijgen voor onttrekking van troepen aan de EDG voor gebruik overzee, zeggen schap te behouden in zake status en bevordering van zijn eigen officieren en voorzieningen te verkrijgen om te verhinderen dat Frankrijk in de ver dedigingsgemeenschap door West- Duitsland overstemd zou worden. De leider van de Westduitse opposi tie en voorzitter van de sociaal-demo cratische partij Ollenhauer verklaar de in een gesprek met de Noord-West- duitse radio, dat de Franse protocol len bijzondere rechten eisen „die in de practijk de doodsteek betekenen voor de gedachte van een geïntegreerd Europees leger". Hij had de tekst van de protocollen zelf nog niet gezien doch ging af op de persberichten daaromtrent. Hij doelde met name op de Franse wens, troepen aan de EDG te kunnen ont trekken voor gebrujk overzee „zon der de instemming van de bondgeno ten". „België en Nederland zouden, als koloniale mogendheden, dezelfde uit zondering kunnen verlangen", aldus Ollenhauer, „en wanneer dit aanvaard zou worden, zou West-Duitsland al leen overblijven met benadeelde be langen". Een kort ogenblik heb lk u ver laten, maar met groot erbarmen zal lk u tot Mij nemen. Jesaja 54 6 zo véél betekent in een mensen leven. Grote beslissingen vallen meest al in de kortste ogenblikken. Beslis singen van het alles of niets. En voor het volstrekte, voor het absolute niets komt 'n mens te staan als God hem verlaten heeft. Dat is duisternis en nacht. Nacht zonder star en zonder hoop. Een korl ogenblik heb Ik u verlaten, zegt de Heer. Kan ons eindeloos rede nerend geslacht nog het innerlijk be sef opbrengen, wat dat is? Slachtoffers van de tijd, scheefgetrokkenen door het leven van vandaag, die ze zijn? „Wij hebben God en God heeft ons verla ten" heeft eens een dichter gezegd. En dat is het nu maar: daarom duurt dit „korie ogenblik" zo eindeloos lang. Moe van verlatenheid zijn de meeste mensen. En ze weten het zélf niet. Moe heid in levensverhoudingen. Moeheid in alles. Zoals eens een gedesillusion- neerde vrouw zei: myn man is zo moe van mij. Dat is het in onze tekst nu maar precies. God, Die Zijn volk ver laat. God, Die Zijn volk zó gelegen heid geeft om weer tot zichzelf te ko en. Als wij dit maar eens begrepen: hoe wij God vermoeid hebben. Ja, wij met onze meningen en onze logica. Wij met onze beschouwingen en ons gepraat zonder eeuwigheid. Wij moleculen van eigenwaan, stofjes van inbeelding in de storm. ,Maar met groot erbarmen zal Ik u tot Mij nemen". God, Die terugkomt. Dat is het aller-, allergrootste wonder van een mensenleven. En dat is zo ver bijsterend heerlijk, dat is zo overwel digend. Alles horen en zien ver die mens. Hij hoort dan ook in derdaad. heel concreet, dingen die hij nooit gehoord heeft. Hij ziet dan op eens realiteiten, die hij nooit vermoed heeft zelfs. Hij ondergaat het alleen: God neemt mij weer tot Zich. Na al die verlatenheid. Na al die misère. Na al die zonde. Na al die gruwelijke, inner lijke verwardheid. Wat stamelt die mens? Alleen maar dit: groot erbarmen. Gróót erbarmen. „God is onuitputtelijk goed", zei Gezelle. Alleen al om het feit. dat Hij terugkeert. Dat Hij ons weer tot Zich neemt. Ons niet aan onszelf overlaat. Hoe heeft God u gevonden? Als niet veel bijzonders meer, zegt u. Als een hoop wrakhout. Eén pak menselijke nood. En dat nu toch. tóch nog alles anders werd? O Heer. niets anders dan gróót erbar men. Laat mij U daarom prijzen. Genade. Christus. Gróót erbarmen. meente, zoals U ziet", praat uit een wazige verte de stem van ouderling Van Minne, wanneer de kennismaking maar duurt en duurt„Onze wijk geldt voor de beste wijk wat dat be treft Onze vorige predikant was altijd vol lof". Het anwoord schiet er bij in. Domi nee Dalman doet moeite om althans een paar namen te onthouden van al die mensen, 't. Is toch aardig, dat al die mensen zijn gekomen. Er zit wel een band in deze gemeente. Zouden ze bij ons op 't dorp ook zo goed opko men, als mijn opvolger „We hebben hier een flink koor", vertelt de ouderling naast hem. „O ja? Ach, dat is buitengewoon prettig, om een koor ter beschikking te hebben." Hoe zei ik dat Zondag maar weer? Kom, hoe zei ik dat? Onwaar is ook, als we zeggen: „Hé, wat aardig dat ik jou weer eens zie Of: fijn, dat jij nu ook eens nieuwe gordijnen hebt", wan neer we helemaal niet blij zijn dat we de ander zien, of dankbaar omdat de ander het zo goed heeftHier: zeg nu eerlijk dat je jezelf dolgraag terug zou wensen tussen je dorpsge meente, waar géén koor is, en waar de mensen nog wel wat te wensen overlaten „Wij hebben nog geen koor, weet U. Het is er nooit van ge komen. Er blijft altijd zoveel werk liggen". „Dat neem ik aan. dat neem ik aan!" lacht Van Minne genoeglijk. Nou, broe der Veerkamp mocht dan O, domi-l nee maaki kennis met De Vet ,Hè, Veerkamp, maak je geen zor gen man! We hébben hem. Je maakte je nog ongerust of hij die pastorie op zou willen geven, met die grote tuin, maar ik beloof je Wat zegt U, do minee?" „We moesten bij ons op 't dorp een koor oprichten Het geeft zoveel kleur aan de diensten (Wordt vervolgd) Van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis ontvingen wij de 9de lijst van slachtoffers van de watersnood. De lijst is gedateerd 13-2-'53. („Het Ned. Rode Kruis kan in verband met de omstandig heden, waaronder de gegevens van deze verlieslost worden verzameld, niet de volledige garantie geven voor de betrouw baarheid. Het is dus mogelijk, dat een enkele wijziging achter af noodzakelijk zal blijken"). FIJNAART. Geborgen en geïdentificeerd: Geijlings. Mana Antje. geb. 24.6.29. KRIMPEN A. D. IJSEL. Geborgen: MIDDELHARNIS. Overleden: Koote. Gerrit, gob. 2.12.50 to Middel- harnis. zoon van Abraham Kooie en Ca tharine Soldaat, laatste adres: Oostvoor- gors 19. PETTEN HONDSBOSSCHE ZEEWERING De Waart. F., oud 51 jaaT. laatste adres: Petten STEENBERGEN. Geïdentificeerd en begraven: Schuurbiers. Petrus Chrcstianus. geb. 12 L0 48 te Steenbergen, laa'ste adres: KladsedijK 23. STELLENDAM. Geborgen: Troost, Arentje IClazina. geb 1949 te Melissant, laatste adres: Voorstraat 76 a Boshoven. Mina Tamnetje. geb 1936 te Stellendam, laatste adres: Meidoornstr 5 Bilkes, Lijntje Dina. geb. 1938 te Stel lendam. laatste adres: Voorstraat 113 ST. PHILIPSLAND. Aanvulling op 3e lijst, d.d. 6.2.53. Suurlant, Jan Johannes, geb. 25.3.29 te Tholen. is thans geborgen en geïdentifi ceerd KRUININGEN. Rectificatie 5e lijst d.d. 9.2 53. Blok. Marina, echtgenote van Bastiaan Blok. oud 82 jaar, moet zijn: Blok. Ma rina. weduwe van Jacob Blok. oud 82 jr, STRIJEN. Aanvulling en rectificaties 4e lijst d.d. 7.2.53. Geïdentificeerd: Van der ReeAndeweg, Geertrui, geb. 14.554. Den Hartog. Margrietha, geb. 18.10.16 te Sfcrijen. Rectificatie: Aanvankelijk als vermist opgegeven, doch blijken in leven te zijn: Verrijp. Wïllempje, geb. 24.5.33. Van der Ree. Joost. geb. 14.5.88 te Strijen. laatste adres: Buitendijk 15. Van der Ree. Joost. seb. 14.3.26 te Strijen, laatste adres: Buitendijk 15. Van der Ree. Geertrui, geb 7.7.34 te Strijen, laatste adres: Buitendijk 15. Van der Ree. Anthonia, geb. 3.8.38 te Strijen. laatste adres: Buitendijk 15. 's-GRA VEND EEL. Rectificatie le lijst 4.2.53. Tel mededeling van de gemeaote-se cretarie: Wed. v. d. Wulp en 2 kinderen, t.w.: v. d. Wulp, Marimis, geb. 9.5 35, v. d. Wulp. Bastiaantje. geb. 6.11.38. Zijn in leven en wonen aan het adres: Gortdijk 5: De beide andere kinderen, t.w v. d. Wulp. Jan. geb. 11.3.43. v. d. Wulp. Aart Jacob, geb. 17 4.42 Zijn geëvacueerd naar Dordrecht, Th. de Bock straat 5. (Van een onzer verslaggevers) Toen de toestand op de Boulevard te Vlissingen in de rampnacht kritiek was, stonden daar naast de Zeeuwen de kleine donkere mannen van Am- bon om het water te bestrijden. Iets verder naar het Zuiden, in Zeeuwsch- Vlaanderen, leverden ze ook slag. Hun gezichten stonden al even verbeten als die van de geboren dijkwerkers, de Westkappelaars en de „Kouker kers". Ze ringen niet op de loop. toen het woedende water met steeds feller geweld op de basaltkeien van de Bou levard te pletter 9loeg. Ook niet, toen het water over de keien stroomde en Vlissingen gedeeltelijk onder water kwam te staan. Zy sjouwden zandzak ken, hielpen bij de evacuatie van mens en dier en redden huisraad. Zonder dat er een beroep op hen gedaan behoefde te worden, hebben de Ambonezen zich gemeld. De oude di scipline kwam weer boven, ze voelden zich weer de „soldaten van de Ko ningin". En zo was het niet alleen met de Ambonezen in Zeeland, maar ook met anderen. Het hoofdkwartier van de B.PR.M.S.. de organisatie der Am bonezen, heeft zich terstond na de ramp beschikbaar gesteld om Ambo nezen in te schakelen by de hulpver lening. Aanvankelijk ging dit met enige moeilijkheden gepaard. De ver antwoordelijke autoriteiten konden niet het risico nemen, dat 4.000 Ambo nezen naar het rampgebied zouden worden gedirigeerd, voordat maatrege len waren getroffen voor legering en onderhoud. Op advies van de com missaris voor de Ambonezenzorg, de heer Van Ringen, werd ten slotte be sloten de Ambonezen daar in te zet ten, waar het mogelijk was hen 's avonds weer naar de kampen terug te sturen Daardoor werd een overbe lasting van de rampgebieden voor komen. Sinds vorige week Vrijdag trekken nu de mannen van „Lunetten" int Vught iedere morgen in ploegen van reertig man er op uit om met spa en sohop mede te helpen het land van Heusden en Altena watervry te maken. Slechts een zeer klein deel der Am bonezen heeft de eis gesteld, dat zU voor hun werkzaamheden in het nood- geibied in vreemde valuta moesten wor den uitbetaald, zoals door minister president dr. W. Drees in de Tweede Kamer werd medegedeeld. Het over grote deel wenst zjjn loon af te staan aan het Nationaal Ran>penfondi.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2