Job en Spinoza
7]
Negende lijst van
verliezen
Ookaan dieren in nood
wordt gedocht
door prof. dr.
G. C. Berkoutüer
Spannend weekeinde
DE VETERAAN EN ZIJN KIP...
Zo nodig uitstel
van betaling
De Drummer
der Demonen
Dagelijks feuilleton
Frankrijk wil meer
vrijheid in EDG
Groot erbarmen
Hb
OOK DE AMBONEZEN DEEPEN
IN DE RAMPGEBIEDEN
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
TROUW
3
ONWILLEKEURIG kwamen in
deze weken meermalen
onze gedachte de vrienden van
Job, die een gemakkelijke en sim
pele verklaring hebben van het
lijden van Job. Het is wellicht
ook niet ondienstig eens onze
aandacht te vestigen op Job zélf.
We bedoelen niet te zeggen, dat
het in het boek Job gaat om het
lijden in het algemeen, maar er
zitten zoveel kanten aan dit bijbel
boek, dat het altijd werkte en in
vloed uitoefende in verschillende
richtingen. We worden in onze
bezinning gestimuleerd door de
verschijning van een uitgave van
dr. A. Gans, die het boek Job op
nieuw vertaalde en inleidde onder
de titel: Joh, de man, die God ziet
op stof en as.
We gaan hier niet in op zijn vertaling
noch vergelijken die met de nieuwe
vertaling. Ook willen we niet hande
len over de invloeden, die volgens
Gans op het boek Job hebben gewerkt,
waarvan vooral de Prometheus van
Aeschylus wordt genoemd, omdat de
overeenkomst zo groot is, dat ze niet
toevallig kan worden genoemd. Job
heeft op deze gronden volgens de
auteur geleefd in of na de vijfde eeuw
voor Christus. De argumenten voor de
overeenkomst zijn zeer zwak, maar het
is ons niet te doen om deze vragen. We
willen vooral letten op wat Gans zelf
noemt: het probleem van het boek Job.
Het is maar een korte uiteenzetting,
waarin het er op aankomt, dat de
satan. Jobs vrienden en zijn vrouw
allemaal zeggen: De vrome lijdt niet.
Daartegenover wordt dan Job getekend
als de man, die een probleem heeft.
i
„God heeft Job zijn lijden gezonden,
opdat hij wete, anders dan de satan,
zijn vrouw, zijn vrienden, dat de vrome
niet lijdt, dat hij niet mèg lijden, ook
niet in het vreselijkste onheil." In dit
verband wordt Spinoza aangehaald, die
in het slot van zijn ethiek zegt: „De
gelukzaligheid is niet het loon van de
deugd, doch de deugd zelve." En nu zou
de dichter van het boek Job ons leren,
dat de vrome juicht op stof en as. En
dan volgt als de bedoeling van
auteur van het boek Job evenzeer: „De
gelukzaligheid is niet het loon
vroomheid, het is de vroomheid zelf."
WIE het boek Job leest, zal niet kun
nen ontkennen, dat de auteur al
lerlei momenten aanraakt, die inder-
caad in het boek Job besloten liggen.
We denken aan zijn weergave, aan het
s:ot: ,.De dichter dwingt de vrome Job
door zijn lijden tot opstand tegen God,
een opstand zo vermetel, dat hij de
satan doet grijnzen. Doch dan rukt hij
hem weg van de afgrond en plaatst
hem op de lichtende hoogte van het
heilige berouw, hij zegt ons van Job,
de gemartelde mens, de vrome en zon
dige strijder met God, door Hem over
wonnen, Hem overwinnend, God dwin
gend hem te zegenen. Hij leert ons van
Jobs blijde bekering, waarover alle
zonen Gods en de morgensterren te za-
men jubelen."
We laten deze weergave voor reke
ning van de schrijver, maar er is in
derdaad in het boek Job iets van deze
triumf in het geloof, in het zien van
God. Na een lange weg van strijd en
moeite komt Job tot de rust in zijn
lijden: „Slechts van horen zeggen had
ik van u vernomen, maar nu heeft mijn
oog u aanschouwd". (Job 42.)
Maar er is één grote moeilijkheid in
deze verklaring van het boek Job, nl.
zijn verwantschap met Spinoza, die
evenals „de auteur van Job" de tegen
stelling invoert, dat de gelukzaligheid
nief is het loon van de vroomheid,
maar dat het de vroomheid zelf is.
Deze verklaring stelt on9 voor het
probleem van het slot van het boek
Job, d.w.z. zijn herstel. Het is bekend,
dat dit slot steeds weer allerlei be
denkingen opgeroepen heeft. Men heeft
gezegd, dat het er feitelijk niet bij
hoorde, omdat het uit de toon van het
hele boek valt. Immers: in de proloog
wordt de suggestie gewekt, dat Job al
leen maar vroom is, omdat het hem zo
goed gaat. Deze vroomheid wordt door
de duivel aangevallen en ontkend. Wan
neer hem eerst maar eens alles ontno
men is, dan zal die vroomheid wel ver
dwijnen. En zie, nu komt dat slot van
het boek Job ons tóch weer spreken
over het verband van de vroomheid
van Job en zijn herstel. Het blijft niet
een vreugde in het lijden, maar het
gaat om de vreugde ook na het lijden,
nadat God het lot van Job heeft ge
keerd. Men heeft gezegd, dat het een
zinvol slot zou zijn, dat Job God terug
vindt midden in het lijden en dat het
daarmee afgelopen zou zijn. En men
vermoedt, dat de een of andere eind
redacteur er later een „mooi slot" aan
heeft toegevoegd, zodat het tóch nog
een „happy end" kreeg: hef herstel van
Job. Was het niet mooier en rijker,
wanneer het zó geëindigd was: de jubel
in het lijdenEn dan uit? En vooral
wanneer men gemakkelijk met de bij
belboeken omsprong, kon het geen be
denking wekken dat laatste deel als
een toevoeging te verklaren.
WIE zulk een gemakkelijke beoorde
ling niet voor zjjn rekening wil
nemen, zal juist in het boek Job door
het merkwaardige slot geboeid worden.
Hier is iets van de goddelijke ironie
tegenover satan, die in de proloog de
vroomheid had afgeleid uit de voor
spoed.
Die aanklacht, dat de dienst van God
en de liefde tot God op en neer zouden
gaan als een soort valuta, heeft God er
niet op laten zitten. Dat zal worden
uitgevochten tot op de bodem van Jobs
leven. Het zal openbaar worden wat er
van Jobs vroomheid terechtkomt, wan
neer hij in de volslagen nacht wordt
gevoerd. Of hij dan een kind van God
blijft dan wel of hij nu als goddeloze
openbaar wordt. Maar God laat Zich
Zijn program niet voorschrijven door
de boze en Hij laat Zich niet ontnemen
de waarheid van Zijn koninkrijk, dat
de dienst van Hem uiteindelijk verbon
den zal zijn met de vreugde van het
>cht van Zijn gemeenschap. Het herstel
'van Job aan het einde van het boek
is niet het „happy end" van een gemoe
delijk en optimistisch auteur, die zijn
lezers wil bevredigen, maar het god
delijk verband leggen tussen de dienst
van Hem en de vreugde van Zijn rijk.
Daarom is de auteur van Job hier vèr
verwijderd van Spinoza. Wel is de
dienst van God, het weer ontdekken
van God midden in nood en ellende
reeds een vreugde, een ontdekking, die
stil maakt, maar dat is het einde niet.
Dit geluk staat niet tegenover het
loon, de uiteindelijke opheffing van het
lijden, die in het herstel als een wer
kelijkheid wordt aangewezen. In de
nood en de verschrikking, die het lijden
over de mens kunnen brengen, kan het
oog' verlicht worden, maar dat is het
einde niet. Heel het uitz'icht naar de
opheffing van het lijden gaat hier bo
ven uit in goddelijke rijkdom, als in
deze rijkdom het verband tóch gehand
haafd wordt en het uitzicht bewaard
wordt op de toekomst. Daarom kan de
Bijbel de mensen troosten niet alleen
met de betuiging, dat ze op God moeten
vertrouwen en dat Hij hen dan zeer
nabij zal zijn, maar óók met de belofte
van het herstel. Daarom kan Paulus in
het Nieuwe Testament ergens zeggen:
,,Ik ben er zeker van, dat het lijden
van de tegenwoordige tijd niet opweegt
tegen de heerlijkheid, die over ons ge
openbaard zal worden." Dat is geen
vlucht uit de werkelijkheid, maar een
belofte voor de werkelijkheid. Wij zijji
daar wat schuw mee geworden, omdat
men dat steeds weer als een „wissel
op de eeuwigheid" heeft uitgelegd. Het
schijnt een vlucht naar „later" en
Nietzsche heeft er al de fiolen van zijn
toorn over uitgegoten. Maar we zullen
dit toch moeten leren. De Bijbel is
barmhartiger dan vele theorieën, die
niet van een „loon" willen spreken en
die zeggen: het gaat niet om het loon,
maar om de stilte en de vreugde in
het lijden. Dat is een dilemma, dat in
de Bijbel niet past. God gaat er souve-
rein boven uit met Zijn eigen oplossing
en Hij zal er wel voor zorgen, dat we
in Zijn gemeenschap geen rekenmees
ters en loondienaars worden. Maar Hij
zegt wel, dat ééns de tijd zal komen,
dat niemand meer kwaad z'al doen en
verderf stichten op Zijn ganse heilige
berg. (Jesaja 11:9). Paulus en Jesaja
hebben dit blijkbaar allerminst als
een vlucht gezien uit de werkelijkheid.
Ze hebben verstaan, wat wij wel eens
vergeten, dat God Zich niet van Zijn
spoor laat afbrengen door de aanklacht
dat het in de vroomheid om zelfzucht
gaat. Hij laat die aanklacht wèl uit
vechten in Jobs leven en dan kraakt
het van alle kanten. Maar Hij laat het
verband tussen het dienen van Hem en
de ongestoorde vreugde niet los. Het is
de boodschap van de hóóp, die het leed
verzacht. Het is Gods souvereine so
lutie.
Vervolg van pag. 1
in bedrijf, zodat men binnen enkele
seconden het stafikwartier kan alar
meren.
Die kleumende voorposten vindt
men aan de dijtk tussen St. Annaland
en St. Maartensdijk op het eiland
Tholen, rond de plaats Tholen zelf en
op Zuid-Beveland bij Krabbendijlke. De
dijiken zijn hier imet ongelofelijk en
thousiasme zo sterk mogelijk gemaakt.
Men weet eohter, dat de wind de grote
factor kan zijn, d> e een alarm nodig
maakt.
Daarom staan van hedenmiddag 12
uur af alle beschikbare troepen in en
rond Bergen op Zoom paraat. De
trucks zijn geladen met zandzakken cn
staan met draaiende motoren, zodat
zij binnen enkele seconden kunnen
uitrijden. Alle militairen zijn gecon
signeerd en slapen gekleed bij de wa
gens. Hetzelf-cle beeld ziet men in de
sector Steenbergen.
STREPEN EN CIJFERS
Zo wacht het dijkleger op de dingen,
die komen gaan. Op de stafkaarten
staan de zwakke punten met rode cir
kels aangegeven en een slordige krab
bel geeft aan hoeveel dappere mannen
daar gedurende het weekeinde in in
tense spanning zullen verkeren. Zij
zijn de voorposten. Zij zullen, indien
nodig, het alarm moeten geven. In het
water tegen de dijk staan meetlatten
en daar zit roerloos in de koude een
man. Hij staart voortdurend naar die
strepen en cijfers op de lat en dat is
niet overdreven. Wellicht weet hij uit
eigen ervaring hoe snel het water die
verschrikkelijke Zondag steeg. Hij
weet dat er geen seconde verloren
mag gaan, wnnmeer nieuw onheil
dreigt.
Zo gaat de bevolking in de
noodgebieden de Zondag te
gemoet. In spanning, maar geens
zins overspannen. Hier en daar
zijn er mensen, die hun koffertje
gepakt hebben en naar familie
vertrokken zijn. Doch de meesten
blijven. Biddend, dat het een ge
woon springtij zal worden. En
gereed om, indien nodig, tot het
uiterste te vechten voor het be
houd van hun have en goed.
Advertentie
Dan spijt het U, wanneer U
geen Aspirin (alléén echt met
het Bayerkruis!) in huis hebt.
TIET opruimen van dood vee uit de
H noodgebieden is een der onaange
naamste, maar noodzakelijkste pltch-
ten, die na de watersnood de bevolking
der eilanden is opgelegd. Maar te mid
den van de vele vrachtauto's, die de
cadavers vervoeren, ziet men daar ook
een auto van de Ned. Ver. tot Bescher
ming van Dieren, dxrnrin gespaairde
honden, katten, kippen en duiven naar
veilige dierenasyls in de grote steden
worden overgebracht.
De heren K. Visser, hoofdinspec
teur dezer vereniging te Den Haag en
P. van Helden, inspecteur der afdeling
Rotterdam, trekken er elke dag met
de auto op uit om te redden wat er
te redden valt. En zij doen goed werk,
want overal zijn huisdieren, die naar
zolders en daken gevlucht zijn, waar
zij niet meer vandaan kunnen komen,
zodat zij gedoemd zjjn varn honger en
dorst te sterven.
Het is een uiterst moeilijk karwei,
het verzamelen van deze dieren. De
meeste huizen zijn slechts te bereiken
ADVERTENTIE
VRAAGT
PROSPECTUS
8ekende Schriftelijke Cunui
Middelbare Akten: Talen, Wiskunde en Boekhouden M.O.
Voor het Leidseveer, het
centrale verkeerspunt in
Utrecht, is door de dienst
van gemeentewerken een
grootscheeps plan ontwor
pen, om in de toekomst de
ernstige verkeersmoeilijk
heden, welke zich met na-
in de Jaarbeurslijd voor
doen, te kunnen opvangen.
De hierbij gereproduceer
de maquette geeft een beeld
vande volkomen gewijzigde
Grootscheeps plan in
verkeerscentrum
van Domstad
toestand, zoals die na uitvoe
ring van deze plannen in de
omgeving van het Stations
plein zal ontstaan.
Geheel links de Jaarbeurs
gebouwen op het Vreden-
burg. De thans beslaande
verkeerscirkel wordt ver
plaatst in de richting van
het station en door een
doorbraak komt er ruimte
voor een afzonderlijke uit
valsweg van de Amsterdam
sestraatweg naar de nieuwe
verkeerscirkel. In deze om
geving zijn voorts enige ho
ge gebouwen (op de foto
donkergekleurd) gedacht.
Op het Stationsplein zul
len enige gebouwen moeten
verdwijnen om een ruimere
toegang en een evenwich
tige hoge bebouwing moge
lijk te maken. Voorts wordt
ruimte vrij gemaakt voor
het inrichten van een auto-
busstation voor de stads- en
interlocale lijnen, welke
thans op verschillende plaat
sen hun eindpunt vinden.
met een bootje en als deze huizen be
reikt zijn, probeer dan maar eens
blazende kat weg te halen uit de nok
van een grote boerenschuur. De man
nen van de dierenbescherming hebben
eens twee uur werk gehad om een
zich fel verdedigende herdershond met
jongen te pakken te krijgen. Toch was
het noodzakelijk, want het dier zou
met haar jongen anders doodgehon
gerd zijn. Katten dreven rond op los
geslagen deuren, kanariepietjes flad
derden angstig rond in boven het wa
ter wiebelende kooien, geiten waren
de trap opgeklommen en stonden ver
loren te blaten en ook voor menig ko
nijn is er redding gekomen.
De heer Visser vertelde het verhaal
van een Amerikaans soldaat, die er
in een roeiboot op uitgetrokken was
om een kip te redden. Urenlang bleef
hij weg, maar ten slotte kwam hij te
rug, met de kip, en bovendien nog een
paar duiven en een poes. Hij wiste
zich het voorhoofd af en zei. „Ik ben
al lang soldaat geweest en heb over
de hele wereld gevochten. Maar nog
nooit heb ik zoveel moeite moeten
doen als om deze kip te redden!"
Stelselmatig rijdt de auto, eigendom
van de afdeling Rotterdam, de plaat
sen op de eilanden af, op zoek Tiaar
levende huisdieren, die worden onder
gebracht in asyls in Rotterdam,
Dordrecht en Wassenaar. Hier worden
zij gratis verzorgd om te gelegener
tijd aan de eigenaars te worden terug
gegeven. Als de eigenaar bekend is
hangt men een briefje met bijzonder
heden om de hals der dieren. Zo zul
len velen later dankbaar zijn, dat er
iemand om hun dieren dacht, toen zij
zelf daartoe niet meer in staat waren.
De watersnoodramp heeft ook bij
zondere maatregelen op het gebied van
de rechtspleging noodzakelijk ge
maakt. Doordat duizenden landgenoten
have en goed hebben verloren, zal het
velen moeilijk vallen, zo niet onmoge
lijk zijn, tijdig aan hun contractuele
verplichtingen te voldoen In deze nood
oehoort naar het oordeel van de rege
ring onverwijld te worden voorzier
door het treffen van een regeling,
krachtens welke de rechter aan schul
denaren uitstel kan verlenen. Daartoe
is een ontwerp bij de Tweede Kamer
'"ngediend.
De ramp heeft voorts tot gevolg, dat
het in sommige gevallen onmogelijk is
wettelijke termijnen op het gebied van
de burgerlijke en strafrechtspleging en
van het administratieve recht in acht
te nemen. Het ontwerp opent de
mogelijkheid, dat deze termijnen buiten
toepassing blijven, indien zij in rede
lijkheid niet konden of kunnen worden
in acht genomen.
VANDAAG GEEN KORFBAL
Alle korfbalwedstrijden, vastgesteld
mor vandaag zijn door de Christelijke
Korfbal bond afgelast.
—120—
MAAR is dit nou hetzelfde korps,
waarmee we vorige week zo
stonden te martelen? De Gierst zat z'n
voldoening in de bas-trompet te bla
zen. tot hij er bijna duizelig van wordt,
Rinus de Wit tempert de macht
z'n trompet een beetje, zodat je
het ijle geluid van de fluiten kunt ho
ren. Hier. de tromsolo met pijpers.
Maar dit isdit is machtig, man
nen, dit moet je gehoord hebben. Ai,
sla jij er nou niet tegenaan.Goed,
je bent er weer. Hou je maar vast
aan onze nieuwe tamboer, die lijkt
me nog maatvaster dan... Nou mees
ter, jij hebt het ook meer gedaan
Meneer Bel veegt voldaan z'n be
zwete voorhoofd af. ..Dit was dit
was al heel aardig dwingt hij
zichzelf tot een niet al te grote lof.
„Als dat zo doorgaat, heb ik er geen
enkel bezwaar tegen, meneer de voor
zitter, dat we tegen eind Mei de eer
ste uitvoering geven".
Zie, dat is en ander geluid dan
steeds dat aftikken. „Kom, we doen
het nog één keer overTamboers,
hou je vast aan Daan We hebben
straks ook nog wel tijd voor een paar
andere nummertjes",
Andere nummertjes? Je zou altijd
wel door willen gaan met die defileer-
mars. Moeder zou best trots op me zijn,
als ze me hier zag staan. Ik ben al
bijna net zo groot als meneer Bel zelf.
En over een paar weken mag ik al
meedoen aan de eerste uitvoering
Hiernu zijn wij weer aan de
beurt... Houden jullie je maar aan
mij vastEen moeder vergeeft al
tijd alles, zegt Loedes moeder, en dat
moet wel waar zijn Een twee
roffel!
Kaarsrecht staat hij en de maten
van de muziek trillen door hem heen.
trekken aan z'n spieren, maken dat hij
glimlacht
Hij vergeet helemaal dat ze thuis
allemaal in spanning zitten over wat
vader doen zal. „Niet over praten,
waarschuwde opa, „Vader moet hier
rustig over kunnen denken".
Ja-ja. maar volgende week Woens
dag gaat vader kennismaken, en als
hij dan maar meteen beslist?
Het zou ook erg dom zijn van
der, want je moet eens zien hoe de
mensen ons hier verwennen-! Maar
leuk is het toch niet, dat er nü net
een kans moet komen, dat we weg
gaan.
Hij mag er niet over praten van
opa. Vader zelf zegt er ook niets v
maar hij is nog stiller dan anders.
Niks an! Daantje schrijft z'n preek
over. en nog een over 't liegen ook,
maar het is allemaal lang zo prettig
niet als vorige week. De kerk is Zon
dags mudvol, maar toch is het alle
maal niet zo leuk. Misschien komt het,
omdat, het regent. Als het regent is de
Zondag lang zo gezellig niet. Poeh!
Of dacht je dat ik nog met een spoor-
treintje ga spelen, nou ik bij de fan
fare ben. Mocht je maar gaan trom
melen! Daar komt natuurlijk niks van.
De bovenmeester. Stoffels en lange
Van Leeuwen komen koffiedrinken, en
na het eten wil vader Zondags een
uurtje rusten in de studeerkamer. Ga
jij dan maar trommelen. Ik zal blij
zijn als het Woensdag geweest is
„Wil je het dierenboek, Daan?"
„Nee of ja, geef toch maar
Maar Theo moet niet denken dat
de Zondags nou wel fijn is. Rudi heeft
een boek over het zuurgehalte van
laagveen op klei, die zegt de hele mid
dag geen stom woord. Nee, 't zal goed
zijn als het Woensdag geweest
Wordt het dan nooit Woensdag!?
Maar 't is Woensdag voordat je
weet. Nogal wiedes, want Maandag
avond mocht hij naar de meester, en
toen hebben ze met elkaar die solo
partij nog eens doorgenomen, en or
gelles zal meesier me ook gaan geven,
't Is altijd makkelijk als je ook een
beetje orgel kunt spelen. Niks an bo
vendien, want de noten ken ik al
lang
Dromerig kijkt hij vader dan na, als
het Woensdag is. Hij zou best mee wil
len, nee, niet omdat hij er zo benieuwd
naar is. hoe het er in de stad uit zal
zien, maar om er voor te zorgen dat ze
door
mr. G TH VERHAREN
vader niet gauw-gauw overhalen om
te komen.
Maar dominee Dalman gaat alleen.
Hé, dominee neemt niet eens z'n
vrouw sst!de nieuwe dominee
is weduwnaar. Dit is die dominee,
wiens vrouw destijds dat ongeluk
had
Ze schuifelen langs hem heen, een
bonte rij vreemden. „U komt toch,
dominee? Dominee, U komt!
Hij kan er plotseling ja, na de
hoeveelste handdruk? plotseling
naar verlangen om even een boeren-
knuist in z'n hand te hebben. Of het
verweerde gezicht van een arbeider
tussen al die vriendelijke, gladgescho
ren gezichten te zien. Ben ik dan de
stad ontwend, terwjjl ik er zelf ge
boren ben? „Wèl een meelevende ge-
Van officiële Franse zijde is verno
men, dat de Franse regering zes ont-
werp-protocollen voor toevoeging aan
het Europesc-legerverdrag ter tafel
heeft gebracht. Er is nog geen proto
col bij over de Britse deelneming aan
de Europese verdediging, daar dit on
derwerp punt van bespreking uit
maakt op de huidige Brits-Franse bij
eenkomst te Londen.
Naar aangenomen wordt, tracht
Frankrijk meer vrijheid te verkrijgen
voor onttrekking van troepen aan de
EDG voor gebruik overzee, zeggen
schap te behouden in zake status en
bevordering van zijn eigen officieren
en voorzieningen te verkrijgen om te
verhinderen dat Frankrijk in de ver
dedigingsgemeenschap door West-
Duitsland overstemd zou worden.
De leider van de Westduitse opposi
tie en voorzitter van de sociaal-demo
cratische partij Ollenhauer verklaar
de in een gesprek met de Noord-West-
duitse radio, dat de Franse protocol
len bijzondere rechten eisen „die in
de practijk de doodsteek betekenen
voor de gedachte van een geïntegreerd
Europees leger".
Hij had de tekst van de protocollen
zelf nog niet gezien doch ging af op
de persberichten daaromtrent. Hij
doelde met name op de Franse wens,
troepen aan de EDG te kunnen ont
trekken voor gebrujk overzee „zon
der de instemming van de bondgeno
ten". „België en Nederland zouden, als
koloniale mogendheden, dezelfde uit
zondering kunnen verlangen", aldus
Ollenhauer, „en wanneer dit aanvaard
zou worden, zou West-Duitsland al
leen overblijven met benadeelde be
langen".
Een kort ogenblik heb lk u ver
laten, maar met groot erbarmen
zal lk u tot Mij nemen.
Jesaja 54 6
zo véél betekent in een mensen
leven. Grote beslissingen vallen meest
al in de kortste ogenblikken. Beslis
singen van het alles of niets. En voor
het volstrekte, voor het absolute niets
komt 'n mens te staan als God hem
verlaten heeft. Dat is duisternis en
nacht. Nacht zonder star en zonder
hoop.
Een korl ogenblik heb Ik u verlaten,
zegt de Heer. Kan ons eindeloos rede
nerend geslacht nog het innerlijk be
sef opbrengen, wat dat is? Slachtoffers
van de tijd, scheefgetrokkenen door het
leven van vandaag, die ze zijn? „Wij
hebben God en God heeft ons verla
ten" heeft eens een dichter gezegd.
En dat is het nu maar: daarom duurt
dit „korie ogenblik" zo eindeloos lang.
Moe van verlatenheid zijn de meeste
mensen. En ze weten het zélf niet. Moe
heid in levensverhoudingen. Moeheid
in alles. Zoals eens een gedesillusion-
neerde vrouw zei: myn man is zo moe
van mij. Dat is het in onze tekst nu
maar precies. God, Die Zijn volk ver
laat. God, Die Zijn volk zó gelegen
heid geeft om weer tot zichzelf te ko
en.
Als wij dit maar eens begrepen: hoe
wij God vermoeid hebben. Ja, wij met
onze meningen en onze logica. Wij met
onze beschouwingen en ons gepraat
zonder eeuwigheid. Wij moleculen van
eigenwaan, stofjes van inbeelding in
de storm.
,Maar met groot erbarmen zal Ik u
tot Mij nemen". God, Die terugkomt.
Dat is het aller-, allergrootste wonder
van een mensenleven. En dat is zo ver
bijsterend heerlijk, dat is zo overwel
digend. Alles horen en zien ver
die mens. Hij hoort dan ook in
derdaad. heel concreet, dingen die hij
nooit gehoord heeft. Hij ziet dan op
eens realiteiten, die hij nooit vermoed
heeft zelfs. Hij ondergaat het alleen:
God neemt mij weer tot Zich. Na al die
verlatenheid. Na al die misère. Na al
die zonde. Na al die gruwelijke, inner
lijke verwardheid.
Wat stamelt die mens? Alleen maar
dit: groot erbarmen. Gróót erbarmen.
„God is onuitputtelijk goed", zei
Gezelle. Alleen al om het feit. dat Hij
terugkeert. Dat Hij ons weer tot Zich
neemt. Ons niet aan onszelf overlaat.
Hoe heeft God u gevonden? Als niet
veel bijzonders meer, zegt u. Als een
hoop wrakhout. Eén pak menselijke
nood.
En dat nu toch. tóch nog alles anders
werd?
O Heer. niets anders dan gróót erbar
men.
Laat mij U daarom prijzen.
Genade. Christus. Gróót erbarmen.
meente, zoals U ziet", praat uit een
wazige verte de stem van ouderling
Van Minne, wanneer de kennismaking
maar duurt en duurt„Onze wijk
geldt voor de beste wijk wat dat be
treft Onze vorige predikant was
altijd vol lof".
Het anwoord schiet er bij in. Domi
nee Dalman doet moeite om althans
een paar namen te onthouden van al
die mensen, 't. Is toch aardig, dat al
die mensen zijn gekomen. Er zit wel
een band in deze gemeente. Zouden ze
bij ons op 't dorp ook zo goed opko
men, als mijn opvolger
„We hebben hier een flink koor",
vertelt de ouderling naast hem. „O ja?
Ach, dat is buitengewoon prettig, om
een koor ter beschikking te hebben."
Hoe zei ik dat Zondag maar weer?
Kom, hoe zei ik dat? Onwaar is ook,
als we zeggen: „Hé, wat aardig dat ik
jou weer eens zie Of: fijn, dat jij nu
ook eens nieuwe gordijnen hebt", wan
neer we helemaal niet blij zijn dat
we de ander zien, of dankbaar omdat
de ander het zo goed heeftHier:
zeg nu eerlijk dat je jezelf dolgraag
terug zou wensen tussen je dorpsge
meente, waar géén koor is, en waar
de mensen nog wel wat te wensen
overlaten „Wij hebben nog geen
koor, weet U. Het is er nooit van ge
komen. Er blijft altijd zoveel werk
liggen".
„Dat neem ik aan. dat neem ik aan!"
lacht Van Minne genoeglijk. Nou, broe
der Veerkamp mocht dan O, domi-l
nee maaki kennis met De Vet
,Hè, Veerkamp, maak je geen zor
gen man! We hébben hem. Je maakte
je nog ongerust of hij die pastorie op
zou willen geven, met die grote tuin,
maar ik beloof je Wat zegt U, do
minee?"
„We moesten bij ons op 't dorp een
koor oprichten Het geeft zoveel
kleur aan de diensten
(Wordt vervolgd)
Van het Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
ontvingen wij de 9de lijst van slachtoffers van de watersnood.
De lijst is gedateerd 13-2-'53.
(„Het Ned. Rode Kruis kan in verband met de omstandig
heden, waaronder de gegevens van deze verlieslost worden
verzameld, niet de volledige garantie geven voor de betrouw
baarheid. Het is dus mogelijk, dat een enkele wijziging achter
af noodzakelijk zal blijken").
FIJNAART.
Geborgen en geïdentificeerd:
Geijlings. Mana Antje. geb. 24.6.29.
KRIMPEN A. D. IJSEL.
Geborgen:
MIDDELHARNIS.
Overleden:
Koote. Gerrit, gob. 2.12.50 to Middel-
harnis. zoon van Abraham Kooie en Ca
tharine Soldaat, laatste adres: Oostvoor-
gors 19.
PETTEN HONDSBOSSCHE ZEEWERING
De Waart. F., oud 51 jaaT. laatste
adres: Petten
STEENBERGEN.
Geïdentificeerd en begraven:
Schuurbiers. Petrus Chrcstianus. geb.
12 L0 48 te Steenbergen, laa'ste adres:
KladsedijK 23.
STELLENDAM.
Geborgen:
Troost, Arentje IClazina. geb 1949 te
Melissant, laatste adres: Voorstraat 76 a
Boshoven. Mina Tamnetje. geb 1936 te
Stellendam, laatste adres: Meidoornstr 5
Bilkes, Lijntje Dina. geb. 1938 te Stel
lendam. laatste adres: Voorstraat 113
ST. PHILIPSLAND.
Aanvulling op 3e lijst, d.d. 6.2.53.
Suurlant, Jan Johannes, geb. 25.3.29 te
Tholen. is thans geborgen en geïdentifi
ceerd
KRUININGEN.
Rectificatie 5e lijst d.d. 9.2 53.
Blok. Marina, echtgenote van Bastiaan
Blok. oud 82 jaar, moet zijn: Blok. Ma
rina. weduwe van Jacob Blok. oud 82 jr,
STRIJEN.
Aanvulling en rectificaties 4e lijst d.d.
7.2.53.
Geïdentificeerd:
Van der ReeAndeweg, Geertrui, geb.
14.554.
Den Hartog. Margrietha, geb. 18.10.16
te Sfcrijen.
Rectificatie:
Aanvankelijk als vermist opgegeven,
doch blijken in leven te zijn:
Verrijp. Wïllempje, geb. 24.5.33.
Van der Ree. Joost. geb. 14.5.88 te
Strijen. laatste adres: Buitendijk 15.
Van der Ree. Joost. seb. 14.3.26 te
Strijen, laatste adres: Buitendijk 15.
Van der Ree. Geertrui, geb 7.7.34 te
Strijen, laatste adres: Buitendijk 15.
Van der Ree. Anthonia, geb. 3.8.38 te
Strijen. laatste adres: Buitendijk 15.
's-GRA VEND EEL.
Rectificatie le lijst 4.2.53.
Tel mededeling van de gemeaote-se
cretarie:
Wed. v. d. Wulp en 2 kinderen, t.w.:
v. d. Wulp, Marimis, geb. 9.5 35,
v. d. Wulp. Bastiaantje. geb. 6.11.38.
Zijn in leven en wonen aan het adres:
Gortdijk 5:
De beide andere kinderen, t.w
v. d. Wulp. Jan. geb. 11.3.43.
v. d. Wulp. Aart Jacob, geb. 17 4.42
Zijn geëvacueerd naar Dordrecht, Th.
de Bock straat 5.
(Van een onzer verslaggevers)
Toen de toestand op de Boulevard te
Vlissingen in de rampnacht kritiek
was, stonden daar naast de Zeeuwen
de kleine donkere mannen van Am-
bon om het water te bestrijden. Iets
verder naar het Zuiden, in Zeeuwsch-
Vlaanderen, leverden ze ook slag. Hun
gezichten stonden al even verbeten
als die van de geboren dijkwerkers,
de Westkappelaars en de „Kouker
kers". Ze ringen niet op de loop. toen
het woedende water met steeds feller
geweld op de basaltkeien van de Bou
levard te pletter 9loeg. Ook niet, toen
het water over de keien stroomde en
Vlissingen gedeeltelijk onder water
kwam te staan. Zy sjouwden zandzak
ken, hielpen bij de evacuatie van mens
en dier en redden huisraad.
Zonder dat er een beroep op hen
gedaan behoefde te worden, hebben de
Ambonezen zich gemeld. De oude di
scipline kwam weer boven, ze voelden
zich weer de „soldaten van de Ko
ningin". En zo was het niet alleen met
de Ambonezen in Zeeland, maar ook
met anderen. Het hoofdkwartier van
de B.PR.M.S.. de organisatie der Am
bonezen, heeft zich terstond na de
ramp beschikbaar gesteld om Ambo
nezen in te schakelen by de hulpver
lening. Aanvankelijk ging dit met
enige moeilijkheden gepaard. De ver
antwoordelijke autoriteiten konden
niet het risico nemen, dat 4.000 Ambo
nezen naar het rampgebied zouden
worden gedirigeerd, voordat maatrege
len waren getroffen voor legering en
onderhoud. Op advies van de com
missaris voor de Ambonezenzorg, de
heer Van Ringen, werd ten slotte be
sloten de Ambonezen daar in te zet
ten, waar het mogelijk was hen
's avonds weer naar de kampen terug
te sturen Daardoor werd een overbe
lasting van de rampgebieden voor
komen.
Sinds vorige week Vrijdag trekken
nu de mannen van „Lunetten" int
Vught iedere morgen in ploegen van
reertig man er op uit om met spa en
sohop mede te helpen het land van
Heusden en Altena watervry te maken.
Slechts een zeer klein deel der Am
bonezen heeft de eis gesteld, dat zU
voor hun werkzaamheden in het nood-
geibied in vreemde valuta moesten wor
den uitbetaald, zoals door minister
president dr. W. Drees in de Tweede
Kamer werd medegedeeld. Het over
grote deel wenst zjjn loon af te staan
aan het Nationaal Ran>penfondi.