De kosten van de ramp
OP HET DAMRAK
a
W0NINGRUIL
BEZOLDIGD JEUGDLEIDER
VRIJ NEDERLAND
REGERING EN WATERSNOOD: lessen uit het Kamerdebat
VRIJ NEDERLAND
14 FEBRUARI 1953
TTET is niet, onbegrijpelijk eerder
xx het tegendeel dat op het ogenblik
op grote schaal binnen en buiten de
kranten en tijdschriften wordt geknut
seld aan ramingen van de schade, door
de stormramp aan ons land aangebracht.
Of deze bezigheid zo erg nuttig zou zijn,
is een andere zaak: er is bar weinig fan
tasie voor nodig om te bevroeden, dat
men op dit ogenblik niet veel meer kan
doen dan zó ruw schatten, dat men de
cijfers nauwelijks kan gebruiken voor
het schetsen van de reactie, die de ver
liezen aan productiecapaciteit, vee, boer
derijen en wat al niet voor de nationale
economie van Nederland zullen hebben.
Desondanks is het goed. dat men reeds
dadelijk de indruk wegneemt, dat het
slechts om enige tientallen millioenen
zou gaan: de enorme hulpvaardigheid
uit binnen- en buitenland is natuurlijk
hartverwarmend, maar men moet niet
de illusie hebben, dat daarmede meer
dan de allereerste rechtstreekse noden
kunnen worden gelenigd.
Aan de andere kant is het natuurlijk
even zinloos bij zijn voorspellingen niet
op een half milliardje meer of minder
te kijken. De invloed daarvan op het
binnenland zou kunnen zijn, dat men een
stemming kweekte, zwarter dan strikt
nodig, terwijl in het buitenland daardoor
weliswaar de hulpvaardigheid een
stimulans zou krijgen als het gaat om
het zenden van geld en goederen, doch...
men daar tevens zou kunnen gaan ver
onderstellen. dat de Nederlandse econo
mie zodanig heeft geleden, dat men zijn
orders liever elders kan plaatsen. De
neiging daartoe is in een enkele sector
reeds gebleken. En dat is wel wat men
in de allerlaatste plaats kan gebruiken.
De schattingen van de schade bewegen
zich op dit ogenblik tussen ongeveer 500
millioen en 1.500 millioen. Daarbij kan
men slechts aantekenen, dat minister
Zijlstra in een gesprek met enkele jour
nalisten heeft medegedeeld, dat hij een
half milliard aan de lage kant achtte.
Doch daarmede is voor ons gevoel dan
ook op dit moment alles gezegd wat er
te zeggen valt.
Het schijnt vrijwel vast te staan, dat
er ongeveer 10.000 woningen zijn ver
nield, dat er ongeveer 30.000 stuks vee
zijn verloren gegaan, dat er minstens 60
dijkbreuken zijn te dichten.
Maar hoeveel men aan woninginventa
ris en huisraad dient op te voeren; wat
de werkelijke verliezen zijn aan land
bouwwerktuigen in de breedste zin; wat
het reële verlies zal zijn aan het produc-
(Ingezonden mededeling)
SERVICEORGANISATIE OVER GEHEEL NEDERLAND
IMPORTRICE: R. S. STOKVIS ZONEN N.V.
Let
eens op
hoeveel
U er op
ile weg zietl
IANGZAAM maar zeker heeft de
J Amsterdamse aandelenmarkt zich
aan de druk, teweeggebracht door de
nationale ramp, kunnen onttrekken.
Daarbij bleek, dat zij haar grote ge
voeligheid voor gunstig nieuws ten
volle had behouden. Speciaal in deze
tijd, met de jaarverslagen in zicht,
zijn velen kennelijk geneigd een
gokje te wage» in de hoop, dat hun
optimisme straks door koerswinst of
dividendverhoging zal worden be
loond. Thans is daar nog bijgekomen
de stimulerende invloed, die de her
stel-arbeid aan dijken en wegen in de
r.oodgebieden op de gang van zaken
bil bouw-ondernemingen en hout-
handelmaatschappijen moet uitoefe
nen. Als gevolg daarvan hebben de
desbetreffende aandelen belangrijke
koerswinsten kunnen behalen.
Het zou echter bepaald te ver
gaan, deze stijging uitsluitend op
rekening van de in het vooruitzicht
zijnde herstel-arbeid te schrijven,
daar vrijwel op de gehele locale
markt een min of meer aanzienlijke
kpersverheffing kan worden vastge
steld. De stijging van het algemeen
koersgemiddclde houdt dan ook on
verminderd aan en bedraagt tegen
over het dieptepunt van April 1951
(126.36) reeds ruim 20 punten.
Van de bouw-ondernemingen tra
den o.a. Amsterdamse Ballast, Kon-
dor, Int. Gewapend Beton, bij de
houlhandelsgrocp o.a. Emballagefa
brieken Houthandel, Pont en Key
op de voorgrond. Voorts waren con-
servenfabrieken. blikfabrieken, elec-
tro-ondernemingen en tal van andere
minder-actieve soorten, zoals de klei
nere goden van de industriële afde
ling ter beurze plegen te worden ge
noemd, gevraagd.
De internationale specialiteiten
hebben deze week de pas gemarkeerd,
met inbegrip van A.K.ü.
Voor dc meeste Indonesische fond
sen is de stemming eveneens vast ge
bleven. De handel hierin droeg even
wel veelal een minder levendig karak
ter, op een paar uitzonderingen, zo
als Nationale Handelsbank, H.V.A.
en Amsterdam Rubber na. Eerst
genoemde instelling schijnt allengs
van karakter te veranderen, in
zoverre, dat men het oog meer
richt op de mogelijkheden, die zich
buiten Indonesië voor deze bank
voordoen. Vormde de naamswijziging
van de voorheen Ned. Indische Han
delsbank geheten instelling medio
1950 reeds een aanwijzing, dat men
zich meer naar het Westen wilde
oriënteren, thans bewijst de vestiging
van een dochter-instelling in Canada,
dat de in Indonesië gestuite expan
siedrang elders een gezonde uitweg
zoekt en vindt.
Wordt hierdoor de positie voor de
toekomst belangrijk versterkt, nog
meer is zulks ongetwijfeld het geval
door de mooie resultaten, die het,
nog altijd voornaamste, Indonesische
bedrijf afwerpt. Daarvan getuigt ook
de geléidelijke verhoging van het
dividend in de laatste jaren van 5
op 1%, waarmede stellig nog niet alle
kruit is verschoten. Vandaar de
koersverbetering van omtrent 25%,
die sedert het najaar van 1952 kon
plaatsvinden. Vergeleken met het al
gemene koerspeil van bankaandelen
kan dat der N.H.B. o.i. niet als over
dreven worden aangemerkt, vooral
niet gezien het feit. dat tegenover
eventuele thans in het algemeen
gering geachte Indonesische risi
co's ruime reserves aanwezig zijn.
Een ander voorbeeld van een maat
schappij. die niet alles op de Indone
sische kaart wil zetten, biedt de
H.V.A.voor welk fonds deze week
één der ochtendbladen het vuurtje
heeft aangestookt met een bericht,
dat op rekening van een medewerker
in Addis Abbeba werd geschreven en
cat voor dit jaar reeds een prachtige
suikeroogst in het vooruitzicht stelde.
Ook al zou dit bericht voorbarig zijn,
dan nog kan men er staat op maken,
dat deze grootste en rijkste Indone
sische cultuuronderneming niet bij
de pakken neerzit en de bakens tijdig
verzet. Amsterdam Rubber maakie
een koerssprong door oplaaiend divi-
dend-optimisme.
tie-vermogen van de landbou,w en wat
de steunregeling van de particulieren die
getroffen zijn, zal gaan kosten dat
alles kan slechts op de grofste en dan
nauwelijks bruikbare wijze worden be
naderd.
Als men de schattingen dan ook een
ogenblik verlaat en gaat denken over
hoe de x milloen schade dient te worden
opgevangen, kómt men terecht bij een
aantal dingen, waarover men ook al weer
niet anders dan veronderstellenderwijs
kan spreken. Eén ding is voor ons zeker:
dat het een geluk bij een ongeluk is, dat
wij juist in een economische situatie
waren geraakt, die aan de kant van de
betalingsbalans en van de voorraad goud
en deviezen gunstiger was dan wij in
voorgaande jaren hebben gekend. Er zit
luel degelijk enige ruimte in onze econo
mie, er is een reserve.
Tegelijkertijd kan men vaststellen, dat
onze betalingsbalans er over 1953 zeker
minder gunstig zal uitzien dan over 1952.
Niet alleen zullen we meer moeten im
porteren, teneinde bepaalde verliezen
aan producten goed te maken, maar het
is ook duidelijk, dat eveneens de uitvoer-
kant een achteruitgang te zien zal geven
een aantal landbouwproducten valt weg
of bijna weg. Nu reeds is een exportstop
voor aardappelen aangekondigd en wie
eens denkt aan Goeree en Overflakkee
en de daar voortgebrachte uien, ziet ook
in deze sector teruggang. Het is bijna
een wonder, dat het industriële produc
tie-apparaat niet of nauwelijks is getrof
fen. Maar hoe dan ook: de betalings
balans zal er niet op vooruit gaan.
Tj^EN GEHEEL ander punt is, dat de
mogelijkheid niet is uitgesloten, dat
onze werkloosheid wellicht kleiner zal
worden door de werkzaamheden, die het
herstel van de schade met zich zal
brengen. In dat opzicht zou de binnen
landse conjunctuur kunnen verbeteren.
Maar er bestaat anderzijds geen twijfel
aan. dat wat men aan die kant zou uit
sparen op sociale uitkeringen, onmiddel
lijk weer wordt te niet gedaan door de
uitgaven aan steun voor de getroffenen.
Hoe hier de balans zal komen te liggen,
valt niet te zeggen.
Overigens zijn wij nu nog geen stap
nader gekomen tot de oplossing van het
probleem, hoe wij alle kosten zullen
moeten dekken.
Het is misschien pijnlijk, maar daar
om niet minder waar vrezen wij
dat de belastingverlagingen, die op het
programma stonden, daar wel van zullen
moeten worden afgevoerd.
Maar of men nu weer dadelijk moet
denken aan het heffen van extra-belas
tingen, is een andere zaak: het zou ons
niet verbazen, indien de regering, ge
geven de toch al zeer zware belasting
druk over zoveel na-oorlogse jaren, daar
over nog eens verscheidene „nachten zal
willen slapen".
Er zit natuurlijk een mogelijkheid in,
dat men de Zuiderzeewerken voor enige
tijd zal remmen en daardoor enige tien
tallen millioenen zal kunnen besparen
(om maar te zwijgen van het materiaal
en de geschoolde mankracht, die daar
door vrijkomt). Men kan ook millioenen
uitsparen, door gelden, die voor de werk
loosheidsbestrijding waren uitgetrokken,
1111 te stoppen in het herstel, waarbij de
werklozen ongetwijfeld een taak zullen
vinden.
Hiermee is men echter, geloven wij,
overigens nog in geen enkel opzicht ge
komen bij een werkelijk stoppen van
het gat.
In dit verband hoort men vaak spre
ken over het besteden van de zgn.
tegenwaardefondsen, die ten bedrage van
ongeveer 900 millioen bij de Nederlandse
Bank berusten. Het gaat. hier om het
geld. dat ïdertijd in guldens is gestort
als tegenwaarde voor de dollars, die wij
als Marshall-hulp ontvingen. Over de be
steding van deze gelden is er reeds lange
tijd enige twist gaande tussen Amerika
en Nederland. De Amerikanen zouden
graag zien, dat wij die gelden besteedden
voor verdere militaire productie, maar
Nederland meent, dat hiervan een infla-
tionistische werking zou uitgaan. Het is
natuurlijk zo. dat tegenover de guldens,
die dan in omloop komen, geen goederen
staan: militaire producten zijn in zeker
opzicht natuurlijk niet anders dan toe
komstig oud-roest. Enigszins anders zou
de zaak liggen, indien men die guldens
aan het herstel van de schade zou be
steden: er komen dan ten minste goede
ren tevoorschijn, die althans ten dele,
zij het dan niet op korte termijn, direct
product iel zijn. Maar in de overgangstijd
tussen herstel en productie, werken die
guldens ook wel degelijk inflatoir. Van
daar, dat de Nederlandse regering er
niet zo erg vreugdevol tegenover staat,
"IVjEDERLAND heeft Juist voor de ramp
„spontaan" afstand gedaan van
verdere Marshall-dollars voor het jaar
19521953, en men zegt. nu in Den Haag,
dat men daar niet op terug wil komen.
Dat, is geen zinloze koppigheid, maar een
tactische manoeuvre. Men redeneert:
dollars zouden bijzonder aangenaam
zijn, maar wij vragen er niet om. Dit
lijkt, ons. gegeven dc samenstelling van
de huidige Amerikaanse regering, goed
gezien. De Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken, Poster Dulles, die
enige dagen na het voltrekken van de
ramp in Den Haag is geweest, heeft,
naar verluidt, te kennen gegeven, dat
Amerika concrete voorstellen van ons
land in welwillende overweging zou
nemen. Dat zou dus eventueel een be
paald bedrag aan dollars kunnen opleve
ren. Maar daarmee zullen we er nog
niet zijn.
Men kan, geloven wij, naast de punten
die wij reeds opsomden om de schade te
delgen, niet anders doen dan vaststellen,
dat men de gevolgen van de ramp zal
moeten laten drukken op een reeks van
jaren. Daarmee zit men dan op het ter
rein van een staatslening, die, indien
men er bijv. een speciale rampen-lening
van zou maken èn grote snelheid be
tracht, teneinde het psychologische mo
ment niet voorbij te laten gaan. wellicht
nog het voordeel zou kunnen hebben van
een voor dit speciale geval lage rente.
Er is natuurlijk geen twijfel aan, dat
een rampenlening of welke andere lening
dan ook, toch een inflatoire werking zal
hebben. Maar het lijkt ons. dat men
daarvoor de angst niet al te sterk moet
opschroeven.
Indien de Engelse „Manchester
Guardian" schrijft, dat Nederland staat
voor de beslissing öf de consumptie te
beperken óf inflatie te krijgen, zijn wij
het daarmee maar zeer beperkt eens.
Wij mogen bij dat alles niet vergeten,
dat er in dc eerste plaats enige deflatie
in ons land heerst, die dus eerst kan
worden „opgevuld", voor men aan het
inflatoire stadium toekomt; en vervol-
kens. dat. men de gelden (van een lening
bijvoorbeeld 1 niet in één groot bedrag
tegelijkertijd in onze economie gaat stor
ten. Het zal allemaal geleidelijk gaan en
er zal, zeker ten dele, tegelijkertijd een
terugkerende productie tegenover staan.
Voorzichtigheid is uiteraard geboden,
maar daaraan zijn onze regeerders
warempel sinds 1945 wel gewend.
Wij hebben eerst jaren langs de infla
tie gebalanceerd, gingen sinds kort langs
de rand van de deflatie en zullen wel
licht weer tot de inflatiekant terug
keren. Maar dat dit een uiterst veront
rustende omvang zou aannemen geloven
wij niet. tenzij de schade achteraf in
plaats van, zeg, maximaal 1,5 milliard,
een veelvoud daarvan zou bedragen.
Maar de kans daarop lijkt veel geringer
dan de kans, dat het beneden de 1,5 mil
liard blijft.
TNDIEN wij tot slot nog opmerken, dat
x door de ramp ongetwijfeld een aantal
economische maatregelen, die dit voor
jaar, o a. in verband met de huurverho
ging, zouden worden getroffen, op zijn
minst uitstel zullen verkrijgen, is wel
voldoende getekend, welke invloed de
nacht van 31 Januai'i op 1 Februari op
het economische leven van ons allen zal
hebben.
Van invloed gesproken: op de beurs
lopen de aandelen van aannemings
maatschappijen op. Dat i te begrijpen,
vooral na de aankondiging, dat Rijks
waterstaat do leiding zal hebben, maar
dat de hulp van aannemers (particulie
ren) onontbeerlijk is. Dat kan veel geld
gaan kosten, cl zeggen wij niet. dat het
zo zal zijn. Bedenken wij bovendien, dat
niet op bestek zal worden gewerkt, ge
geven de geboden haast, maar in regie.
Dat is nog temeer een mogelijkheid tot
grote kosten.
Het is voor ons de vraag, of men dan
ook in deze sector niet zal moeten over
gaan tot bijzonder streng toezicht op de
aannemingsmaatschappijen, eventueel
gecombineerd met enige heffing op de
te maken.abnormale winsten.
Het is wel heel erg straf, maar wij zou
den er in dit verband niet eens afkerig
van zijn geweest, indien men voor dit
speciale geval tot vordering zou over
gaan.
Men kan echter alleen maar hopen,
dat deze suggestie volkomen ten onrech
te is gedaan!
Large American Company in the Middle East
has openings for Single Men as
MACHINISTS
3 tot 5 years experience as Machinist prefera
bly in a heavy duty job shop. Apprenticeship
years of any number must be prior to this
experience, must, work with a.o.: Large and
small lathes, milling machines, shaper, hori
zontal boring mill, radial drill press, power
saws, drills, reamers, micrometers, gauges,
wrenches, heat-treating oven, be.aring, pouring
fixtures. Performs duties such as refinishing
and regrinding, piston wearing faces and ring
grooves, refacing valves and valve scats, a.s.o.
Education: High school or equivalent, must
read, write and speak good English.
Apply under letters I.E.C., to Nijgh Van Dit-
mar. Noordeinde 49, Den Haag.
Per 1 Maart a.s. of eerder wordt gevraagd bij de
Hervormde Jeugdraad, een zelfstandige
bureausecretaresse
voor het kampwerk. Vereisten: max. 25 jaar. Steno
typen. Volledige schriftelijke beheersing van moderne
talen. Goed salaris.
Brieven aan: Herengracht 575. Amsterdam.
Gratis op aanvraag.
„DE REDEN WAAROM"
Boekje handelend over het le
ven, de dood en het hierna
maals. H. Bain. Heyvaertstraat
87. Brussel. België.
HUWELIJK
Bemiddeling ls een zaan van
discretie en vertrouwen. In
dien U op prettige onopvallen
de wijze in contact wenst te
worden gebracht met Dame of
Heer uit Uw eigen milieu,
wendt U zich dan geheel vrij
blijvend tot
BUR. „INSULINDE"
Sclienkkade 133, Den Haag,
Telefoon 773881.
Rel. door geheel Nederland
Beloning NA huwelijk.
Aangeboden:
Zonnige flat, 3e etage,
rand nieuw Zuid, bev.
2 gr. en 2 kl. kamers,
gr. badcel enz. 43,50
per maand.
Gevraagd:
Vrij huls in 't Gooi,
prov. Utrecht of omg.
Castricum. Alkmaar.
Brieven onder no. 2173,
bur. v. d. blad.
De Stichting Vlaardingse Jeugd Gemeenschap
Zij streelt er naar door middel van dit clubhuls
de ongeorganiseerde jeugd ln contact te brengen
met de jeugdbeweging of een andere binding tot
stand te brengen. Om aan dit streven leiding te
geven vraagt zij voor spoedige indiensttreding een
Zij. die voor deze functie belangstelling hebben gelieven
te solliciteren vóór 1 Maart 1953 bij het secretariaat der
Stichting: Boweostraat 17 te Vlaiudingen onder vermel
ding van levensloop, opleiding referenties, enz.
In de diepte liggen de parels! Maar dui
ken is niet ieders werk. Misschien lokt dit
U niet eens aan. Toch behoort U evenmin
tot die lieden, die men als „oppervlakkig' pleegt
aan le duiden. Welnu dan is „Vrij Nederland" Uw
weekblad! Het diept elke week schatten aan inzicht en
feitenkennis voor U op. maar ook aan gezonde en be
vrijdende humor en dat voor ruim een kwartje als U
abonné bent!
Blijf niet aan de oppervlakte. Steek af naar de diepte met:
ONAFHANKELIJK VOORUITSTREVEND
PRIJS: 30 CENT PER NUMMER 3.30 PER KWARTAAL
Hier is uw invulformulier
Proefabonnement tegen gereduceerde prijs
PARLEMENTAIRE BEDENKINGEN
I
I
Aan de Administratie van „Vrij Nederland"
Raamgracht 4, Amsterdam-C.
Ondergetekende verzoekt ter kennismaking als
PROEFABONNEMENT I
10 achtereenvolgende nummers van „Vrij Nederland"
te ontvangen tegen de gereduceerde prijs van 1,90.
Dit bedrag woidt U hierbij ln postzegels/per post-
wissel/per giro (Postgiro nr 135176) gezonden.
Naam:
Straat:
Plaats:
Datum:
(Van onze onparlementaire medewerker)
TTET zal een vragen blijven, waarover men
zich met betrekking tot het Tweede
Kamerdebat over de watersnood en haar ge
volgen meer moet verbazen: over de bewon
derenswaardige zelfbeperking, die op een na
alle fracties zich tijdens het debat over dit
met emoties geladt.i onderwerp hebben opge
legd; of over het feit dat tijdens het debat
over dit tragische onderwerp de communisten,
in hoofdzaak bij monde van Gortzak, een
nieuw record meenden te moeten vestigen in
hun vuilspuiterij ten dienste van een vijan
dige mogendheid.
Deze communistische' bijdrage vormde het
hoogtepunt van het niet meer te kwalificeren
gewroet, waarmee dc communisten hebben
gepoogd ten behoeve van hun laaghartige
doeleinden de ramp en het leed te exploiteren.
Een ganse week lang hebben zij in De Waar
heid geijverd voor het onmiddellijk vertrek
van de te hulp geschoten Amerikaanse strijd
krachten. Dat het vooral de Amerikanen
waren, die met hun helicopters de overgrote
meerderheid hebben gered van de meer dan
2.000 mannen, vrouwen en kinderen, die per
hefschroefviiegtuig voor een wisse dood zijn
behoed, liet hen volslagen koud. Er kon wor
den geïntrigeerd tegei de Amerikanen, en
geen lid van de leiding van de C.P.N. wie het
iets kon schelen of de in nood verkerenden
werden gered.
Nietsontziend hebben de C.P.N.-leiders ge
tracht hun taak als vormers van de vijfde
colonne uit te voeren onder begunstiging van
leed, angst en twijfel, in de noodgebieden
ontstaan In niets hebben zij zich onder
scheiden van de hyena's, die zich hebben ver
grepen aan de eigendommen van mensen, die
hebben moeten vluchten.
Na een week van Waarheid-uitzinnigheden,
heeft Gortzak in het Kamerdebat dit alles
in het kwadraat verheven. Men zou na' een
communistische bijdrage tot het Kamerdebat
als deze, regering en Kamerfracties in over
weging willen geven, de C.P.N.-vertegenwoor-
digers in het parlement voortaan als niet
meer aanwezig te beschouwen, door aan
iedere bijdrage van die kant voorbij te gaan,
alsof zij ér niet was geweest.
TA AT is de ene kant geweest van het debat
in de Tweede Kamer. De andere was
zoals wij opmerkten, de zelfbeperking van de
overige leden. Er waren vele vragen, die ook
nu blijven bestaan, De sprekers hebben een
aantal er van aangeduid. Op een deel er van
hebben zij antwoord verlangd. Ten aanzien
van de andere hebben zij gezegd, van de
regering op dit ogenblik geen antwoord te
verlangen.
Men zou de vraagpunten in grote lijnen
kunnen verdelen in vragen omtrent wat er
onmiddellijk is gedaan, omtrent de efficiency
daarvan, en omtrent de dingen die nu zullen
moeten worden gedaan. De laatste groep
weer te splitsen in vragen, die ten doel had
den uit te vinden wat gedaan zal worden om
herhalingen van dergelijke gevolgen van
calamiteiten (niet alleen door vater en storm
veroorzaakt) te voorkomen, en m andere, die
betrekking hebben op de leniging van de
nood.
Er was, dunkt ons. op een belangrijk punt
een fundamenteel verschil van benadering
tussen de heer Burger (Arbeid) en de heer
Oud V.V.D.De heer Burger heeft in de
aanvang van zijn rede verklaard, dat hij het
op de dag van de ramp bijzonder goed nieuws
had geacht dat de ministers Drees en Algera.
en later op de dag ook nog andere ministers,
naar het getroffen gebied waren gegaan. De
heer Oud van zijn kant zei later, dat hij
grote waardering heeft gehad voor het optre
den ook van de leden van de regering. Maar
hij sloot niet uit, da. er fouten zijn gemaakt,
zoals ook in de dagen van Mei 1940, t.oen hij
burgemeester van Rotterdam was, daar fou
ten zijn gemaakt. De heer Oud kon begrijpen
dat er fouten moesten worden gemaakt. Wij
zijn geneigd ln deze woorden van de heer
Oud een antwoord aan mr Burger te zien.
Zijn wij juist in die conclusie, dan is naar
ons oordeel de benadering van de heer Oud
juister. Het is naar ons oordeel hoogst be
grijpelijk, dat de ministers, toen zij nog geen
juist inzicht in de situatie hadden, hebben
toegegeven aan de ingeving, dat zij wellicht
het nuttigst zouden kunnen zijn, als zij zich
naar het getroffen gebied begaven.
Achteraf zou men moeten besluiten, dat het
beter ware geweest, indien er een centrale
leiding was geweest van het eerste ogenblik
af, zoals men ook op de dag van het uitbreken
van een gewapend conflict moet verwachten,
dat een opperbevelhebber in zijn centrale
bunker beter overzicht zal hebben dan wan
neer hij zich naar een plaats van de strijd
/ou begeven. Om die reden lijkt de wijze van
benadering van de heer Oud. nu het er om
gaat uit het gebeurde lessen te trekken, aan
zienlijk vruchtbaarder dan die van mr Burger.
pR zijn uit de Kamer verscheidene sugges-
J-' ties gekomen, die ten doel hadden, uit dit
gehele droeve gebeuren alle lessen te trekken,
die er maar uit getrokken kunnen worden.
Dat is het vruchtbare van dit debat geweest.
Mr Burger heeft voorgesteld een speciale
Kamercommissie in het leven te roepen, om
te voorkomen dat er kortsluiting zou kunnen
ontstaan tussen regering en volksvertegen
woordiging bij de uitwerking van de aanpak
van de gevolgen van de ramp. Het .lijkt ons
?en vruchtbare suggestie. Mits die commissie
sich dan ook met het trekken van de lessen
uit het gebeurde zal bezighouden. Vooral met
lessen, die er ten behoeve van de Burgerlijke
Verdediging en Defensie inzitten.
De heer Weiter heeft opgemerkt, dat het
er de schijn van heeft, dat de regering bij de
opbouw van de Defensie er teveel van is uit
gegaan, dat de potentiële vijand in het Oosten
zit en te weinig dat wij in het Westen, in de
zee, een even geduchte potentiële vijand
hebben. Indien wij dat zo moeten verstaan,
dat de heer Welter daarmee heeft willen aan
geven, dat die potentiële vijand in het Oosten,
die potentiële vijand in het Westen aan zich
kan verbinden in een poging om ons land te
vernietigen, dan kunnen wij zijn conclusie
niet anders dan beamen. Inderdaad blijkt,
dat wij niet waren voorbereid op de chaos,
die zou kunnen ontstaan, als men zou ver
kiezen het water tegen ons land in het ge
weer te brengen.
Daarop zullen wij nu onmiddellijk een zeer
groot deel van onze aandacht moeten con
centreren.
Doch ook op ander gebied kunnen zulke
lessen worden getrokken. Daarop wijst het
feit. dat wij r.u door de ontsnapping uit
Breda al het voorbeeld hebben gehad, dat op
het terrein van Justitie er een groot gebrek
aan gealarmeerdheid bleek te bestaan, en dat
nu dat zelfde verschijnsel bij Waterstaat zich
in vrijwel alle lagen schijnt te hebben ge
manifesteerd. Niet alleen trouwens bij Water
staat. Als bij deze gelegenheid blijkt, dat
bijvoorbeeld op Zondagmorgen geen enkele
luchtmacht- of marineluchtdienst-piloot op
enig vliegveld vertoeft, omdat er Zondags
toch met mag worden gevlogen, dan wijst dat
op hetzelfde verschijnsel.
I TIT al de in dit verband gemaakte opmer-
kingen zou men tot de conclusie kunnen
komen, dat overwogen zou moeten worden, of
het met wensélijk is. ambtelijke diensten van
tijd tot tijd aan procf-alarmeringen te onder
werpen. opdat kan worden nagegaan, welke
lacunes er blijken zijn in efficiency en in
kennis van instructies en toepassing er van,
wanneer het er plotseling op aankomt. Hoe
wel niet altijd met zoveel woorden, ging het
Kamerdebat voor een groot deel in de hier
aangegeven richtingen. Daarnaast hield men
zich bezig met de vraagstukken van de
onmiddellijke leniging van de nood. Daarbij
was het vooral mr Burger, die aandrong op
vermijding van benepenheden.
De heer Welter deed het op zijn eigen wijze
eveneens maar hier maakte deze afgevaar
digde toch wel een beetje al te sterk de
Indruk voor het publiek te spreken. Want
men kan nu eenmaal niet vergeten, dat deze
afgevaardigde, die e. nu zo vurig voor stond
te pleiten, dat de regering niet op geld zou
kijken, wanneer hei ging om schadeloosstel
ling, zelf in de afgelopen jaren, toen deze
vraag in verband met de oorlogsschade ook
aan de orde is geweest, de regering altijd
heeft verweten pot te verteren.
Aangetekend zij in ieder geval, dat de
meeste aigevaardigden zich wel uitspraken
ten behoeve van integrale schadevergoeding,
maar dal zij allen toch het voorbenoud maak
ten. dat er omstandigheden kunnen zijn, die
dat zouden moeten verhinderen. Wij misten
bij dit alles bepaald het argument, dat deze
schade inderdaad ee.. zaak van het gehele
volk is. omdat ten behoeve van het gehele
volk de kosten van dijkbouw, resp -verbete
ring en -verhoging met hoger zijn opgevoerd
dan Jaren lang hei geval is geweest Indien
dit inderdaad heeft bijgedragen tot het thans
gebeurde, dan dunkt ons d vraag van
integrale vergoeding, koste wat het kostfl,
nauwelijks een vraag meer.