IN HET ZO ZWAAR BEZOCHTE ZEELAND STAVENISSE SCHOUWEN, land van leed en kerels dorp, dat meende: ZEEDIJK HOUDT HET NATUURLIJK 14 FEBRUARI 1953 VRIJ NEDERLAND 3 DE DIJKEN rond Schouwen-Duiveland waren op ongeveer dertig plaatsen doorgebroken; van een aantal plekken in de dijken, die het nog hielden, zeiden de deskundigen van Waterstaat en en waterschap: „daar geven we geen vijf cent meer voor." Maar tijdens een bespreking in het hotel van Michiel Koster op Burgh, een van de drie dorpen langs de duinrand, die nog gedeeltelijk droog liggen, zeiden ze met die harde klank in hun stem, waarvan verbetenheid en ongebroken geestkracht oorzaak zijn: „Vóór de zomer zijn ze dicht." Maar diezelfde harde kerels met randen van moeheid om de ogen, zwarter nog dan hun baard van drie, vier dagen, werden zacht, als ze spraken over De oude Koningin, over koningin Juliana en over de prins, die de ellende van Schouwen-Duiveland hielpen dragen ondanks kou, verplaatsings-misère en slopende vermoeidheid. Prins Bernhard had persoonlijk getelefoneerd om militairen en een zandzuiger voor Zonnemaire. Die waren dik twaalf uur later aan het werk. „Daar hebben we dus een kans." En diezelfde harde kerels, dag en nacht sjouwend in een gebied zonder telefoon, radio en kranten, moesten even weten, hoe de zaken elders stonden. Op Walcheren, de Bevelanden, Tholen en zo meer. „Dat is zo erg, we weten hier niets." "|~)IT WAS mijn eerste ervaring in Burgh, ■*-' na een reisje van Veere tol Westen- schouwen over zee onder wolken zo diep paars-blauw. als men nooit ziet. maar bela den met venijnige sneeuwjachten en na een autorit door kuilen en naaf-diepe sporen van een spiegelgladde klcidijk, die geen tijd liet om bang te worden, omdat je de prestaties van die knapen achter het stuur van auto en voorgespannen tractor niet voor mogelijk kon houden. Maar de „Veere III". van schipper Frans Bout was met een lading in Westen- schouwen voor de wal gekomen en daar lagen nog een Scheveninger en een IJmuider om te lossen, zodat er gereden moest worden. Ze reden dus. Vraag alstublieft niet: hoe? Het antwoord gelooft u evenmin als ik. Maar ze reden. Bij de gonzende kachel in het hotel van Koster en een kop koffie precies zo als op een stralende zomerdag de badgasten drin ken. werd het verhaal verteld over de ramp, die Schouwen trof. Toen dc storm aangierde uit zee, raakte buitengaals de Finse boot Bore VI" met 22 man aan boord zo in moeilijkheden, dat dc reddingmaatschappij haar ploeg alarmeerde. Dijkgraaf uit Burghsluis, zoon van een vader, die dertig levens aan de zee ontrukte, trok met twee van zijn buren naar de uiterste duinen in het westen, waar het schip strand de na over alle banken te zijn geslagen. Toen lagen de bunkers, die zij jaar en dag op het duin hadden zien staan, al tientallen meters ver in zee. De duinenrand was voor een goed deel verdwenen. Maar de redders schoten een i lijn over het. gestrande schip en haalden heel de bemanning van boord. Dat was een redding zonder kijkers, want op het eiland had bijna iedereen al ontdekt, dat de orkaan ook hem bedreigde. Piet Dijkgraaf, broer van de man. die met de reddingsploeg was uitgerukt, had. toen hij de vloed zag optornen tegen de dijk. in eens de zekerheid gekregen, dat het misliep m Burghsluis. „Ik ga ze even waarschuwen." zei hij tegen zijn moeder van 84 jaar. Want het haventje van Burghsluis met bijbehorende poldertjes is eigenlijk brutaal gestolen van de Schelde. Er loopt natuurlijk een zeedijk omheen, maar het geheel is toch slechts een wrat op de knuist van Schouwen. Piet Dijkgraaf ging ze dus waarschuwen, die bewoners van de tweede „inlaag", waar een rij arbeidershuisjes staan en één hofstede. Zo'n honderd mensen kondigde hi.i aan. dat de dijk het wel niet zou houden. Maar werd ooit een ongeluksprofeet door iedereen ge loofd? Enkelen dachten, dat het wel niet zo'n vaart zou lopen. Op dat ogenblik vocht Piet Dijkgraaf al voor zijn leven, zwemmend voor al wat hij waard was tegen de stroom in. Want de zee had de dijk in het haventje doorgeknauwd, de eerste inlaag heroverd, terzijde van de Meeldijk de dijk weggedrukt om Schouwen binnen te vallen en toen met een de binnendijk naar de tweede inlaag ge nomen en dus het poldertjc, waar de huizen stonden en de dijk aan de andere zijde van de Meeldijk. De Burgh en Westlandpoldei stroomde ook vol. Wie niet op de dijk stond... Over ceil van dezen hobrde ik de tragedie van zijn dood. Hij lag nog in z'n bed. toen de vloedgolf kwam en er geen kans meer was om te ontkomen. Hij schreeuwde het uit: „Ik kan niet meer weg." Daarna. „Het water staat tot m'n knieën." Vervolgens: „Ik sta er tot m'n middel in." Toen nog: „Het stijgt boven m'n schouders." Even latei' is het einde gekomen van zijn angst en van zijn leven. Het hotel van Michiel Koster stroomde vol met vluchtelingen, maar ook met schipbreu kelingen De Finse kapitein, wiens schip tegen de duinen ligt als een waakhond met. de voorpoten tegen de top, had nog maar écn zorg. Hij moest z'n maatschappij waar schuwen. de Compagnie „De Rietlanden" in Amsterdam. Maar op dat moment viel de electrische stroom uit en dus ook het licht. „Ik kan alleen Amsterdam aanvragen, hoofdbureau van politie," zei Michiel Koster. Hij kreeg een ijlgesprek en verzocht de poli tie in de hoofdstad „De Rietlanden" te waar schuwen, dat de Bore VI" was gestrand, doch de bemanning gered. En hij voegde er aan toe: „En zeg tegen de autoriteiten, dat de dijken van Schouwen gebroken zijn, zodat het eiland onder water komt te staan." Waarschijnlijk is dit de eerste telefonische mededeling geweest over de ramp, die het eiland trof. De koppen rond de grote tafel in hotel Koster krijgen ineens een bittere trek. als iemand vraagt: „Waarom kwam dan de hulp niet eerder?" Op die vraag weet ik. het antwoord niet. Wel weet ik nu. dit schrijvend, dat Zondag morgen heel vroeg „De Rietlanden" van de politie het eerste bericht kreeg over de stran ding. Hosier's alarmbericht is dus doorgeko men en doorgegeven. Of en dan waar het is blijven steken mogen anderen nagaan, die de fouten in de hulpverlening hebben op te sporen. Want dc hulp voor Schouwen, de hulp van buiten is zeer laat gekomen. TVflET DE hulp van het eiland zelf. De eer- ste doden van Burghsluis werden reeds om acht uur naar Burgh gebracht en daar opgebaard in dc school. Burgh nam 350 vluch telingen op. Haamstede en Renesse elk zes a zevenhonderd. Mensen uit Noordwelle. Serooskorke, Ellemeet en Scharendijke, voor zover ze konden enwilden vluchten, Daar was die 73-jarige L. lianse uit Kerk- werve, die op de hofstee zat van zijn zoon uit Haamstede. Je laat toch je beesten niet alleen, als de nood aan de man komt! En hij had 45 koeien en vijf paarden, toen het. wa ter kwam, diep in de nacht van Zaterdag op Zondag. Maar het water bleef stijgen. Om zes uur 's morgens stond het twee meter hoog en de oude Hanse was met zijn huis houdster op het dak gekropen om in leven te blijven. De storm bleef gieren, maar de I beesten loeiden niet meer. Dood allemaal! Dinsdag. Dinsdag pas! zeiden we op Burgh tegen elkaar zijn rubberboten afge- I worpen om de mensen van de daken te halen. I Woensdagmiddag om drie uur waren L. Hanse. 73 jaar, en zijn huishoudster aan de beurt. Zij leefden. We kijken elkaar aan, i want dit is een mirakel. Een paar uur varen j i op de „Veere III". staande op de achterplecht, omdat het kombofje tot de nok vol zit met i dekens, matrassen en levensmiddelen in kar- i ton verpakt, terwijl het scheepje elke sneeuwr jacht net misloopt, en je voelt jezelf een j ijspegel, die verbaasd over zichzelf tegen een stuurhut leunt. Maar 73 jaar oud zijn en je. dan na 81 uur van het dak te laten plukken i om levend vervoerd te worden heel naar Bergen op ZoomDrie dagen hebben deze mensen het licht zien worden, wachtend op redding uit de snerpende koude, die nog dreigender was dan het water. Zal men dan niet spreken van eeri mirakel? Willam Smallegange deed het ook, toen hij binnenvoer in de hofstede van Oose in de Schelphoek en daar, na dagen van ramp vloed, een paard ontdekte, dat zijn halster had stukgerukt en staande op de cadavers van koeien, z'n kop nog boven water hield. Smal legange kon het dier in veiligheid brengen. Een mirakel! En dan is daar het wonder van de moeder liefde, waar je koud van wordt. Toen de stormvloed sloeg over Burghsluis, zat van het gezin Barendse de moeder thuis met drie kinderen. Zij stierven. Maar deze moeder werd gevonden, terwijl zij nog dc twee jong- sten boven zich uitstak, Stervend en verstij vend poogde zij toch haar kinderen te red den. Is heldhaftiger beeld van moederliefde denkbaar? Op Burgh zwegen ze even. de kerels, die zoveel hebben gezien en gedaan in een week van lijden. Ze noemen weinig namen, deze mannen 1 Maar die van dc chr.-hist. loco-burgemeester Bolkenbaas klinkt van alle kanten. Hij moest de leiding nemen omdat jhr Van Citters pas Woensdag uit Den 1-Iaag kon terugkeren. Bolkenbaas kwam niet uit de kleren, maar geen vluchteling bleef onverzorgd. Koffie, eten en dan onderdak. Maar alles direct. Die van Burgh hebben bijna allen hun plicht verstaan. In de kleine arbeidershuisjes zitten ze nu vaak met drie gezinnen. Geen zomerpension heeft nog een kamer leeg. Maar dat van de zomerhuisjes in het z.g. Bom- dorp dc sleutels niet werden afgegeven, daar over wordt gevloekt. Dat isoch nee. geen lelijke woorden. Natuurlijk zijn er wel fouten gemaakt, en strubbelingen geweest. De bakkers mochten een dag niet bakken, hoewel ei graan genoeg was, omdat er zoveel brood werd gedropt. „Dat was hier niet nodig," zeggen ze, maar ze kunnen er om lachen. Dat de autoriteiten van de dorpen onderling een beetje gekib beld hebben uit jaloersheid wie een zender zou krijgen nou ja. dat is natuurlijk mal ligheid. „Maar we weten nu, wat we aan ze hebben." zegt een oude baas, terwijl z'n ogen tintelen. „Burgh heeft een rechtse gemeen teraad. maar het dorp is links." En het zou tijd verknoeien zijn om nu over politiek te gaan praten |~TE TOEKOMST? Er is in deze kring geen man, die twijfelt aan de toekomst. De minister van Waterstaat was op bezoek en Schouwen-Duiveland krijgt voorrang bij het Ook Zijpe op Schouwen-Duiveland werd zwaar getroffen door de ramp G^TAVENISSE ging onder, terwijl de bevolking vocht om een polder- dijk te houden. De zeedijk, die het dorp beschermde, is onneem baar sterk, zei iedereen in het dorp. Maar die zeedijk werd door de zee overspoeld en veroverd in één aanval. Tijdens die aanval zijn de verdedigers van de polder overrompeld en is een reeks huizen met al z'n bewoners weggevaagd. Waarschijnlijk zijn slechts enkelen van deze allen gered. T~lE heer II. Koelsdijk, leraar machine- schrijven en steno, vertelde ons het ver haal van de ramp. „Gewaarschuwd door de radio, dat een ge vaarlijk hoog springtij verwacht werd. stond de bevolking gereed bij vloedplanken, bekis tingen en zandzakken. Men was bang voor de Veerdijk en toen het water door de goten begon te stromen 's nachts om half drie, werd de sirene in werking gesteld. Groot alarm voor heel het dorp met z'n 1700 inwo ners. Dat alarm lokte me naar buiten. Ik wilde weten, wat er precies aan de hand was en kijken of ik kon helpen. Er waren mensen te over, maar materieel te weinig. En recht streeks gevaar voor Stavenisse leek niet aan wezig. Vooral niet meer, toen de Veerdijk op drie punten brak. zodat de polder volstroom de en het water in eens begon te vallen. Tegen vier uur was het gevaar wel achter de rug. Ik ging naar huis terug," zegt de heer Koelsdijk, „en zei .tegen m'n vrouw: „laten we nog even een kopje thee drinken en dan gaar. we naar bed." Net op dat ogenblik floepte het electrisch licht uit. De sirene werkte dus niet meer. Maar we hoorden de klok in de toren van de Hervormde Kerk kleppen in snel tempo. De noodklok! M'n vrouw en ik holden naar de voordeur en keken de straat in. De orkaan gierde herstel. Op het ogenblik slaat 16.930 hectare blank. Zout water en dat betekent, dat de bomen.zullen sterven. Alleen rond Burgh zijn 500 stuks vee omgekomen. Veehouder J. M. Hanse is de helft van zijn veestapel kwijt, maar vijftig koeien zijn tenminste in leven gehouden. Hij kijkt alleen maar vooruit. Schouwen-Duiveland is veel zwaarder ge troffen dan in de oorlogsjaren, maar het zal zich hérstellcn. Ze zijn dankbaar voor het medeleven van heel het land. ze worden hier stil van de hulp. die geboden wordt. Stil ook van de doeltreffende maatregelen. Droppings op een weitje van enkele tientallen meters, post per helicoptère zo waar en bezorgd bin nen 24 uur. Maar ze zullen niet bij de pakken neerzitten. Het is hun land en dat land komt droog. Hier heeft niemand medelijden met zich zelf. Iedereen stampt rond op waterlaarzen, iedereen zit onder de modder, iedereen loopt rond met kringen onder de ogen, maar nie mand heeft tijd om lang te praten. Er wordt aangepakt. De auto's jagen van en naar Burghsluis en Westenschouwen om vrachten aan tè voeren Het tempo is heel hoog. En Michiel Koster, die niet over zichzelf wil praten noch over zijn bedrijf, laat zich maar met moeite ontwringen, dat het zomer seizoen natuurlijk gewoon zal doorgaan. Als het zover is. zitten de evacué's weer op hun eigen erf. Wat dacht u! Schouwen komt heel gauw droog. Weggaande uit Burgh. merk ik. dat ik het melodietje fluit van Schouwens radioversje: „Kom eens naar ons eiland toe." De misère is natuurlijk eindeloos, omdat het water vóór de dijken reikt tot de dijken aan de horizon. Net als het water achter de dijken. Maar Schouwen zelf leeft en werkt en komt droog. Dank zij die harde kerels, die toch heus een zacht hart hebben. H. VAN DE WEG wilder dan tevoren: het water stond al op de stoep. „We moeten dadelijk naar boven." riep ik m'n vrouw toe. Zij ging meteen de eerste treden op. maai- aarzelde even en schreeuwde boven het lawaai van de wind uit: „Kun jij de naaimachine niet meebren gen? Die heb ik in de huiskamer op de vloer gezet en dat kan me mijn machine kosten." „Die breng ik mee," brulde ik en ik liep dc gang in, die door een tochtdeur van de vestibule wordt gescheiden. En die deur sloeg met een knal achter me dicht. Dat was raar. Ik stond in het pikdonker en wou na tuurlijk die deur open houden voor m'n vei ligheid. Ze ging echter niet meer open. Ik riep om hulp. want ik stond al tot m'n enkels in het water. M'n vrouw kwam en rukte aan de deur. Ik duwde tegelijkertijd, maar er was geen verwikken aan. Dan maar intrappen, dacht ik. Doch alleen het onder ste deel bezweek. Meteen spoot het water naar binnen met zo'n kracht, dat ik rugge lings door de gang spoelde en pas tien meter verder tegen het aanrecht van de keuken steun vond. Toen ik terugliep naar die deur. reikte het water al tot m'n schouders. Ik dook door het gat onderin, bereikte de trap en vluchtte naar boven. Het water volgde Twee meter, even later drie meter hoog. Het stond tegen het plafond van de benedenverdieping. Toen steeg het niet meer. Dat gaf ons een gevoel van veiligheid. Ik trok droge kleren aan, sloeg een deken om en we wachtten. We hebben een oud huis met uitzonderlijk zware muren. Maar onze naaste buren, wier huis kleiner en lager is dan het onze, slaakten een nood kreet. Die waren ook naar boven gevlucht, maar het water steeg gevaarlijk hoog. Als ze niet bij ons konden komen, zouden ze op het dak moeten klimmen. Door een dakvenster konden wij hen binnenlaten, man. vrouw en acht kinderen. M'n horloge was op tien voor vijven blij ven staan, toen ik beneden in de gang door het water werd overrompeld. Daardoor weet ik precies het tijdstip van de ramp. We brachten die nacht door met z'n twaalven, dicht tegen elkaar gedrukt vanwege de kou. Een nacht vol verschrikkingen. De Zondag bracht geen uitkomst en we maak ten een tweede nacht door De watervoor raad bestond uit. één glas en één kopje. Een slokje alleen voor de kinderen. Maandag morgen bij laag tij zakte het water zes tre den. Het hoge tij. dat volgde, was een meter lager dan het voorafgaande. En ons huis scheurde niet. We bleven hopen. Wat er gebeurd was. konden wc later reconstrueren. Dc „volkomen betrouwbare" dijk bij de Schelde, juist waar die uitkijkt op de Noordzee, was over ongeveer 150 meter weggeslagen. Even over hall'vijf 's nachts, Langs de Kerkweg stonden aan weerszijden een veertigtal woningen. De linkerzijde van deze bebouwing is door de vloedgolf in één smak weggevaagd. De rechterkant van de Kerkweg hield het nog even. De mensen daar konden naar boven komen en zelfs op de daken. Daar op de Kerkweg voltrok zich de ramp van Stavenisse. Velen zijn direct meege sleurd. De overigen Toen de huizen scheurden en wankelden hoopten de mensen redding te vinden in het gemeentehuis, dat vlak bij was en droog. Zij probeerden een vlot te maken. Liever dob berend wegdrijven in de golven, dan de dood onvermijdelijk te vinden, als het huis zou inzakken. De voorzitter van de P.v.d.A.. A. van 't Veer, liet zich wegdrijven met z'n vrouw en zes kinderen Hij is levend aan land gekomen, over de Schelde heen. Eén van zijn jongens ook. Zes doden in één gezin. De garagehouder Mol waagde het er ook op met zijn vrouw en eveneens zes kinderen. Hun lot werd nog ellendiger. De moedei' en vier kinderen sloegen van het vlot af. Met zijn dochtertje van veertien dreef Mol ver der. toen vlak bij hun vlot een man in ver drinkingsgevaar verkeerde. Mol waagde een poging lot hulp en zijn dochtertje gleed h,et water in. Hij zelf is gered." TTOE er geleden is vóór in de loop van 1 Maandag de familie Koetsdijk en hun buren werden gered, kan men slechts bij be nadering beseffen, 's Nachts voortdurend ge gil om hulp. maar in het donker was het onmogelijk een drenkeling te vinden. Bij de buren spoelden de golven een olielampje om ver en de gordijnen stonden meteen in lichtelaaie. De olie bleef nog even branden op het water. Helpen? We konden hen im mers niet bereiken. En dan de ellende toen het dag was ge worden. Achter ons huis dreven dertig cada vers van koeien. Een twintigtal doode paar den haakte vast tegen muren en daken, 's Maandags werd de stank ondraaglijk. De enige hoop op redding leek een vlieg tuig, dat Zondagmiddag laag overvloog. We wuifden en de inzittenden zwaaiden terug. Zouden ze dadelijk hulp kunnen sturen? Dat konden ze niet. Want Stavenisse had generlei verbinding meer De telefoon was onmiddel lijk uitgevallen en die Zondag beschikte het dorp alleen over één lekke roeiboot. Dat dachten we tenminste. Toch zijn we 's Maandags gered." En glimlachend zegt mevrouw Koetsdijk: „Met alles wat we aan hebben! Ons huis zal er nog wel staan, maar beneden is het leegge- spoeld. Ons autootje is weg. De schrijfmachi nes, die mijn man leende aan zijn leerlingen, zijn achtergebleven in een verdronken land. Stavenisse moest voor de tweede keer evacu eren, maar wij hebben het leven behouden. Wat zijn anderen er veel slechter afgekomen." En zij rept even over haar buurman, de heer Goedegeburen. die Zondagnacht per taxi zijn moeder nog wilde halen. Hij spoelde weg met de taxi. „Hoeveel doden Stavenisse telt? We dur ven er niet aan denken. Ik was gedurende tien jaar voor mijn trouwen verpleegster in het dorp. Ik kende er iedereen." Maar we gaan terug. Hoe mijn man er weer aan 't werk zal gaan, weten we nog niet. Doch we gaan terug." Zij glimlachen beiden. Een beetje triest nog „Je kunt niet eens samenhangend ver tellen, wat er gebeurd is. Je hoort nog aldoor dat loeien van de orkaan." Hoe anderen gered zijn, weten de heer en mevrouw Kerdijk nog niet. Zij kwamen terecht in Vlissingen, hun dorpsgenoten zit ten elders. Maar wij hoorden nog het verhaal over de redding van een schipper, wiens schuit zwaar verankerd voor de wal lag. ter wijl hijzelf naar huis was gegaan om te slapen. Z'n knecht bleef aan boord. De volgende ochtend stapte die knecht in de roeiboot, gewapend met bijl en zaag om z'n schipper te zoeken. Toen de boot stootte tegen het dak van diens huis. gaven de be woners tekenen van leven. De knecht zaagde en hakte een gat in het dak en hielp hen in de boot Dat was de eerste redding. Stavenisse, thans tijdelijk gesloten gebied, zal natuurlijk herleven, Het land verdrinkt slechts tijdelijk, Maar de ondergang van dit dorp is te wij ten aan een onbreekbare dijk. die werd weg gevaagd terwijl de zee de verdedigers van een polderdijk aanviel in de rug. Dat is de harde les van Stavenisse. H. v. d. W.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1