o
EEKBLAD
VERSTERKT DE ZWAKKE
KUSTLIJN!
Zeegaten moeten worden gesloten
D
In dit nummer:
ELSEVIER
PRIJS VOOR NEDERLAND 35 CENT!
VOOR BELGIË 7 FRANK
32 PAGINA'S
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
N.V. UITG. MIJ BONAVENTURA
9e JAARGANG No 7
OBPEAtEiy'.
Hel is mogelijk dat de ramp, die Neder
land beeft getroffen, stimuleert tot
grote nationale prestaties. De afsluiting
van de zeegaten tussen Walcheren. Noord-
Beveland, Schouwen. Goeree en Voorne,
waarover tot nu toe slechts aarzelend werd
gesproken, is eensklaps in het centrum van
de belangstelling gekomen. Het Nederlandse
volk, de helft levend beneden het zeeniveau
en dus terecht beducht voor zijn veiligheid,
is zich gaan afvragen of er wellicht moge
lijkheden bestaan om de gevolgen van een
nieuwe stormvloed op een andere wijze het
hoofd te bieden dan door een geïmprovi
seerde noodactie op grote schaal.
langs de kusten van de Zeeuwse en Zuid
hollandse eilanden zouden deze wellicht
beter beschermd hebben tegen de stormvloed
van 1 Februari, maar het opgestuwde water
zou dan veel verder naar het Oosten zijn
doorgedrongen, hetgeen dus betekent dat
de overstromingsramp zich in meer Oostelijk
gelegen gebieden van ons land zou hebben
gemanifesteerd.
Er is gezegd, dat de afsluiting van de
Briclsche Maas, waardoor een belangrijk
natuurlijk water-reservoir tussen Rozenburg
en Voorne onbruikbaar werd, een grotere
opstuwing van zeewater in de andere zee
gaten tot gevolg heeft gehad. Juister is het
te constateren, dat er door de nieuwe afsluit
dijk in de Brielsche Maas minder vloed
water is binnengekomen.
Een dadelijke overeenkomst met bet jaar
1916 ls treffend. De stormvloed die
toen grote stukken van Noord-Holland
overstroomde, waarbij enorme schade werd
aangericht, is destijds de directe aanleiding
geweest voor het aanleggen van de Zuider-
zee-afsluitdijk. Een werk. dat men kan be
schouwen als een der zegenrijkste prestaties,
ooit door Nederlanders volbracht. Als de
ramp die ons vaderland thans in rouw heeft
gedompeld tot resultaat zal hebben, dat bin
nen afzienbare tijd barrières zullen worden
gelegd in de zeegaten tussen de Zeeuwse en
Zuidhollandse eilanden, dan zal d i t althans
een gevolg kunnen zijn van de jongste cala
miteit, waarop reeds deze generatie met trots
kan terugzien. Minister-President Drees
heeft in zijn Spoednota aan de Tweede
Kamer gezegd, dat het onderzoek betreffen
de de afsluiting der zeearmen terstond zal
aanvangen. Voordien heeft minister Algera
in de Rijksbegroting 1953 reeds nadrukkelijk
aangestreept, dat de afsluiting der zeegaten
ook die tussen de Waddeneilanden zeer
uitvoerige studies zal vergen, maar dat een
mogelijke afsluiting van het zeegat van het
Haringvliet „reeds in de in gang zijnde
studie" is betrokken. De Rijkswaterstaat zal
thans de bestudering van dit grote object,
dat de afsluiting van de Zuiderzee nog verre
in de schaduw zal stellen, versnellen. Het
ligt voor de hand, dat de afsluiting der zee
armen èn door de grote diepte èn door het
grote getijverschil de ingenieurs voor bijzon
dere problemen zal stellen.
Wanneer aan het reusachtige werk van
de afsluiting van de andere zeegaten
zal worden begonnen, valt niet te
voorspellen. Noch kan iemand thans schat
ten, hoe lang die arbeid zal duren. Zolang
de onderzoekingen en studies niet beëindigd
zullen zijn, zal het eveneens onmogelijk zijn
de totale kosten van dit project te ramen.
De nood van deze dagen heeft bewezen hoe
verbeten onze erfvijand het water kan toe
slaan. Als wij ergens een zwakke verdedi
gingslinie bezitten, is dat wel in het Westen.
Genadeloos heeft ons volk aan den lijve
ondervonden, dat het zich onverpoosd tegen
de zee heeft te verdedigen. Mogen allen die
er belang bij hebben, dat dit volk zijn func
tie in West-Europa kan blijven vervullen,
beseffen dat het dit alleen zal kunnen vol
brengen, als het veilig achter zijn dijken kan
leven. Deze veiligheid zal bereikt zijn als
langs onze gehele kust borstweringen zijn
opgeworpen, die het menselijkerwijs gespro
ken tegen elke stormvloed kunnen houden.
Technisch is dit mogelijk.
eze veiligheid ontbreekt thans. Het
is mitt-Jr- Ven '.vijgen, dat deze
zcifue hij ware- ge
komen op een tijdstip van hoge spring
vloed Zeeland nog erger zou hebben ge
teisterd, Zuid-Holland zou hebben over
stroomd en zelfs Amsterdam zou hebben
bedreigd. De mogelijkheid dat het water
tot diep in Friesland en Groningen zou
zijn opgejaagd, was dan niet uitgesloten
geweest.
H. J. LOOMAN
Artikelen, beschouwingen en reportages over de ramp, welke Neder
land heeft getroffen vindt men in dit nummer op de pagina's 2, 3, 9 tot
en met 15, zomede op de pagina's 25, 26 en 32. Achtereenvolgens
vindt men daar bijdragen van
prof. mr P. J. OUD - mr E. ELIAS - J. W. F. WERUMEUS
BUNING - PIET BAKKER - F. VAN DER MOLEN - H. J.
LOOMAN - M. RECKMAN - W. VOGT - JOOST DE KLERK
- INA VAN DER BEUGEL - LEA WEINBERG - dra A.
SCHIPPERS - prof. W. BLEEKER -
alsmede tekeningen van EPPO DOEVE en C. A. BANTZINGER.
René Mayer, minister-president van Frankrijk, heeft een exclusief
interview toegestaan aan onze correspondent te Parijs.
Een uitermate belangrijke reeks artikelen begint in dit nummer. Prof. Arnold
T o y n b,e e beeft voor de B.B.C. een zestal redevoeringen uitgesproken over
„De wereld en het Westen". Wij hebben ons het publicatierecht van deze artikelen,
waarin principes en stellingen van de grootste betekenis zijn neergelegd, voor
Nederland verzekerd. Het eerste artikel vindt men op pag. 5.
Elders in dit nummer vindt men 'artikelen van onze sociale en financiële medewerkers
(pag. 21 en 23), Constance Wibaut (pag. 27) mr Francois Pauwels
(p. 28), Europeanus en Max Tak (p. 4), Cor van der Lugt Melsert,
W. R. Juynboll, Maurice Roelants, Jerome Melquist, C. H.
Wentinck en W. H. Gispen (pag. 17 tot en met 19), prof. dr A. E. van
Ar kei en prof. J. Clay (pag. 31).
Zeker is wel, dat men zal trachten de
afsluitdijken zo ver als mogelijk is
Westwaarts te projecteren, waardoor de
kustlijn die het water moet keren korter
wordt. Daar toch is het om begonnen.
Zwaar en hoog zullen de afsluitdijken
moeten zijn. Zwaarder en hoger zelfs dan
de grote Zuiderzeedijk. Öocli dit zal tech
nisch niet het moeilijkste deel van het grote
werk uitmaken. Wel zal de bouw van derge
lijke formidabele dijken financieel hoge
eisen stellen aan de draagkracht van ons
volk. Maar in elk geval niet zó veel als het
moderniseren en verhogen van alle oude
dijken, die thans door de stormvloed zijn
besprongen, zullen vergen. De totale lengte
dier dijken bedraagt ongeveer 1100 km.
Zelfs de leek kan begrijpen dat het volslagen
onmogelijk is al deze dijken enige meters te
verhogen, èn omdat zij op verschillende pun
ten dwars door de dorpen en de steden lopen
(o,a. in Rotterdam. Maassluis en Dor
drecht) èn omdat dit nooit te financieren
zou zijn. Bovendien zou een dergelijk lap
middel een nieuwe overstromingsramp zeker
niet kunnen voorkomen. Hoge, zware dijken
95 75
Blijft storten wat ge missen kunt
op gironummer 9575
NATIONAAL RAMPENFONDS
=J