„DE STRIJDENDE KERK", 9e Jaargang, No. 188, 14 Februari 1953
(136). Dat wil zeggen, dat de kerk, nu ze
niet meer tegen het communisme partij
kiest, meer levensruimte heeft gekregen.
Wie dit leest vraagt zich af: is hier de
kerk niet zeer gemuilkorfd? Als de kerk
krachtens het evangelie protesteren moet
tegen het (dialectisch) materialisme,
wordt dit dan niet beschouwd als een daad
die de staat in gevaar brengt? De kerk
wordt geduld met de gedachte: het zijn de
laatsten der Mohikanen, zij verliest het
toch en wanneer ze maar niet inbijt op
de gedachten der communisten, kunnen
wij haar dulden.
Hier wordt de kerk teruggedrongen in
een hoek, waar de volheid van het evan
gelie. van het Rijk van Christus met zijn
greep op het totale leven, niet meer door
kan klinken, of het moet onverwijld komen
tot een botsing met de totalitaire staat.
De mens.
Gollwitzer heeft er op gewezen, dat de
mens in de ontplooiing van het echte
menszijn in Rusland in de knel komt. De
schrijver is volkomen eerlijk in zijn be
schouwing. Hij heeft in Rusland het
streven gezien om de mens een waarach
tig bestaan te geven. Het is voorgekomen,
dat een vrouwelijke arts een kostbaar ge
neesmiddel als penicilline van haar eigen
geld kocht, om gevangenen in het leven
te kunnen houden.
Een menselijk bestaan te geven is het
oogmerk van de Sowjet-regering. Hier ziet
Gollwitzer een scherpe tegenstelling met
de Duitse concentratie-kampen. „Over het
algemeen kan men zeggen, dat 't systeem
van volkomen rechteloosheid en vernede
ring van de mens, zoals dat het Duitse
concentratiekamp tot een hel maakte,
zoals het drastisch uitroeien van mensen
van de Russische krijgsgevangenenkam
pen, onbekend was" (108). Het sadisme,
dat aan de S.S.-staat zo'n beestachtig
karakter verleende, ontbreekt er vol
komen.
En ondanks dit gunstige oordeel zijn er
honderdduizenden Duitse krijgsgevange
nen in Rusland omgekomen. Gollwitzer
verklaart dit uit de totale oorlog die Rus
land nu reeds twintig jaar lang gevoerd
heeft om de revolutie te doen slagen. Wat
zijn er een mensenlevens opgeofferd: mil-
lioenen slachtoffers heeft de burgeroorlog
verslonden; honderdduizenden „koelak
ken" heeft men naar Siberië gezonden als
cultuurmest, honderdduizenden zijn bij de
evacuaties en in de arbeidslegers van de
Oeral en Siberië aan overspanning en on
dervoeding ten gronde gegaan.
Rusland heeft voor zijn plannen millioe-
nen mensenlevens ten gronde doen gaan.
Om aan het contract van zoveel prestatie
te kunnen voldoen, werden wrakken van
mensen tot zware arbeid gedwongen, en
dan de slechte kwaliteit van het eten, dat
trouwens bij de vrije burgers niet veel
beter was.
De zwakkeren legden het loodje, omdat
het eten dat werd uitgedeeld, bepaald werd
door het „progressieve prestatie-loon". Hij,
die 100 van de verplichte dagtaak ver
vulde, kreeg een minimum loon, dus mini
mum eten.
Degenen die meer dan 100 presteer
den, kregen meer loon, meer eten. Het ge
volg was, dat de sterken tot een maxi
mum loon kwamen en de zwakkeren, die
niet veel presteren konden, het met
minder dan het minimum moesten doen.
De sterken vooral als er in groepen ge
werkt wordt, worden extra beloond, en
voortdurend worden de anderen opge
jaagd: jullie moeten het ook kunnen.
Talrijke mededelingen doet Gollwitzer
over de levensomstandigheden van de men
sen in Rusland. Hij ontmoet twee bad-
vrouwen; als hij tegen haar moppert over
het eten, laten ze hem precies vertellen
wat hij gegeten heeft. Dan zeggen ze:
„Veel, veel", want zij hadden gisteren hun
laatste maaltijd gehad, voor vanavond
hadden ze nog een paar aardappelen, dan
was het gebeurd tot overmorgen, als het
nieuwe loon werd uitbetaald. Of de direc
teur haar dan niets gaf, hij had toch gis
teren pas een varken geslacht? Een direc
teur geeft toch niets aan een arbeidster,
meenden ze. En hun vakvereniging, zorgt
die er dan niet voor, dat ze het restant
van het loon, dat ze nog te goed hebben,
eerder krijgen, omdat ze het toch al lang
hadden moeten hebben." „Dat vinden ze
de meest dwaze gedachte, zodat ze me
aankijken of ik gek ben" (268).
Die bewaarschooljuffrouw, fijn en
tenger gebouwd, moest in haar vacantie
anders zou de burgemeester haar geen
levensmiddelenkaart geven bij de ont
zettend zware bosarbeid, bomen rooien,
gaan werken. De burgemeester was ver
plicht zoveel te leveren; welnu, alle krach
ten werden bijeengeschraapt ook dit
meisje, dat er aan kapot zou gaan, moest
hier werken en anders verhongeren
(269).
U moet zelf dit boek lezen. Gollwitzer
heeft ook nagedacht over het economische
stelsel. Het zou ons te ver voeren dit alles
breed uit te werken.
Wij keren nog een keer terug naar de
kerk. In Swerdlowski zouden in de czaren-
tijd ongeveer 70 kerken geweest zijn. Nu
is er één enkele in gebruik, en die is
steeds overvol. De oudere mensen waren
HAAKSBERGEN
Sedert de verantwoording in ons blad van
21 Juni, mocht ik de volgende bijdragen voor
ons bouwfonds ontvangen:
W. T. te C. f5,—; mej. M. R. te S. f5,—;
P. 't H.Kz. te M. f 10.—zr A. S. te A. f5,—
P. H. te G. f 2.50; T. B. te S. f 5,mevr. wed.
K. B. te G. flO,—D. W. te O. W. f2,—;
W. H. te d. H. f2,50; mevr. G. C. d. B.—
d. W. te A. f 10,mej. mr W. G. P. te A.
f 5,—; dames V. te M. f 10,mevr. wed.
W. v. d. B. te K. f2,—; H. B. Sr te D.
f2,50; H. H. S. te L. f2,—; M J. R. te 's-G.
f2,50; G, d. B Jzn te S. f2,50; mevr. C. S.
G. te H. f2,50; mevr. wed. H. K. te d. H. (O)
f20,mevr. wed. A. J. H.E. te H. (O)
f 10,—; H, d. B. te A. f 1—J. c. S. te 's-G.-L.
f 5,—; geref. kerk Zuidland f 25,ten derden
male „van een vriend uit Amerika" (10 dol
lar) f 37,10; geref. kerk Leiderdorp f 10,—:
J. J. te de K. f 10,— H. t. A. te N. f 15,—
mevr. wed. L. R.S. te D. f2,50; F. v. F.
te H. f2,—; H. S. te 's-G. f5,—; W. d. Z.
J.Gzn te B. f 2,50: geref. kerk Tinte f 5,
O. v. d. W. te H. f2,50; dames S. te St.
A. P. f2,50: R. T. te C. f2,50; A. H.
M. te U. f2,50; H. J. M. te Z. f2,50;
J. van A. te 's-G. f2,50; J. W. H. de Z.
te L. fl.—W. R. te Z. f2,50; H. K. te W.
f2,50; W. O. te H. (H.) f25,—; J. v. d. B.
te D. flO,—mej. E. S. W. te S. f5.—;
J. J. d. D. te L. f 1,50; ds L. N. te B. f2,50;
geref. kerk Boskoop f 10,geref. kerk Hille-
gom f 10,—R. J. d. K. te E. V. f2,50; G. H.
te L. f2,50; D. v. K. te B. f2,50; H. M. B.
dankbaar als ze over het geloof konden
spreken. Maar bij de jongeren was het wan
begrip ongelooflijk. Dat men in God ge
loofde, was voor hen een bewijs van zeld
zame achterlijkheid. Een dochter wilde de
ikoon van haar moeder stelen en aan Goll
witzer verkopen. Hij wilde dit niet. Ze
kwamen tot een gesprek: ze kraamde al
haar geleerdheid uit over sterrenkunde
om te bewijzen, dat God niet ergens boven
de sterren kon wonen en het was volsla
gen nieuw voor haar, toen Gollwitzer zei,
dat God bij ons is. Op de verklaring van
hem, dat haar moeder en hij ten minste
wisten waarom ze leefden, moest het
meisje antwoorden: „Geen mens weet
het".
Het boek van Gollwitzer zet ons aan het
denken. Wij hebben een grote verantwoor
delijkheid in deze tijd, ook ten opzichte
van de communisten. Hun systeem te
kennen en daarin hen aan te grijpen is
nodig. Hun critiek op onze tijd aan te
horen en voorzover deze gerechtvaardigd
is, te streven naar voorkoming van mis
standen, is nodig. Maar vooral: het volle
evangelie te verkondigen van Jezus
Christus en Zijn Rijk, dat geen utopie is,
maar volle werkelijkheid, blijft onze
roeping.
Verder zullen wij op onze woorden
moeten letten als wij critiek hebben op
ons huidige maatschappelijke leven. Wij
zijn het met Mr Knibbe van harte eens,
als hij waarschuwt tegen een critiekloos
hanteren van de term kapitalisme.
Het is gemakkelijk om in onze tijd de
mensen te dwingen tot een onberedeneerde
critiek. die hen eerder dan ze weten slacht
offer kan doen worden van totalitaire
machten, dan met helder inzicht positieve
wegen te wijzen.
Moge Gollwitzers boek ons de ernst van
het ogenblik doen zien en onze verant
woordelijkheid wakker roepen. G. T
le R. f2,—; A. d. V. te H.post Z. f 10,—
mr E. t. T. te P. f 1,50; ds R. v. M. te M.
f5,—; J. v. B. te B. f25,—; mevr. A. U.—W.
te G. f5,—; F. J. v. E. te Z. f2,50; C. H.
v. U. te 's-G. f2,—; R. H. te N. f5,—; H. R.
te B. f3,12; mr A. J. M. te L. f2,—; R. G.
K. K. te V. f2,50; G. J. C. te H. f2,50; dames
H. de H. f2,50; J. B. te H. f2,50; mevr.
wed. P. W. te D. f2,—; E. S. te Z. post U,
f2,50; C. F. te A. f2,50; J. A. L. te D.
f3,—; G. R. E. fl,—mevr. G. B.—B. te
D. f 10,mej. C. B. te A. f 100; geref. kerk
Oegstgeest f 5,mevr. G. K.K. te B.
f 10,— G. R. E. f 1,—; G. H. v. d. S. te D.
f5,—; H. v. L. te D. f2,50; H. V. te B.post Z.
f2,— A. d. B. te L. f 10,—N.N. (via geref.
kerk Den Hulst (O) f 10,J. V. te Z. f5,—
H. V. te V. met bijschrift „collecte op onze
bruiloft" f23,50; dames H. te H. f25,mej.
C. B. te A. f 1,50; N.N. te B. f5,—; J. H. W.
te N. flO,—M. L. te E. f2,50; A. P. te U.
f2,50; A. W. te A.—Z. f2,50; T. S. te U. f2,50;
P. v. D. te H. f2,50; K. te H. f5,—; J. S.
te A.—Z. f 1,50; mevr. M. F.—S. te S. f2,50;
N.N. te H. f 25,„van een onbekende"
f 10.W. A. K. te V. f5,—; G. R. te Z.
f2,50; H. S. te S. f2,50; J. v. G. Sr te D.
f 10.mr G. H. G. te A.—Z. f25,—; mej.
T. A. L. te R. f 5,mevr. M. B.B. te
d. H. (O) f2,50; mej. A. F. v. S. te S. f5,—;
„van een onbekende" met bijschrift „Wie
volgt nu?" f 100,P. M. vl d. S. te H. met
bijschrift „uit dankbaarheid voor genoten
zegeningen" f 10,ds H. V. te O. (Sm.)
f2,geref. kerk Rijnsburg f25,H. t. T.
te O. f2.50; W. J. B. M. en A. M. W. E. M.