WATERSNOOD: OMVANG en OORZAKEN 28e JAARGANG No. 19 14 FEBRUARI 1953 Onder redactie van Ds E. Th. v. d. Born, Prof. P. Deddens, P. Groen, Prof. Dr H. J. Jager en Prof. C. Veenhof. Het nadrukken van de inhoud van dit blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. Medewerkers: Ds F. A. den Boeft, Helpman; Drs J. Bosch, Kampen; Drs R. H. Bremmer, Zwolle; Ds J. van Bruggen, Assen; Drs D. J. Buwalda, Kampei.Drs L. Doekes, Hilversum; Ds D. van Dijk, Groningen; Ds J. Francke, Rotterdam; K. van Huizen, Groningen; A. Janse, Breda; Dr P. Jasperse, Leiden; Ds B. Jonge ling, Apeldoorn; Ds H. Knoop, Rotterdam; Ds J. Meester, Amsterdam; Mr Dr J. Meulink, Enschede; D. W. L. Milo, Nunspeet; Drs H. M. Mulder, Kampen; Dr A. P. Muys, Zeist; H. R. Rooltmaaker, Amsterdam; Rudolf van Reest; A. Schilder, Den Haag; Ds H. J. Schilder, Utrecht"; Dr G. K. Schoep, Den Haag; Ds J. Smelik, Groningen; Ds J. P. v. d. Stoel, Grootegast; Prof. Dr C. van Til, Philadelphia, Pa, U.S.A.; Ds G. Visée, Kampen; Ds C. Vonk, Schiedam; Ds F. de Vries, 's-GravenhageDs C. v. d. Waal, Leerdam; Ds D. K. Wielenga, Rotterdam; A. Zijlstra, Groningen. Alle stukken bestemd voor de Redactie: Prof. P. DEDDENS, Spoorkade 7, Kampen; voor medewerkers: rechtstreeks aan hen of aan de administratie. Adm.-adres: Oosterbaan Le Colntre N.V., Goes. Tel. 2424 Postrek. Nummer 406040 ten name van „DE REFORMATIE", GOES. Abonn.: 4.50 per halfj., buitenl. ƒ11,per jaar; losse nummers 20 cent, alles bq vooruitbetaling. Advertentiën: 20 cent per m.m. INHOUD: Hoofdartikel: Watersnood: omvang en oor zaken. Uit de SchriftDe bizondere ernst der gewone dingen (Lk. 13 69. Kerkelijk levenVrijmaking' en huisbezoek. Buitenl. Kerken; Rumoer rondom een De volle omvang van de ontzettende ramp die over óns iauu kwiusi; Is u,g .»k i. bij bcnaderL.g va-.t te stel len. Al kómt er óp 't ogenblik waarop wij dit schrijven (6 Februari) enige tekening in de toestand het juis te getal van hen, die omkwamen is nog niet bekend, evenmin hoe het staat met hen, die totaal verstijfd, dagen eri nachten doorbrachten in bomen of op daken, soms te .uitgeput om nog te kunnen spreken. Zonder dan nog te gewagen van de materiële schade aan ge bouwen, inboedel, het verlies van duizenden stuks vee, van voorraden, de schade aan door het water over stroomde landerijen, wat er nodig zal zijn voor weder opbouw, voor het herstel van dijken en waterkeringen, enz. Zien we vooruit, dan is de toestand van land en volk, verarmd door de Duitse overheersing, verzwakt door het verlies van Indië, genoopt door oorlogsdreiging tot zeer abnormale defensie-uitgaven, waarbij dan nog komt deze zware, ongedachte volksramp, uit wel vaartsoogpunt somber en donker. Zien we terug op soortgelijke rampen in 't verleden, dan valt er evenwel enig licht in dit duister: bij gelijke ontketening van storm- en watergeweld zou, waren de toestanden thans nog gelijk aan die in vroeger eeuwen, de omvang van de ramp ongelijk veel groter geweest zijn. We denken voornamelijk aan twee factoren: de waterkeringen en de reddingsmogelijkheden. De geschiedenis van ons land meldt talrijke over stromingen, menigvuldiger dan in onze tijd. We komen straks terug op de Allerheiligenvloed van 1570, maar wijzen er op, dat buitendien (hoe kort na elkaar!) over stromingen van bëtekenis voorkwamen, om ons tot de omgeving van genoemd jaartal te beperken, in 1565, 1571, 1573 en 1576. En dat kwam voornamelijk door een voor de hand liggende oorzaak: de beschermmid- delen tegen stormvloeden stonden ten achter in deug delijkheid bij de dijken en weringen van onze tijd. En dan de reddingsmogelijkhedenWie zich even in denkt wat de Here thans heeft ten dienste gesteld om de bedreigde gebieden en de benarde bewoners te hulp te komen: verkeer met treinen en auto's, communicatie door telegraaf,telefoon, radio, gebruik van motorboten, helicoptèrs, vliegtuigen, die voedsel, kleding, medica menten, zandzakken enz. uitwerpen, en daarmee ver gelijkt, dat men voorheen aangewezen was op het „snelverkeer" per wagen en per paard, en de geïsoleer de slachtoffers alleen bereikbaar waren met zeil- of roeiboot die is dankbaar, dat de hulp nu zoveel snel ler en doeltreffender kan zijn dan voorheen. De omvang van de volksramp, die in 1570 ons land teisterde in de z.g. Allerheiligenvloed, om ons daartoe te bepalen, was groter dan die heden over ons kwam. Volgens de geschiedschrijvers bedroeg het aantal Bijbelvertaling in Amerika. Gezinsleven. Pol. en Soc. leven: Gemeenschap in de arbeid, 18. Gedicht. Onder de streep: Zijn doen is enkel majesteit. Pers- schouw. Kerknieuws. HOOFDARTIKEL slachtoffers van de Allerheiligenvloed alleen in de om/.trc'-m v ui Dokkarn f20'!l do provincies Fries land en Groningen tezamen bij de 20.000. Vanaf de Eemsmond tot aan de kusten van Denemarken gelijke ellende; het totaal getal omgekomenen cloor deze vloed schat men op niet minder dan 100.000. Pieter Bor in zijn „Oorsprong der Nederlandse Oor logen" en Pieter Cornelisz. Hooft in diens „Neder landse Historiën" geven van de ramp een breed ver haal, waarvan hier een kort overzicht volgt. De Noordzee, schrijven ze, heeft vanouds menigmaal de aangrenzende gewesten met gelijke inval overrom peld en ongemeten gebieden, met kerken en dorpen, verslonden. Maar van alle geleden rampen door het woeden van 't water is deze bij mensenheugenis, beide in schrik en in schade, de zwaarste geweest, 't Nood weer hield aan twee etmalen lang, een vreselijke storm uit 't Noord-Westen sloeg tegen dijken, dammen en sluizen, daarop volgde een schrikkelijke watervloed, waardoor duizenden mensen op 't bed verrast zijn met de dood, daar het meest bij nacht geschiedde. Met name in het Oosten van West-Friesland (van Hoorn tot Amsterdam) was 't aantal van hen, die op deze wijze het leven moesten laten, zeer groot. Sommige moerassige stukken grond werden losge scheurd en dreven weg met de daarop staande huizen; alle laaggelegen gebieden in West-Friesland, Fries land en Groningen liepen onder; het water stond voor de poorten van de stad Groningen. Het overgrote deel van de provincie Friesland geleek een wilde zee „dat zeer deerlijk en schrikkelijk was om te zien". Terecht schreef men: „Alderheiligen dach, Vriesland wel be- clagen mach." De „Hondsbosse Zeewering" in Noord- Holland, „een bolwerk van eiken palen, met metalen blokken geheid, met ijzer geankerd, met zware kei stenen belast" werd op drie plaatsen doorbroken; de slaperdijk daarachter keerde de vloed en bewaarde voor verdere rampen. De Zqperdijk was tegen 't wa tergeweld niet bestand; honderd huizen met nagenoeg alle bewoners werden verzwolgen. In België werd West-Vlaanderen overstroomd: het water kwam tot dc Keizerspoort van Gent. Ook Zuid-Holland werd zwaar geteisterd: in Dor drecht, Rotterdam en andere steden stond het water drie voet hoog in de straten. Bij Papendrecht brak de dijk door; in de Krimpenerwaard verdronk een zeer groot getal mensen en beesten. Bizonder zwaar getroffen werden de Zuid-Holland se en Zeeuwse eilanden; Zeeland alleen telde 3000 doden. Met name worden genoemd, en hier worden wij herinnerd aan vele plaatsen van de jongste ramp, de dorpenSommelsdijk, Melissant, Herkingen, de streek tussen Den Bommel en Oudenhoorn, Zuidland, Abbenbroek, Geervliet, Heenvliet, Piershil, Spijke- nisse, Hekelingen, Poortugaal en Rhoon. De dorpen aan 't zeestrand als Noordwijk, Katwijk, Scheveningen en andere leden grote schade: de pin ken en vissersboten werden op 't strand geworpen, en kwamen daarna weer vlot door de watervloed, ze wer den de dorpen ingedreven „vellende met stoot op stoot wanden en daken ter aarde." In de kerk te Scheve ningen bracht men ter gedachtenis het volgende kreu- pelrijm aan: In 't jaar van 70 en 1500 Gebeurde hier in Scheveling op Alder-heiligen dag 't Zeewater liep in dese kerke elx verwondert. Drie voet en twee duim hoog alsmen doen sag, Ook mede aen den hogen Altaer hoort dit gewag, En in de Sacristie en kerken-comtoir met list, Om-werpende met des. waters geslag, Eenen groten swaren yseren kist. Men beef ter net. 12,8 hupsen gemist, - En weinig sijnder ohgeschent geb.even. De schepen waren door 't Dorp gedreven, Doende grote schade, elk maekt daér af mentie. Drie menschen verdronken gelaten het leven, Dus was hier groten druk beneven, Waerom het geschied laet ik God die sententie. De vraag: waarom? kan dus alleen beantwoord worden door God. Op 't voetspoor van Hooft vermeldt G. Brandt in zijn „Historie der Reformatie", dat de Spanjaarden van oordeel waren, dat men dit onheil moest zien in verband met de Allerheiligendag, gewijd aan de ge zamenlijke verering van alle heiligen der kerk. De heiligen in de hemel zouden namelijk deze ramp over 't volk hebben laten komen uit „gramschap over het mishandelen der beelden en kerken" in de beelden storm. De Gereformeerden antwoordden daarop, dat de zaligen in de hemel geen wraak bedenken en nog minder oefenen. Maar wel zou dit kwaad een voorbode zijn van „genakende beroerten". In zover hadden ze gelijk: wel wordt 1 April 1572 Den Briel vermeesterd en vallen enkele provinciën van Alva af, maai* in Augustus volgt de Parijse St Bartholomeüs-nacht, waarin duizenden Gereformeer den werden geslacht; „nu sloeg alles om; de Prins verlaten; overal schrik en angst." Overal ook plun dering, moord en brand; in een request aan koning Filips n wordt gezegd: „Als men vrouwen of doch ters wilde beschermen, liepen de soldaten, als razen de honden, tezamen, onder het geroep van Spanje, Spanje, en vermoorddden jammerlijk allen die zij ont moetten." In het jaar, waarin dit request werd ver zonden (1573) werden Zutfen, Naarden en Haarlem uitgemoord. Moge de Here verdere rampen van ons volk af wenden, doordat het zich keert tot Hem, die slaat, met de bede om ontferming. Ons volk is van de Here afgevallen en heeft Zijn Woord verlaten. Toch bleef Hij door Zijn Woord roepen. Tevergeefs. Nu spreekt Hij door zware rampen. Zal men nu opgeschrikt worden en zich tot Hem bekeren Op het waarom? Waarom hier en waarom nu? hebben wij geen antwoord. Elihu zegt (Job 37 21, 22)Bij God is een vrese lijke majesteit; De Almachtige, Die kunnen wij niet uitvinden; Hij is groot van kracht. Toen Jesaja kwam in het licht van de Goddelijke majesteit, riep hij uit: Wee mij, want ik verga, de- 153

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 1