In Pretoria's naturellenwijk
Henderson en Mackeben
overleden
Het succes van de volksschrijver
Ook op sociaal gebied plannen
voor de ontwikkelingsgebieden
Illilllllllil
Giro 9575
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
LEEUWARDER COURANT
3
Naar het „heilige meer" III
„Moge de regen in stromen op uw
edel hoofd neerkletteren
(Van onze correspondent in Kaapstad)
Pretoria heeft, zoals iedere stad in de Unie, zijn naturellen wij ken. De
grootste is Atteridgeville en daar heb ik, in alle vrijheid pratend met blanke
geleiders en zwarte bevolking, enige uren vertoefd. Overal waar wij gingen,
werden wij omstuwd en aangegaapt en vrolijk toegelachen door vrouwen en
kinderen. De mannen bleven ietwat gereserveerd op de achtergrond, maar zij
gaven, zodra zij werden aangesproken, op de meest welwillende (en vooral zéér
wijdlopige) manier alle gewenste inlichtingen.
Atteridgeville is door de blanken gebouwd voor de zwarten. Het ziet er uit
als een eenvoudiger editie van de voor industrie-arbeiders' gebouwde buiten
wijken van Rotterdam; echter met dien verstande, dat alle huisjes er een apart
tuintje hebben en dat nergens een huis van twee verdiepingen wordt gevonden.
Voor de tienduizend bewoners zijn niet alleen kerken en scholen gebouwd, maar
ook een zeer moderne kliniek, waar behandeling en medicijnen gratis worden
verstrekt. Omdat de huishuren binnen het bereik van de naturellen moeten
blijven, legt het stadsbestuur alléén reeds op Atteridgeville ieder jaar een bedrag
van 800.000 gulden toe.
het grote Bantoe-volk. die blijk geven
van kunstzinnigheid bij het bouwen
hunner hutten. Weliswaar zijn die hut
ten uiterst eenvoudig, maar de gevels
zijn besohilderd met oeroude figuren, in
heldere kleuren. De mannen dragen
allen Europese kleding, maar de vrou
wen en de kinderen zijn nog gekleed in
de traditionele gevlochten hals-, arm- en
beenbanden. En ook die banden zijn
vrolijk gekleurd.
De Mapoche-nederzetting buiten
Pretoria omvat slechts vijftien hutten.
De hoofdman heet „Speelman", maar hij
was, toen ik in gezelschap van de
Pretoriaanse „skakelbeampte". de heer
H. P. H. Behrens, zijn erf betrad, niet
thuis. Een zijner volwassen zonen zat
met drie andere jonge kerels bier te
drinken onder een afdak. Hii gaf ons
met koninklijk gebaar toestemming om
de vaderlijke woning binnen te gaan.
Gebukt gingen we door het lage
poortje. De hut was een rondavel, dat
wil zeggen cirkelvormig gebouwd met
een rond dak, dat in een punt eindigt.
Vóór de rondavel staat een losse gevel,
die in grijze, gele. rode en blauwe kleu
ren beschilderd is.
De hut had een doorsnede van onge
veer vier meter. Er was niets te zien
Een vriendelijke verpleegster liet mij
de statistieken zien van het kliniek-
werk: t.b.c.-bestrijding. zuigelingen
zorg, kraamhulp. Tandheelkundige hulp
en prae-natale contröle. En schrikwek
kende cijfers van venerische ziekten!
Vijf dokters en een staf verpleegsters
werken hier samen voor de zwarte be
volking: het blanke stadsbestuur voteert
de geLden. En de leiders der naturellen
handhaven er zelf de orde en dat gaat
uitstekend.
„Poela!'Poela!"
's Middags was ik er. als gast van het
gemeentebestuur, getuige van. hoe de
in paarse toga geklede burgemeester
van Pretoria op het sportveld een ver
gadering van naturellen toesprak. Hij
was, met een staf van ambtenaren, ge
komen om uiteen te zetten dat een
nieuwe woonbuurt geopend zou worden,
waarin de naturellen door een afbeta-
lingssohema hun eigen huizen zouden
kunnen verwerven. Honderden ver
tegenwoordigers der zwarte bevolking
zaten op de tribune; een gramofoon-
installatie speelde over een luidspreker
inheemse muziek en zwarte politïe-
agenten stonden stram in de houding.
De burgemeester, de heer Vis
ser. werd ingeleid
door de onoffi
ciële „burge- P
meester" der na-
turellemvijken. 'n
oudere, verstan- 1
dige Bantoe, die
kennelijk eerbied
en gezag wist af
te dwingen. Hij
zei tot zijn men
sen; .Jullie bent
hier gekomen om
onze blanke va
ders te zien. Wij
begroeten de heer
burgemeester, on
ze oppervader,
met de oude
stamgroet: „Moge
de regen in stro
men op uw edel
hoofd neerklette
ren!'
Ik moet op dat
ogenblik vreemd
hebben opgeke
ken. want de
stadsbouwmeester
boog zich tot mij
over en verduide
lijkte; „Dat is de
beste zegewens,
die zii hebben. In
een droog land
als Afrika is re
gen de rijkste
gave des hemels"
11c begreep het.
Maar ik moest
toch even glim
lachen bij de ge
dachte wat een
Nederlandse bur
gemeester zou zeg
gen. als zijn ste
delingen hem toe
riepen: „Moge de
regen op uw sche
del vallen met
emmers tegelijk!"
Enfin, 's lands wijs, 's lands eer. Daar
om riepen de naturelen. toen de burge
meester zijn toespraak had gehouden, in
koor: „Poela! Poela!" Hetgeen, overge
zet zijnde, beduidt; „Regen! Regen!"
Een „nieuwe orde"
Na burgemeester Visser sprak de
secretaris van naturellenzaken de zen-
delmgszoon dr. Eiselen. Hij zei: „Wat
hier gaat gebeuren zal van heden af
overal in de Unie worden aangepakt.
Wij leiden thans uw zonen op tot tim
merlieden en metselaars. Wij leiden uw
zonen op tot politiemannen en kantoor
houders. Uit eigen kracht zult gij in de
toekomst, met onze hulp, uw woonplek
ken bouwen en besturen. Gij zult de
eigenaars worden van de huizen, gij
krijgt de zorg voor de kerken en dè
scholen. Toont u dat vertrouwen waar
dig. Handhaaft de orde"
Onmiddellijk na dr. Eiselen kwam
weer de zwarte „burgemeester" voor de
microfoon. Hij herinnerde er aan, dat
een wijs man leerde: de grootste strijd
moet de strijd met woorden zijn! „Wij
hebben thans de kost gezien, die onze
blanke vaders voor ons hebben uitge
schept en wij zijn verheugd. De Grote
Kapitein heeft gesproken en om het
woond van de kapitein wordt een muur
gebouwd, zodat het niet verstrooid kan
worden op de winden. Het woord staat:
wij krijgen een nieuw doi-p! Welnu: wij
beloven onze vaders, dat wij ons hunner
goedheid waardig zullen betonen. Poela!"
Toen onze auto's wegreden van het
terrein stonden de honderden opgesteld
langs de weg en wuifden verheugd. Bin
nen twaalf maanden zullen er driedui
zend nieuwe huizen worden opgericht.
Was het wonder, dat zelfs de kinderen
met hun hoge stemmetjes meezongen,
toen de ouderen het Bantoelied aan
hieven: „Grote Koning, redt het land"?
Deze dag was een dag van goede bood
schap.
Ik was blij. dat de burgemeester mij
had uitgenodigd dit bijzondere contact
tussen blank en zwart met eigen ogen te
aanschouwen.
Bij de Mapoche's
De volgende ochtend reed ik
fraai beschilderde hutten van een groep
Mapoche's. tien mijl buiten Pretori
De Mapoche's zijn de enige ledsn van
Bantoe-moeder mei haar kind. Deze
vrouwen dragen om armen en benen
tientallen strengen koperdraad, die met
elkaar ongeveer vijf kilo wegen.
Twee Mapoclie-kinderengefotografeerd
vooi de kunstig beschilderde hut van
hun ouders.
behalve een paar slaapmatten, wat ge
droogd vlees, een paar pompoenbasten
(die als drinkgerei worden gebruikt)
entwee nieuwe fietsen met nikke
len velgen!
De vloer bestond uit een nauwkeurig
gladgestreken mengsel van klei en koe
mest: zij was zo hard als gewapend be
ton. Rondom het grote vertrek liepen
gangetjes: links voor de meisjes, rechts
voor de jongens. De heer Behrens ver
telde mij. dat de kinderen in het ouder
lijke huis blijven tot aan de puberteits-
lèeftijd. Dan gaan zij in aparte hutten,
die achter het huis van de vader wor
den gebouwd.
Omdat het hem bevreemdde, dat er
twee „ouderi'-hutten naast elkaar ston
den. vroeg hij een verklaring aan de
zoon van „Speelman". Die verklaring
was nogal simpel. „Mijn pa heeft twee
vrouwen, mijnheer".
Toen wü uit het schemerduister van
de hut weer in het felle zonlicht traden,
stonden er keurig uitgedoste vrouwen en
naakte kinderen op ons te wachten. Zij
staken begerig de handen uit en vroe
gen om geld. Ik schudde mijn broek
zakken leeg in ruil voor het voorrecht
een paar foto's te mogen nemen. Zij
waren het er allemaal mee eens. be
halve een klein kereltje, dat zich
krampachtig vastklemde op de rug van
zijn broertje en dat met grote, angstige
ogen naar de camera keek.
Een jonge vrouw verkocht me een
kralensnoer en ze vroeg vijfmaal de
winkelprijs. De Mapoche's. die zo dicht
onder de rook van Pretoria leven, heb
ben de waarde van het geld terdege
leren beseffen!
EVEN Si'iL'i E
Broederschap door lijden
Blijdschap maakt mededeelzaam, maar
leed eenzaam. Wie vreugde doorleeft,
wil er een ander in laten delen, maar wie
leed draagt is geneigd zich terug te trekken.
Immers de ander verstaat er toch niets
van".
Zo ontmoet ge de gereserveerdheid van
mensen, die in de oorlog gevochten hebben
of jarenlang in grauwe ellende van concen
tratie-kampen hebben geleefd. Wanneer
anderen vragen daarover te vertellen, blijven
ze liefst zwijgzaam. Wél kunnen ze als
frontsoldaten of kampgenoten met elkaar
erover spreken. liet gemeenschappelijk
lijden bindt hen samen in een aparte broe
derschap. Daar staat een ander buiten. Die
is, zelfs met hartelijk meeleven in het door
gestane leed, toch maar een toeschouwer!
Met 15 Februari begint naar het kerkelijk
kalenderjaar de eerste Lijdenszondag. Dat
betekent, dat de christelijke kerk het pro
bleem van leed en dood, waar mensen en
volken van alle tijden mee worstelen, op
zettelijk onder de ogen ziet. Ze weet, dat de
zin van het lijden haar in Christus, de
Gekruisigde, is onthuld. I-Iet evangelie geeft
op deze diepste vragen een antwoord, dat
eigenlijk naar velerlei richting uitvalt. Wij
willen trachten om in de komende weken
hier telkens een andere zijde van het lijdens
probleem te belichten.
Jezus heeft zijn leerlingen al vroegtijdig
dringend en herhaaldelijk gesproken van
de noodzaak van Zijn lijden. „De Zoon des
mensen moet overgeleverd worden in de
handen der onrechtvaardigenen veel
lijden en gedood wordenEven opmer
kelijk is liet, dat zijn discipelen daar een
voudig niet aan wilden en er heftig tegen
protesteerden. Zij hadden zich als Verlosser
een koning gedacht met macht en heerlijk
heid. niet een Messias, die lijden zou
Eerst later, na zijn kruisiging en opstan
ding, verstaan ze hun oppervlakkigheid en
kortzichtigheid. Wanneer ze zélf moeten
lijden en strijden, wanneer ze door het
Sanhedrin worden vervolgd, wanneer Jaco
bus wordt gedood, Johannes wordt ver
bannen, Petrus wordt terechtgesteld door
kruisiging. Wat zijn ze dan getroost, dat
hun Verlosser geworden is de Man-van-
smarten! Wat ontvangen ze dan moed en
kracht in het weten, dat de Meester van dit
alles weel. Hij heeft het zelf doorleden.
Hij is geen toeschouwer, Hij is hun grote
Broeder.
Is dit niet evangelie, goede boodschap
dat een mens in leed en eenzaamheid ver
wezen wordt naar deze Gekruisigde? Die
weet van lichaamspijn en zieleleed, van
smaad en verraad, van wantrouwen en ver
keerd begrepen worden, van verlatenheid
en stervensangst? Wie tot Hem komt, weet
zich niet eenzaam meer, een onbegrepen
ziel, maar vindt de troost van deze wondere
broederschap. hl.
Rondom „miké" en „spot"
Twee bekende persoonlijkheden uit
de wereld van de lichte muziek
zijn onlangs overleden: de Amerikaanse
bandleider en arrangeur Fletcher Hen
derson en de Duitse componist van
filmschlagers Theo Mackeben.
Theo Mackeben, die 58 jaar oud
werd en in West-Berlijn woonde, kreeg
een „klassieke" opleiding, trad als
pianovirtuoos op en werd in 1932 diri
gent van het Staatliche Schauspielhaus
in de Duitse hoofdstad. Weldra legde
hij zich toe op het schrijven van film
muziek: voor meer dan 50 films com
poneerde hij de muziek en menig pro
duct van zijn geest werd een groot suc
ces. We denken hier aan liedjes zoals
Bel Ami, Eine Frau wird erst schön
durch die Liebe (Zarah Leander!),
Drüben auf der Heide enz. Na de oor
log keerde hij de lichte muze de rug
toe en schreef hij weer serieuze muziek,
onder meer twee opera's. In 1946 werd
zijn nieuwe celloconcert uitgevoerd.
Fletcher Henderson is vooral bij de
jazz-liefhebbers bekend als een van de
oude garde, die in 1923 als leider van
eigen orkesten optrad en later als
arrangeur van Benny Goodman grote
successen boekte. Hij heeft tal van so
listen begeleid, maar trad al spoedig
buiten het eigenlijke jazz-idioom en
werd een der eerste leidende figuren in
de z.g. swing, die omstreeks 1930 in
Amerika zijn intrede deed. De laatste
jaren trad hij weinig meer op de voor
grond, ook al doordat hij sinds twee
jaren aan één zijde totaal verlamd was
en niet meer kon werken.
Henderson werd 54 jaar. Bij zijn be
grafenis fungeerden o.m. Louis Arm
strong en Count Basie als slippen-
dragers.
Kees Manders naar V. S.
De zanger-conferencier Kees Man
ders vertrekt 13 Maart met de „Rijn
dam" van de H.A.L. naar de V. S., waar
opnamen gemaakt zullen worden voor
zijn nieuwe film „De wereld zingt".
Manders ontving deze opdracht van de
Benelux-film-combinatie naar aanlei
ding van zijn vroeger vervaardigde
filmpjes „Volendam" en „Amsterdam
Parijs". Aan de scenes die in Neder
land zullen worden opgenomen werken
o.a. mee Maria Zamora, Chico's, Eddy
Christiani, Frans Popty, Johnny
Meijer, Tonny Schifferstein en het
orkest van Tom Erich. Met radio-
Luxemburg zijn onderhandelingen
Letterkundige Verschijningen
Jan Mens over zichzCkf en zijn boeken
Jan Mens: Griet Mans-
hande en haar gehei-
m e n. N. V. Uitgeversmaat
schappij Kosmos, Amsterdam
Antwerpen.
Jan Mens is een volksschrijver en gaat prat
op dien titel. Dat kan hij doen, want zijn
boeken hebben een voor Nederlandse begrip
pen zeer groot succes, en bovendien kan hij
met de stukken in de hand aantonen, dat
velen zijner lezers met intelligentie zijn werk
lezen. Dat de „officiële" letterkunde zijn
boeken negeert zou hem dus betrekkelijk
koud kunnen laten. Ze gaan er toch wel in
en doen hun werk. Ze geven den lezer brok
ken Amsterdams volksleven, zoals dit zich
ongeveer afspeelt en vooral hééft afge
speeld, want Mens toont een grote voorliefde
voor het begin van deze eeuw op het
Bickers- en Prinseneiland, in de Jordaan en
achter de Montelbaenstoren.
Dat zijn dan de buurten die het langst
hun eigen karakter bewaard hebben en
het ten dele nog bewaren en waar nog
Minister wil regionale commissies
In zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer zegt de minister van
Maatschappelijk Werk o. m., dat het naar zijn mening noodzakelijk is, sociale
ontwikkelingsplannen te ontwerpen voor de negen gebieden, waarvoor ont
wikkelingsplannen op economisch terrein reeds in uitvoering zijn. Ofschoon de
minister van mening is, dat de gemeenten in de betreffende gebieden, in samen
werking met de provinciale besturen ook in financieel opzicht voor de
voorzieningen op maatschappelijk terrein verantwoordelijk zijn, heeft het rijk
naar het hem voorkomt mede een deel van de verantwoordelijkheid te dragen.
rein buiten beschouwing kan worden
_)e minister stelt zich voor op zo
kort mogelijke termijn met de betrok
ken lagere publiekrechtelijke organen
in overleg te treden. Het komt hem
wenselijk voor in de betreffende ge
bieden de totstandkoming te bevorderen
van regionale commissies.
De werkzaamheid van de bovenbe
doelde regionale commissies zal pas
dan voldoende effect kunnen sorteren,
als men een fundamenteel inzicht heeft
verworven in de maatschappelijke
achterstand van het betrokken gebied
en in de factoren, die hierop een beslis
sende invloed hebben uitgeoefend. De
minister stelt zich voor, dat de zgn.
provinciale opbouwcommissies een be
langrijke taak te vervullen zullen heb
ben bij de voorbereiding en opstelling
van het sociaal plan.
Enkele leden hebben bezwaar ge
maakt tegen de indeling van Oostelijk-
West-Friesland bij de gebieden, waar
maatschappelijke achterstand bestaat.
De minister moge te dien aanzien op
merken. dat bij de voorlopige opzet van
een sociaal plan alle negen economische
ontwikkelingsgebieden zonder meer
zijn opgenomen. Bij de uitwerking van
het plan zal de noodzaak en wenselijk
heid hiervan nader worden bezien. He.
is mogelijk, dat dan zal blijken, dat
Oostelijk-West-Friesland voor spéciale
voorzieningen op maatschappelijk ter
gelaten.
De minister ziet als provinciale
lichamen, die een onmisbare functie
vervullen op het gebied van coördinatie
en stimulering van het maatschappelijk
werk voor het kerkelijk en particulier
initiatief en var de overheid in de
provincie. In deze organen vindt de zo
noodzakelijke samenbundeling van
krachten plaats. In hun ressort kunnen
zij tevens werkzaam zijn als studie- en
advies-centrum van het maatschappe
lijk werk, in het bijzonder ook van het
maatschappelijk opbouwwerk.
Nationaal
Rampenfonds
Den Haag
allerlei anecdotes voortleven van weleer
bekende figuren en volkstypen. Zijn
grootste vondst was tot dusver Griet
Manshande, aan wie hii drie romans
wijdde met enig vooruitzicht op méér,
als men maar voldoende hard aan hem
trekt en over wié hii nu een boekje
geschreven heeft waarin hij uit de doe
ken doet hoe hij aan zijn Griet en haar
diverse millieux gekomen is en hoe de
lotgevallen van deze figuur soms door
het toeval en soms door invloeden uit
zijn lezerskring mede werden bepaald.
Voluit heet het boekje: „Griet Mans
hande en haar geheimen. Bevattende
een aantal prijzende en lakende epistels,
geschreven naar aanleiding van een
trilogie; benevens enige bescheiden op
merkingen en toelichtingen betreffende
dezulke, mitsgaders enige stokpaardjes,
gefokt en bereden door Jan Mens".
De trilogie heeft een verspreiding ge
vonden die zeldzaam is in de wereld
onzer letteren; men zie maar: De gouden
Reael. 15e druk (sedert 1940): De Blinde
"Weerelt, 9e druk (sedert 1948): Het
goede Inzicht. 7e druk (sedei't 1949). En
ook de meeste van zijn andere boeken
zijn verscheidene malen herdrukt. Koen
dat de schrijver zijn liefste boek
noemt bracht het tot vier drukken
maar zou er. naar de maatstaven welke
het werk van Mens aangelegd moeten
worden, o.i. al meer verdiend hebben.
Meester Rembrandt, een vooral vol
piëteit geschreven vie romancée van
onzen grootsten schilder, beleefde ook
vier drukken en Er wacht een haven,
een roman over de Amsterdamse haven
staking van 1911. heeft er vijf.
et zijn hierboven genoemd boekje
1TI zal Jan Mens ongetwijfeld grote
aantallen lezers een genoegen hebben
gedaan. Iedereen, die door de vertelkunst
van den schrijver geboeid raakte, zal ook
geboeid worden nu hij aan het vertellen
slaat over de totstandkoming van zijn
werk. Het zijn kijkjes in de keuken,
welke hij geeft, wanneer hij verhaalt
hoe het ontwaren van de naam „Café de
Gouden Reael" hem op de gedachte
bracht, een boek onder dien titel te schrij
ven. zonder dat hij nog in de verste
verte wist. waar dat boek over zou gaan.
En hoe hii dan met de baas en de klan
ten van het café langzamerhand in con
tact komt en van hen verhalen en anec
dotes krijgt over de omgeving, hoe
daaruit de figuur van Griet zich los
maakt en hoe die dan weer aan haar
achternaam komt de naam van een
garage in Den Helder, toevallig tijdens
een verblijf daar gezien en aanstonds de
naam voor de krachtdadige en onafhan
kelijke Griet geoordeeld.
Al lezende wordt men door Jan Mens
meegevoerd op zwerftochten door Am
sterdam, en wat kan een Nederlander
od zijn tijd dierbaarder zijn dan een
zwerftocht, onder goede geleide, door de
hoofdstad?
Met grote openhartigheid vertelt de
schrijver over de brieven die hij kreeg
naar aanleiding van het tweede deel „De
blinde weerelt", waarin het met Griet
den verkeerden kant uit gaat en zij.
onder den indruk der miskenning van
haar goede bedoelingen en door een
teleurstelling op het terrein der liefde,
heur hart verhardt en een woekerzaakie
begint in de Jordaan. Die brieven zijn
oorzaak dat hij maar een derde deel zal
gaan schrijven, waarin Griet gerehabili
teerd wordt, maar allereerst moet het
probleem worden opgelost, in welk part
van Amsterdam dat deel nu weer zal
moeten spelen. En andermaal gaat. men
met Jan Mens zwerven en ..dalven", tot
dit probleem is opgelost en Griet ge
plaatst is in een schafthuis] e op den
hoek van de Oude Schans en de Oude
Waal, voor deze gelegenheid „Het goede
inzicht" gedoopt.
Oi Griet Manshande psychologisch
uitgebalanceerd is, weet ik niet.
Ik studeerdé' nimmer psychologie en heb
Freud nooit gelezen: ik begreep dat een
halfbegrepen wetenschap groter kwaad
kan uitrichten dan volkomen onwetend
heidalles wat ik schrijf: taal. stijl
en intrige is intuïtie, er komt geen
zweem wetenschap aan te pas".
Met deze woorden kenschetst Jan
Mens zijn schrijverschap. Wanneer hij
het daarbij liet. zou men er eer vrede
mee kunnen hebben dan nu hij hier en
daar in zijn boekje een beetje laatdun
kend te keer gaat tegen hen die anders
schrijven dan hij: „Toch vraag ik mij
in gemoede af, of de puristen der litte
ratuur met hun roep om de Nieuwe
Roman, of alle letterkundige revoluties,
de massa dichter hebben gebracht bij het
boek. Ik meen van niet. En zolang de
critici voortgaan de „volksvertellers"
met een hooghartigen glimlach voorbij te
zien en een toch wel wat snobistische
belangstelling aan den dag blijven leg
gen voor eensdeels het uitpluizen van
bleke zieleroerselen en het constateren
Alle boeken van Mens zijn bij de
uitgeverij „Kosmos" verschenen.
gaande over de medewerking van Bel
gische, Franse, Engelse en Amerikaanse
radio-artisten.
Circus nieuws
Het Zweeds-Duitse circus Busch reist
op het ogenblik door Colombo. Het
circus werkt mee aan een grote Duitse
kleurenfilm over het circusleven, waar
in Gilbert Honcke een der hoofdrollen
speelt.
De 31-jarige leeuwentemmer
Stephens is te St. Margarets in het
graafschap Dublin, toen hij zijn drie
leeuwen aan vrienden wilde laten zien,
uitgegleden en door zijn driejarige
leeuw „Pasja" gedood.
Kort nieuws
Guy Mitchell, de bekende Ameri
kaanse vocalist, die in weinige jaren
grote opgang maakte (o.a. met Sparrow
in the tree-top, Liberty bell, The roving
kind) is getrouwd met „Miss Amerika",
van haar zelf Jackie Lougherty.
De Unesco gaat voort met het publi
ceren van catalogi van opnamen op het
gebied van volksmuziek. Men is be
gonnen met India, daarna met de folk
loristische platen uit het Parijs Musée
de l'Homme, terwijl zojuist de Parijse
Phonotèque nationale te Parijs gecata
logiseerd is.
Een bekende naam uit het verleden:
Michel de Cock. Kent u hem nog als
maker van het fameuze „Had je me
maar" en honderden andere liedjes uit
de jaren na 1900? Hij Jeeft en schrijft
nog en heeft half Januari zijn vijftig
jarig jubileum als componist en auteur
gevierd!
JAN MENS,
geboren 1897 te Amsterdam, zoon van
diamantslijper, werkte lang in een
biljartfabriek en begon eerst op oudere
leeftijd romans te schrijven
van complexen, anderdeels hun belang
stelling richten op de intellectuele en
keiharde snijkamerlitteratuur, zorgt een
volk zelf voor de nodige correctie".
Het wil ons voorkomen, dat Jan Mens
hier toch wel een beetje doorslaat,
evenals in andere passages van gelijke
strekking in zijn boekje. HM zal toch
als schrijver moeten accepteren, dat ook
andere schrijvers met hun intuïtie te
rade gaan en vooral zich laten leiden
door hun inspiratie, door een „niet
anders kunnen". En wanneer zii nu
ongelukkigerwijze bijv. wèl wat psycho
logie gestudeerd hebben en het daar
mee verrijkte totaal hunner gaven in
dienst stellen van de idee welke zich
op de een of andere wijze aan hen
gemanifesteerd heeft, en het resultaat
van dat alles is een pessimistische
roman, dan kan die roman van veel be
lang zijn voor den ontwikkelingsgang der
gedachten, die in ons volk levan. al is
zulk een roman geen best-seller en al
zou het zelfs een straf kunnen zijn om
hem te leven. Jan Mens lijkt ons trou
wens niet de man om zoals tegen
woordig nog al eens geschiedt de
paedagogisone waarde van de straf tc
Kees Manders
De Blue Tango bleek hèt succes van
1952: van dè plaat, die de componist er
van, Leroy Andersen, opnam, zijn meer
dan een mïllioen exemplaren verkocht.
Geen wonder, dat Andersen (die pas
terug is uit het leger, waar hij kapitein
was) van Decca een gouden gramofoon-
plaat cadeau kreeg, de z.g. golden disc,
een bij zeldzame gelegenheden uitge
reikte onderscheiding.
„The Ramblers" onder leiding van
Theo Uden Masman, de conferencier
Cees de Lange en de imitator Jan Oradi
hebben in Antwerpen een feestavond
verzorgd. De opbrengst voor het Natio
naal Rampenfonds bedroeg fr. 60.000.
Voetbal voor 't Rampenfonds
Ten behoeve van het Nationaal Ram
penfonds hebben Feijenoord en Heeren
veen, die beide a.s. Zondag vrij zijn van
de competitie, besloten te Rotterdam in
het Feijenoordstadion een wedstrijd te
spelen.
Zondag zal ten bate van de slacht
offers van de watersnood in België
en Nederland een voetbalwedstrijd te
Mechelen worden gespeeld tussen
Racing Mechelen en Xerxes.
Ten bate van het Nationaal Rampen
fonds zullen de volgende bedragen aan
de KNVB worden overgemaakt ter over
draging aan genoemd fonds: Franse
voetbalbond: Fr. frs. 247.990, zijnde de
opbrengst van een door het Roode Kruis
gehouden collecte tijdens een Franse
bekerwedstrijd te Parijs. West-Duitse
voetbalbond: 10.000 mark. Italiaanse
voetbalbond; 1.000.000 lire.
onderschatten. En hij neme van ons aan,
dat althans ettelijke der door hem be
doelde critici nogal eens aan die straf
onderworpen zijn. Misschien geeft hem
dat enige voldoening.
T enslotte dit: men kan in de kunst nu
eenmaal niet alle waarden onder
één noemer brengen. Jan Mens preten
deert niet anders te zijn dan „volks
verteller" en hij schrijft boeken die er
bij velen van het volk ingaan, hetgeen
ons hartelijk verheugt. Tot dusver
stelde hij zijn conflicten zeer eenvoudig,
of herleidde hij ingewikkelder proble
men tot eenvoudige, zoals in zijn boek
over Rembrandt en ook in zijn laatste
roman „De witte Vrouw" die het leven
van een onzer eerste martelaressen,
Wendelmoet Claesdochter van Monni
kendam, beschrijft.
Men stelt zich bij het lezen van der
gelijke. boeken echter toch de vraag
of de diverse historisch-psyohologische
anomalieën en in het algemeen een ge
brek aan diepgang welke ze kenmerken,
steeds verontschuldigd worden door de
inderdaad voortreffelijke vertelkunst.
Feitelijk zijn deze boeken niet ongelijk
aan historische maskerades, waarin
twintigste eeuwse mensen zekere per
soonlijkheden uit het verleden verbeel
den. Zij zijn zeer amusant om te zien,
doch men haalt er de geschiedenis niet
mee terug.
Het is duidelijk, dat Jan Mens geen
zulke strikte criteria als de hier aan
geduide op zijn werken toegepast wil
Izien, en dat hii uitsluitend zoekt het
I warm-menselijke tot uitdrukking te
I brengen zoals hij dat ervaart. Dat het
hem goed doet te bemerken dat velen
het zo met hem ervaren is ook alweer
zeer menselijk en zijn trots, dat zijn op
wekkende boeken in een r.eerslachtigen
tijd zovelen weten te bereiken, is het
eveneens. w. E.