In Pretoria's naturellenwijk Henderson en Mackeben overleden Het succes van de volksschrijver Ook op sociaal gebied plannen voor de ontwikkelingsgebieden Illilllllllil Giro 9575 ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 LEEUWARDER COURANT 3 Naar het „heilige meer" III „Moge de regen in stromen op uw edel hoofd neerkletteren (Van onze correspondent in Kaapstad) Pretoria heeft, zoals iedere stad in de Unie, zijn naturellen wij ken. De grootste is Atteridgeville en daar heb ik, in alle vrijheid pratend met blanke geleiders en zwarte bevolking, enige uren vertoefd. Overal waar wij gingen, werden wij omstuwd en aangegaapt en vrolijk toegelachen door vrouwen en kinderen. De mannen bleven ietwat gereserveerd op de achtergrond, maar zij gaven, zodra zij werden aangesproken, op de meest welwillende (en vooral zéér wijdlopige) manier alle gewenste inlichtingen. Atteridgeville is door de blanken gebouwd voor de zwarten. Het ziet er uit als een eenvoudiger editie van de voor industrie-arbeiders' gebouwde buiten wijken van Rotterdam; echter met dien verstande, dat alle huisjes er een apart tuintje hebben en dat nergens een huis van twee verdiepingen wordt gevonden. Voor de tienduizend bewoners zijn niet alleen kerken en scholen gebouwd, maar ook een zeer moderne kliniek, waar behandeling en medicijnen gratis worden verstrekt. Omdat de huishuren binnen het bereik van de naturellen moeten blijven, legt het stadsbestuur alléén reeds op Atteridgeville ieder jaar een bedrag van 800.000 gulden toe. het grote Bantoe-volk. die blijk geven van kunstzinnigheid bij het bouwen hunner hutten. Weliswaar zijn die hut ten uiterst eenvoudig, maar de gevels zijn besohilderd met oeroude figuren, in heldere kleuren. De mannen dragen allen Europese kleding, maar de vrou wen en de kinderen zijn nog gekleed in de traditionele gevlochten hals-, arm- en beenbanden. En ook die banden zijn vrolijk gekleurd. De Mapoche-nederzetting buiten Pretoria omvat slechts vijftien hutten. De hoofdman heet „Speelman", maar hij was, toen ik in gezelschap van de Pretoriaanse „skakelbeampte". de heer H. P. H. Behrens, zijn erf betrad, niet thuis. Een zijner volwassen zonen zat met drie andere jonge kerels bier te drinken onder een afdak. Hii gaf ons met koninklijk gebaar toestemming om de vaderlijke woning binnen te gaan. Gebukt gingen we door het lage poortje. De hut was een rondavel, dat wil zeggen cirkelvormig gebouwd met een rond dak, dat in een punt eindigt. Vóór de rondavel staat een losse gevel, die in grijze, gele. rode en blauwe kleu ren beschilderd is. De hut had een doorsnede van onge veer vier meter. Er was niets te zien Een vriendelijke verpleegster liet mij de statistieken zien van het kliniek- werk: t.b.c.-bestrijding. zuigelingen zorg, kraamhulp. Tandheelkundige hulp en prae-natale contröle. En schrikwek kende cijfers van venerische ziekten! Vijf dokters en een staf verpleegsters werken hier samen voor de zwarte be volking: het blanke stadsbestuur voteert de geLden. En de leiders der naturellen handhaven er zelf de orde en dat gaat uitstekend. „Poela!'Poela!" 's Middags was ik er. als gast van het gemeentebestuur, getuige van. hoe de in paarse toga geklede burgemeester van Pretoria op het sportveld een ver gadering van naturellen toesprak. Hij was, met een staf van ambtenaren, ge komen om uiteen te zetten dat een nieuwe woonbuurt geopend zou worden, waarin de naturellen door een afbeta- lingssohema hun eigen huizen zouden kunnen verwerven. Honderden ver tegenwoordigers der zwarte bevolking zaten op de tribune; een gramofoon- installatie speelde over een luidspreker inheemse muziek en zwarte politïe- agenten stonden stram in de houding. De burgemeester, de heer Vis ser. werd ingeleid door de onoffi ciële „burge- P meester" der na- turellemvijken. 'n oudere, verstan- 1 dige Bantoe, die kennelijk eerbied en gezag wist af te dwingen. Hij zei tot zijn men sen; .Jullie bent hier gekomen om onze blanke va ders te zien. Wij begroeten de heer burgemeester, on ze oppervader, met de oude stamgroet: „Moge de regen in stro men op uw edel hoofd neerklette ren!' Ik moet op dat ogenblik vreemd hebben opgeke ken. want de stadsbouwmeester boog zich tot mij over en verduide lijkte; „Dat is de beste zegewens, die zii hebben. In een droog land als Afrika is re gen de rijkste gave des hemels" 11c begreep het. Maar ik moest toch even glim lachen bij de ge dachte wat een Nederlandse bur gemeester zou zeg gen. als zijn ste delingen hem toe riepen: „Moge de regen op uw sche del vallen met emmers tegelijk!" Enfin, 's lands wijs, 's lands eer. Daar om riepen de naturelen. toen de burge meester zijn toespraak had gehouden, in koor: „Poela! Poela!" Hetgeen, overge zet zijnde, beduidt; „Regen! Regen!" Een „nieuwe orde" Na burgemeester Visser sprak de secretaris van naturellenzaken de zen- delmgszoon dr. Eiselen. Hij zei: „Wat hier gaat gebeuren zal van heden af overal in de Unie worden aangepakt. Wij leiden thans uw zonen op tot tim merlieden en metselaars. Wij leiden uw zonen op tot politiemannen en kantoor houders. Uit eigen kracht zult gij in de toekomst, met onze hulp, uw woonplek ken bouwen en besturen. Gij zult de eigenaars worden van de huizen, gij krijgt de zorg voor de kerken en dè scholen. Toont u dat vertrouwen waar dig. Handhaaft de orde" Onmiddellijk na dr. Eiselen kwam weer de zwarte „burgemeester" voor de microfoon. Hij herinnerde er aan, dat een wijs man leerde: de grootste strijd moet de strijd met woorden zijn! „Wij hebben thans de kost gezien, die onze blanke vaders voor ons hebben uitge schept en wij zijn verheugd. De Grote Kapitein heeft gesproken en om het woond van de kapitein wordt een muur gebouwd, zodat het niet verstrooid kan worden op de winden. Het woord staat: wij krijgen een nieuw doi-p! Welnu: wij beloven onze vaders, dat wij ons hunner goedheid waardig zullen betonen. Poela!" Toen onze auto's wegreden van het terrein stonden de honderden opgesteld langs de weg en wuifden verheugd. Bin nen twaalf maanden zullen er driedui zend nieuwe huizen worden opgericht. Was het wonder, dat zelfs de kinderen met hun hoge stemmetjes meezongen, toen de ouderen het Bantoelied aan hieven: „Grote Koning, redt het land"? Deze dag was een dag van goede bood schap. Ik was blij. dat de burgemeester mij had uitgenodigd dit bijzondere contact tussen blank en zwart met eigen ogen te aanschouwen. Bij de Mapoche's De volgende ochtend reed ik fraai beschilderde hutten van een groep Mapoche's. tien mijl buiten Pretori De Mapoche's zijn de enige ledsn van Bantoe-moeder mei haar kind. Deze vrouwen dragen om armen en benen tientallen strengen koperdraad, die met elkaar ongeveer vijf kilo wegen. Twee Mapoclie-kinderengefotografeerd vooi de kunstig beschilderde hut van hun ouders. behalve een paar slaapmatten, wat ge droogd vlees, een paar pompoenbasten (die als drinkgerei worden gebruikt) entwee nieuwe fietsen met nikke len velgen! De vloer bestond uit een nauwkeurig gladgestreken mengsel van klei en koe mest: zij was zo hard als gewapend be ton. Rondom het grote vertrek liepen gangetjes: links voor de meisjes, rechts voor de jongens. De heer Behrens ver telde mij. dat de kinderen in het ouder lijke huis blijven tot aan de puberteits- lèeftijd. Dan gaan zij in aparte hutten, die achter het huis van de vader wor den gebouwd. Omdat het hem bevreemdde, dat er twee „ouderi'-hutten naast elkaar ston den. vroeg hij een verklaring aan de zoon van „Speelman". Die verklaring was nogal simpel. „Mijn pa heeft twee vrouwen, mijnheer". Toen wü uit het schemerduister van de hut weer in het felle zonlicht traden, stonden er keurig uitgedoste vrouwen en naakte kinderen op ons te wachten. Zij staken begerig de handen uit en vroe gen om geld. Ik schudde mijn broek zakken leeg in ruil voor het voorrecht een paar foto's te mogen nemen. Zij waren het er allemaal mee eens. be halve een klein kereltje, dat zich krampachtig vastklemde op de rug van zijn broertje en dat met grote, angstige ogen naar de camera keek. Een jonge vrouw verkocht me een kralensnoer en ze vroeg vijfmaal de winkelprijs. De Mapoche's. die zo dicht onder de rook van Pretoria leven, heb ben de waarde van het geld terdege leren beseffen! EVEN Si'iL'i E Broederschap door lijden Blijdschap maakt mededeelzaam, maar leed eenzaam. Wie vreugde doorleeft, wil er een ander in laten delen, maar wie leed draagt is geneigd zich terug te trekken. Immers de ander verstaat er toch niets van". Zo ontmoet ge de gereserveerdheid van mensen, die in de oorlog gevochten hebben of jarenlang in grauwe ellende van concen tratie-kampen hebben geleefd. Wanneer anderen vragen daarover te vertellen, blijven ze liefst zwijgzaam. Wél kunnen ze als frontsoldaten of kampgenoten met elkaar erover spreken. liet gemeenschappelijk lijden bindt hen samen in een aparte broe derschap. Daar staat een ander buiten. Die is, zelfs met hartelijk meeleven in het door gestane leed, toch maar een toeschouwer! Met 15 Februari begint naar het kerkelijk kalenderjaar de eerste Lijdenszondag. Dat betekent, dat de christelijke kerk het pro bleem van leed en dood, waar mensen en volken van alle tijden mee worstelen, op zettelijk onder de ogen ziet. Ze weet, dat de zin van het lijden haar in Christus, de Gekruisigde, is onthuld. I-Iet evangelie geeft op deze diepste vragen een antwoord, dat eigenlijk naar velerlei richting uitvalt. Wij willen trachten om in de komende weken hier telkens een andere zijde van het lijdens probleem te belichten. Jezus heeft zijn leerlingen al vroegtijdig dringend en herhaaldelijk gesproken van de noodzaak van Zijn lijden. „De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der onrechtvaardigenen veel lijden en gedood wordenEven opmer kelijk is liet, dat zijn discipelen daar een voudig niet aan wilden en er heftig tegen protesteerden. Zij hadden zich als Verlosser een koning gedacht met macht en heerlijk heid. niet een Messias, die lijden zou Eerst later, na zijn kruisiging en opstan ding, verstaan ze hun oppervlakkigheid en kortzichtigheid. Wanneer ze zélf moeten lijden en strijden, wanneer ze door het Sanhedrin worden vervolgd, wanneer Jaco bus wordt gedood, Johannes wordt ver bannen, Petrus wordt terechtgesteld door kruisiging. Wat zijn ze dan getroost, dat hun Verlosser geworden is de Man-van- smarten! Wat ontvangen ze dan moed en kracht in het weten, dat de Meester van dit alles weel. Hij heeft het zelf doorleden. Hij is geen toeschouwer, Hij is hun grote Broeder. Is dit niet evangelie, goede boodschap dat een mens in leed en eenzaamheid ver wezen wordt naar deze Gekruisigde? Die weet van lichaamspijn en zieleleed, van smaad en verraad, van wantrouwen en ver keerd begrepen worden, van verlatenheid en stervensangst? Wie tot Hem komt, weet zich niet eenzaam meer, een onbegrepen ziel, maar vindt de troost van deze wondere broederschap. hl. Rondom „miké" en „spot" Twee bekende persoonlijkheden uit de wereld van de lichte muziek zijn onlangs overleden: de Amerikaanse bandleider en arrangeur Fletcher Hen derson en de Duitse componist van filmschlagers Theo Mackeben. Theo Mackeben, die 58 jaar oud werd en in West-Berlijn woonde, kreeg een „klassieke" opleiding, trad als pianovirtuoos op en werd in 1932 diri gent van het Staatliche Schauspielhaus in de Duitse hoofdstad. Weldra legde hij zich toe op het schrijven van film muziek: voor meer dan 50 films com poneerde hij de muziek en menig pro duct van zijn geest werd een groot suc ces. We denken hier aan liedjes zoals Bel Ami, Eine Frau wird erst schön durch die Liebe (Zarah Leander!), Drüben auf der Heide enz. Na de oor log keerde hij de lichte muze de rug toe en schreef hij weer serieuze muziek, onder meer twee opera's. In 1946 werd zijn nieuwe celloconcert uitgevoerd. Fletcher Henderson is vooral bij de jazz-liefhebbers bekend als een van de oude garde, die in 1923 als leider van eigen orkesten optrad en later als arrangeur van Benny Goodman grote successen boekte. Hij heeft tal van so listen begeleid, maar trad al spoedig buiten het eigenlijke jazz-idioom en werd een der eerste leidende figuren in de z.g. swing, die omstreeks 1930 in Amerika zijn intrede deed. De laatste jaren trad hij weinig meer op de voor grond, ook al doordat hij sinds twee jaren aan één zijde totaal verlamd was en niet meer kon werken. Henderson werd 54 jaar. Bij zijn be grafenis fungeerden o.m. Louis Arm strong en Count Basie als slippen- dragers. Kees Manders naar V. S. De zanger-conferencier Kees Man ders vertrekt 13 Maart met de „Rijn dam" van de H.A.L. naar de V. S., waar opnamen gemaakt zullen worden voor zijn nieuwe film „De wereld zingt". Manders ontving deze opdracht van de Benelux-film-combinatie naar aanlei ding van zijn vroeger vervaardigde filmpjes „Volendam" en „Amsterdam Parijs". Aan de scenes die in Neder land zullen worden opgenomen werken o.a. mee Maria Zamora, Chico's, Eddy Christiani, Frans Popty, Johnny Meijer, Tonny Schifferstein en het orkest van Tom Erich. Met radio- Luxemburg zijn onderhandelingen Letterkundige Verschijningen Jan Mens over zichzCkf en zijn boeken Jan Mens: Griet Mans- hande en haar gehei- m e n. N. V. Uitgeversmaat schappij Kosmos, Amsterdam Antwerpen. Jan Mens is een volksschrijver en gaat prat op dien titel. Dat kan hij doen, want zijn boeken hebben een voor Nederlandse begrip pen zeer groot succes, en bovendien kan hij met de stukken in de hand aantonen, dat velen zijner lezers met intelligentie zijn werk lezen. Dat de „officiële" letterkunde zijn boeken negeert zou hem dus betrekkelijk koud kunnen laten. Ze gaan er toch wel in en doen hun werk. Ze geven den lezer brok ken Amsterdams volksleven, zoals dit zich ongeveer afspeelt en vooral hééft afge speeld, want Mens toont een grote voorliefde voor het begin van deze eeuw op het Bickers- en Prinseneiland, in de Jordaan en achter de Montelbaenstoren. Dat zijn dan de buurten die het langst hun eigen karakter bewaard hebben en het ten dele nog bewaren en waar nog Minister wil regionale commissies In zijn memorie van antwoord aan de Tweede Kamer zegt de minister van Maatschappelijk Werk o. m., dat het naar zijn mening noodzakelijk is, sociale ontwikkelingsplannen te ontwerpen voor de negen gebieden, waarvoor ont wikkelingsplannen op economisch terrein reeds in uitvoering zijn. Ofschoon de minister van mening is, dat de gemeenten in de betreffende gebieden, in samen werking met de provinciale besturen ook in financieel opzicht voor de voorzieningen op maatschappelijk terrein verantwoordelijk zijn, heeft het rijk naar het hem voorkomt mede een deel van de verantwoordelijkheid te dragen. rein buiten beschouwing kan worden _)e minister stelt zich voor op zo kort mogelijke termijn met de betrok ken lagere publiekrechtelijke organen in overleg te treden. Het komt hem wenselijk voor in de betreffende ge bieden de totstandkoming te bevorderen van regionale commissies. De werkzaamheid van de bovenbe doelde regionale commissies zal pas dan voldoende effect kunnen sorteren, als men een fundamenteel inzicht heeft verworven in de maatschappelijke achterstand van het betrokken gebied en in de factoren, die hierop een beslis sende invloed hebben uitgeoefend. De minister stelt zich voor, dat de zgn. provinciale opbouwcommissies een be langrijke taak te vervullen zullen heb ben bij de voorbereiding en opstelling van het sociaal plan. Enkele leden hebben bezwaar ge maakt tegen de indeling van Oostelijk- West-Friesland bij de gebieden, waar maatschappelijke achterstand bestaat. De minister moge te dien aanzien op merken. dat bij de voorlopige opzet van een sociaal plan alle negen economische ontwikkelingsgebieden zonder meer zijn opgenomen. Bij de uitwerking van het plan zal de noodzaak en wenselijk heid hiervan nader worden bezien. He. is mogelijk, dat dan zal blijken, dat Oostelijk-West-Friesland voor spéciale voorzieningen op maatschappelijk ter gelaten. De minister ziet als provinciale lichamen, die een onmisbare functie vervullen op het gebied van coördinatie en stimulering van het maatschappelijk werk voor het kerkelijk en particulier initiatief en var de overheid in de provincie. In deze organen vindt de zo noodzakelijke samenbundeling van krachten plaats. In hun ressort kunnen zij tevens werkzaam zijn als studie- en advies-centrum van het maatschappe lijk werk, in het bijzonder ook van het maatschappelijk opbouwwerk. Nationaal Rampenfonds Den Haag allerlei anecdotes voortleven van weleer bekende figuren en volkstypen. Zijn grootste vondst was tot dusver Griet Manshande, aan wie hii drie romans wijdde met enig vooruitzicht op méér, als men maar voldoende hard aan hem trekt en over wié hii nu een boekje geschreven heeft waarin hij uit de doe ken doet hoe hij aan zijn Griet en haar diverse millieux gekomen is en hoe de lotgevallen van deze figuur soms door het toeval en soms door invloeden uit zijn lezerskring mede werden bepaald. Voluit heet het boekje: „Griet Mans hande en haar geheimen. Bevattende een aantal prijzende en lakende epistels, geschreven naar aanleiding van een trilogie; benevens enige bescheiden op merkingen en toelichtingen betreffende dezulke, mitsgaders enige stokpaardjes, gefokt en bereden door Jan Mens". De trilogie heeft een verspreiding ge vonden die zeldzaam is in de wereld onzer letteren; men zie maar: De gouden Reael. 15e druk (sedert 1940): De Blinde "Weerelt, 9e druk (sedert 1948): Het goede Inzicht. 7e druk (sedei't 1949). En ook de meeste van zijn andere boeken zijn verscheidene malen herdrukt. Koen dat de schrijver zijn liefste boek noemt bracht het tot vier drukken maar zou er. naar de maatstaven welke het werk van Mens aangelegd moeten worden, o.i. al meer verdiend hebben. Meester Rembrandt, een vooral vol piëteit geschreven vie romancée van onzen grootsten schilder, beleefde ook vier drukken en Er wacht een haven, een roman over de Amsterdamse haven staking van 1911. heeft er vijf. et zijn hierboven genoemd boekje 1TI zal Jan Mens ongetwijfeld grote aantallen lezers een genoegen hebben gedaan. Iedereen, die door de vertelkunst van den schrijver geboeid raakte, zal ook geboeid worden nu hij aan het vertellen slaat over de totstandkoming van zijn werk. Het zijn kijkjes in de keuken, welke hij geeft, wanneer hij verhaalt hoe het ontwaren van de naam „Café de Gouden Reael" hem op de gedachte bracht, een boek onder dien titel te schrij ven. zonder dat hij nog in de verste verte wist. waar dat boek over zou gaan. En hoe hii dan met de baas en de klan ten van het café langzamerhand in con tact komt en van hen verhalen en anec dotes krijgt over de omgeving, hoe daaruit de figuur van Griet zich los maakt en hoe die dan weer aan haar achternaam komt de naam van een garage in Den Helder, toevallig tijdens een verblijf daar gezien en aanstonds de naam voor de krachtdadige en onafhan kelijke Griet geoordeeld. Al lezende wordt men door Jan Mens meegevoerd op zwerftochten door Am sterdam, en wat kan een Nederlander od zijn tijd dierbaarder zijn dan een zwerftocht, onder goede geleide, door de hoofdstad? Met grote openhartigheid vertelt de schrijver over de brieven die hij kreeg naar aanleiding van het tweede deel „De blinde weerelt", waarin het met Griet den verkeerden kant uit gaat en zij. onder den indruk der miskenning van haar goede bedoelingen en door een teleurstelling op het terrein der liefde, heur hart verhardt en een woekerzaakie begint in de Jordaan. Die brieven zijn oorzaak dat hij maar een derde deel zal gaan schrijven, waarin Griet gerehabili teerd wordt, maar allereerst moet het probleem worden opgelost, in welk part van Amsterdam dat deel nu weer zal moeten spelen. En andermaal gaat. men met Jan Mens zwerven en ..dalven", tot dit probleem is opgelost en Griet ge plaatst is in een schafthuis] e op den hoek van de Oude Schans en de Oude Waal, voor deze gelegenheid „Het goede inzicht" gedoopt. Oi Griet Manshande psychologisch uitgebalanceerd is, weet ik niet. Ik studeerdé' nimmer psychologie en heb Freud nooit gelezen: ik begreep dat een halfbegrepen wetenschap groter kwaad kan uitrichten dan volkomen onwetend heidalles wat ik schrijf: taal. stijl en intrige is intuïtie, er komt geen zweem wetenschap aan te pas". Met deze woorden kenschetst Jan Mens zijn schrijverschap. Wanneer hij het daarbij liet. zou men er eer vrede mee kunnen hebben dan nu hij hier en daar in zijn boekje een beetje laatdun kend te keer gaat tegen hen die anders schrijven dan hij: „Toch vraag ik mij in gemoede af, of de puristen der litte ratuur met hun roep om de Nieuwe Roman, of alle letterkundige revoluties, de massa dichter hebben gebracht bij het boek. Ik meen van niet. En zolang de critici voortgaan de „volksvertellers" met een hooghartigen glimlach voorbij te zien en een toch wel wat snobistische belangstelling aan den dag blijven leg gen voor eensdeels het uitpluizen van bleke zieleroerselen en het constateren Alle boeken van Mens zijn bij de uitgeverij „Kosmos" verschenen. gaande over de medewerking van Bel gische, Franse, Engelse en Amerikaanse radio-artisten. Circus nieuws Het Zweeds-Duitse circus Busch reist op het ogenblik door Colombo. Het circus werkt mee aan een grote Duitse kleurenfilm over het circusleven, waar in Gilbert Honcke een der hoofdrollen speelt. De 31-jarige leeuwentemmer Stephens is te St. Margarets in het graafschap Dublin, toen hij zijn drie leeuwen aan vrienden wilde laten zien, uitgegleden en door zijn driejarige leeuw „Pasja" gedood. Kort nieuws Guy Mitchell, de bekende Ameri kaanse vocalist, die in weinige jaren grote opgang maakte (o.a. met Sparrow in the tree-top, Liberty bell, The roving kind) is getrouwd met „Miss Amerika", van haar zelf Jackie Lougherty. De Unesco gaat voort met het publi ceren van catalogi van opnamen op het gebied van volksmuziek. Men is be gonnen met India, daarna met de folk loristische platen uit het Parijs Musée de l'Homme, terwijl zojuist de Parijse Phonotèque nationale te Parijs gecata logiseerd is. Een bekende naam uit het verleden: Michel de Cock. Kent u hem nog als maker van het fameuze „Had je me maar" en honderden andere liedjes uit de jaren na 1900? Hij Jeeft en schrijft nog en heeft half Januari zijn vijftig jarig jubileum als componist en auteur gevierd! JAN MENS, geboren 1897 te Amsterdam, zoon van diamantslijper, werkte lang in een biljartfabriek en begon eerst op oudere leeftijd romans te schrijven van complexen, anderdeels hun belang stelling richten op de intellectuele en keiharde snijkamerlitteratuur, zorgt een volk zelf voor de nodige correctie". Het wil ons voorkomen, dat Jan Mens hier toch wel een beetje doorslaat, evenals in andere passages van gelijke strekking in zijn boekje. HM zal toch als schrijver moeten accepteren, dat ook andere schrijvers met hun intuïtie te rade gaan en vooral zich laten leiden door hun inspiratie, door een „niet anders kunnen". En wanneer zii nu ongelukkigerwijze bijv. wèl wat psycho logie gestudeerd hebben en het daar mee verrijkte totaal hunner gaven in dienst stellen van de idee welke zich op de een of andere wijze aan hen gemanifesteerd heeft, en het resultaat van dat alles is een pessimistische roman, dan kan die roman van veel be lang zijn voor den ontwikkelingsgang der gedachten, die in ons volk levan. al is zulk een roman geen best-seller en al zou het zelfs een straf kunnen zijn om hem te leven. Jan Mens lijkt ons trou wens niet de man om zoals tegen woordig nog al eens geschiedt de paedagogisone waarde van de straf tc Kees Manders De Blue Tango bleek hèt succes van 1952: van dè plaat, die de componist er van, Leroy Andersen, opnam, zijn meer dan een mïllioen exemplaren verkocht. Geen wonder, dat Andersen (die pas terug is uit het leger, waar hij kapitein was) van Decca een gouden gramofoon- plaat cadeau kreeg, de z.g. golden disc, een bij zeldzame gelegenheden uitge reikte onderscheiding. „The Ramblers" onder leiding van Theo Uden Masman, de conferencier Cees de Lange en de imitator Jan Oradi hebben in Antwerpen een feestavond verzorgd. De opbrengst voor het Natio naal Rampenfonds bedroeg fr. 60.000. Voetbal voor 't Rampenfonds Ten behoeve van het Nationaal Ram penfonds hebben Feijenoord en Heeren veen, die beide a.s. Zondag vrij zijn van de competitie, besloten te Rotterdam in het Feijenoordstadion een wedstrijd te spelen. Zondag zal ten bate van de slacht offers van de watersnood in België en Nederland een voetbalwedstrijd te Mechelen worden gespeeld tussen Racing Mechelen en Xerxes. Ten bate van het Nationaal Rampen fonds zullen de volgende bedragen aan de KNVB worden overgemaakt ter over draging aan genoemd fonds: Franse voetbalbond: Fr. frs. 247.990, zijnde de opbrengst van een door het Roode Kruis gehouden collecte tijdens een Franse bekerwedstrijd te Parijs. West-Duitse voetbalbond: 10.000 mark. Italiaanse voetbalbond; 1.000.000 lire. onderschatten. En hij neme van ons aan, dat althans ettelijke der door hem be doelde critici nogal eens aan die straf onderworpen zijn. Misschien geeft hem dat enige voldoening. T enslotte dit: men kan in de kunst nu eenmaal niet alle waarden onder één noemer brengen. Jan Mens preten deert niet anders te zijn dan „volks verteller" en hij schrijft boeken die er bij velen van het volk ingaan, hetgeen ons hartelijk verheugt. Tot dusver stelde hij zijn conflicten zeer eenvoudig, of herleidde hij ingewikkelder proble men tot eenvoudige, zoals in zijn boek over Rembrandt en ook in zijn laatste roman „De witte Vrouw" die het leven van een onzer eerste martelaressen, Wendelmoet Claesdochter van Monni kendam, beschrijft. Men stelt zich bij het lezen van der gelijke. boeken echter toch de vraag of de diverse historisch-psyohologische anomalieën en in het algemeen een ge brek aan diepgang welke ze kenmerken, steeds verontschuldigd worden door de inderdaad voortreffelijke vertelkunst. Feitelijk zijn deze boeken niet ongelijk aan historische maskerades, waarin twintigste eeuwse mensen zekere per soonlijkheden uit het verleden verbeel den. Zij zijn zeer amusant om te zien, doch men haalt er de geschiedenis niet mee terug. Het is duidelijk, dat Jan Mens geen zulke strikte criteria als de hier aan geduide op zijn werken toegepast wil Izien, en dat hii uitsluitend zoekt het I warm-menselijke tot uitdrukking te I brengen zoals hij dat ervaart. Dat het hem goed doet te bemerken dat velen het zo met hem ervaren is ook alweer zeer menselijk en zijn trots, dat zijn op wekkende boeken in een r.eerslachtigen tijd zovelen weten te bereiken, is het eveneens. w. E.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2