SCHOUWEN-DUIVELAND
één der zwaarst getroffen gebieden
Wekelijkse bijlage
Zaterdag 14 Febr. 1953
Nieuwe Haagsche Courant
3
ZIERIKZEE EN BROUWERSHAVEN, EENS BLOEIENDE STEDEN. KWAMEN IN VERVAL
SCHOUWEN-DUIVELAND, waarvan
nu elk Nederlander weet, dat 't
een der zwaarst getroffen waters-
noodgebieden is, was voordien niet
zo bijzonder bekend.
Men wist dat het een eiland in
Zeeland was, dat het door de Duit
sers in 1944 was geïnundeerd, dat
deze op het drooggebleven West-
Schouwen een waar schrikbewind
St. Lievensmonstertoren te
Zierikzee.
hadden gevoerd, waarbij tien ille
gale werkers, die naar het vrije
Noord-Beveland wilden oversteken, in
de slotlaan van Renesse waren op
gehangen. Maar veel meer wisten
de meesten van dit eiland niet.
Wel waren plaatsen als Haamstede,
Burgh en Renesse als badplaatsen
bekend, maar hoe mooi de duinen
waren en hoe breed op sommige
plaatsen het strand was, wister bui
ten Zeeland, Brabant en België maar
weinigen. De verbindingen met da
rest van Nederland via het veer
Numansdorp Zijpe lokten niet be
paald uit tot een bezoek aan dit
eiland.
Toch was het een bezoek zeker
waard. Want naast strand, duin en
bos bood het eiland de toerist heel
wat bezienswaardigs. En dat heus
niet alleen op het gebied van land
bouw of veeteelt. Da Schouwse boer,
evenals die op Duiveland, waren
allerminst conservatief. Mer zag er
nog zware Zeeuwse paarden voor de
hoge boerenwagens, maar tractoren
en auto's waren toch ver in de
meerderheid. De vrij grote boerde
rijen waren dan ook grotendeels ge
moderniseerde en gemechaniseerde
bedrijven.
Wat Schouwen zo aantrekkelijk
maakte waren zijn wijde vergezich
ten, zowel op het land (waar de
inundatie alle boomgroei teniet had
gedaan) als op de brede wateren
als Oosterschelde en Brouwershaven-
se gat. Staande op de hoge zware
dijken, had men een prachtig ge
zicht op het water en zag men bij
helder weer in een schimmige verte
Goeree, Noord- en Zuid-Beveland of
Walcheren.
De eilanden Schouwen en Duive
land waren weleer niet illeen van
elkander gescheiden door een diep
en breed water, maar ook beston
den ze elk weer uit afzonderlijke
eilanden of slechts ten dele samen
hangende schiereilanden. Het dorp
Eikerzee ontleent zijn naam aan het
gelijknamige water, dat Schouwen in
de richting van Zuid naar Noord mid
dendoor deelde.
De duinen op het Westelijkst- deel
van Schouwen vormden zulk een
woest en onherbergzaam oord, dat
Karei de Grote het bestemde tot een
verbanningsoord voor misdadigers.
Een bootreis naar dit eiland be
hoorde tot de mooiste riviertochtjes
die men in ons waterrijk land kon
maken. De Zeeuwse stromen lijken
meer zeearmen dan rivieren, maar
de eigenlijke vaargeul is toch be
trekkelijk smal. Aan weerszijden lig
gen uitgestrekte ondiepten, bekend
onder de naam van schorren of slik
ken. In het voorjaar ontplooit zich op
de half boven water liggende gronden
de conferva, een soort draadwier,
die aan het kale slijk het voor
komen geeft van een enorm groot
roodbruin bloembed. „De slikken
bloeien" zegt men dan op Schouwen.
n E toren van Zierikzee is op vfiw
afstand reeds te zien. Geen won
der ook, want hij is 71 meter hoog.
De naam van dit geweldige bouw
werk is St. Lievensmonstertoren. In
1454 is met de bouw begonnen en
de toren werd op 207 meter hoogte
geprojecteerd Zierikzee beleefde toen
zijn „gouden eeuw". De grote bloei,
waarvan overal in het stadje de
sporen nog zijn te zien, was in
hoofdzaak te danken aan de laken
industrie en de zoutwinning
Toen men ongeveer 80 jaar aan
de toren had gebouwd, werd Zierik
zee door een ramp getroffen: de
schepen, die de materialen aan
voerden, vergingen en ook de bouw
meester kwam bij deze storm om
't leven Niemand kon of durfde het
werk verder uitvoeren en zo bleef
Zierikzee met een onvoltooide toren
zitten. Men voorzag de stenen reus
van een kap, die echter in 1832 af
brandde. Toch blijft de St. Lievens
monstertoren een symbool van de
rijkdom en ondernemingsgeest van
een alles aandurvend voorgeslacht.
ZieriKzee is van ouds een stad
van visserij en scheepvaart geweest.
Reeds in 1163 voer men ter haring
vangst en in 1419 had de stad, bij
het Hanze-verbond aangesloten, tal
van grote schepen voor de handel
in de overzeese gewesten. De mee
krap-industrie gaf Zierikzee in de
19de eeuw enige opbloei, maar dit
was slechts van korte duur, want
weldra kwamen kleurstoffen in de
handel, die op minder kostbare wijze
konden worden vervaardigd De op
komst van Rotterdam bracht voor
Zierikzee het verval als scheepvaart-
stad. Door het graven van de
Nieuwe Waterweg werd van de ver
afgelegen zeegaten steeds minder ge
bruik gemaakt.
Uit de veelbewogen geschiedenis
van deze Zeeuwse stad is vooral
bekend het beleg door de Spanjaar
den in 1576. Het was tijdens dit
beleg, dat Jan Lievenheere, terwijl
de haven in de macht van de vijand
was, zwemmende de vloot op de
Oosterschelde trachtte te bereiken
om brieven over te brengen. Dit
waagstuk kostte de moedige man 't
leven.
Zoals gezegd herinneren verschil
lende oude gebouwen nog aan de
vroegere rijkdom en welvaart van
Zierikzee. Het stadhuis met zijn sie -
lijke teren dateert uit 1472. Aan do
toen deze stad do zetel was van
graal herinnert ',s Grrvensteen,
dat. later als gevangenis dienst Reed.
Aan' het plein, dat de naam van
Balans draagt, stond het kasteel
's Graven Hof, dat in 1048 werd ge
bouwd. Tot de bezienswaardigheden
van deze mooie oude stad behoren
voorts enige oude waterpoorten.
OP het noordelijkste gedeelte van
Schouwen ligt nog een oude stad:
Brouwershaven, dat omstreeks 1285
door Floris V werd gesticht. Voor
deze stad had in 1426 een bloedige
zeeslag plaats tussen de vloten van
de hertog van Gloucester, gemaal
van Jacoba van Beieren, en hertog
Filips van Bourgondië In 1589 gaf
prins Willem I verlof de plaats met
wallen te omringen en sedert 1590
werd Brouwershaven onder de
Zeeuwse smalsteden gerekend.
Stadhuis te Zierikzee.
Ook deze stad heeft etui JgèvVjetdlg#
kerk, die in verre omtrek domineert.
Met de bouw werd reeds in 1293
aangevangen. Zij valt bijzonder op
door de hoge zijbeuken die in de 15»
eeuw even hoog waren opgetrokken
als het middenschip. Het leek dus
alsof de kerk drie daken had.
Telkens weer wanneer men deze
kerk ziet, staat men verbaasd over
zo'n geweldige kathedraal in een
„stad" die nog geen 1200 inwoners
telt.
Als zovele grote kerken was ook
dit bedehuis hard toe aan een
grondige restauratie, die da groten
deels vrijzinnige Hervormde gemeen
te van 800 zielen (waaronder gemid
deld 200 kerkgangers) ver te boven
ging, temeer daar de kerk in de
oorlogstijd danig gehavend werd. Het
dak, waar een granaat door heen
gekomen was. repareerde men, maar
aan hat jaarlijkse onderhoud van
het dak ging het gehele onderhouds
budget wan de kerkvoogdij heen.
Restauratie is echter niet altijd
ten gunste van het kerkgebouw,
want toen de kerkvoogdij bij een
vroegere restauratie de architect een
geschenk wilde geven, schonk men
ham de antieke, prachtige koperen
kaarsenkroon uit het priesterkoor.
Alleen een zware stang, die van heel
hoog naar beneden komt, wijst nu
de plaats aan waar eenmaal de
koperen kroon hing.
Dat priesterkoor rekende men niet
bij de kerk. Reeds in de 18e eeuw
had ds. Westerhoudt tussen dwars-
schip (waar de diensten gehouden
werden) en het priesterkoor een
groot houten schot later, oprichten,
dat aan de zijde van de kerkruimte
versierd werd met een nogal ge
zwollen gedicht ter gedachtenis aan
ds. Westerhoudt's daad. Het begint
aldus:
Wat zaligheyd o Volk van Mee-
rijk Brouwershaven
Wordt u verkondigd in dit
ruime Heili~dom.
De kerk heeft meer bezienswaar
digheden uit vroeger eeuw. In da
zijbeuk staat een eikenhouten avond
maalstafel ter lengte van 15 meter.
Een enorm zwaar geval, dat even
hard aan restauratie toe is als da
kerk zelf. Twee damasten tafellakens
(150 jaar oud) bedekken deze tafel
wanneer het Avondmaal gevierd
wordt. Deze lakens hebben eer. in
geweven rand van wijnranken, maar
wat ze vooral bijzonder maakt ia
dat in elk laken viermaal „Het
laatste avondmaal" van da Vinei ia
geweven.
Hst uitnemende orgel, tegen da
achterwand als het ware opgehan
gen, heeft een uitnemende klank.
Koor en kapellen van de Ned. Herv. kerk te Brouwershaven.
(Vervolg''op pag. 61