Atlantisch leger schijnt reeds lang
werkelijkheid in de noodgebieden
Militaire
film als
bevoorrading, televisie en
waardemeter op de beurs
De Yankees zijn gekleed als voor een tocht naar
Alaska of de Noordpool en hebben
enorm veel materiaal bij zich
Trucks eigenlijk
te zwaar voor de
slappe dijken
Gevaar klopt aan
R
Bescheiden theaters moeten het
afleggen tegen luxe-bioscopen
DE TIJD
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953
PAGINA 11
Strijd tegen sneeuwstorm, modder en water
Amerikaanse trucks, volgeladen met zandzakken, wachten bij Dintelsas
(Van onze speciale verslaggever)
verscheping.
Het sneeuwt.
Het sneeuwt al dagenlang, evenals er al dagenlang een ijskoude wind laag over
de velden en watervlakten jaagt en het al nachtenlang vriest.
De natuur is halfslachtig. De sneeuw is geen echte sneeuw, maar een miezerig
compromis tussen regen en hagel. De wind is geniepig en de vorst is gering en
ongezond. „Waterkou" noemt men dit naargeestig samenstel van de slechte eigen
schappen van ons klimaat.
De soldaten hebben koude handen. De officieren ook. De DUW-arbeiders hebben
verkleumde voeten. De opzichters echter ook. Iedereen, die op de kleine eilandjes
in de, voor het oog grenzeloze, watervlakte in de geïnundeerde gebieden werkt,
heeft het steenkoud.
Van het sjouwen met de loodzware zandzakken worden ze niet warm. Die zand
zakken zijn kil en nat. evenals de kleren van de mannen. Toch sjouwen ze door,
250 zandzakken per man per dag. 250 maal 25 kilo. Tegen de avond zjjn de mannen
zo moe, dat ze het gewicht nauwelijks meer voelen. Automatisch sjokken ze voort
met die natte, zware bulten op hun rug, door de modder, dikke vette zwarte
modder, die alsmaar dikker wordt naarmate er meer mensen door baggeren en
er meer trucks doorheen ploegen.
Water, modder, zandzakken, brullende motoren en vermoeide, verkleumde man
nen vormen in deze dagen tezamen het trieste beeld, dat de overstroomde gebieden
bicden.
Maar de dijken moeten dicht, sneeuw of geen sneeuw, wind of geen wind, vorst
of geen vorst.
vijfton trucks, die op zes wielen aange
dreven kunnen worden, en 66 dukw's.
Ket is een model onderdeel, in alle op
zichten model uitgerust. De manschap
pen zijn gekleed als voor een tocht naar
de Noordpool of de sneeuwvlakten van
Alaska.
De Zeeuwen en Brabanders noemen
dit het „show"-leger. De Yankees heb
ben namelijk zoveel materiaal meege
bracht dat zij daarmee desnoods ergens
midden in de onbewoonde streken van
Groenland een dorp zouden kunnen
stichten. Bij hun inventai'is bevinden
zich waterzuiveringsinstallaties, veld
keukens, een compleet hospitaal met
operatiezaal en apotheek, een soort mo
biele electrische centrale, een autowerk
plaats, een complete badinrichting, enfin,
ongeveer alles waarvan men zich kan
voorstellen dat het op trucks geladen
kan worden.
In de oude Chassé-kazerne in Breda
heeft dit onderdeel dat officieel
„American Militairy Relief Organisation
Holland" heet een onderdak gevon
den. De Nederlandse gastheren hebben
hier geen omkijken naar. De Amerika
nen hebben met hun overvloed aan
materiaal het gehele gebouw zelf inge
richt „Het is ons meegevallen'', zegt
een majoor, „wij hadden gedacht in ten
ten op de grond te slapen."
Onmiddellijk na hun aankomst Dins
dagmiddag zijn de 66 dukw's bestuurd
door leden van de z.g. „Labour Servi
ce", Duitse burgers in Amerikaanse
uniformen, naar de Zeeuwse eilanden
gevaren. In anderhalve dag hebben zij
739 mensen van de moeilijkste plaatsen
geëvacueerd'. Later hebben zjj cadavers
geborgen, tenminste 11.000 arbeiders
naar bedreigde dijkpercelen vervoerd
en meer dan 150 zandzakken getrans
porteerd. In Dordrecht, waar de drink
watervoorziening volkomen was lamge
legd, hebben zij tien waterzuiverings
installaties geplaatst, ieder met een pro
ductie van bijna 200 000 liter per dag.
Ook op Walcheren, Tholen en Zuid-Be
veland zijn deze installaties ingezet.
Op vele plaatsen hebben de Ameri
kanen zand, grint en puin voor de
De grote steden in het rampgebied
bieden thans een aanblik die doet ver
moeden dat het Atlantische leger reeds
lang een onomstotelijke realiteit is. In
de enige zogenaamde „nachtclub" die
Breda rijk is, treffen officieren uit En
geland, Amerika, Nederland, België en
Frankrijk elkaar. Zij schijnen elkaar
allemaal reeds jarenlang te kennen en
ook reeds jarenlang tezamen in die bar
te komen. Er zijn piloten van de Britse
Marine bij met baarden, rappe Fransen
in smetteloze uniformen, onverschillige
Amerikanen die in olijfkleurige hemds
mouwen biertjes drinken, jonge Neder
landse luitenants ter zee die hun talen
kennis trachten te bewijzen, en Belgen
die pleiten voor het Moerdijkkanaal dat
zij gemakkelijk te verwezenlijken achten.
In de stormwind buiten tracht een
schuchtere Nederlandse korporaal een
Franse officier wegwijs te maken in
de wirwar van straten en hébben Ame
rikaanse soldaten reeds vriendschap
gesloten met het meest aantrekkelijke
deel van de Bredase bevolking. De
sfeer in de stad doet denken aan die
van een frontstad in de jongste oorlog.
Zware Amerikaanse trucks doen met
hun donderend geweld de huizen tril
len. Inplaats van geladen te zijn met
materiaal voor de vernietiging, vormen
echter zandzakken voor de opbouw
hun lading.
Die zware trucks zijn misschien het
meest kenmerkend voor de Amerikaanse
hulp aan de overstroomde gebieden.
Want de 1900 Amerikanen die uit Duits
land zijn overgekomen hebben 502 voer
tuigen meegebracht. Bovendien hebben
twee landingsvaartuigen in het haventje
van Dintelsas ligplaats gekozen. Bij die
502 voertuigen zijn 65 bijzonder zware
Na de grote hausse, die twee jaar ge
leden in de shares van de amusements
industrie was losgebarsten, heeft zich,
vogral in het laatste halfjaar van 1952,
een stevige koersteruggang baangebro
ken en de markt in deze afdeling heeft
r - j Tniet meer haar grote levendigheid her-
|gp j vonden. Beter heeft de televisie
%dêGÊÊMh£É IP 'Sr'. 'H Industrie zich gehouden. Dit zijn echte
„groeifondsen", die bij de dikwijls
In het hospitaal, dat de Amerikanen hebben meegebracht en waar plaats is voor grote winsten slechts kleine dividenden
zestig patiënten, liggen er vier. 1 uitkeren. Dat is vooral het geval in de
dijkdichting opgeslagen. Van daaruit
rijden onophoudelijk de enorm zware
trucks naar punten waar gaten worden
gedicht en dijken worden opgehoogd.
Die wagens zijn feitelijk te zwaar voor
de slappe, door het water verpapte
binnenwegen. Het plaveisel en de
berm worden dor de wentelende wie
len weggemalen. Een afschuwelijke
modderbrei en diepe poelen blijven
er over. Zo is het bij Klunöert, zo is
het bij Fijnaart en ook bij Dintelsas,
waar de met zakken geladen wagens
met landingsvaartuigen naar een punt
aan de zeedijk worden gebracht dat
uitsluitend bij vloed te bereiken is
Dertig volgeladen bakbeesten van
auto's, voor het merendeel met Duitse
en negerchauffeurs bemand, stonden
hier in een lange rij in de modder te
wachten op de landingsvaartuigen die
per tocht slechts vier wagens kunnen
vervoeren. Onderwijl arriveerde een
mobiele keuken. Een kreet klonk langs
de wagentrein. „Chaw", werd er ge
bruld. Onmiddellijk stormden de chauf
feurs met etensblikken hun wagens
uit. Vijf minuten later kwamen in bont
en waterdicht linnen gehulde negers
kauwend terug.
William Macquay, een jonge maho-
niekleurige inwoner van het warme
Florida, was rustig in zijn wagen blij
ven zitten. Hij had geen honger. Hij had
het alleen koud. Dit barre klimaat be
zorgde hem kippevel, Wij vroegen hem
of hij wel eens killer plaatsen in zijn
leven had bezocht. ..Ja." was zijn ant
woord. ..dat was Washington!" Hij
noemde de Amerikanen de grote trans
portondernemers in het rampgebied.
Zij vervoeren het materiaal. Nederland
se militairen vullen er de gaten in de
dijken mee.
De Fransen doen beide. Zij zien er
eigenlijk maar armoedig uit. deze jonte
knapen, die zjjn aangevoerd uit gar
nizoenen uit Duitsland en uit Mezieres
in Frankrijk. Zij hebben het zo moge-
Water, modder, zand
zakken en verkleumde
mannen vormen het
beeld van vandaag in
Zeeland
Üjk nog kouder dan alle andere werkers
in het rampgebied. Maar toch arbeiden
zij hard. Werk als zij nu verrichten
hebben zij nog nooit gedaan. Zij hebben
nauwelijks hun eerste militaire training
voltooid. Maar zü zien de noodzaak van
dit werk in en doen het daarom. Zij
doen het zonder meer.
Kapitein Santais, commandant van de
compagnie, die aan de belangrijke ver
sterking van de Lapdijk van Zeven-
bergschehoek naar Klundert in de om
geving van de Moerdijkbrug werkt, is
Geen verhaaltjes
meer.
„Je komtl toch niet hier om ver
haaltjes te verzinnen?", vroeg ons
een Amerikaans majoor op zijn
hoofdkwartier in Breda. Voor zover
wij in de journalistiek nog onschul
dig zijn, verbleekten wij lichtelijk en
informeerden wij naar de reden van
dit wantrouwen, dat wij althans bij
de Amerikanen niet hadden ver
wacht. „Verhaaltjes over Bailey
bruggen die wij zouden laten sprin
gen om er dijken mee te dic.hten", zo
verduidelijkte de majoor zijn vraag.
Waarom niet?" zo vroegen wij on
zerzijds. „Omdat die verhalen niet
waar zijn. Wij dichten de gaten in
de 'dijken op precies dezelfde manier
als jullie dat doen, met zandzakken
en klei. Bailey-bruggen hebben wij
niet b{j ons en wij denken er ook
nooit over om ze te laten springen."
Wij informeerden hoe het verhaal,
waarin verteld wordt dat de Ame
rikaanse soldaten over een gaC in
een d\jk een brug bouwden, die vol-
stapelden met rotsblokken en zand
zakken, het hele gevaarte in de
lucht lieten vliegen waarna het gat
door de vallende brokken gedicht
zou zijn, in de wereld kwam. „Och,
de gewone gang van zaken, een on
zer officieren mankte een grapje en
een van jullie journalisten was te
lichtgelovig."
meer vertrouwd met water en modder.
Hij vocht in Indo-China. „Daar ziet men
in het natte jaargetijde niets anders
dan water en modderige, glibberige
dijken." ..Het werk is zwaar", zegt hij,
„eigenlijk te zwaar voor mijn mannen,
maar het is waard gedaan te worden."
Tijdens de korte momenten van rust
zoeken de mannen beschutting achter
deuren en schotten, die zij uit het wa
ter hebben opgevist. Totaal verkleumde
groepjes drommen daar samen. Wij
hebben, eerlijk gezegd, een beetje me
delijden met deze kerels die het minst
prettige werk dat men zich in deze
temperatuur- kan voorstellen deson
danks verrichten. Met ingang van van
daag zal het merendeel der 1100 Franse
genietroepen en van de beschikbare
voertuigen daar zijn bewonderens
waardige jeeps bij, gebouwd door De-
lahaye worden samengetrokken rond
Nieuw Vossemeer. waar twee diepe,
grote gaten nog voor 16 Februari ge
dicht moeten worden.
Een tocht naar deze hevig getroffen
plaats heeft iets van een lugubere han-
oxy vertoont de Amerikaanse film „Gevaar klopt aan", een boeiend thema,
dat bovendien met enige smaak is uitgewerkt. Een mefisje, dat haar ver
loofde heeft verloren, is een paar jaar in een inrichting geweest om de
slag te boven te komen. Als zij weer aan het. werk gaat als baby-sitter bij een
gezin, dat in een luxueus hotel woont lokt zij een jongeman op haar kamer,
omdat zij in hem de gestorven verloofde ziet. Langzaam-aan gaat de man de
waanzin ontdekken, die zover gaat, dat de waanzinnige een moordaanslag op
het kleine kind pleegt. Op het nippertje worden onheilen: voorkomen en weel
men de stakker tot bezinning en naar een ziekenhuis te brengen.
De langzaam terugkerende verbijstering van het meisje is vrij goed ge
maakt, en wel zo, dat de toeschouwer, die reeds tevoren een kleine ivaarschu-
wing heeft gekregen, het spel met de rede en de onzin aanvaardenkan. Zodat
hel geheel wel onderhoudend is. zonder nochtans ergens tot meesterlijke vorm-
gevingen te geraken. De film is voor achttien jaar
dicaprace, Om de vijftig meter staat onze J ~M~\ g B T g
Volkswagen voor bijna onoverkomelijke t A y-* -ns* r» T" 11 ri "Vk O T
hindernissen. Dan staat hij tot aan dei J I 11/ L 8J 8JL §8/ J g 8/ O 1/
Op de Lapdijk doen de Fransen hardnekkige pogingen om het water, dat reeds
vele woningen heeft vernield, te stititen.
treeplank in het water, dan weer tot
zijn assen in de modder. Hij neemt ech
ter alle versperringen glansrijk. De berm
van de weg is bezaaid met cadavers, die
naarmate de dagen verglijden steeds af
schrikwekkender worden. Wij tellen er
honderden, koeien, paarden, varkens,
geiten en schapen. Het is een zielig
gezicht, dit eens zo kostbare vee als oud
vuil langs de weg te zien liggen. Men
kijkt er niet naar om, eerst moeten de
dijken dicht.
Ten Noorden en ten Zuiden van
Nieuw-Vossemeer werken de Franse
genietroepen samen met de Nederland
se stoottroepen uit Den Bosch. Deze
mannen zijn nauwelijks van de Fran
sen te onderscheiden. Want zij hebben
als beschutting tegen de wind allemaal
zandzakken om hun hoofd gebonden
en alle uniformstukken die zij konden
vinden hebben zij aangetrokken. In
een tent. die ergens in de blubber is
opgezet, wordt warme koffie geschon
ken. Het waait daar vermoedelijk nog
meer dan buiten. De onderkant van
het tentzeil staat namelijk minstens
een halve meter van dg grond af.
Reeds is een strekdam van zandzakken
van 50 meter lengte langs het gat in de
dijk ten Zuiden van Nieuw-Vossemeer
gelegd. In de overgebleven 30 meter
staat een enorme zuiging. Om dit stuk
te dichten zal zwaarder materieel aan
gevoerd moeten worden, want door de
zuiging van het water zullen de zakken
weggespoeld worden, als waren ze niet
gevuld met klei. Maar dit gat. evenals
dat aan de andere kant van het dorp,
moet a.s. Zondag gedicht zijn. De Fran
sen weten nog niet hoe zij dat moeten
doen, maar zij beloven ons het te zullen
doen. De Nederlandse manschappen
werken hier als paarden, als lastpaarden
dan wel te verstaan. Want al is de steun
van de buitenlanders omvangrijk, het
zijn onze eigen mensen die voornamelijk
het zware werk doen.
De DUW-arbeiders die in deze stre
ken werken kunnen minder goed te
gen het slechte weer dan de militairen.
Voor de militairen, die 's avonds nat en
verkleumd in de kazernes terugkeren,
staat het gehele apparaat gereed om
hun droog goed tc verstrekken. Daar
om zijn er onder de soldaten niet veel
ernstige zieken te melden. Van de
DUW-arbeiders liggen er vele met
longontsteking in het ziekenhuis. Voor
deze mensen ware een betere zorg,
Toneelmatige film van
Anthony Asquith
Het werk van de Engelse filmregis
seur Anthony Asquith heeft bijna steeds
sterke bindingen met het toneel ver
toond. voornamelijk veroorzaakt door
Asquith's regelmatige samenwerking
met de toneelschrijver Terrence Ratti-
gan. die meestal als scenarioschrijver
optrad. Een van de weinige keren, dat
de regisseur zich .bevrijd had van dia
wat hun kleding betreft,
ge-
Eduardo Pagoni is de waarnemend
commandant van bijna 160 Italiaanse
brandweerlieden die met een speciale
trein uil het land van de Azurenkust
ons te hulp zijn gesneld. „Deze over
stroming is veel erger dan die in de
Po-vlakte van anderhalf jaar geleden",
zegt hii. „Daar waren wij ook. Maai
er vielen daar lang niet zoveel slacht
offers te betreuren en ook de mate
riële schade was er vrij gering."
Die Italianen zijn gehuld in dik olie
goed en kunnen tegen een stootjek De
dijk bij Klundert is hun werkterrein. In
de droogvallende gebieden zuigen zij met
niet te blussen enthousiasme kelders leeg
en brengen zij orde in de verschrikke
lijke ravage die daar is aangericht. Hun
trein, die op het spoorwegemplacement
van Zevenbergen staat, is een soort
staatsietrein. De mannen wonen er in
tweede klas coupé's en zij hebben een
eigen keuken bij zich, die naar w:j
zelf hebben kunnen constateren voor
treffelijk spaghetti kookt. Ook een voor
raad wijn is niet vergeten. De Italianen
zijn voortreffelijke technici. Zij werken
even hard als zij praten en dat is formi
dabel. In de Po-vlakte hebben zij ruime
ervaring opgedaan. Zij weten wat een
watersnood is.
In het rampgebied groeit thans de
spanning met het uur. De grote vraag is
of de 20.000 man die er dag cn nacht aan
de dijken werken op tijd klaar zullen ko
men- De zestiende Februari zal daar een
antwoord op geven. Ook zal men dan
weten of het werk goed is gedaan
Zal de Amerikaanse fondsenmarkt haar vaste houding
herwinnen? De weinig geanimeerde houding van Wallstreet
begint langzamerhand scherpere vormen aan te nemen. Bij
de ten onzent van ouds bekende standaardaandelen, zoals
United States Steel, Bethlehem Steel en Republic Steel, zo
min als bij de spoorwegshares, treft men belangrijke koers
dalingen aan. Maar het zou een misrekening zijn daaruit te
concluderen, dat het met de flauwe houding van de Ameri
kaanse fondsenmarkt wel los zal lopen. In de laatste jaren
toch zijn de oude „marketleaders" naar het tweede plan
gedrongen om plaats te maken voor nieuwe specialiteiten.
Vooral amusementsbedrijven zijn de laatste jaren in groten
getale aan de Amerikaanse beurzen geïntroduceerd en
daarnaast zijn het speciaal de telèvisiewaarden, die de laat-
Chinese Nationalisten
op de beurs niet
hoog aangeslagen
electronische industrie, want men
schijnt nog lang niet aan het eind te
zijn van de enorme mogelijkheden, die
in de toepassing van electronen voor
controle-apparaten en op velerlei ander
gebied verscholen liggen. De laatste
anderhalf jaar heeft zich een grote
speculatie in deze rubrieken ontwik
keld, die voor de kleinere ondernemin
gen zoals Zenith Radio en Motorola
reeds geruime tijd geleden tot staan
kwam, doordat die niet goed mee kon
den komen, maar die bij de grote maat
schappijen, zoals Phillco, tot enige
maanden terug is blijven aanhouden.
Daarna is voor deze waarden evenals
op de gehele New Yorkse fondsenmarkt
een zekere verzadiging ingetreden.
Het is een eigenaardig verschijn-
sel. dat in Amerika na een flinke
stijging, de markt zich gewoonlijk
ste twee jaar een vooraanstaande plaats in het beurswezên
zijn gaan innemen. De amusementsindustrie kan in twee
delen worden gesplitst, namelijk de producers van films en
de eigenlijke filmtheaters. Wat de producers betreft moet
men zowel bij Columbia Broadcasting als bij Paramount
constateren, dat de kwaliteit van de Amerikaanse films er
de laatste jaren niet op vooruitgegaan is en boven de mid.
delmaat uitstekende films zijn uiterst zeldzaam geworden.
Wat de filmtheatermaatschappijen betreft, heeft men moe
ten bemerken, dat in geheel Amerika de kleine buurtthea-
ters met bescheiden inrichting het hoe langer hoe meer
hebben moeten afleggen tegen de grote luxueuze filmthea
ters op eerste stand in de steden, waar nog steeds goede
resultaten worden geboekt.
niet op het verhoogde koerspeil
stabiliseert, maar na het bereiken van
het hoogste punt tamelijk snel weer
terugloopt. Dit verschijnsel heeft zich
niet alleen bij televisiewaarden, maar
ook bij oliefondsên en spoorwegen
voorgedaan.
Gedurende de laatste weken vertoont
de gehele New Yorkse beurs 'n onge
animeerde stemming. Hoewel een wa
penstilstand op Korea blijkbaar nog
moeilijk tot stand tc brengen is, ver
wacht men in de Verenigde Staten
toch een langzamer tempo in de grote
industrieën, want de omvang van
aan de Chinese nationalisten te ver
lenen militaire bevoorrading wordt
daar niet erg hoog aangeslagen. En bij
de militaire hulpverlening in West-
Europa, worden hoe langer hoe meer
Europese industrieën ingeschakeld.
Wat de Amsterdamse markt voor
Amerikaanse fondsen betreft volgt men
het verloop van Wallstreét vanzelfspre
kend op de voet- De omvang van het
FINANCIEEL
WEEKOVERZICHT
Nederlandse bezit aan Amerikaanse
waarden is in het afgelopen jaar op
nieuw teruggegaan. Vooral het vroegere
bezit aan laag noterende shares (vroe
ger een specialiteit van het Hollandse
publiek) is sterk verminderd, maar het
volume van de grote beleggingsaande
len, die nog een redelijk rendement op
leveren, heeft zich tamelijk goed ge
handhaafd. De tegen verkopen van
andere waarden geïntroduceerde fond
sen hebben de tijd niet meegehad en
grote successen heeft het publiek daar
mee niet behaald. De daling in de
graanprijzen, die zich in de laatste tijd
heeft voltrokken en die voor een be-
Iangrijk deel uit de recordoogst van
1952 voortspruit, is al evenmin geschikt
de animo te vergroten. De sentiments-
stijgïng. die Wallstreet na de presidents
verkiezingen op een hoger peil heeft
gebracht, schijnt thans uitgewerkt te
zijn en het toekomstaspect is dan ook
minder bemoedigend geworden. Sporen
hebben zich nog het best gehouden. Het
reizigersvervoer blijft bevredigend. De
grote graanoogst houdt ook het goede
renvervoer op peil en de kansen tot
verdere olievondsten hebben voor aan
delen als Northern Pacific en Canadians
een tijdlang een extra stimulans gege
ven. die echter thans eveneens aan het
tanen is. Bij het nog altijd hoge koers
peil van Amerikaanse fondsen trekt
men vergelijkingen met de hoge rende
menten, die op de goede Nederlandse
fondsen met sterke positie te behalen
vallen. En deze vergelijking valt niet
in het voordeel van de Amerikaanse
markt uit.
lamenwerking, kwam een gaaf product
ils „The lady in question" tot stand,
wat er op zou kunnen wijzen, dat As
quith in staat is een goede film te ma,-...,
ken. Maar in „De ernst van Ernst"' V
heeft hy zich weer tot het toneel ge-
end en zijn inspiratie gezocht bij Os
car Wilde. Van inspiratie is in dit ge
val eigenlijk nauwelijks sprake, want
Asquith heeft in de meest letterlijke
zin het toneelwerk overgebracht op het
celluloid, zonder ook maar één ogen
blik naar een eigen vorm te zoeken
Als ooit de term verfilmd toneel op
zijn plaats was, dan is dat in dit ge-
'al. waar begonnen wordt met het op
gaan en geëindigd wordt met het slui
ten van liet toneeldoek. Tussen dit be
gin en einde spelen de groten van het
Engelse toneel, onder wie Michael Red
grave, Edith Evans, Margaret Ruther
ford en Michael Dennison in na
tuurlijke kleuren het nog altijd punti
ge. maar hier en daar toch ook weer
verouderde stuk van Wilde. En zij ac
teren en spreken daarbij zonder acht te
slaan op camera en microfoon, zodat
het geheel, om het nu maar zwak uit
te drukken, overdreven en aanstellerig
aandoet. Wie een getrouwe copie wü
zien van een Engelse opvoering van dit
typisch Engelse stuk, weet, waar hij
terecht kan. De filmliefhebber kunnen
wij slechts waarschuwen tegen de ver
veling, die van deze vermenging van
toneel en film het logisch gevolg is.
25 jaar filmkeuring
Aan het einde van deze maand zal de
Centrale Commissie voor de filmkeuring
het feit herdenken, dat voor 25 jaar haar
wei-kzaamheden een aanvang namen.
Deze gebeurtenis zal op sobere wijze
worden herdacht in een algemene verga
dering op Zaterdag 28 Februari te 10
uur in de foyer van het Metropole-
tfieater te Den Haag.
Prof. mr. dr. S. van Brakel
overleden
Dinsdag j.l. is in Utrecht op 55-jarige
leeftijd plotseling overleden prof. mr. dr.
S. van Brakel, oud-hoogleraar te Utrecht
en oud-lid van de Bijzondere Raad van
Cassatie.
Prof. van Brakel. was ridder in de or
de van de Nederlandse Leeuw, ridder in
het Franse legioen van Eer en ridder in
de Deense Dannebrogorde.
De teraai-debestelling is Vrijdag in
alle stilte geschied.
„Mouwen omhoog, ons
land moet droog"
Gisteren hebben alle leden van de
padvindersbeweging in Nederland hun
mouwen opgestroopt, om allerlei kar
weitjes op te knappen ten bate van het
Rampenfonds. Kabouters, welpen, pad-
vindsters, gidsen, verkenners, voor
trekkers, pioniers, leidsters en leiders
trekken er in uniform op uit om ten
minste één gulden voor het Rampen
fonds te verdienen. De actie is geheel
in de stijl van de bekende voorjaars
campagne „een heitje voor een kar
weitje" gehouden, alleen met dit ver
schil, dat nu alle baten de getroffenen
ten goede zullen komen en thans alle'
onderdelen van padvindsters- eix pad
vindersorganisaties meedoen.
„Othello" voor het
Rampenfonds
„Rotterdams Toneel" zal Zaterdagavond
21 Februari ïn de Rotterdamse Schouwburg
een bijzondere voorstelling geven van
„Othello" ten bate van het Nationaal Ram
penfonds. Een evecomité onder voorzitter
schap van burgemeester G. E. van Wal-
sum en een comité van aanbeveling ia
gevormd.