Atlantisch leger schijnt reeds lang werkelijkheid in de noodgebieden Militaire film als bevoorrading, televisie en waardemeter op de beurs De Yankees zijn gekleed als voor een tocht naar Alaska of de Noordpool en hebben enorm veel materiaal bij zich Trucks eigenlijk te zwaar voor de slappe dijken Gevaar klopt aan R Bescheiden theaters moeten het afleggen tegen luxe-bioscopen DE TIJD ZATERDAG 14 FEBRUARI 1953 PAGINA 11 Strijd tegen sneeuwstorm, modder en water Amerikaanse trucks, volgeladen met zandzakken, wachten bij Dintelsas (Van onze speciale verslaggever) verscheping. Het sneeuwt. Het sneeuwt al dagenlang, evenals er al dagenlang een ijskoude wind laag over de velden en watervlakten jaagt en het al nachtenlang vriest. De natuur is halfslachtig. De sneeuw is geen echte sneeuw, maar een miezerig compromis tussen regen en hagel. De wind is geniepig en de vorst is gering en ongezond. „Waterkou" noemt men dit naargeestig samenstel van de slechte eigen schappen van ons klimaat. De soldaten hebben koude handen. De officieren ook. De DUW-arbeiders hebben verkleumde voeten. De opzichters echter ook. Iedereen, die op de kleine eilandjes in de, voor het oog grenzeloze, watervlakte in de geïnundeerde gebieden werkt, heeft het steenkoud. Van het sjouwen met de loodzware zandzakken worden ze niet warm. Die zand zakken zijn kil en nat. evenals de kleren van de mannen. Toch sjouwen ze door, 250 zandzakken per man per dag. 250 maal 25 kilo. Tegen de avond zjjn de mannen zo moe, dat ze het gewicht nauwelijks meer voelen. Automatisch sjokken ze voort met die natte, zware bulten op hun rug, door de modder, dikke vette zwarte modder, die alsmaar dikker wordt naarmate er meer mensen door baggeren en er meer trucks doorheen ploegen. Water, modder, zandzakken, brullende motoren en vermoeide, verkleumde man nen vormen in deze dagen tezamen het trieste beeld, dat de overstroomde gebieden bicden. Maar de dijken moeten dicht, sneeuw of geen sneeuw, wind of geen wind, vorst of geen vorst. vijfton trucks, die op zes wielen aange dreven kunnen worden, en 66 dukw's. Ket is een model onderdeel, in alle op zichten model uitgerust. De manschap pen zijn gekleed als voor een tocht naar de Noordpool of de sneeuwvlakten van Alaska. De Zeeuwen en Brabanders noemen dit het „show"-leger. De Yankees heb ben namelijk zoveel materiaal meege bracht dat zij daarmee desnoods ergens midden in de onbewoonde streken van Groenland een dorp zouden kunnen stichten. Bij hun inventai'is bevinden zich waterzuiveringsinstallaties, veld keukens, een compleet hospitaal met operatiezaal en apotheek, een soort mo biele electrische centrale, een autowerk plaats, een complete badinrichting, enfin, ongeveer alles waarvan men zich kan voorstellen dat het op trucks geladen kan worden. In de oude Chassé-kazerne in Breda heeft dit onderdeel dat officieel „American Militairy Relief Organisation Holland" heet een onderdak gevon den. De Nederlandse gastheren hebben hier geen omkijken naar. De Amerika nen hebben met hun overvloed aan materiaal het gehele gebouw zelf inge richt „Het is ons meegevallen'', zegt een majoor, „wij hadden gedacht in ten ten op de grond te slapen." Onmiddellijk na hun aankomst Dins dagmiddag zijn de 66 dukw's bestuurd door leden van de z.g. „Labour Servi ce", Duitse burgers in Amerikaanse uniformen, naar de Zeeuwse eilanden gevaren. In anderhalve dag hebben zij 739 mensen van de moeilijkste plaatsen geëvacueerd'. Later hebben zjj cadavers geborgen, tenminste 11.000 arbeiders naar bedreigde dijkpercelen vervoerd en meer dan 150 zandzakken getrans porteerd. In Dordrecht, waar de drink watervoorziening volkomen was lamge legd, hebben zij tien waterzuiverings installaties geplaatst, ieder met een pro ductie van bijna 200 000 liter per dag. Ook op Walcheren, Tholen en Zuid-Be veland zijn deze installaties ingezet. Op vele plaatsen hebben de Ameri kanen zand, grint en puin voor de De grote steden in het rampgebied bieden thans een aanblik die doet ver moeden dat het Atlantische leger reeds lang een onomstotelijke realiteit is. In de enige zogenaamde „nachtclub" die Breda rijk is, treffen officieren uit En geland, Amerika, Nederland, België en Frankrijk elkaar. Zij schijnen elkaar allemaal reeds jarenlang te kennen en ook reeds jarenlang tezamen in die bar te komen. Er zijn piloten van de Britse Marine bij met baarden, rappe Fransen in smetteloze uniformen, onverschillige Amerikanen die in olijfkleurige hemds mouwen biertjes drinken, jonge Neder landse luitenants ter zee die hun talen kennis trachten te bewijzen, en Belgen die pleiten voor het Moerdijkkanaal dat zij gemakkelijk te verwezenlijken achten. In de stormwind buiten tracht een schuchtere Nederlandse korporaal een Franse officier wegwijs te maken in de wirwar van straten en hébben Ame rikaanse soldaten reeds vriendschap gesloten met het meest aantrekkelijke deel van de Bredase bevolking. De sfeer in de stad doet denken aan die van een frontstad in de jongste oorlog. Zware Amerikaanse trucks doen met hun donderend geweld de huizen tril len. Inplaats van geladen te zijn met materiaal voor de vernietiging, vormen echter zandzakken voor de opbouw hun lading. Die zware trucks zijn misschien het meest kenmerkend voor de Amerikaanse hulp aan de overstroomde gebieden. Want de 1900 Amerikanen die uit Duits land zijn overgekomen hebben 502 voer tuigen meegebracht. Bovendien hebben twee landingsvaartuigen in het haventje van Dintelsas ligplaats gekozen. Bij die 502 voertuigen zijn 65 bijzonder zware Na de grote hausse, die twee jaar ge leden in de shares van de amusements industrie was losgebarsten, heeft zich, vogral in het laatste halfjaar van 1952, een stevige koersteruggang baangebro ken en de markt in deze afdeling heeft r - j Tniet meer haar grote levendigheid her- |gp j vonden. Beter heeft de televisie %dêGÊÊMh£É IP 'Sr'. 'H Industrie zich gehouden. Dit zijn echte „groeifondsen", die bij de dikwijls In het hospitaal, dat de Amerikanen hebben meegebracht en waar plaats is voor grote winsten slechts kleine dividenden zestig patiënten, liggen er vier. 1 uitkeren. Dat is vooral het geval in de dijkdichting opgeslagen. Van daaruit rijden onophoudelijk de enorm zware trucks naar punten waar gaten worden gedicht en dijken worden opgehoogd. Die wagens zijn feitelijk te zwaar voor de slappe, door het water verpapte binnenwegen. Het plaveisel en de berm worden dor de wentelende wie len weggemalen. Een afschuwelijke modderbrei en diepe poelen blijven er over. Zo is het bij Klunöert, zo is het bij Fijnaart en ook bij Dintelsas, waar de met zakken geladen wagens met landingsvaartuigen naar een punt aan de zeedijk worden gebracht dat uitsluitend bij vloed te bereiken is Dertig volgeladen bakbeesten van auto's, voor het merendeel met Duitse en negerchauffeurs bemand, stonden hier in een lange rij in de modder te wachten op de landingsvaartuigen die per tocht slechts vier wagens kunnen vervoeren. Onderwijl arriveerde een mobiele keuken. Een kreet klonk langs de wagentrein. „Chaw", werd er ge bruld. Onmiddellijk stormden de chauf feurs met etensblikken hun wagens uit. Vijf minuten later kwamen in bont en waterdicht linnen gehulde negers kauwend terug. William Macquay, een jonge maho- niekleurige inwoner van het warme Florida, was rustig in zijn wagen blij ven zitten. Hij had geen honger. Hij had het alleen koud. Dit barre klimaat be zorgde hem kippevel, Wij vroegen hem of hij wel eens killer plaatsen in zijn leven had bezocht. ..Ja." was zijn ant woord. ..dat was Washington!" Hij noemde de Amerikanen de grote trans portondernemers in het rampgebied. Zij vervoeren het materiaal. Nederland se militairen vullen er de gaten in de dijken mee. De Fransen doen beide. Zij zien er eigenlijk maar armoedig uit. deze jonte knapen, die zjjn aangevoerd uit gar nizoenen uit Duitsland en uit Mezieres in Frankrijk. Zij hebben het zo moge- Water, modder, zand zakken en verkleumde mannen vormen het beeld van vandaag in Zeeland Üjk nog kouder dan alle andere werkers in het rampgebied. Maar toch arbeiden zij hard. Werk als zij nu verrichten hebben zij nog nooit gedaan. Zij hebben nauwelijks hun eerste militaire training voltooid. Maar zü zien de noodzaak van dit werk in en doen het daarom. Zij doen het zonder meer. Kapitein Santais, commandant van de compagnie, die aan de belangrijke ver sterking van de Lapdijk van Zeven- bergschehoek naar Klundert in de om geving van de Moerdijkbrug werkt, is Geen verhaaltjes meer. „Je komtl toch niet hier om ver haaltjes te verzinnen?", vroeg ons een Amerikaans majoor op zijn hoofdkwartier in Breda. Voor zover wij in de journalistiek nog onschul dig zijn, verbleekten wij lichtelijk en informeerden wij naar de reden van dit wantrouwen, dat wij althans bij de Amerikanen niet hadden ver wacht. „Verhaaltjes over Bailey bruggen die wij zouden laten sprin gen om er dijken mee te dic.hten", zo verduidelijkte de majoor zijn vraag. Waarom niet?" zo vroegen wij on zerzijds. „Omdat die verhalen niet waar zijn. Wij dichten de gaten in de 'dijken op precies dezelfde manier als jullie dat doen, met zandzakken en klei. Bailey-bruggen hebben wij niet b{j ons en wij denken er ook nooit over om ze te laten springen." Wij informeerden hoe het verhaal, waarin verteld wordt dat de Ame rikaanse soldaten over een gaC in een d\jk een brug bouwden, die vol- stapelden met rotsblokken en zand zakken, het hele gevaarte in de lucht lieten vliegen waarna het gat door de vallende brokken gedicht zou zijn, in de wereld kwam. „Och, de gewone gang van zaken, een on zer officieren mankte een grapje en een van jullie journalisten was te lichtgelovig." meer vertrouwd met water en modder. Hij vocht in Indo-China. „Daar ziet men in het natte jaargetijde niets anders dan water en modderige, glibberige dijken." ..Het werk is zwaar", zegt hij, „eigenlijk te zwaar voor mijn mannen, maar het is waard gedaan te worden." Tijdens de korte momenten van rust zoeken de mannen beschutting achter deuren en schotten, die zij uit het wa ter hebben opgevist. Totaal verkleumde groepjes drommen daar samen. Wij hebben, eerlijk gezegd, een beetje me delijden met deze kerels die het minst prettige werk dat men zich in deze temperatuur- kan voorstellen deson danks verrichten. Met ingang van van daag zal het merendeel der 1100 Franse genietroepen en van de beschikbare voertuigen daar zijn bewonderens waardige jeeps bij, gebouwd door De- lahaye worden samengetrokken rond Nieuw Vossemeer. waar twee diepe, grote gaten nog voor 16 Februari ge dicht moeten worden. Een tocht naar deze hevig getroffen plaats heeft iets van een lugubere han- oxy vertoont de Amerikaanse film „Gevaar klopt aan", een boeiend thema, dat bovendien met enige smaak is uitgewerkt. Een mefisje, dat haar ver loofde heeft verloren, is een paar jaar in een inrichting geweest om de slag te boven te komen. Als zij weer aan het. werk gaat als baby-sitter bij een gezin, dat in een luxueus hotel woont lokt zij een jongeman op haar kamer, omdat zij in hem de gestorven verloofde ziet. Langzaam-aan gaat de man de waanzin ontdekken, die zover gaat, dat de waanzinnige een moordaanslag op het kleine kind pleegt. Op het nippertje worden onheilen: voorkomen en weel men de stakker tot bezinning en naar een ziekenhuis te brengen. De langzaam terugkerende verbijstering van het meisje is vrij goed ge maakt, en wel zo, dat de toeschouwer, die reeds tevoren een kleine ivaarschu- wing heeft gekregen, het spel met de rede en de onzin aanvaardenkan. Zodat hel geheel wel onderhoudend is. zonder nochtans ergens tot meesterlijke vorm- gevingen te geraken. De film is voor achttien jaar dicaprace, Om de vijftig meter staat onze J ~M~\ g B T g Volkswagen voor bijna onoverkomelijke t A y-* -ns* r» T" 11 ri "Vk O T hindernissen. Dan staat hij tot aan dei J I 11/ L 8J 8JL §8/ J g 8/ O 1/ Op de Lapdijk doen de Fransen hardnekkige pogingen om het water, dat reeds vele woningen heeft vernield, te stititen. treeplank in het water, dan weer tot zijn assen in de modder. Hij neemt ech ter alle versperringen glansrijk. De berm van de weg is bezaaid met cadavers, die naarmate de dagen verglijden steeds af schrikwekkender worden. Wij tellen er honderden, koeien, paarden, varkens, geiten en schapen. Het is een zielig gezicht, dit eens zo kostbare vee als oud vuil langs de weg te zien liggen. Men kijkt er niet naar om, eerst moeten de dijken dicht. Ten Noorden en ten Zuiden van Nieuw-Vossemeer werken de Franse genietroepen samen met de Nederland se stoottroepen uit Den Bosch. Deze mannen zijn nauwelijks van de Fran sen te onderscheiden. Want zij hebben als beschutting tegen de wind allemaal zandzakken om hun hoofd gebonden en alle uniformstukken die zij konden vinden hebben zij aangetrokken. In een tent. die ergens in de blubber is opgezet, wordt warme koffie geschon ken. Het waait daar vermoedelijk nog meer dan buiten. De onderkant van het tentzeil staat namelijk minstens een halve meter van dg grond af. Reeds is een strekdam van zandzakken van 50 meter lengte langs het gat in de dijk ten Zuiden van Nieuw-Vossemeer gelegd. In de overgebleven 30 meter staat een enorme zuiging. Om dit stuk te dichten zal zwaarder materieel aan gevoerd moeten worden, want door de zuiging van het water zullen de zakken weggespoeld worden, als waren ze niet gevuld met klei. Maar dit gat. evenals dat aan de andere kant van het dorp, moet a.s. Zondag gedicht zijn. De Fran sen weten nog niet hoe zij dat moeten doen, maar zij beloven ons het te zullen doen. De Nederlandse manschappen werken hier als paarden, als lastpaarden dan wel te verstaan. Want al is de steun van de buitenlanders omvangrijk, het zijn onze eigen mensen die voornamelijk het zware werk doen. De DUW-arbeiders die in deze stre ken werken kunnen minder goed te gen het slechte weer dan de militairen. Voor de militairen, die 's avonds nat en verkleumd in de kazernes terugkeren, staat het gehele apparaat gereed om hun droog goed tc verstrekken. Daar om zijn er onder de soldaten niet veel ernstige zieken te melden. Van de DUW-arbeiders liggen er vele met longontsteking in het ziekenhuis. Voor deze mensen ware een betere zorg, Toneelmatige film van Anthony Asquith Het werk van de Engelse filmregis seur Anthony Asquith heeft bijna steeds sterke bindingen met het toneel ver toond. voornamelijk veroorzaakt door Asquith's regelmatige samenwerking met de toneelschrijver Terrence Ratti- gan. die meestal als scenarioschrijver optrad. Een van de weinige keren, dat de regisseur zich .bevrijd had van dia wat hun kleding betreft, ge- Eduardo Pagoni is de waarnemend commandant van bijna 160 Italiaanse brandweerlieden die met een speciale trein uil het land van de Azurenkust ons te hulp zijn gesneld. „Deze over stroming is veel erger dan die in de Po-vlakte van anderhalf jaar geleden", zegt hii. „Daar waren wij ook. Maai er vielen daar lang niet zoveel slacht offers te betreuren en ook de mate riële schade was er vrij gering." Die Italianen zijn gehuld in dik olie goed en kunnen tegen een stootjek De dijk bij Klundert is hun werkterrein. In de droogvallende gebieden zuigen zij met niet te blussen enthousiasme kelders leeg en brengen zij orde in de verschrikke lijke ravage die daar is aangericht. Hun trein, die op het spoorwegemplacement van Zevenbergen staat, is een soort staatsietrein. De mannen wonen er in tweede klas coupé's en zij hebben een eigen keuken bij zich, die naar w:j zelf hebben kunnen constateren voor treffelijk spaghetti kookt. Ook een voor raad wijn is niet vergeten. De Italianen zijn voortreffelijke technici. Zij werken even hard als zij praten en dat is formi dabel. In de Po-vlakte hebben zij ruime ervaring opgedaan. Zij weten wat een watersnood is. In het rampgebied groeit thans de spanning met het uur. De grote vraag is of de 20.000 man die er dag cn nacht aan de dijken werken op tijd klaar zullen ko men- De zestiende Februari zal daar een antwoord op geven. Ook zal men dan weten of het werk goed is gedaan Zal de Amerikaanse fondsenmarkt haar vaste houding herwinnen? De weinig geanimeerde houding van Wallstreet begint langzamerhand scherpere vormen aan te nemen. Bij de ten onzent van ouds bekende standaardaandelen, zoals United States Steel, Bethlehem Steel en Republic Steel, zo min als bij de spoorwegshares, treft men belangrijke koers dalingen aan. Maar het zou een misrekening zijn daaruit te concluderen, dat het met de flauwe houding van de Ameri kaanse fondsenmarkt wel los zal lopen. In de laatste jaren toch zijn de oude „marketleaders" naar het tweede plan gedrongen om plaats te maken voor nieuwe specialiteiten. Vooral amusementsbedrijven zijn de laatste jaren in groten getale aan de Amerikaanse beurzen geïntroduceerd en daarnaast zijn het speciaal de telèvisiewaarden, die de laat- Chinese Nationalisten op de beurs niet hoog aangeslagen electronische industrie, want men schijnt nog lang niet aan het eind te zijn van de enorme mogelijkheden, die in de toepassing van electronen voor controle-apparaten en op velerlei ander gebied verscholen liggen. De laatste anderhalf jaar heeft zich een grote speculatie in deze rubrieken ontwik keld, die voor de kleinere ondernemin gen zoals Zenith Radio en Motorola reeds geruime tijd geleden tot staan kwam, doordat die niet goed mee kon den komen, maar die bij de grote maat schappijen, zoals Phillco, tot enige maanden terug is blijven aanhouden. Daarna is voor deze waarden evenals op de gehele New Yorkse fondsenmarkt een zekere verzadiging ingetreden. Het is een eigenaardig verschijn- sel. dat in Amerika na een flinke stijging, de markt zich gewoonlijk ste twee jaar een vooraanstaande plaats in het beurswezên zijn gaan innemen. De amusementsindustrie kan in twee delen worden gesplitst, namelijk de producers van films en de eigenlijke filmtheaters. Wat de producers betreft moet men zowel bij Columbia Broadcasting als bij Paramount constateren, dat de kwaliteit van de Amerikaanse films er de laatste jaren niet op vooruitgegaan is en boven de mid. delmaat uitstekende films zijn uiterst zeldzaam geworden. Wat de filmtheatermaatschappijen betreft, heeft men moe ten bemerken, dat in geheel Amerika de kleine buurtthea- ters met bescheiden inrichting het hoe langer hoe meer hebben moeten afleggen tegen de grote luxueuze filmthea ters op eerste stand in de steden, waar nog steeds goede resultaten worden geboekt. niet op het verhoogde koerspeil stabiliseert, maar na het bereiken van het hoogste punt tamelijk snel weer terugloopt. Dit verschijnsel heeft zich niet alleen bij televisiewaarden, maar ook bij oliefondsên en spoorwegen voorgedaan. Gedurende de laatste weken vertoont de gehele New Yorkse beurs 'n onge animeerde stemming. Hoewel een wa penstilstand op Korea blijkbaar nog moeilijk tot stand tc brengen is, ver wacht men in de Verenigde Staten toch een langzamer tempo in de grote industrieën, want de omvang van aan de Chinese nationalisten te ver lenen militaire bevoorrading wordt daar niet erg hoog aangeslagen. En bij de militaire hulpverlening in West- Europa, worden hoe langer hoe meer Europese industrieën ingeschakeld. Wat de Amsterdamse markt voor Amerikaanse fondsen betreft volgt men het verloop van Wallstreét vanzelfspre kend op de voet- De omvang van het FINANCIEEL WEEKOVERZICHT Nederlandse bezit aan Amerikaanse waarden is in het afgelopen jaar op nieuw teruggegaan. Vooral het vroegere bezit aan laag noterende shares (vroe ger een specialiteit van het Hollandse publiek) is sterk verminderd, maar het volume van de grote beleggingsaande len, die nog een redelijk rendement op leveren, heeft zich tamelijk goed ge handhaafd. De tegen verkopen van andere waarden geïntroduceerde fond sen hebben de tijd niet meegehad en grote successen heeft het publiek daar mee niet behaald. De daling in de graanprijzen, die zich in de laatste tijd heeft voltrokken en die voor een be- Iangrijk deel uit de recordoogst van 1952 voortspruit, is al evenmin geschikt de animo te vergroten. De sentiments- stijgïng. die Wallstreet na de presidents verkiezingen op een hoger peil heeft gebracht, schijnt thans uitgewerkt te zijn en het toekomstaspect is dan ook minder bemoedigend geworden. Sporen hebben zich nog het best gehouden. Het reizigersvervoer blijft bevredigend. De grote graanoogst houdt ook het goede renvervoer op peil en de kansen tot verdere olievondsten hebben voor aan delen als Northern Pacific en Canadians een tijdlang een extra stimulans gege ven. die echter thans eveneens aan het tanen is. Bij het nog altijd hoge koers peil van Amerikaanse fondsen trekt men vergelijkingen met de hoge rende menten, die op de goede Nederlandse fondsen met sterke positie te behalen vallen. En deze vergelijking valt niet in het voordeel van de Amerikaanse markt uit. lamenwerking, kwam een gaaf product ils „The lady in question" tot stand, wat er op zou kunnen wijzen, dat As quith in staat is een goede film te ma,-..., ken. Maar in „De ernst van Ernst"' V heeft hy zich weer tot het toneel ge- end en zijn inspiratie gezocht bij Os car Wilde. Van inspiratie is in dit ge val eigenlijk nauwelijks sprake, want Asquith heeft in de meest letterlijke zin het toneelwerk overgebracht op het celluloid, zonder ook maar één ogen blik naar een eigen vorm te zoeken Als ooit de term verfilmd toneel op zijn plaats was, dan is dat in dit ge- 'al. waar begonnen wordt met het op gaan en geëindigd wordt met het slui ten van liet toneeldoek. Tussen dit be gin en einde spelen de groten van het Engelse toneel, onder wie Michael Red grave, Edith Evans, Margaret Ruther ford en Michael Dennison in na tuurlijke kleuren het nog altijd punti ge. maar hier en daar toch ook weer verouderde stuk van Wilde. En zij ac teren en spreken daarbij zonder acht te slaan op camera en microfoon, zodat het geheel, om het nu maar zwak uit te drukken, overdreven en aanstellerig aandoet. Wie een getrouwe copie wü zien van een Engelse opvoering van dit typisch Engelse stuk, weet, waar hij terecht kan. De filmliefhebber kunnen wij slechts waarschuwen tegen de ver veling, die van deze vermenging van toneel en film het logisch gevolg is. 25 jaar filmkeuring Aan het einde van deze maand zal de Centrale Commissie voor de filmkeuring het feit herdenken, dat voor 25 jaar haar wei-kzaamheden een aanvang namen. Deze gebeurtenis zal op sobere wijze worden herdacht in een algemene verga dering op Zaterdag 28 Februari te 10 uur in de foyer van het Metropole- tfieater te Den Haag. Prof. mr. dr. S. van Brakel overleden Dinsdag j.l. is in Utrecht op 55-jarige leeftijd plotseling overleden prof. mr. dr. S. van Brakel, oud-hoogleraar te Utrecht en oud-lid van de Bijzondere Raad van Cassatie. Prof. van Brakel. was ridder in de or de van de Nederlandse Leeuw, ridder in het Franse legioen van Eer en ridder in de Deense Dannebrogorde. De teraai-debestelling is Vrijdag in alle stilte geschied. „Mouwen omhoog, ons land moet droog" Gisteren hebben alle leden van de padvindersbeweging in Nederland hun mouwen opgestroopt, om allerlei kar weitjes op te knappen ten bate van het Rampenfonds. Kabouters, welpen, pad- vindsters, gidsen, verkenners, voor trekkers, pioniers, leidsters en leiders trekken er in uniform op uit om ten minste één gulden voor het Rampen fonds te verdienen. De actie is geheel in de stijl van de bekende voorjaars campagne „een heitje voor een kar weitje" gehouden, alleen met dit ver schil, dat nu alle baten de getroffenen ten goede zullen komen en thans alle' onderdelen van padvindsters- eix pad vindersorganisaties meedoen. „Othello" voor het Rampenfonds „Rotterdams Toneel" zal Zaterdagavond 21 Februari ïn de Rotterdamse Schouwburg een bijzondere voorstelling geven van „Othello" ten bate van het Nationaal Ram penfonds. Een evecomité onder voorzitter schap van burgemeester G. E. van Wal- sum en een comité van aanbeveling ia gevormd.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 6