Wat kan wor
den gedaan
Binnen- en Rijnvaart
schoot te hulp
A Er zijn schepen nodig, schepen,
scheen en nog eens schepen. Dat was
al zeer spoedig een beklemmende, ze
kerheid, toen het mogelijk werd zich
althans enigszins een beeld te vor
men van de omvang van de ramp, die
het Zuidwestelijk deel van ons land
had getroffen. Daar. waren mensen
in nood, bedreigd door het water,
duizenden mensen. Het zou vooral het
schip moeten zijn, dat hier uitkomst
kon brengen. Daarom moesten er
schepen naar het noodgebied, als
maar schepen.
De schepen zijn er gekomen, vrij
wel onmiddellijk. Honderden, in het
bezit van vaartuigen, die geschikt
geacht konden worden om deel te
nemen aan het reddingswerk, meld
den zich aan of begaven zich zonder
enige melding naar de bedreigde ge
bieden. Dat laatste kon misschien
wel eens tot moeilijkheden leiden,
maar in de meeste gevallen was de
hulpverlening er niet minder welkom
en belangrijk om.
Al heel spoedig kon dit onderdeel
van de hulpverlening in geordende
banen worden geleid. De bevrach
tingscommissariaten werden inge
schakeld en vooral b"1' de bevrach-
tingscommïssariaten in Noord-Bra
bant, Zuid-Holland en Zeeland is
dagen en nachten achtereen bergen
werk verzet. Ongelooflijk en ontroe
rend was het, hoeveel schepen wer
den aangemeld. Dag en nacht rinkel
de de telefoon en het was vaak nog
het moeilijkst, als men tegen iemand
moest zeggen, dat het schip wat hij
aanbood nu toch bepaald ongeschikt
was.
De schippers wilden helpen. Zij
dachten niet meer aan bevrachtings-
voorwaarden en noteringen, zij maal
den niet meer om aantrekkelijke en
minder aantrekkelijke reizen, zij had
den geen belangstelling meer voor de
bestemmingen. In wezen was er
slechts aandacht voor één bestem
ming: de noodgebieden. Ja, het is
voorgekomen, dat schippers zich
naar de bedreigde eilanden begaven,
die de vaart op de Zeeuwse stromen
niet kenden en dat, terwijl de beton
ning en de bebakening van deze vaar
weg eveneens door de storm had ge
leden.
Men is gaan varen. Met alle denk
bare en we zouden haast zeggen on
denkbare schepen. Men is gaan varen
en men heeft op de vaak volkomen
geïsoleerde eilanden gebracht waar
aan men dringend behoefte had, le
vensmiddelen, medicamenten en niet
te vergeten water. En verder heeft
men in grote getale evacuee's en vee
en ook kadavers uit de noodgebieden
weggevoerd. Men heeft mensenlevens
gered, bij duizenden. Wat zijn er niet
een heldendaden verricht. Van man
nen, die nog juist op het nippertje
mensen van de daken konden redden
hebben we vernomen. En van die
Stellendammer, die op zijn eentje op
en neer voer en de mensen bevrijdde
uit vaak zeer benarde posities. Van
Scheveningse en Urker vissers ook,
die niet achter gebleven' zijn in de
uren des gevaars.
Ja, de binnenscheepvaart is gaan
varen. Onder moeilijke omstandig
heden, maar daar werd niet naar ge
keken. Het water was zeer hoog, de
vaart was zeer druk, te druk eigen
lijk wel. En er waren boeien wegge
slagen. Daarbij kwam, dat er natuur
lijk ook nog de gewone scheepvaart
was, Die het overigens ook moeilijk
genoeg had, mede door de toestand
in Hansweert. Men kon echter geluk
kig overal de toestand meester blij
ven en de binnenscheepvaart heeft
aldus een belangrijk aandeel kunnen
hebben in het reddings- en hulpver-
leningswerk, zoals zij natuurlijk
straks ook een belangi'ijk aandeel
kan en zal hebben in het herstelwerk.
Noorderbrug Zaandam
Van 16 Februari tot half Mei zul
len er herstelwerkzaamheden aan de
Noorderbrug' worden uitgevoerd.
Tijdens deze periode zullen de brug-
kleppen worden verwijderd.
De scheepvaart moet bij het Varen
door de brugopening grote voorzichtig
heid in acht nemen, waarbij het scheep
vaartverkeer uit Noordelijke richting
voorrang heeft boven het verkeer uit
Zuidelijke richting.
Vrees voor herhaling van
de ramp
A De watersnood die Nederland heeft
getroffen, heeft min of meer de uit
werking gehad van een bliksemflits.
Men kan wel zeggen, dat Nederland
er volkomen door is verrast. Wij ge
loofden niet meer in de mogelijkheid
van zulk een ramp. Ons vertrouwen
in wat de technici hebben gewrocht
was welhaast volkomen. Wij leefden
rustig en nijver achter vertrouwen
wekkende en veilig gewaande dijken.
En ziet, daar werd Nederland plot
seling overvallen door de waterwolf
en daar bleek plotseling de veiligheid
van die dijken hoocrst betrekkelijk.
Daar werd de ene dijk na de andere
door het hoog opgezweepte water
„genomen", daar rolde een schuimen
de, kokende massa op een zeer breed
front op onze kust aan en daar werd
een ontstellend groot deel van ons
land volkomen overspoeld.
Wij hebben gezien wat het water
heeft aangericht. Wij hebben de dij
ken gezien, die wel geperforeerd
leken en waarvan het aantal breuken
niet te tellen is geweest. Wij hebben
de huizen gezien, die tot het dak in
het water stonden en wij hebben die
onmetelijke grote waterplas gezien,
die zich thans in het Zuidwesten van
ons land bevindt. En bovenal, wij
hebben de mensen gezien, de mensen,
die dagen achtereen op daken of in
bomen hebben vertoefd. De mensen,
die er dan nog wel zelf het leven af
brachten, maar die vaak alles ver
loren, ouders, echtgenoten, kinderen,
.dieren, huizen.
Geen wonder, dat zich nu weer een
beklemmende angst van velen heeft
meester gemaakt. Geen wonder, dat
men zich niet meer veilig waant ach
ter de dijken. Er is een vrees, een
grote vrees ontstaan voor een her
haling. We bedoelen dan nog niet in
de eerste plaats voor de 16e Februari,
de dag, dat er weer springtij zal zijn,
wat gevaarlijk kan worden als het op
die dag onvex-hoopt weer stexdc zou
waaien.
Neen, er is vx-ees, dat het gevaar
ook eigenlijk steeds aanwezig is als
de dijken weer gerepareerd zullen
zijn. Geen wonder dan ook dat men
plotseling allerwege hoox-t spreken
over het z.g. eilanden-plan, dat is het
plan om alle zeegaten, met uitzonde
ring van de Nieuwe Waterweg en de
Schelde, met dijken te djchten. Dit
plan is eigenlijk in de eerste plaats
opgezet in de strijd tegen de verzil-
ting, maar het heeft thans in vex--
band met de waterkering veel meer
de aandacht gekregen.
Nu zijn er twee dingen, die hierbij
vooropgesteld dienen te worden, twee
volkomen tegenstellingen. In de eex-ste
plaats, dat het hier om een wel enorm
werk gaat, vergelijken waarbij zelfs
de aanleg van de Afsluitdijk die
het ovex-igens goed heeft uitgehou
den - kinderwerk is. Welhaast in
volle zee, op plaatsen waar het water
30 tot 40 meter diep is, zonden dijken
moeten worden aangelegd, en nog
wel gelijktijdig. Maar dat lijnrecht
tegenover staat, dat zeer vermoede
lijk eens toch het moment zal komen,
dat dit gigantische werk inderdaad
zal worden aangepakt.
Overigens moet men zich niet
laten meeslepen. Natuurlijk zullen de
ingenieurs van Watei'staat in volle
actie komen. Natuux-lijk zullen zij
onderzoeken, wat er is gebeux-d en
natuux-lijk zullen zij er naar streven
jiet risico tot een minimum te bepex--
ken al zal er, zoals de directeur-
generaal van Rijkswaterstaat ir. A.
G. Maxus dat uitdrukt toch altijd een
zeker „aanvaax-dbaar risico" moeten
blijven bestaan.
Daarbij kan natuurlijk niet worden
yolstaan met de vaststelling, dat zulk
een watex-opeenhoping als wij op 1
Februax'i hebben beleefd, hoogstens
eens eens in de 300 jaar voorkomt.
Zulk een risico mogen wij zelfs eens
in de 300 jaar niet aanvaarden. Mis
schien zullen de dijkexx nog hoger
moeten, misschien zullen zij van een
nog steviger constructie moeten wor
den. Misschien zal er nog meer aan
het ondex'houd moeten worden ge
daan. Dit alles moet thans worden
ondex'zocht en bestudeerd en men be
hoeft er wex-kelijk niet aan te twijfe
len, dat dit inderdaad zal gebeuren.
Reeds hebben er berichten gecircu
leerd, dat Schieland's Hoge Zeedijk,
die er ook critiek heeft bijgestaan
en waaxwan een algehele doorbraak
zou hebben betekend, dat nog een
groot deel van Zuid-Holland en Noord-
Holland zou zijn overstx-oomd, zal
worden versterkt. En ook heeft men
al ervaren, datb.v. de ingebetonneer-
de blokst.enen van de Afsluitdijk het
beter hebben gehouden dan de niet-
ingebetoneerde blokstenen. Er is ook
gebleken, dat de bunkers, die nog
niet waren opgeruimd, een verzwak
king betekende van onze dijken en
duinen. Bovendien is daar het be
paald opvallende feit, dat zich veel
meer dijkdoorbraken hebben voorge
daan aan de Zuidelijke dan aan de
Noox-delijke zijden van de eilanden.
Dit alles moet gi-ondig worden be
studeerd en berekend. En dan zal
men conclusies moeten trekken en
naar bevind van zaken moeten han
delen. Wij geloven, dat er alle reden
is om vertx-oxiwen te hebben in al dit
wex'k. We geloven, dat het nu zal
gaan, zoals het na elke watex-snood
gaat: de dijken zullen nog weer stex--
ker worden gemaakt, daar waar dit
nodig is. Steeds was. er een veilig-
heidsmax-ge boven de hoogst gemeten
watei'stand en steeds zijn er dan later
nog weer hogere waterstanden ge
komen. Vandaar dat „aanvaardbare
risico". Als de allex-schex-pste kanten
van het leed zijxx verdwenen, zullen
wij verder moeten met dit aaixvaard-
bare risico. Maar ook met de weten
schap, dat de eis van wat in dit ver
band aanvaardbaar is hoog zal wox--
den hersteld en dat alles zal wórden-
gedaan, wat redelijkerwijs mogelijk
is, om een herhaling van de ramp van
de 1ste Februari te voox-komen, ook
en zelfs als men inderdaad tot de
conclusie zou komen, dat een afslui
ting van de zeegaten noodzakelijk is
om het onvermijdelijke risico tot de
grenzen van het aanvaardbare terug
te brengen.
115de .Jaarvergadering der Friesche Mij.
tot Onderlinge Verzekering v. Schepen
Op 21 en 22 Januari hield deze maat
schappij haar algemene vergadering in
de Schouwburg te Heerenveen, welke
werd bezocht door 120 deelgenoten.
Uit het jaarverslag, dat door de di
recteur Mr G. Boschloo werd uitge
bracht, bleek dat het aantal deelgenoten
van de afdeling voor zeil- en sleepsche
pen. met 15 was teruggelopen (hoewel
de tonnage vermeerderde met 1045 ton),
voornamelijk door inhouw van motoren,
waardoor deze deelgenoten overgingen
naar de afdeling voor motorschepen.
Deze nam toe met 31, waardoor het
totaal aantal deelgenoten de 1000 over
schreed (nl. 1012).
De verzekerde waarde van de zeil- en
sleepschepen bedroeg aan het einde van
dit jaar f 8.764.500, de tonnenmaat
134.710, terwijl deze afdeling een re
servefonds heeft van f 40.676.67.
De verzekerde waarde van de motor
schepen bedroeg toen f 11.500.900, de
tonnenmaat 91.431 en het aantal pk's
35370.
Het reservefonds voor deze afdeling
bedroeg f 34.163.19, benevens f 25.735.97
voor de verzekering van de motoren.
Aan schade werd uitbetaald voor de
afdeling zeil- en sleepschepen f 63.975.29,
voor de motorschepen f 109.827.00 en
voor de motoren f 35.599.15.
De omslag' over 1952 bedraagt voor
de zeil- en sleepschepen 47 ct. p. ton,
die voor de motorschepen 62 ct. per ton
en 50 ct. per flOO, benevens ongeveer
f 1.02 per pk.
Inboedelschade wer dit jaar bijna
niet geleden, zodat hiervoor geen om
slag" geheven behoefde te woi'den.
De heer W. Hoekstra werd wegens
zijn 50-jarig boekhouderschap onder
scheiden met de Ere-medaille in zilver
van de Orde van Oranje Nassau.
De rekeningen, die waren nagezien
door accoutant en enige commissarissen,
waren in orde bevonden.
De aftredende commissarissen, de he
ren H. Bruins en J. J. Wijntjes werden
herkozen.
Enkele reglementswijzigingen werden
aangenomen, waarbij een voorstel tot
verlaging van het' aandeel, dat een
deelgenoot bij grote schade of totaal
verlies heeft te dragen.
In de middagvergadering, welke on
der leiding stond van de directeur G.
Visscher, werd door de zeil- en sleep-
schippers besloten tot het instellen van
een provinciale klasse voor Friesland,
Groningen, Drenthe en Ovex-ijsel (zon
der de rivier de IJssel), waarvoor een
korting op de premie zal wox'den ver
leend.
Hierna werden verschillende ongeval
len besproken en werden enige mede
delingen door de directie gedaan, o.a.
betreffende de mogelijkheid tot het
verzekeren van de lading-risico.
Na een korte pauze verenigde men
zich aan een maaltijd, waar namens de
delgenoten aa.n de directie dank werd
gebracht, voor de verrichte werkzaam
heden, en een enkele voordracht werd
gehouden.
Reglementen voor de Binnenvaart
Uitgeverij BORN N.V. ASSEN
A Het ligt voor de hand, dat de ver-
schx-ikkelijke ramp, die ons land heeft
getroffen, de gemoederen nog in hoge
mate bezig houdt. Het is eigenlijk
iedereen, die niet dix-ect bij de ramp
was betrokken, hetzelfde vergaan
men voelde een hevige drang opko
men om te helpen. Er kan nauwelijks
enige twijfel over bestaan of zo is
het ook met de schippers gegaan.
Vele schippers hebben trouwens in
derdaad belangrijke hulp kunnen
verlenen.
Wij willen-ons echter in deze korte
beschoxxwing vooral richten tot hen,
voor wie deze mogelijkheid niet heeft,
bestaan en/of niet meer of nog niet
bestaan. Er zijn er immex-s zovelen,
die betrekkelijk aan de kant moeten
toezieji. Toch is zeker ook voor hen
een taak weggelegd.
In de eerste plaats moet dan na
tuurlijk worden gewezen op het Na
tionaal Rampenfonds, giro 9575. Het
is bij alle ellende een vreugde te kun
nen en te mogen vaststellen, dat
gans Nederland zo spontaan heeft
gereageerd en zo voortx-effelijk heeft
begx-epen, dat het hier in de ware zin
van het woord een nationale ramp
betreft, hetgeen met zich brengt, dat
de leniging van de nood en het hei--
stel van de geleden schade ook een
kwestie is van nationale inspanning.
Er is veel gegeven aan geld en goe-
dex-en. Zo was het in de eerste dagen
en zo moet het ook blijven. Wie nog
niet een geldelijke bijdx-age heeft ge
geven, stelle dit nu geen ogenblik
langer meer uit; wie dat x-eeds wel
heeft gedaan ga voor zichzelf ex-nstig
na, of wat hij deed wel voldoende
was, en of hij niet eigenlijk meer
behoorde te geven, in welk geval hij
of zij dat eveneens onvex-wijld dient
te doen.
De maatstavexx moeten in dit ver
band hoog w'orden aangelegd. Er zijn
er zovelen, die alles hebben vex-lox-en.
Het zal daarom zo moeten zijn, dat
allen iets verliezen, met andere woor
den, er moet zodanig wox'den geof
ferd, dat hierin mettex-daad een ont
zegging ligt opgesloten.
En dan kan er verder, in eigen
kx-ing, meer worden gedaan. Op het.
ogenblik, dat wij dit schrijven, is ons
niet bekend of en in hoeverre schip
pers door de ramp zijn getx-offen.
Gezien de omvang, die de ramp heeft
gehad en gezien de plaats, waar hij
zich heeft voorgedaan zal zeker zeer
ernstig rekening moeten gehouden
worden met deze mogelijkheid. Mis
schien zijn ex-, persoonlijke verliezen
geleden onder de schippex-s, wellicht
ook zijn er schippers, die ernstige
matex-iële schade hebben geleden
door het vex-lies van woningen en
huisx'aad, door het vex'lies van of
schade aan schepen.
Voor zulke gevallen ligt zeer in het
bijzonder voor de schippers die niet
getroffen zijn een taak weggelegd en
een kans om niet langer aan de kant
te hoeven blijven staan. Want als het
ergste is gebeurd, als er schippers
bij deze vreselijke ramp zijn omge
komen, dan zijn er wellicht kinderen
overgebleven, die een liefderijke vex--
zorging behoeven, mogelijk naar de
wens van de overledene bij voorkeur
in eexx schippersmilieu. En als er
schippers zijn, die hun huizen heb
ben verloren of die voorlopig xxiet
naar hun huizen kunnen terugkeren,
ook ai zijn deze nog wel ovex-eind
gebleven, waar beter zullen dezen
zich dan thuis gevoelen dan bij een
collega? Laat ieder dus nagaan of
en in hoevex-re hij evacue's de hel
pende hand kaxx bieden. -Laten schip
pers zoveel mogelijk schippers in
huis nemen.
En als er schepen verlox-en zijn ge
gaan, laat de schippersstand dan ook
naar vex-mogen bijspringen. Laat de
getroffen schippex-s niet op hun beurt
aan de kant staan ,laat ze meevax-en.
En help ook zoveel mogelijk met ma
teriaal ,als het niet om verloren
maar beschadigde schepen gaat.
Steunt behalve in het algemeen, spe
ciaal ook de vakgenoten, mox-eel zo
wel als materieel. Ook die hulp is
hax'd nodig. We hebben zo'n idee niet
alleen voor de slachtoffers, maar ook
voor hen die gespaard zijn gebleven
en die thans meer dan ooit behoefte
zullen gevoelen tot het betonen van
naastenliefde.