SCHUTTEVAER UlzeMtad Hoe geholpen wordt! 64e JAARGANG No. 37 VRIJDAG 13 FEBRUARI 1953 Hoofdorgaan der Koninklijke Schippersvereniging „Schuttevaer" - Gewijd aan de belangen van Binnen- en Rijnscheepvaart, Scheepsbouw enz. (Van onze bijzondere Rotterdamse correspondent). Een ongekend zware ramp heeft ons land aan de Noordzee getroffen, een ramp niet door 's mensen toe doen ditmaal, maar door de natuur krachten alleen. Zware Noordwester storm en springvloed werkten samen en verpletterden dijken en duinen, waardoor het land werd overstroomd door met onweerstaanbaar geweld aanstormende watermassa's. Vooral Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden, de Alblasserwaard, Weste lijk Noord-Brabant en Texel werden in ernstige mate getroffen, waarbij meer dan 1300 slachtoffers vielen en duizenden en duizenden stuks vee omkwamen, om over de materiële schade maar te zwijgen. Nadat de aanvankelijke berichten Zondagmorgen, 1 Februari, door steeds ernstigere werden gevolgd, werd het Nederlandse volk als het ware geëlectriseerd in zijn spontane drang om zijn medemensen in nood te helpen. Alle rang- en standverschil viel weg en van hoog tot laag steeg het gemeenschappelijk vez'zet tegen onze oude erfvijand. Van alle kanten kwam steeds krach tiger wordende hulp opzetten. Alles wat varensman was, was vertegen woordigd. Daar waren de Urkers, de mannen van Staveren, de botters uit Harderwijk en andere IJsselmeer- plaatsen, loggers, kotters. Vlaardin- gers, Scheveningers, Katwijkers, Spi- doboten, de veerboten van Ameland, Delfzijl, Amsterdam en andere plaat sen, watersportmensen, Directiebo- ten en reddingsboten van de grote Rotterdamse, Amsterdamse en andere rederijen, bemand met zeelui, niet te vergeten de Marine en alles wat maar varen kon. Het Bevrachtingscommissariaat en het korps Scheepsbevrachters is van Zondagmorgen af de gehele week on afgebroken dag en nacht aan het werk geweest. Honderden motorsche pen werden door hen naar de be dreigde plaatsen gedirigeerd. Toen eerst Maandagmiddag bekend werd dat ook Schouwen ernstig getroffen was. werd binnen een half uur tijds een ware vloot daarheen gestuurd, waaronder hospitaalschepen, tank schepen met drinkwater en een zwaar geproviandeerde vloot van de Lloyd. Als leeuwen hebben vooral de Zeeuwse schippers en trouwens alle anderen gevochten en overal waar het maar kon, mensen te redden. Dagen lang zijn ze niet uit de kleren geweest. Honderden zeer vlotte vaar tuigjes, schouwen, Giethoornse pun ters, Westlanders, Langendijkers, vletten, motorsloepen.snelboten,Maas kruisers, B.M.'s, roeiboten en andere platboomde schepen wei-den hetzij per trailer, hetzij per schip hetzij op eigen kracht naar de overstroomde gebieden gestuurd, waar zij in de pol ders talrijke mensen en soms ook nog vee konden redden. Er moesten chirurgen, dokters, ver plegend personeel, bedden, dekens, medicijnen, levensmiddelen en tal loze andere hulpmiddelen worden ver voerd. De Rijkshavendienst en andere diensten stationneerden met mobilo- phoon uitgeruste vaartuigjes op ver schillende punten, kustvaarders al of niet met radiotelefoon bewezen schitterende diensten. En dat waren alleen de Nederlanders nog maar. Indrukwekkende hulp werd ook ge boden door het buitenland. Uit België, Engeland (zelf ook zwaar getroffen), Denemarken, Frankrijk, Zweden, waai de gevraagde hulp 4 millioen kronen opbrachten, en andere landen kwam hulp opdagen in allerlei vorm. Duits land zond hele convooien reddings schepen. De Amerikanen snelden uit West-Duitsland te hulp met duizen den manschappen en materiaal, waar onder amphibievaartuigen, ducks en bulldozers. In deze ware titanenstrijd konden duizenden van een wissen dood worden gered en geëvacueerd naar veiliger oorden, waar zij liefde rijk werden opgenomen, niet alleen bij familie, vrienden of bekenden, maar ook bij totaal vreemden, als mede in allerlei andere onderkomens. Ook het pas geopende Huis „Veilige Haven" deed zijn naam alle eer aan. Het verleende eveneens gastvrijheid door warme maaltijden te verstrek ken aan zijn buren, de ambtenaren van de Rijksverkeersinspectie en be vrachtingscommissariaat, die dag en nacht op kantoor bleven. Het hier geschrevene geeft slechts een zeer onvolledig beeld van wat zich allemaal in Rotterdam heeft af gespeeld en er is nog met geen woord gerept over het gewone werk, dat toch ook moest gebeuren. Allereerst was er Zondagmorgen, toen wij van al het bovenstaande nog totaal onkundig waren, in Rotterdam zelf grote consternatie omdat zowat alle loodsen onder water stonden, daardoor in allerijl talloze schepen werden gecharterd om de nog droge goederen eruit te halen, evenals van zelfsprekend de beschadigde. Sleep boten waren onafgebroken in de weer om de schepen te verhalen, hetgeen op zichzelf al een heksenwerk was met de vliegende storm, die nog steeds voortraasde. Een groot ongerief daar bij was dat alle kranen in het water stonden en niet konden function- neren. De lezer zal mij ditmaal willen vergeven dat ik over de aangebrachte en vervoerde ladingen slechts heel kort ben en alleen meld dat er zeer veel werk is geweest, zowel naar binnen- als naar buitenland. Wegens de moeilijkheden in Zee land en de beperkte schutting in We- meldinge ondervond de vaart op België uiteraard hinder, maar daar over zal onze vriend uit Hansweert wel het een en ander te vertellen hebben. De waterstanden op de rivieren zijn weer wassend, maar blijven tot op heden nog binnen normale gren zen. Tengevolge van de noodzakelijke ontruiming van loodsen, pakhuizen en andere opslagplaatsen, waaruit beschadigde goederen moeten worden gehaald, is veel scheepsruimte aan het. beschikbare schepenpark onttrok ken, waardoor de dagprijzen stevig aantrokken. UIT HANSWEERT Na een heel slechte week te hebben beleefd zetten we ons weer om iets te vermelden uit Hansweert. In de nacht van 1 Februari werden we op geschrikt door het luiden van de klok die om die tijd, terwijl er een zware storm woedde, niet veel goeds voorspelde. Nadat we ons in haast gekleed hadden en naar de dijk gingen om te zien wat er gaande was, schrokken we ons naar. Het ruwe water stond gelijk met de dijk en sloeg er op vele plaatsen over heen. Een ontzettend bang gezicht was het alle schepen zo hoog op het water te zien liggen terwijl er geen enkele meerpaal te zien was en de sleepboten met man en macht in de weer waren om de schepen bij elkaar te houden. Angst vallig werd er naar de verlichte wij zerplaat van de klok gekeken of het water, dat met geweldige kracht over de sluizen sloeg, nog hoger kwam. Toen het tijdstip van hoog water na derde, begon, ondanks het geweld, de moed terug te komen dat het houden zou. Doch een geweldige regen- en hagelbui deed blijkbaar te veel kracht op de dijk komen, want kort daarop kwam er politie op de motor aan stormen met. de mededeling dat het water kwam. Ongelooflijk, maar we hebben het gezien dat in tien minuten het water steeg met l1/^ meter in de polder. Een ieder die in het water was op dat ogenblik heeft het niet op de been kunnen houden en moet wel tot de vele slachtoffers behoren. Verslagen waren we al om half vijf Zondagmorgen. Te weten dat deze polder in oorlogstijd driemaal ge- inündeerd werd, was het voor de be woners niet nieuw, maar vreselijk alles weer te moeten verliezen. En nog waren we toen onwetend van alles wat er verder gebeurd was. Alles werd gedaan om zo veel en zo goed mogelijk de mensen die zich nog in hun woningen bevonden te redden. Angstig was het om te zien hoe overal voor de ramen noodseinen gegeven werden met zaklampen. En het was zo donker en zulk noodweer, dat er nog niet veel gedaan kon wor den voor dat het daglicht was. Boten waren er vanzelf niet, doch toen het dag begon te worden en de schepen weer veilig gemeerd lagen op de palen, werd met man en macht begonnen alle beschikbare roeiboten over de dijk te sjouwen en een ieder die kon sprong er in om te helnen. Ware heldenmoed werd er getoond en men wist van geen ophouden. Er werd geen tijd gegund om iets te eten. En het was toch zo'n zwaar werk tegen de stroom en de storm in roeien. Van alle kanten kwamen ook auto's en ziekenauto's nm de slachtoffers op de snelst mogelijke wijze naar het ziekenhuis of goed onderdak te brengen. We wisten toen gelukkig nog niet wat een omvang de ramp aangenomen had, anders waren we zeker allen zo ontmoedigd geweest, dat we tot geen hulp in staat waren geweest. Toen het water wat gezakt was zijn we ook op de sluis gaan kijken om te zien hoe het daar gesteld was. De grote sluis had wel groot gevaar ge lopen en stroomde het water met geweldige kracht onder de weg door. Sluispersoneel, geholpen door ande ren, sjouwden met zakken zand zo hard ze konden en wisten dat te be houden. Hulde voor deze mannen wier huizen ook vol water liepen en waarin nog hun vrouwen en kinderen zaten. De electrische motor van deze sluis stond geheel onder water en het brugdek was ontzet, doch na wat voorzieningen en een onderzoek bleek na een dag dat het mogelijk was met deze sluis te kunnen schut ten. Een dag hebben ze het met hand kracht moeten doen, doch de man schappen van de electrische centrale hebben met man en macht gewerkt en weer een dag later draaide de sluis electrisch. Met de middensluis was het di*oe- vig gesteld. Het water had kans ge zien door een klein gaatje te komen, zodat het toen snel een groot gat was, een gat zo groot, biina zo groot als de kleine sluis zelf. Het kantoor van de sluismeester werd weggesla gen, alleen deklok bleef staan. Alleen de kleine sluis was dus op het eerste gezicht nog beschikbaar om te schut ten, De scheepvaart, welke door het kanaal steeds zo regelmatigkon door gaan, was dus als het ware geheel lamgeslagen. Van alle kanten kwam ook hulp opdagen met de schepen, en deze moesten vanzelfsprekend voorrang hebben. Langzamerhand werd bekend wat er overal gebeurd was. doch zeer be perkt. Een aantal Urker vissers welke in Breskens lagen en welke allen voorzien waren van zend- en ontvang- installaties, voer met volle kracht naar Hansweert om hulp te bieden. Niemand echter wag er die wat wist en die het initiatief durfde te nemen. De heer de Groof, die al meer voor hete vuren gestaan had, nam toen in overleg met de Rijksloods v. d. Kloos ter de zaak in handen en dirigeerde de schepen naar de verschillende bedreigde gebieden en hield er hier één. Dag en nacht werd van hier uit alles geregeld en werd er steeds iets meer bekend wat er gebeurd was en wat er nodig was. Een woord van hulde voor deze vissers en die loods is zeker op zijn plaats. Waren deze er niet geweest dan kunnen we zeg gen, dat er naar alle waarschijnlijk heid nog veel meer slachtoffers ge weest waren en velen nog veel langer in nood gezeten hadden. Tijdens de storm lagen de zeeboten wijd en zijd verspreid over de Schelde, want varen was onmogelijk. Voor de haven lag de Nederlandse boot Alu- dran. Opvarenden die wellicht ge hoord hadden, doch zeer zeker gezien wat er gaande was, hebben spontaan aangeboden en gevraagd om hulp te mogen gaan bieden.De kapitein stond dit gaarne toe en gingen ze met een motorsloep op weg. Laat deze mensen zo vol moed en menslievendheid nu het- ongeluk hebben op een plaat vast te varen. De gehele nacht moesten ze daar verblijven want anders ziet men elk schip of boot zitten doch nu zag men het niet. De andere morgen werden ze met behulp van een sleep boot vlotgetrokken en ziin toen maar naar hun schip teruggekeerd. Dat wat voor deze mensen toch wel heel sneu ,zo vol goede moed ter hulp snellen en dan zo uit te komen. En nu moeten we weer verder. Allerwege wordt er hulD geboden, materieel zowel als financieel en overai wordt er aan dë getroffenen huisvesting verleend. Jammer dat alles toch zo beroerd slecht georganiseerd is. Het is ont moedigend voor de velen, vooral voor de schippers en de Belgen, die met alles kwamen en overal naar toe wil den, dat ze maar van het kastje naai de muur gestuurd werden. Dat is wel beschamend, vooral omdat ze toch met mensen genoeg aan deze organi satie werken. Het schutten van de schepen, zo wel als de klaring gaat weer vrij normaal, al is het met wat vertra ging, doch een ieder schikt zich daar gaarne in, ziende welke ramp ons land getroffen "heeft. Men moet het personeel van de sluizen zowel als die van de douane, welke hun werk weer begonnen hebben, toch bewon deren. want van het sluispersoneel zijn allen hun have en goed kwijt en van de douane de helft. Tijdens de uren van laag water ziet men de slachtoffers met man en macht sjou wen in hoge laarzen en het is zielig om te zien wat en hoe het er nog uit gehaald wordt. Bev rach tingscommi ssariaat district Friesland In opdracht van de Directeur-Gene raal van het Verkeer deel ik u mede, dat ik op grond van het bepaalde in Prijsvaststelling no. 168/31.03/912 d.d. 23 Dec. 1949 van de Directeur-Generaal van de Prijzen heb vastgesteld, dat met ingang van 9 Februari 1953 tot nadere aankondiging de tarieven voor de wilde binnenscheepvaart worden verhoogd met de navolgende ijstoeslag(en) Voor vervoer in en van uit dit dis trict naar alle bestemmingen in Neder land 10 Mte uitzondering van: Plaatselijk werk te Leeuwarden (geen (jstoeslag). De ijstoeslag mag met worden toe gepast op: a. de vergoedingen voor gevraagde motorschepen, schepen voorzien van een opduwer of van een zijserhoef; b. de vergoeding voor deklast; c. de vergoedingen voor het beschik baar stellen van hijstuig en de bediening daarvan; d. de vergoedingen in geldbedragen per ton, vermeld in de „Lijst van goe deren van bijzondere afmeting en/of gewicht" en in de „Lijst van goederen van bijzondere aard".

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 43