Mededelingen uit Holland-
Redacteur:
JAN AANTJES. Adr. van Ostnde-
plein 2, Heemstede. Telef. 35752.
PLICHT.
Luisterend naar de radio werd ons volk vorige week van dag tot dag,
van uur tot uur, en practisch van moment tot moment geconfronteerd met
een ramp, welke steeds veel ernstiger bleek dan men tevoren veronder
stelde. Zelfs vandaag is nog niemand bij machte het leed te peilen, dat over
tienduizenden werd uitgestort. Geen enkel mens zal daartoe trouwens ooit
in staat zijn. Een rilling ging door ons land, toen er gesproken werd over
enkele tientallen omgekomenen. Niemand kon toen vermoeden, dat dit aan
tal zou stijgen tot de vreselijke hoogte, waarop het zich thans bevindt. Zelfs
moeten we vrezen, dat het nog toenemen zal. Wat moet er zijn omgegaan in
de harten dergenen, die van ons heengingen. En van de duizenden, die voor
de poorten van de dood hebben verkeerd, doch op het laatste moment nog
gered werden. Dan spreken we nog maar niet over de massale vernietiging
van aardse goederen. Niet van goederen zonder meer, maar vaak van iets,
dat onder de Zegen van Boven in een mensenleven of geslachtenlange noeste
arbeid werd opgebouwd. Wij agrariërs vooral kunnen ons zo gced voor
stellen wat het betekenen moet have en goed verloren te zien gaan en slechts
het vege lijf te kunnen redden. Ve: slagen en met gebogen hoofd aanschou
wen we de gevolgen van de ramp. Staren we naar hetgeen Gods slaande
Hand over ons land bracht. Diep leefden en leven en innig baden en bidden
duizenden in en buiten ons vaderland mee met hen, die zo zwaar getroffen
zijn. Het kan niet anders of in veler hart moet een waarom opwellen. En dan
herinneren we ons hoe we in het begin van vorige week aan tafel juist het
boek Deuteronomium besloten en kort daarna Jozua 3 en 4 lazen, waarin
Jozua's doortocht aocr de Joraaan en ter gedachtenis daaraan de oprichting
der stenen te Gilgal worden beschreven. Evenals nu deed God toen grote
daden met de wateren, opdat zo lezen we in Jozua 4 24 alle volken
der aarde de hand des Heeren kennen zouden, dat zij sterk is en opdat
gijlieden de Heere, uwen God, vreze te allen dage. Bij alle verlies, hoe
groot ook, zou de watersnood ons rijke winst brengen, indien ze ons er toe
bewoog te leven in de vreeze des Heeren. Moge ons volk daarom vragen.
Bidden wij ook om het inzicht in en het volgen van de roeping tot oprechte
naastenliefde jegens hen, die mede om onze zonden zo oneindig zwaar be
proefd werden. Diep doordrongen van ons rentmeesterschap moge in het
leveren van onze bijdrage tot de hulpverlening iets doorschemeren van het:
Heere, wij geven U dit uit Uw Hand. Wij schreven al, dat ook om onze
zonden God het nodig oordeelde Zijn Almacht op deze wijze te tonen.
Mede daarom zeggen we, dat het plicht is te helpen. Niet zo, dat eerst en
vooral elk eigen belang wordt veilig gesteld. Maar ruim en royaal. Onze
getroffen collega's zullen aan vee behoefte hebben. De tuinders aan glas en
plantgoed. De akkerbouwers aan werktuigen en zaaigoed. Dc veehouders
aan vee, hooi en ruwvoeder. De georganiseerde landbouw is volop bezig
in overleg met de daarvoor aangewezen overheidsorganen deze hulpver
lening te organiseren en te verzorgen. Reeds werd een beroep op U gedaan
en zo dit nog niet geschiedde, kunt U het elke dag verwachten. Wij rekenen
er graag op, dat al onze leden hun plicht zullen verstaan. Straks moet ge
zegd kunnen worden, dat de Nederlandse boeren- en tuindersstand in zijn
geheel zijn taak vervulde. Voor deserteurs, lijntrekkers en de-kantjes-eraf-
lopers is er als het om de hulpverlening nu en straks gaat, persé geen plaats.
Ir. X. J. X. Loomans, over het onder
werp: „Onze boekhouding en de fiscus
bij onteigening". Dit uiterst actuele
probleem zal velen interesseren.
C.B.T.B.-ers .aangesloten bij welke af
deling dan ook, zijn hartelijk welkom.
OPROEP HULPVERLENING
GETROFFEN TUINDERS.
Aan alle tuinders wordt verzocht
overschotten aan plantmateriaal be
schikbaar te houden voor de getrof
fen tuinders. Nadere berichten volgen.
Z;tdagen Secretariaat
In verband met de bijzondere om
standigheden en vele daarmede sa
menhangende vraagstukken hebben
we gemeend de vaststelling der maan
delijkse zitdagen even te maken uit
stellen.
Men verwacht ons
Noord-Holland: Melkmachinedag, D.V.
op Vrijdag 13 Febr. a.s. te 9.30 uur
v.m. in „Het Gulden Vlies", Koor
straat te Alkmaar. Lezingen wor
den gehouden door de heren Ir. A.
Trens en A. Struiving. Tevens wor
den twee films over de melkwin-
ning vertoond.
Lekstreek: De op Donderdag 12 Febr.
vastgestelde praatavond te Grooi-
Ammers gaat niet door.
Gouda e.o.: Rïngjaarvergadering, te
vens praatdag, D.V. op Zaterdag 14
Februari a.s. van. in „Het Blauwe
Kruis". Westhaven te Gouda.
Haarlemmermeer: De linnen- en vlas
dag te Hoofddorp gaat niet door.
Weest op Uw hoede
LEIDEN. Gedep. Staten van Zuid-
Holland hebben op 21 Oct. hun goed
keuring gehecht aan het bij raadsbe
sluit van 9 Juni 1952 vastgestelde plan
tot herziening van het uitbreidings
plan voor de gemeente Leiden voor
1953, met betrekking tot een tei-rein,
gelegen ten Noorden van de Wasse-
noarseweg, hoek Rijnsburgerweg. Hes
goedgekeurde plan ligt voor een ieder
ter inzage ter gemeentesecretarie. Be-
langhebebnden, die zich met bezwa
ren tot de gemeenteraad hebben ge
wend kunnen gedurende een maand
na 20 Januari hun bezwaren indienen
bij de Kroon.
NUMANSDORP. Gedep. Staten van
Zuid-Holland hebben hun goedkeu
ring gehecht aan het uitbreidingsplan
regelende de bestemming van gronden
in het landelijk gebied der gemeente
in hoofdzaak. Het plan ligt ter secre
tarie ter inzage. Belanghebbenden, die
bezwaren bij de gemeenteraad hebben
ingediend kunnen binnen een maand
na 23 Januari beroep instellen bij de
Kroon.
WIERINGERMEER. Van 29 Januari
t.m. 25 Februari ligt ter gemeente
secretarie voor een ieder ter inzage
het ontwerp van liet uitbreidingsplan
in hoofdzaak der gemeente Wierin-
germeer. Belanghebbenden kunnen
gedurende deze termijn hun bezwaren
indienen bij de Gemeenteraad.
VELZEN. Vanaf 24 Jan. ligt gedu
rende vier weken ter gemeentesecre
tarie voor een ieder ter inzage een
ontwerp-uitbreidingsplan aanwijzende
de bestemming van de daarin begre
pen grond in onderdelen voor de om
geving van de rufne van Brederode
te Santpoort.
AMSTERDAM. Vanaf 27 Jan. t.m. 9
Febr. ligt ter gemeentesecretarie van
Amsterdam, Stadhiuskamer 183, voor
een ieder ter inzage het door de ge
meenteraad op 21 Jan. vastgestelde
uitbreidingsplan voor de gronden ter
weerszijden van de Beukenweg hoek
Vrolikstraat. Belanghebbenden, die
zich met bezwaren tot de gemeente
raad hebben gewend kunnen geduren
de zes weken na afloop van boven-
vermellde termijn bezwaren indienen
bij Gedeputeerde Staten.
ONTEIGENINGEN
RONDOM AMSTERDAM.
De afd. Sloten houdt D.V. op
Woensdag 1 Februari a.s., te 8 uur
n.m. in hel Jeugdgebouw der Ned.
Herv. Kerk te Sloten (achter de kerk)
opnieuw een zeer belangrijke aan het
onteigeningsvraagstuk gewijde verga
dering. Spreker is ditmaal de heer
Jaarvergadering Middagvergadering
De namiddagvergadering voor de
akkerbouwers en veehouders werd
geopend met het zingen van „Een
vaste burcht is onze God".
Door de voorzitter werden hierop
verwelkomd de heer Rooiakkers, sec
retaris van de Stichting voor de
Landbouw en de heer Buler, wethou
der van Delft. Deze beide heren spra
ken de vergadering toe.
Hierna was het woord aan Mr. B.
W. Biesheuvel, algemeen secretaris
der Ned. C.B.T.B. Als onderwerp werd
gekozen: „Economische en sociale as
pecten van de landbouw".
Hij begon met de opmerking dat de
term algemeen-secretaris nogal moei
lijk was. Hem bereikte eens de vraag:
„Hoe te doen met een zieke geit, die
jongen moest". Een jurist is echter
nog geen verloskundige, zodat de
vraag niet beantwoord kon worden.
De heer Biesheuvel meende dat in
tegenstelling tot enkele jaren terug
er een zekere ongerustheid heerst in
zake het landbouwbeleid. „Is er", zo
vroeg hij zich af, „inderdaad reden
de toekomst met vrees tegemoet te
zien?"
De rampzalige dertiger jaren zijn
velen zich nog bewust.
Op de internationale grondstoffen-
markt is inderdaad een tendenz van
daling aanwezig. De export van di
verse producten ondervindt thans veel
belemmeringen. Mede door het feit
dat allerlei export-producten van Ne
derland, ook in andere landen wor
den voortgebracht.
Een goede samenwerking in West-
Europees verband wil nog niet best
vlotten.
Alles bijeen genomen is oorzaak dat
er minder vertrouwen is in de orga
nisaties. Hierbij komt echter ook wel
wat gebrek aan activiteit.
Ten opzichte van de P.B.O. staat
men ook nog al wantrouwig, uit vrees
voor een ingekapseld overheidsor
gaan te worden- Hierbij komen zor
gen op technisch terrein (o.a. bij
ziektebestrijding)
Om de vraag af er reden tot vrees
is, te kunnen beantwoorden, achtte
spreker het nodig om het landbouw
beleid onder ogen te zien. Men zal
dan moeten beseffen dat het agrarisch
beleid een onderdeel is van het ge
hele regeer-beleid.
Verschillende phasen in het beleid
van na de oorlog werden besproken.
Het bleek uit de uiteenzetting wel dat
men aanvankelijk de toezegging van
de Minister had overschat. De Rege
ring zocht naar een grondslag voor
bestaanszekerheid voor werkgever en
werknemer. De grondslag hiertoe
werden door de organisaties aan
vaard, maar allerlei nieuwe proble
men kwamen weer naar voren, zodat
alles niet zo goed liep, als men wel
had gewenst. Een voorstel inzake de
prijspolitiek bereikte de Minister,
maar dit werd afgewezen. Het ge
sprek zal weer- opgevat worden, maar
de Minister heeft inmiddels een be
langrijke principiële beslissing geno
men.
Wat de bestaansmogelijkheid be
treft, meende de heer Biesheuvel, dat
men deze in de eerste plaats bij de
boer zelf moet zoeken. Hiertoe diene
initiatief, verstand enz. De organisatie
zal dan tevens van dag tot dag alles
moeten volgen wat zich rond om de
landbouw afspeelt. Daarbij zal het
nodig zijn een gezond economisch, so
ciaal en fiscaal beleid te voeren.
Het verschaffen van enige zeker
heid in de landbouw zal moeilijk zijn,
gezien de grote afhankelijkheid van
het buitenland.
Het streven blijve dus gericht op
een zo levendig mogelijk internatio
naal verkeer.
Spreker achtte het nodig, gezien de
steeds weer gewijzigde omstandighe
den, om een landbouwbeleid te voe
ren met een zekere souplesse.
Spreiding van export zal e.v. de
kwetsbaarheid der export verminde
ren. Men zal dus hiernaar moeten
streven.
De grondpolitiek stond volgens
spreker in het middelpunt der belang
stelling. De vraag is op dit punt:
Beheersing door Overheid of vrije
prijsvorming. Als motief voor af
schaffing der overheidsbeheersing
werd opgegeven de mogelijkheden tot
ontduiking der voorschriften. De heer
Biesheuvel noemde deze materie zeer
moeilijk. Zijn aanvankelijke mening
was, dat bij gebondenheid aan de
ene kant, aan de andere kant de vrij
heid niet zo eenvoudig ligt.
Van groot belang werd het geoor
deeld, dat men als organisatie met po
sitieve denkbeelden komt.
Ten aanzien van de P.B.O. be
treurde de referent het, dat de pro
ductschappen eerder tot stand kwa
men dan de landbouwschappen. Men
behoorde van onderaf te beginnen
met de opbouw der P.B.O.
In enkele grote lijnen werd de
moeilijke weg der P.B O. getekend.
Men behoort niet pessimistisch te zijn,
maar hoopvol. Het is sprekers hart
grondige wens dat het geen ambtelijk
overheidsorgaan wordt, maar een
lichaam uit en van de zes organisaties.
Verschillende zaken maken de
steun van organisaties, die zich on
voorwaardelijk plaatsen op basis van
Gods Woord, noodzakelijk.
Op dit referaat volgde een discus
sie, waarbij het de spreker niet moei
lijk werd gemaaakt.
Na deze discussie sprak Mr. Bies
heuvel nog enkele woorden van ge
lukwensen voor deze jaarvergadering
namens de Ned. C.B.T.B.
Het was hem een genoegen hier te
kunnen spreken, mede om het feit
dat zijn vader zovele jaren in deze
afdeling had gewerkt. Een speciaal
woord van waardering werd gericht
tot de heer Joh. Verlcuyl, voor de
goede samenwerking in de C.B.T.B.
Spreker was blij dat de heer Ver
lcuyl zijn werk voor de Ned. C.B.T.B.
nog voort zal zetten.
Nadat de tuinders weer met de ak
kerbouwers en veehouders in de
grote zaal waren verenigd, dankte
voorzitter van Dijk voor de grote be
langstelling. Hij hoopte dat allen ver
sterkt huiswaarts zouden keren. De
opmerkingen tot het bestuur gemaakt,
zouden worden onder ogen gezien.
Hierna verkreeg Ds. P. van Stricn
het woord. (Ds. W. C. v. d. Brink was
verhinderd.)
Ds. van Strien meende dat er over
allerlei bedrijfsschappen en dgl. was
gesproken. Als laatste woordvoerder
wilde hij spreken over het discipel
schap in het bedrijf. Men dient het
leven niet te splitsen. Ook in het
maatschappelijk leven moet men dis
cipelen van Christus zijn. Hierbij zal
men allerlei afgoden uit het dagelijks
leven moeten weg doen en bedenken,
dat alles uitsluitend moet gaan om
Gods eer. In het bedrijf en het werk
liggen geweldige mogelijkheden tot
zondigen aan de ene kant, maar aan
de andere kant de mogelijkheid om te
leven naar Gods wet. Bij al het doen
en laten moet men kunnen zeggen:
„Uw naam worde geheiligd!" Ds. van
Strien besloot zijn vermanend woord
met de opdracht, dat men zou leven
en worstelen om te zien en te doen
wat God vraagt.
Na gemeenschappelijk zingen van
Psalm 9 1, ging Ds. van Strien in
dankgebed voor en werd deze zeer
geslaagde toogdag gesloten.