Nood over Nederland No. 386 - 13 FEBRUARI 1953 VERSCHIJNT WEKELIJKS. CHRISTELIJKE BOEREW- EN TUINDERSBOND We gaan geen min of meer nauw keurige beschrijving geven over de ramp die vanaf 1 Febr. zich over ons land heeft voltrokken. We zijn ook niet in staat nieuws te schrijven. Maar de diepe indruk welke de grote stormvloed op ons volk heeft gemaakt dwingt vrijwel ieder, er tel kens en telkens naar terug te gaan, naar het grote leed dat het Zuidwes ten van ons land trof. Met de gesprekken die we voeren is het bij velen zo, dat men zakelijk spreekt over de noodzakelijke dingen waarover men handelen moet; maar telkens betrapt men anderen en zich zelf er op, dat men er niet helemaal bij is of zelfs er helemaal niet bij is. De gedachten zijn afgedwaald naar het grote leed dat daar in de Zuid- Westhoek van ons vaderland geleden wordt. Zo moet zo kan het niet anders, of in ons blad moeten we schrijven over de grote smart welke in het getroffen Nederland wordt geleden. De Redactie wil niet anders, en de lezers willen niet anders; al weten beiden dat niet mogelijk is iets nieuws te zeggen Dag aan dag hebben de bladen met bij dit leed misplaatste schreeuwerige koppen, ons ingelicht over de verschrikkelijke ramp. Dag aan dag heeft de radio het uitgeroe pen voor de oren van luisteraars die elke sprankel nieuws als het ware verslonden, hoe erg het was. Ons volk werd medegedeeld het elke dag stijgend dodental, het ver schrikkelijk lijden dat door zeer velen is meegemaakt: de tragedie werd ver haald van duizenden stuks vee die hun leven in de golven lieten: de steeds groter wordende stroken lands die als het ware bedolven werden onder de watermassa's. Dit alles weet ons volk. weten ook onze lezers, en toch ze willen er weer van lezen. Diep is ons volk aangegrepen door de jammer der verwoesting welke over ons land trok. Geen wonder. We waren wel wat gewend op het gebied van overstromingen. Nu hier, dan daar. traden beken en rivieren, meren of zeearmen buiten hun oevers, maar iets als dit kan men in onze ge schiedenis slechts vinden 529 jaren terug, de zogenaamde Elisabetsvloed die in 1424 stukken van Zuid-Holland en N.-Brabantl deed verzinken. Ons volk werd er stil en bedroefd van. Telkens ziet men mannen met staalharde zenuwen bij wie men nooit een traan gezien heeft, wier ogen vochtig worden bij het herinnerd worden aan de zee van jammer, of ook bij het dapper reddingsbetoon van zovelcn die hun leven waagden, als mede bij de verheugende belangstel ling. bet innig medeleven en de enor me bereidwilligheid om hulp te bie den. Bij al de ellende Is dit toch iets Verkwikkends, fïet Koninklijk voor beeld van onze Vorstin, Prinses Wil- helmina en Prins Bernhard heeft mede ons nationaal saamhorigheids gevoel gesterkt. Verblijdend zijn de vele giften in geld en natura. Voor de dadelijke nood van tienduizenden slachtoffers werd in de vorm van eten, kleding en schoeisel in een paar dagen zoveel ge geven dat men verzoeken moest te stoppen. Ook het buitenland heeft zonder uitzondering zijn medeleven door woord en daad getoond. Van het rijke Amerika tot het arme Spanje boden ons steun. Denemarken offerde in een paar dagen 2.2 millioen gulden. Het is verbijsterend. Dit alles wekt de hoop dat het Ne derlandse volk in staat zal blijken, be halve wat het buitenland deed en de Nederlandse regering deed of doen zal, de geleden schade zó te vergoe den dat er niet veel materieel nadeel uit voortvloeit. O zeker we weten het, daar is leed dat niet meer gelenigd kan worden. De honderden over wie de doodsklok heeft geluid of die verzwolgen zijn in de zee, keren niet terug en hun ver wanten zullen treuren. Maar leniging van de stoffelijke ellende is niettemin van grote bete kenis. We wekken onze leden op tot voort gezet hulpbetoon. In de eerste plaats om Uw getrof fen familie te helpen zodat deze niet geholpen behoeft te worden door an deren. Verder door hulp te bieden op allerlei wijze. Help ook mede wat organiseren. Georganiseerde acties brengen al toos meer op dan individuele. Van enkele plaatsen lazen we en dat is juist iets voor onze boeren, om elk een koe beschikbaar te stellen voor getroffen veehouders. Voor gemeenten is een prachtig middel het door een bepaalde ge meente adopteren van een andere ge meente. Dit systeem werkt bijzonder best. Elke gemeente stelt er een ere in de door haar geadopteerde gemeente zo goed mogelijk te verzorgen. Er komt een band tussen beide ge meenten. We vinden dit een prachtig en bovenal een zeer doeltreffend mid del We houden op met het noemen van meer middelen, maar maken hier nog twee opmerkingen over. In de eerste plaats maak U zich a.u.b. nu toch niet bezorgd dat som mige mensen te veel krijgen. Wanneer dit ontstaat door ongeoorloofde be voordeling, moet dit tegengegaan worden. moet dit tegengegaan worden. Maar wanneer dit nu zo eens loopt, maak U dan daarover toch geen zor gen. Het is dan nog maar een kleinig heidje tegenover al het leed dat zij moesten doorstaan. In de tweede plaat® het is mooi en nuttig als ge wat doet waardoor ook anderen bijdragen, als ge organiseert en van alles doet. Schoner echter dan dit alles is wan neer ge zelf wat doet: zelf offert. Zelf waarlijk offert. Daarin ligt grote zedelijke waarde. Helaas moet ook gewag worden ge maakt van de laagste en gemeenste instincten welke bij deze ramp ook weer naar boven kwamen. Gelukkig slechts bij uitzondering. Maar zij zijn er weer de lijken- schenners, die slachtoffers beroven. Ze zijn er weer de beestmensen die op dit schrikkelijk uur rondazen om zich te verrijken. Eigenlijk is deze vergelijking onge oorloofd. Men beledigt de beesten door ze te vergelijken met deze hyena's. Genadeloos behoren deze gestraft te worden. We keren terug naar het grote lij denstoneel. Ons hart krimpt ineen bij zoveel leed. We worden stil. Wat kan Gods doel zijn met deze beproeving? We weten het niet. Hoeden we ons voor elke gedachte alsof er een bijzondere reden in deze getroffen mensen zou zijn. Jezus waarschuwt daar nadrukke lijk tegen, met ver weg te werpen de gedachte van groter zonde van de 18 op wien de toren van Siloam viel en de Gallileërs wier bloed Pilatus meng de met hun offerande. We weten het niet; althans niet vol ledig. Een paar dingen weten we wel. God heeft het nodig geoordeeld aan ons volk en aan de wereld te laten zien dat Hij machtiger is dan alle vorsten en machten. Hij vond het nodig dit Zijn mensen eens overduidelijk voor ogen te stel len. Slaan we het ootmoedig gade en verlosse ons dit van de waan van de hoogmoedige mens die alles meent te weten, alles meent te kunnen. De Heere in de Hemel is geweldiger dan het bruisen van vele wateren. Slechts wie vernacht in de schuil plaats van de Almachtige is geborgen. Niet voor alle leed. Maar wel voor de grootste aller jammeren, eeuwig van God verstoten. Ontroerende blijken van medeleven uit Zwitserland met de beloning er bij, enz. Kortom, onze vriend heeft zich direct afge vraagd: wat kan ik, wat kunnen de Zwitserse boeren voor Nederland doen? Hier is een woord van grote erken telijkheid voor dit medeleven op zijn plaats! Het is niet onze bedoeling de hier geboden hulp in details te gaan be spreken. Terwijl wij dit schrijven is alles nog niet te overzien. Wij hebben de heer Haltinner in een persoonlijk schrijven reeds enig antwoord ge zonden. Wij zijn begonnen met onze dank uit te spreken voor de betoning van zoveel naastenliefde. Voor het overige willen we de te nemen maat regelen nader overwegen en even tueel met de bevoegde instanties over leg plegen. Indien iemand nadere inlichtingen wenst over de door de heer Haltinner aangeboden hulp uit Zwitserland, doet hij voorlopig het beste zich te wenden tot het Bureau van de N.C.B. T.B., Raamweg 28, 's-Gravenhage. RIP. Een van onze beste buitenlandse vrienden is Ir. H. Haltinner, Secreta ris van de Boerenbond in het Kanton St. Gallen in Zwitserland. Een man die met ons de Christus der Schriften belijdt, getrouw lezer van „Ons Plat teland" is en een goed vriend van ons land. Terstond toen Ir. Haltinner hoorde en las van de nationale ramp die ons land getroffen had, schreef hij ons een ontroerende brief. Nadat hij ge vraagd had hoe wij en onze familie het maakte, begon hij de mogelijk heden van hulpverlening uit Zwitser land op te sommen. Reeds meer dan een week geleden was er in Zwitser land door middel van mededelingen per radio een bedrag van meer dan een millioen Zw. francs bijeen om naar ons land over te maken. De heer Haltinner bood zijn mede werking aan om, indien mogelijk, vee uit Zwitserland te sturen, kinderen van geëvacueerden in Zwitserland op te nemen, appelen en aardappelen te zenden, werkloos geworden landar beiders in Zwitserland te plaatsen HILLESHOC D- HILLESH06 STANDAARD de vroegrijpende E biet vroegrijpend"hooggehalte \i..vkóitA'rtosoi '•zwer'&'CBP V*Arsci'ixpri'CANCSI *AN' 'fr' ''amstfroAM-.'

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 33