Russen beheersen Donau HET SPROOKJE Een nieuw kanaal door de Dobroedsja M Ö>L[(X- van de ijsbloemen griep zo öenk IK €R OV€R FRIESE KOERIER Vrijdag 13 Februari 1953 (Advertentie). (Van een speciale medewerker) TJE DONAU, eens een der belangrijkste internationale water- verbindingen, bevaren door schepen van bijna alle Europese na- ties is sedert enkele jaren door de Russen veranderd in een soort „binnenlands vaarwater" van het Sowjet-imperium, Als men zo op een van de beide oevers van deze grote rivier staat en men slaat het nog altijd zeer drukke scheepvaartverkeer gade, dan komt men tot de conclusie, dat er nog altijd een geweldig druk internationaal ver keer is. Beziet men echter de vlaggen van de langs varende schepen een beetje nauwkeuriger, dan moet de gevolgtrekking toch wel enigszins gewijzigd worden. De schepen immers voeren vrijwel alle de vlaggen van de Sowjet-Unie en haar satellietstaten. In feite is het dan ook zo, dat de Russen deze rivier geheel beheersen. Moskou heeft zich men kan dit reeds bij oppervlakkige beschouwing constateren zonder meer meester gemaakt van bijna alle koopvaardij vloten der landen, die de Donau als waterweg plegen te gebruiken. Meestal is dit gebeurd, zoals bijvoorbeeld in het geval-Oostenrijk. door de stichting van gemengde rhaatschappijen, waar in de Russische zeggenschap net groot genoeg is om de lakens te kunnen uit delen. Practisch is het zo, dat alleen Joegoslavië er verantwoordelijk voor is, dat de Donau nog niet als een zui ver Russische riviehr kan worden be stempeld, een rivier, waarover de eco nomische buit uit de satellietstaten naar de Sovjet-Unie wordt gevoerd. De Russen moeten nu eenmaal de Zuidslavische schippers op de rivier dulden, want deden zij dat niet, dan zouden ze zich bloot stellen aan re presailles, die Tito ongetwijfeld op zijn deel van de Donau zou nemen, zeer tot ongerief van het Russische trans port uit Oostenrijk. Dit neemt niet weg, dat incidenten tussen de Zuid-Slaven en het Kominformkamp er practisch aan de orde van de dag zijn! Doch daarover willen we het deze keer niet hebben; veeleer willen we in dit artikel het gigantische plan bespre ken, dat op bevel van de Russen door de Roemenen, ter verbetering van de waterweg, die Midden-Europa met de Zwarte Zee verbindt, wórdt uitge voerd. Nieuw kanaal en nieuwe haven Nog onlangs werd de aandacht op dit reuzenwerk gevestigd door een der vele processen in Roemenië. Er ston den daar nu niet politieke tegenstan ders van de communisten terecht, doch enige tientallen ingenieurs en arbei ders, die werkzaam waren geweest bij de aanleg van een groot kanaal tus sen Tsjernavoda en de Zwarte Zee. De mannen zouden zich schuldig hebben gemaakt aan sabotage, verricht „op last van de Amerikaanse en Britse geheime diensten" Zij waren echter niet gearresteerd door de Roemeense politie, maar door speciale Russische ambtenaren. Natuurlijk hebben de ver dachten bekend en kregen ze hoge straffen, sommigen zelfs de doodstraf. Alles volgens beproefd Russisch recept. Het behoeft geen betoog, dat de aan klacht duidelijk volkomen gefingeerd was. Er behoeft n.l. geen twijfel over te bestaan, dat de werkelijke aanlei ding tot de ontdekking van het „com plot", was. dat men zondebokken no dig had, die er voor moesten boeten, dat het werk aan het kanaal lang niet zo snel vorderde als de Russen geëist en de Roemenen beloofd hadden. In 1949 is het werk begonnen en de Roemenen verklaarden toen, dat het in vijf jaar zou zijn voltooid. Ruim drie. jaar zijn er nu verstreken en het werk blijkt nog niet voor een vijfde deel kiaar te zijn. Er moest dus een „samen zwering" worden ontdekt, opdat men de schuld van deze grote vertraging in de schoenen van „saboteurs en hun 1 Anglo-Amerikaanse opdrachtgevers' zou kunnen schuiven. Het bewuste kanaal tot de aanleg waarvan Roemenië eigenlijk is gedwon gen, want het werk gaat de economi sche en technische krachten van het land ver te boven moet de geweldi ge bocht afsnijden, die de Donau in haar benedenloop op Roemeens ge bied beschrijft. By Tsjernavoda, waar de rivier in haar omweg naar het Noorden de Zwarte Zèe het dichtst na dert, bedraagt de afstand naar de zee slechts 45 km, terwijl zij vandaar tot de natuurlijke uitmonding bij Soelina meer dan 300 km lang is. Het nieuwe kanaal, dat de weg naar zee dus met vier-vïjfde zal bekorten, zal voorbestemd zijn om te worden bevaren niet alleen door rivier-, maar ook door zeeschepen. Tsjernavoda zal een vloedhaven worden en Midia, de plaats aan de Zwarte Zee waar het kanaal zal uitmonden, krijgt een ha ven, die zes maal groter zal zijn dan die van het Zuidelijker gelegen Con- stantza. Uitvoering in dwangarbeid ALS de communistische macht hebbers in Roemenië bewe ren, dat de uitvoering van zulk een kolossaal werk alleen maar onder het tegenwoordige regime "A BESTE VRIENDJES EN VRIENDINNETJES, Ja, nu is het een rare boel: De Kleine Koerier heeft griep. Er is nie mand die deze v:eek plaatjes kan tekenen bij het verhaal. Zelf heb ik het ook al te pakken; ik zit met een grote wollen doek om m'n oren te schrij ven. Wat een toestand, hé? Een versje van jullie zelf kunnen we nu oolc, niet best afdrukken, daar hoort immers een plaatje by! Maar als we denken aan de arme mensen uit de noodgebieden, waarmee dingen zijn gebeurd,, zó veel erger dan een griepje of het ontbreken van het kinderhoekje in de krant, dan brom men vje maar niet. Ik wou nog iets zeggen over de rebus van vorige week. Die zon, die hele maal rechts onder het woordje ,.JlIarja" is afgedrukt, hoort er niet bij.' Je zou er door in de war kunnen raken. Het was een vreemde drukfout, want_ die zon hoorde bij het versje van de gesmolten sneeuivman, boven aan. Ik denk dat de meneer die de krant drukt, ook al een beetje in de war is geweest, want de onderschriften bij de tekeningetjes van het verhaal waren ook verwisseld. Maar misschien hebben jullie uit jezelf al ivel begrepen, dat het woordje „dansmasker" niet bij het óostuum met die rare zwarte benen hoorde, en omgekeerd! Nu hoop ik maar dat jullie niet óók allemaal griep krijgen, en dat we volgende week met frisse moed zullen beginnen. Dag allemaal! Veel groeten en een hand van jullie vriendin LANG, heel lang geleden, lag op een koude winternacht een ziek jongetje vanuit zijn bedje naar de maan te kijken, die daar bleek vanuit de donkere hemel naar omlaag staarde. Opeens hoorde hij tikken tegen het ven ster, tik, nog een keerHij keek en even was het alsof hij droomde. Voor 't raam stond nl. een reusachtige sneeuwpop, die met zijn logge hoofd vriendelijk naar hem knikte. „Dag, Jantje", zei hij, „Hoe gaat het met je? Ben je nu nog niet beter? Vorig jaar om deze tijd, toen ik hier langs kwam, lag je ook al ziek in je bedje en mag je er nu nog niet uit arme jongen?" „Maar ik ken U niet, wie bent U eigenlijk?" .vroeg Jantje verlegen. „Wat?" riep de sneeuwman ver wonderd uit, „ken je mij niet?" „Ha, ha, ha!" Hij lachte zo, dat hij met zijn beide armen zijn dikke witte buik vast moest houden. „Ha, ha, ik ben Koning Winter. Ieder jaar in de tijd, die jullie Winter noemen, ver laat ik voor een poosje mijn eigen land en regeer ik hier met vaste hand. Ik bedek dan de rivieren, kanalen en sloten met een dikke ijslaag, zodat jong en oud zijn hart op kan halen aan de schaatssport; ik dek de aarde toe met een wit wollen kleed, dat jul lie sneeuw noemen en soms, als ik heel goed gehumeurd ben, tover ik van die fijne witte slingers om de takken van bomen en struiken, waar van het net lijkt of Engeltjes er dun ne draden doorheen gesponnen heb ben. Dat doe ik allemaal; nu zul je wel niet meer zeggen, dat je me niet kent." „Neen," gaf Jantje toe. „Nu weet ik wel wie U bent, ik had U alleen nog nooit gezien en daarom was ik zo ver baasd." „Maar ik kende jou wel hoor! Vo rig jaar, toen ik langs jullie huis kwam, zag ik je liggen in je bedje; waarom kijkt dat jongetje zo treurig?, vroeg ik me af, maar toen zag ik op het tafeltje naast je bed een heleboel flesjes staan met witte etiketten er op en bittere drankjes er in en ik dacht; o, hij is ziek en daarom kan hij niet opgewekt kijken. Ik had echter niet gedacht, dat je een jaar later nog niet beter zou zijn." „Neen." zuchtte Jantje, „maar het is toch zo," en zijn gezichtje betrok. „Ik lig hier altijd maar in huis; 's zo- raers kan ik niet met de kinderen buiten spelen, kan ik niet naar buiten gaan om bloemen te plukken voor mijn Moeder en 's winters kan ik niet met mijn schaatsen onder de arm mee gaan naar de ijsbaan, maar moet ik vanuit de kamer naar de andere kin deren kijken,' die elkaar bekogelen met sneeuwballen en die een grote sneeuwpop maken." Hij werd zo ver drietig, dat een traan langs z'n wan getje biggelde, en nog één, en nog één Bloemen „Nou, stil maar," troostte Koning Winter. „Ik zal voor jou iets maken, dat geen van de andere kinderen heeft," en terwijl hij met zijn adem tegen de ruit blies, tekende hij er met zijn vinger de prachtigste figuren in; bloemen, veel bloemen, maar ook herten, vlinders en sierlijke figuren en nog veel meer. En omdat de adem van de winterkoning zo koud was, bevroor alles dadelijk. „O, wat mooi," zuchtte Jantje en vol bewondering staarde hij naar het prachtige kunststuk. Een week lang kwam Koning Win ter iedere nacht terug en iedere nacht weer tekende hij op de ruiten schit terende schilderijen, het een nog mooier dan het ander. Na een week was Jantje zo opgevrolijkt, dat de dokter hem toestond een uurtje op te staan; nog een week later mocht hij er al twee uur af en zo kwam de dag, dat Jan weer met zijn vriendjes bui ten kon gaan spelen. En wanneer de mensen hem vroegen, hoe het kwam, dat hij zo plotseling beter was gewor den, antwoordde hij: „Dat heeft Ko ning Winter gedaan, die tekende iedere nacht mooie taferelen op de ramen en dat maakte me zo blij, dat ik op het laatst gewoon niet meer in bed kón blijven." Maar er v/aren over de hele wereld nog veel meer zieke jongetjes, die be hoefte hadden aan vrolijkheid, en niet alleen zieke jongetjes, maar ook ge zonde mensen moeten soms opgevro lijkt worden. Dat wist ook Koning Winter, en toen hij al lang weer in zijn paleis was teruggekeerd dacht hij een plan uit, om alle mensen te laten genieten van de ijsversieringen. Hij riep zijn voornaamste helpers bijeen en hij leerde hun hoe ze de ramen met bloemen, dieren en andere figuren konden versieren. De hele lange zomer waren ze daar druk mee bezig, want het was geen gemakkelijk werk. Maar toen het dan ook Winter was geworden, verlieten allen het ijs paleis en gingen op weg naar het land van de mensen, waar ze tijdens koude vriesnachten de ramen van huizen en gebouwen met hun tekeningen ver sierden. Ieder jaar komen ze weer en< doen stil hun werk om na een poosje weer terug te keren naar hun land, waar de huizen plaats hebben gemaakt voor uitgestrekte sneeuwvelden en waar alle wateren toegevroren zijn. En de tijd, die ze daar zijn, brengen ze door met het verzinnen van nieuwe versierselen, die ze dan 's winters weer aan de mensen tonen. En als je dus op zo'n koude winter morgen bij het opstaan de ramen van je kamertje bedekt ziet met bloemen en dieren van ijs, dan weet je, dat daar die nacht één van die wonderlij ke wezentjes aan het werk is geweest, die jou met zijn schilderkunst wilde verrassen. ANS VAN 'T STICHT mogelijk is, dan hebben zij in elk geval op één punt gelijk: de ver schaffing der vele werkkrachten geschiedt vooral volgens het ge ijkte Sowjetsysteem bij de uit voering van grote werken, nl. het systeem van de dwangarbeid. Van de rond 250.000 politieke gevangenen, die Roemenië op het ogenblik telt, zijn er volgens betrouwbare berichten niet min der dan 60.000 bij de aanleg van het kanaal te werk gesteld. Dat zijn in hoofdzaak aanhangers van de oude, verboden politieke partijen, vroegere kooplieden, grondbezitters, leden der „vrije beroepen" en „economische sa boteurs" kortom allemaal on tevredenen en dus voor het hui dige regime lastige elementen. Het wei-k der dwangarbeiders be slaat in hoofdzaak uit graafwerk en het kloppen van stenen. De „norm" d.w.z. de arbeidsprestatie per man per dag is het verplaatsen van vier ku bieke meter aarde of het kloppen van een kubieke meter steen. Wie deze ;norm, die van gemeenlijk ondervoede gevangenen een bijna bovenmenselijke inspanning eist, niet vervult, krijgt geen brood! Zowel de huisvesting van de dwangarbeiders in primitieve ba rakken zonder sanitaire inrichting, als de voeding, die in hoofdzaak uit 500 gram brood per dag bestaat, zijn vol komen ontoereikend. De sterfte onder deze mensen is dan ook buitengewoon groot; ei- zijn veel te weinig artsen en het klimaat in de Dobroedsja is moordend. Maar Mos kou heeft, bevolen, dat Roemenië het Donau-Zwarte Zee-kanaal moet aan leggen en dus wordt er gewerkt, ook al ontbreekt het aan de middelen om het op ziehzelf nuttige project op nor male wijze uit te voeren. Neem ter bestrijding van de krachtig werkende HET OUWEL-CACHET WAARBORGT SMAAKLOOS EH GEMAKKELIJK INNEMEN (Plaatsing van stukken in deze rubriek betekent niet dat de redactie met de inhoud instemt. Ze bedoelt alleen de stem der lezers te laten horèn. Ten over vloede wijzen we erop, dat de namen van degenen, die een mening in deze rubriek naar voren brengen, bij de redactie bekend moeten zijn.) Stilte en inkeer Zondag 8 Februari; een dag van stilte en inkeer, 's Morgens had ik de vlag halfstok uitgehangen, en de radio speelde stemmige muziek, 's Middags plm. twee uur kwamen de „wilde hor den" de Dracht bevolken, vloeken en „gezang" van „Bokkie bè" en hoe dat fraais meer luidt, wisselden elkaar af. De portieken stonden (als alle Zonda gen) vol met opgeschoten knullen, iedereen iets (meestal onbehoorlijks) achterna schreeuwende. Als gewoon lijk sneuvelde een ruit, en dank zij het feit dat de bioscopen dicht waren, duurde deze toestand tot na tien uur. Zo werd de nationale rouw hier in de hoodfstraat van Heerenveen bedre ven. Een rustige middag hebben wij, helaas, op Dinsdag; wij hadden die lie ver op Zondag. Is tegen deze dingen niets te doen? Heerenveen. Een Drachtbewoonster. Bescherming van de Burgerbevolking De heer Schurer, hoofdredacteur van de „Koerier", was jaz-en geleden anti militarist en keerde zich met ons tegen oorlog en oorlogstoerusting. In de jaren 1940'45 kregen de anti-militaristen het al moeilyker; ze hadden in het openbaar niets meer te zeggen. Maar wij werden geen aanhanger van een der strijdende partyen. Aan onze han den kleeft geen druppel bloed. Geluk kig. En u, mijnheer Schurer? Ik maak me sterk dat u zich heeft aangesloten bij een of andere ondergrondse ploeg. Tientallen wedstrijden stellen de spelers heel andere problemen dan b.v. het spelen van een winterwed- strijd. In het eerste geval gaat het meer om het belang van club, stad of land, in het tweede geval is het eigenlijk alleen een persoonlijke aan gelegenheid. De verantwoording, die de spelers van een tiental op zich nemen, drukt vaak te zwaar op hen. Het gevolg is, dat er door nervositeit vele fouten worden begaan en dit houdt weer in, dat de opstelling niet zo gemakkelijk is. De gewone volgorde, zoals die ont staat uit de winterwedstrijden, is vaak niet de beste. Zij die de kunst verstaan om rustig te blijven in moei lijke omstandigheden, verdienen een hogere plaats in het team dan de spe lers, die mogelijk op betere resulta ten kunnen bogen, maar die in tien tallen wedstrijden hun hoofd niet koel weten te houden. Met dit probleem worstelt de schaakclub „Philidor" al vele jaren. Het trad ook weer op de voorgrond in do laatste wedstrijd tegen V.V.G-A., in welk treffen de volgende partij werd gespeeld. Wit: Prof. dr W. F. Werlheim. Zwart: H. Kramer (Colle-opening). 1. d2d4, Pg8—f6: 2. e2—e3, g7— g6; 3. Lfl—d3, d7d5; 4. Pgl—£3, c7 c5; 5. c2c3, Pb3—d7; 6. Pbl—d2, Lf8g7; 7. 0—0, 0—0; 8. Ddl—e2, Dd3c7; 9. e3e4. (Deze opsloot in het centrum vormt de pointe van wits opstelling). 9e5xd4! 10. c3xd4! (Plet bes te; na 10. eó is 10. Ph5! sterk, en na 10. Pxd4 is 10. Pc5 mogelijk). 1 0d5xe4; 11. Pd2xe4, Pf6xe4 (uitdagend gespeeld, maar zwart wil het na 11b6; 12. Lg5, Lb7; 13. Tacl onvermijdelijke tempoverlies voorkomen). 12. De2xe4, Pd7f6; 13. De4h4, Lc3e6. (Om van de zwak te van wits geïsoleerde d-pion te pro fiteren, gaat zwart het veld d5 be zetten). 14. Tfl—el, Tf8d8; 15. Lel f4, Dc7d7; 16. Lf4e5. (Nu dreigt wit 17. Pg5, gevolgd door 18. Lxf6). 16Le6—d5! (Dreigt 17 Lx£3, en houdt voor 17. Pg5 het ant woord 17h6 in petto). jw Rü 4 i "*i i Y i 17. Tel—e3!?, Pf6—g4! (Leidt tot grote verwikkelingen). 18. Le5xg7, (Na 13. Pg5 volgt 18h6; 19. Lxg7, Kxg7; 20. Tg3, h5, of misschien nog sterker meteen 18h5. Merk op dat 13. Te2, faalt op 18Lxf3; 19. gxf3, Pxeö en zwart wint). 18. Pg4xe3! 19. Pf3—e5. (Op 19. Lh6 volgt 19Dg4! 20. Lxe3, Lxf3, op 19. Pg5 komt eerst 19. h5, en 19. fxe3, wordt beantwoord met 19Lx£3! 20. gxf3', Kxg7). 19Pe3—f5! 20. Dh4—f4, Dd7 e6; 21. Lg7—h6, Pf5xh6; 22. Df4xh6, De6f6; 23. Tal—el, Ta3—c8; 24. f2 —f4, Df6—b6! 25. f4—f5! (Een laatste gevaarlijke poging). 25Db6xd4-K" 26. Tel—e3, Dd4xb2! (Dreigt mat op g2). 27. Ld3 fl, Tc8cl! (Dreigt opnieuw 28. Dxg2 mat). 28. Dh6—h3. (of 28. Tg3, Txfl 29. Kxfl, Lc4+! 30. Pxc4 Tdl mat). 23Tclxfl 29. Kglxfl, Ld5 xg2+! en wit gaf op, want na 30. Dxg2, Tdl+; 31. Tel, Txel 32. Kxel, Dxg2 verliest hij zijn dame. Probleem nr. 231 van M. Wrobel. (Ie prijs El Ajedrez Argentino 1950).) Koning 1 Vinter zorgt niet alleen voor mooie bloemen op de ramen, ijs in vaar ten en plassen, maar. ook de bomen langs de sloten krijgen een bijzonder aanzien. Het is altijd een pracht gezicht zo'n knotwilg langs de kant van de sloot Wit: Kcl, Dg6, Ta6 en el, La2 en ;6, Pd2 en e2, pi.b4, b5 (10 stukken). Zwart: Kd5, Dc7, Te8, Lh2 en g2, Pd8, pi.c4, h6 (3 stukken). Wit speelt en geeft mat in twee zet ten. Oplossing tot uiterlijk over twee weken aan het onderstaande adres. Oplossing probleem m. 227 (Gul- om Nederland en Oranje, op bevel van over zee, desnoods gewapenderhand te helpen. En nu, wat is er overgebleven van al uw mooie gedachten? Uw arti kelen in de Koerier zyn me niet uit het hart gegrepen, maar wat ge laatst voor de radio hebt gezegd over de be scherming van de burgerbevolking, dat is ver beneden peil. Deze B.B. is net als de luchtbescherming voor 1940: oorlogsvoox-bereiding. Ach, waarde heer Schurer, gij weet dat heel goed, maar gij doet mee als de grote massa. Waar is thans de eenvoudige, maar conse quente onderwijzer, die zijn baan offer de voor zijn beginsel? Opgeslokt door het monster militarisme. Bij de geeste lijke afsterving van de Lemster onder wijzer pink ik een traan weg. Voor de radio heer Fedde Schurer past ons slechts medelijden, of verachting. Bolswara.' D. de Wit. Voetballen in Oudehorne Ruim dertig jonge mannen in Oude horne hebben een voetbalclub opge richt en willen de sport in eigen dorp beoefenen. De zaak zit alleen nog maar vast op een geschikt terrein. Een café hebben we hier wel, maar geen sport veld. Is er iemand, die hier raad op weet? Zuk een terrein zou ook voor andere gelegenheden zeer goed bruik baar zyn. Oudehome. B. Schuldig Dadelijk na de grote overstroming zijn de communisten er bij om de Over heid alle schuld van deze ramp in de schoenen te schuiven. Begrijpen de communisten niet. dat geen mens zich met zekerheid kan wapenen tegen los brekende natuurkrachten. Zy zyn nog veel sterker dan alles wat menselijk vernuft kan bedenken, ook op het ge bied van vernietiging. In de heilige schrift is voorspeld, dat de Joden ten eeuwigen dage vervolgd zullen worden, en zie, de communisten maken zich op om deze voorspelling uit te voeren. Zeer veel dingen in het wereldgebeu ren begrijpt ook de Christen niet; maar wel, dat de mensen door deze ramp weer zijn wakker geschud uit hun zelfzuchtige rust tot werkdadige naas tenliefde. Want een schuld aan onze naaste hebben wij allen. Drachten. F. de Boer. Weg door Oranjewoud In de Koerier van 29 Januari werd beweerd dat de weg door Oranjewoud, zoals die nu is geprojecteerd, reeds in plan zou zijn vastgelegd in '46-'4S. Dat betwijfel ik sterk. Ik weet, dat de pi ketpaaltjes pas in 1952 zijn vastgesteld en dat men eerst het huis van de heer Telgenhof niet eens op kaart had. Vol gens het bestuur van Plaatselijk Be lang zou eerst de Kon. Julianaweg worden afgesloten. Blijkbaar tengevol ge van actie werd er een ééndagstel- ling gehouden van het verkeer op beide wegen in een tijdvak, waarin de Prin ses Wilhelminaweg geen toeristenver keer had. Die telling had men ook wel achterwege kunnen laten. Maar zij bracht de beslissing over de afsluiting van de Pr. Wilhelminaweg, de modern ste en de breedste. De bevolking is niet meegedeeld dat er bezwaren konden worden inge bracht. Toch geloof ik dat Plaatselijk Belang wel op de hoogte was, en een actie had. kunnen ontwikkelen voor het openhouden van beide wegen. Een ver gadering over deze zaak is er nimmer geweest. Het heeft misschien geen zin hier over te schrijven, omdat er toch waar schijnlijk niets zal veranderen. Maar brede, moderne wegen afsluiten, vlak bij een te maken industrieterrein, en dubbel verkeer langs smalle wegen lei den, dat is toch allesbehalve doelmatig. O. N. Gewetensgeld Naar aanleiding van het stukje van W. onder het opschrift: Gewetensgeld? gaarne het volgende. In Tjalleberd werd rondgebeld, dat er zo spoedig mogelijk kleren zouden worden ingezameld voor de ramp. Ieder kon de Meren Maarzoeken, ze werden opgehaald. Alles is halsoverkop gebeurd, er wa3 zo goed als geen organisatie of voor bereiding; in de eerste plaats waren kleren nodig. Bij sommigen werd een lijst gepresenteerd, bij anderen niet. Dit werd zo opgevat, dat de lijst er bij was voor het geval men geen kleren had af te geven. Ik geloof dat byna niemand er erg in gehad heeft dat dit DE lijst was, zoals die werd verwacht. Er is en komt nog gelegenheid ge noeg om geld, hooi en vee toe te zeg gen. Inmiddels zijn er die hun giften stortten op het bekende gironummer in Den Haag. W. moest zich niet zo gauw ongerust maken, en niet te vroeg spre ken van gewetensgeld. Tj- P. Vliegtuigen geruild voor katoen Voor het eerst in de geschiedenis van de Engelse vliegtuigbouw zijn vliegtuigen geruild voor andere waar. Engeland zal zeventig straaljagers aan Brazilië leveren voor vier milli- oen pond sterling en Brazilië levert voor dit bedrag ruwe katoen aan En geland, ongeveer 15.000 ton. (A.N.P.) jajev) mat in drie zetten door 1. Te6- h6!, Lf2; 2. Tc2! of 1. Lxc7; 2 Dg5. Fout is 1. Th7?, Lf2!; 2. Txf2, en zwart staat pat. H. Kramer. Lammerstr. 14, Leeuwarden-

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4