Russen beheersen Donau
HET SPROOKJE
Een nieuw kanaal door de Dobroedsja
M
Ö>L[(X-
van de ijsbloemen
griep
zo öenk IK €R OV€R
FRIESE KOERIER
Vrijdag 13 Februari 1953
(Advertentie).
(Van een speciale medewerker)
TJE DONAU, eens een der belangrijkste internationale water-
verbindingen, bevaren door schepen van bijna alle Europese na-
ties is sedert enkele jaren door de Russen veranderd in een soort
„binnenlands vaarwater" van het Sowjet-imperium, Als men zo op
een van de beide oevers van deze grote rivier staat en men slaat het
nog altijd zeer drukke scheepvaartverkeer gade, dan komt men tot
de conclusie, dat er nog altijd een geweldig druk internationaal ver
keer is. Beziet men echter de vlaggen van de langs varende schepen
een beetje nauwkeuriger, dan moet de gevolgtrekking toch wel
enigszins gewijzigd worden. De schepen immers voeren vrijwel alle
de vlaggen van de Sowjet-Unie en haar satellietstaten. In feite is
het dan ook zo, dat de Russen deze rivier geheel beheersen.
Moskou heeft zich men kan dit
reeds bij oppervlakkige beschouwing
constateren zonder meer meester
gemaakt van bijna alle koopvaardij
vloten der landen, die de Donau als
waterweg plegen te gebruiken. Meestal
is dit gebeurd, zoals bijvoorbeeld in
het geval-Oostenrijk. door de stichting
van gemengde rhaatschappijen, waar
in de Russische zeggenschap net groot
genoeg is om de lakens te kunnen uit
delen. Practisch is het zo, dat alleen
Joegoslavië er verantwoordelijk voor
is, dat de Donau nog niet als een zui
ver Russische riviehr kan worden be
stempeld, een rivier, waarover de eco
nomische buit uit de satellietstaten
naar de Sovjet-Unie wordt gevoerd.
De Russen moeten nu eenmaal de
Zuidslavische schippers op de rivier
dulden, want deden zij dat niet, dan
zouden ze zich bloot stellen aan re
presailles, die Tito ongetwijfeld op zijn
deel van de Donau zou nemen, zeer
tot ongerief van het Russische trans
port uit Oostenrijk. Dit neemt niet weg,
dat incidenten tussen de Zuid-Slaven
en het Kominformkamp er practisch
aan de orde van de dag zijn!
Doch daarover willen we het deze
keer niet hebben; veeleer willen we in
dit artikel het gigantische plan bespre
ken, dat op bevel van de Russen door
de Roemenen, ter verbetering van de
waterweg, die Midden-Europa met de
Zwarte Zee verbindt, wórdt uitge
voerd.
Nieuw kanaal en
nieuwe haven
Nog onlangs werd de aandacht op
dit reuzenwerk gevestigd door een der
vele processen in Roemenië. Er ston
den daar nu niet politieke tegenstan
ders van de communisten terecht, doch
enige tientallen ingenieurs en arbei
ders, die werkzaam waren geweest bij
de aanleg van een groot kanaal tus
sen Tsjernavoda en de Zwarte Zee. De
mannen zouden zich schuldig hebben
gemaakt aan sabotage, verricht „op
last van de Amerikaanse en Britse
geheime diensten" Zij waren echter
niet gearresteerd door de Roemeense
politie, maar door speciale Russische
ambtenaren. Natuurlijk hebben de ver
dachten bekend en kregen ze hoge
straffen, sommigen zelfs de doodstraf.
Alles volgens beproefd Russisch recept.
Het behoeft geen betoog, dat de aan
klacht duidelijk volkomen gefingeerd
was. Er behoeft n.l. geen twijfel over
te bestaan, dat de werkelijke aanlei
ding tot de ontdekking van het „com
plot", was. dat men zondebokken no
dig had, die er voor moesten boeten,
dat het werk aan het kanaal lang niet
zo snel vorderde als de Russen geëist
en de Roemenen beloofd hadden.
In 1949 is het werk begonnen en de
Roemenen verklaarden toen, dat het
in vijf jaar zou zijn voltooid. Ruim drie.
jaar zijn er nu verstreken en het werk
blijkt nog niet voor een vijfde deel
kiaar te zijn. Er moest dus een „samen
zwering" worden ontdekt, opdat men
de schuld van deze grote vertraging
in de schoenen van „saboteurs en hun
1 Anglo-Amerikaanse opdrachtgevers'
zou kunnen schuiven.
Het bewuste kanaal tot de aanleg
waarvan Roemenië eigenlijk is gedwon
gen, want het werk gaat de economi
sche en technische krachten van het
land ver te boven moet de geweldi
ge bocht afsnijden, die de Donau in
haar benedenloop op Roemeens ge
bied beschrijft. By Tsjernavoda, waar
de rivier in haar omweg naar het
Noorden de Zwarte Zèe het dichtst na
dert, bedraagt de afstand naar de zee
slechts 45 km, terwijl zij vandaar tot
de natuurlijke uitmonding bij Soelina
meer dan 300 km lang is.
Het nieuwe kanaal, dat de weg naar
zee dus met vier-vïjfde zal bekorten,
zal voorbestemd zijn om te worden
bevaren niet alleen door rivier-, maar
ook door zeeschepen. Tsjernavoda zal
een vloedhaven worden en Midia, de
plaats aan de Zwarte Zee waar het
kanaal zal uitmonden, krijgt een ha
ven, die zes maal groter zal zijn dan
die van het Zuidelijker gelegen Con-
stantza.
Uitvoering in
dwangarbeid
ALS de communistische macht
hebbers in Roemenië bewe
ren, dat de uitvoering van zulk
een kolossaal werk alleen maar
onder het tegenwoordige regime
"A
BESTE VRIENDJES EN VRIENDINNETJES,
Ja, nu is het een rare boel: De Kleine Koerier heeft griep. Er is nie
mand die deze v:eek plaatjes kan tekenen bij het verhaal. Zelf heb ik het
ook al te pakken; ik zit met een grote wollen doek om m'n oren te schrij
ven. Wat een toestand, hé?
Een versje van jullie zelf kunnen we nu oolc, niet best afdrukken, daar
hoort immers een plaatje by! Maar als we denken aan de arme mensen
uit de noodgebieden, waarmee dingen zijn gebeurd,, zó veel erger dan
een griepje of het ontbreken van het kinderhoekje in de krant, dan brom
men vje maar niet.
Ik wou nog iets zeggen over de rebus van vorige week. Die zon, die hele
maal rechts onder het woordje ,.JlIarja" is afgedrukt, hoort er niet bij.'
Je zou er door in de war kunnen raken. Het was een vreemde drukfout,
want_ die zon hoorde bij het versje van de gesmolten sneeuivman, boven
aan.
Ik denk dat de meneer die de krant drukt, ook al een beetje in de war
is geweest, want de onderschriften bij de tekeningetjes van het verhaal
waren ook verwisseld. Maar misschien hebben jullie uit jezelf al ivel
begrepen, dat het woordje „dansmasker" niet bij het óostuum met die
rare zwarte benen hoorde, en omgekeerd! Nu hoop ik maar dat jullie niet
óók allemaal griep krijgen, en dat we volgende week met frisse moed
zullen beginnen.
Dag allemaal! Veel groeten en een hand van
jullie vriendin
LANG, heel lang geleden, lag
op een koude winternacht een
ziek jongetje vanuit zijn bedje
naar de maan te kijken, die daar
bleek vanuit de donkere hemel
naar omlaag staarde. Opeens
hoorde hij tikken tegen het ven
ster, tik, nog een keerHij
keek en even was het alsof hij
droomde. Voor 't raam stond nl.
een reusachtige sneeuwpop, die
met zijn logge hoofd vriendelijk
naar hem knikte. „Dag, Jantje",
zei hij, „Hoe gaat het met je?
Ben je nu nog niet beter? Vorig
jaar om deze tijd, toen ik hier
langs kwam, lag je ook al ziek in
je bedje en mag je er nu nog niet
uit arme jongen?"
„Maar ik ken U niet, wie bent U
eigenlijk?" .vroeg Jantje verlegen.
„Wat?" riep de sneeuwman ver
wonderd uit, „ken je mij niet?"
„Ha, ha, ha!" Hij lachte zo, dat hij
met zijn beide armen zijn dikke witte
buik vast moest houden. „Ha, ha, ik
ben Koning Winter. Ieder jaar in de
tijd, die jullie Winter noemen, ver
laat ik voor een poosje mijn eigen
land en regeer ik hier met vaste hand.
Ik bedek dan de rivieren, kanalen en
sloten met een dikke ijslaag, zodat
jong en oud zijn hart op kan halen
aan de schaatssport; ik dek de aarde
toe met een wit wollen kleed, dat jul
lie sneeuw noemen en soms, als ik
heel goed gehumeurd ben, tover ik
van die fijne witte slingers om de
takken van bomen en struiken, waar
van het net lijkt of Engeltjes er dun
ne draden doorheen gesponnen heb
ben. Dat doe ik allemaal; nu zul je
wel niet meer zeggen, dat je me niet
kent."
„Neen," gaf Jantje toe. „Nu weet ik
wel wie U bent, ik had U alleen nog
nooit gezien en daarom was ik zo ver
baasd."
„Maar ik kende jou wel hoor! Vo
rig jaar, toen ik langs jullie huis
kwam, zag ik je liggen in je bedje;
waarom kijkt dat jongetje zo treurig?,
vroeg ik me af, maar toen zag ik op
het tafeltje naast je bed een heleboel
flesjes staan met witte etiketten er op
en bittere drankjes er in en ik dacht;
o, hij is ziek en daarom kan hij niet
opgewekt kijken. Ik had echter niet
gedacht, dat je een jaar later nog niet
beter zou zijn."
„Neen." zuchtte Jantje, „maar het
is toch zo," en zijn gezichtje betrok.
„Ik lig hier altijd maar in huis; 's zo-
raers kan ik niet met de kinderen
buiten spelen, kan ik niet naar buiten
gaan om bloemen te plukken voor
mijn Moeder en 's winters kan ik niet
met mijn schaatsen onder de arm mee
gaan naar de ijsbaan, maar moet ik
vanuit de kamer naar de andere kin
deren kijken,' die elkaar bekogelen
met sneeuwballen en die een grote
sneeuwpop maken." Hij werd zo ver
drietig, dat een traan langs z'n wan
getje biggelde, en nog één, en nog
één
Bloemen
„Nou, stil maar," troostte Koning
Winter. „Ik zal voor jou iets maken,
dat geen van de andere kinderen
heeft," en terwijl hij met zijn adem
tegen de ruit blies, tekende hij er
met zijn vinger de prachtigste figuren
in; bloemen, veel bloemen, maar ook
herten, vlinders en sierlijke figuren
en nog veel meer. En omdat de adem
van de winterkoning zo koud was,
bevroor alles dadelijk.
„O, wat mooi," zuchtte Jantje en
vol bewondering staarde hij naar het
prachtige kunststuk.
Een week lang kwam Koning Win
ter iedere nacht terug en iedere nacht
weer tekende hij op de ruiten schit
terende schilderijen, het een nog
mooier dan het ander. Na een week
was Jantje zo opgevrolijkt, dat de
dokter hem toestond een uurtje op te
staan; nog een week later mocht hij
er al twee uur af en zo kwam de dag,
dat Jan weer met zijn vriendjes bui
ten kon gaan spelen. En wanneer de
mensen hem vroegen, hoe het kwam,
dat hij zo plotseling beter was gewor
den, antwoordde hij: „Dat heeft Ko
ning Winter gedaan, die tekende
iedere nacht mooie taferelen op de
ramen en dat maakte me zo blij, dat
ik op het laatst gewoon niet meer in
bed kón blijven."
Maar er v/aren over de hele wereld
nog veel meer zieke jongetjes, die be
hoefte hadden aan vrolijkheid, en niet
alleen zieke jongetjes, maar ook ge
zonde mensen moeten soms opgevro
lijkt worden. Dat wist ook Koning
Winter, en toen hij al lang weer in
zijn paleis was teruggekeerd dacht hij
een plan uit, om alle mensen te laten
genieten van de ijsversieringen.
Hij riep zijn voornaamste helpers
bijeen en hij leerde hun hoe ze de
ramen met bloemen, dieren en andere
figuren konden versieren. De hele
lange zomer waren ze daar druk mee
bezig, want het was geen gemakkelijk
werk. Maar toen het dan ook Winter
was geworden, verlieten allen het ijs
paleis en gingen op weg naar het land
van de mensen, waar ze tijdens koude
vriesnachten de ramen van huizen en
gebouwen met hun tekeningen ver
sierden. Ieder jaar komen ze weer en<
doen stil hun werk om na een poosje
weer terug te keren naar hun land,
waar de huizen plaats hebben gemaakt
voor uitgestrekte sneeuwvelden en
waar alle wateren toegevroren zijn. En
de tijd, die ze daar zijn, brengen ze
door met het verzinnen van nieuwe
versierselen, die ze dan 's winters
weer aan de mensen tonen.
En als je dus op zo'n koude winter
morgen bij het opstaan de ramen van
je kamertje bedekt ziet met bloemen
en dieren van ijs, dan weet je, dat
daar die nacht één van die wonderlij
ke wezentjes aan het werk is geweest,
die jou met zijn schilderkunst wilde
verrassen.
ANS VAN 'T STICHT
mogelijk is, dan hebben zij in elk
geval op één punt gelijk: de ver
schaffing der vele werkkrachten
geschiedt vooral volgens het ge
ijkte Sowjetsysteem bij de uit
voering van grote werken, nl. het
systeem van de dwangarbeid.
Van de rond 250.000 politieke
gevangenen, die Roemenië op
het ogenblik telt, zijn er volgens
betrouwbare berichten niet min
der dan 60.000 bij de aanleg van
het kanaal te werk gesteld. Dat
zijn in hoofdzaak aanhangers
van de oude, verboden politieke
partijen, vroegere kooplieden,
grondbezitters, leden der „vrije
beroepen" en „economische sa
boteurs" kortom allemaal on
tevredenen en dus voor het hui
dige regime lastige elementen.
Het wei-k der dwangarbeiders be
slaat in hoofdzaak uit graafwerk en
het kloppen van stenen. De „norm"
d.w.z. de arbeidsprestatie per man per
dag is het verplaatsen van vier ku
bieke meter aarde of het kloppen van
een kubieke meter steen. Wie deze
;norm, die van gemeenlijk ondervoede
gevangenen een bijna bovenmenselijke
inspanning eist, niet vervult, krijgt
geen brood! Zowel de huisvesting van
de dwangarbeiders in primitieve ba
rakken zonder sanitaire inrichting, als
de voeding, die in hoofdzaak uit 500
gram brood per dag bestaat, zijn vol
komen ontoereikend.
De sterfte onder deze mensen is dan
ook buitengewoon groot; ei- zijn veel
te weinig artsen en het klimaat in de
Dobroedsja is moordend. Maar Mos
kou heeft, bevolen, dat Roemenië het
Donau-Zwarte Zee-kanaal moet aan
leggen en dus wordt er gewerkt, ook
al ontbreekt het aan de middelen om
het op ziehzelf nuttige project op nor
male wijze uit te voeren.
Neem ter bestrijding van
de krachtig werkende
HET OUWEL-CACHET
WAARBORGT
SMAAKLOOS EH
GEMAKKELIJK INNEMEN
(Plaatsing van stukken in deze rubriek betekent niet dat de redactie met de
inhoud instemt. Ze bedoelt alleen de stem der lezers te laten horèn. Ten over
vloede wijzen we erop, dat de namen van degenen, die een mening in deze rubriek
naar voren brengen, bij de redactie bekend moeten zijn.)
Stilte en inkeer
Zondag 8 Februari; een dag van
stilte en inkeer, 's Morgens had ik de
vlag halfstok uitgehangen, en de radio
speelde stemmige muziek, 's Middags
plm. twee uur kwamen de „wilde hor
den" de Dracht bevolken, vloeken en
„gezang" van „Bokkie bè" en hoe dat
fraais meer luidt, wisselden elkaar af.
De portieken stonden (als alle Zonda
gen) vol met opgeschoten knullen,
iedereen iets (meestal onbehoorlijks)
achterna schreeuwende. Als gewoon
lijk sneuvelde een ruit, en dank zij het
feit dat de bioscopen dicht waren,
duurde deze toestand tot na tien uur.
Zo werd de nationale rouw hier in
de hoodfstraat van Heerenveen bedre
ven. Een rustige middag hebben wij,
helaas, op Dinsdag; wij hadden die lie
ver op Zondag. Is tegen deze dingen
niets te doen?
Heerenveen. Een Drachtbewoonster.
Bescherming van de
Burgerbevolking
De heer Schurer, hoofdredacteur van
de „Koerier", was jaz-en geleden anti
militarist en keerde zich met ons tegen
oorlog en oorlogstoerusting. In de jaren
1940'45 kregen de anti-militaristen
het al moeilyker; ze hadden in het
openbaar niets meer te zeggen. Maar
wij werden geen aanhanger van een
der strijdende partyen. Aan onze han
den kleeft geen druppel bloed. Geluk
kig.
En u, mijnheer Schurer? Ik maak
me sterk dat u zich heeft aangesloten
bij een of andere ondergrondse ploeg.
Tientallen wedstrijden stellen de
spelers heel andere problemen dan
b.v. het spelen van een winterwed-
strijd. In het eerste geval gaat het
meer om het belang van club, stad of
land, in het tweede geval is het
eigenlijk alleen een persoonlijke aan
gelegenheid.
De verantwoording, die de spelers
van een tiental op zich nemen, drukt
vaak te zwaar op hen. Het gevolg is,
dat er door nervositeit vele fouten
worden begaan en dit houdt weer in,
dat de opstelling niet zo gemakkelijk
is. De gewone volgorde, zoals die ont
staat uit de winterwedstrijden, is
vaak niet de beste. Zij die de kunst
verstaan om rustig te blijven in moei
lijke omstandigheden, verdienen een
hogere plaats in het team dan de spe
lers, die mogelijk op betere resulta
ten kunnen bogen, maar die in tien
tallen wedstrijden hun hoofd niet
koel weten te houden.
Met dit probleem worstelt de
schaakclub „Philidor" al vele jaren.
Het trad ook weer op de voorgrond in
do laatste wedstrijd tegen V.V.G-A.,
in welk treffen de volgende partij
werd gespeeld.
Wit: Prof. dr W. F. Werlheim.
Zwart: H. Kramer (Colle-opening).
1. d2d4, Pg8—f6: 2. e2—e3, g7—
g6; 3. Lfl—d3, d7d5; 4. Pgl—£3, c7
c5; 5. c2c3, Pb3—d7; 6. Pbl—d2,
Lf8g7; 7. 0—0, 0—0; 8. Ddl—e2,
Dd3c7; 9. e3e4. (Deze opsloot in
het centrum vormt de pointe van wits
opstelling).
9e5xd4! 10. c3xd4! (Plet bes
te; na 10. eó is 10. Ph5! sterk, en
na 10. Pxd4 is 10. Pc5 mogelijk).
1 0d5xe4; 11. Pd2xe4, Pf6xe4
(uitdagend gespeeld, maar zwart wil
het na 11b6; 12. Lg5, Lb7; 13.
Tacl onvermijdelijke tempoverlies
voorkomen). 12. De2xe4, Pd7f6; 13.
De4h4, Lc3e6. (Om van de zwak
te van wits geïsoleerde d-pion te pro
fiteren, gaat zwart het veld d5 be
zetten). 14. Tfl—el, Tf8d8; 15. Lel
f4, Dc7d7; 16. Lf4e5. (Nu dreigt
wit 17. Pg5, gevolgd door 18. Lxf6).
16Le6—d5! (Dreigt 17
Lx£3, en houdt voor 17. Pg5 het ant
woord 17h6 in petto).
jw Rü
4 i "*i i Y i
17. Tel—e3!?, Pf6—g4! (Leidt tot
grote verwikkelingen). 18. Le5xg7,
(Na 13. Pg5 volgt 18h6; 19.
Lxg7, Kxg7; 20. Tg3, h5, of misschien
nog sterker meteen 18h5. Merk
op dat 13. Te2, faalt op 18Lxf3;
19. gxf3, Pxeö en zwart wint).
18. Pg4xe3! 19. Pf3—e5. (Op
19. Lh6 volgt 19Dg4! 20. Lxe3,
Lxf3, op 19. Pg5 komt eerst 19.
h5, en 19. fxe3, wordt beantwoord met
19Lx£3! 20. gxf3', Kxg7).
19Pe3—f5! 20. Dh4—f4, Dd7
e6; 21. Lg7—h6, Pf5xh6; 22. Df4xh6,
De6f6; 23. Tal—el, Ta3—c8; 24. f2
—f4, Df6—b6! 25. f4—f5! (Een laatste
gevaarlijke poging).
25Db6xd4-K" 26. Tel—e3,
Dd4xb2! (Dreigt mat op g2). 27. Ld3
fl, Tc8cl! (Dreigt opnieuw 28.
Dxg2 mat). 28. Dh6—h3. (of 28.
Tg3, Txfl 29. Kxfl, Lc4+! 30. Pxc4
Tdl mat).
23Tclxfl 29. Kglxfl, Ld5
xg2+! en wit gaf op, want na 30.
Dxg2, Tdl+; 31. Tel, Txel 32.
Kxel, Dxg2 verliest hij zijn dame.
Probleem nr. 231 van M. Wrobel.
(Ie prijs El Ajedrez Argentino 1950).)
Koning 1 Vinter zorgt niet alleen voor
mooie bloemen op de ramen, ijs in vaar
ten en plassen, maar. ook de bomen
langs de sloten krijgen een bijzonder
aanzien. Het is altijd een pracht gezicht
zo'n knotwilg langs de kant van de sloot
Wit: Kcl, Dg6, Ta6 en el, La2 en
;6, Pd2 en e2, pi.b4, b5 (10 stukken).
Zwart: Kd5, Dc7, Te8, Lh2 en g2,
Pd8, pi.c4, h6 (3 stukken).
Wit speelt en geeft mat in twee zet
ten. Oplossing tot uiterlijk over twee
weken aan het onderstaande adres.
Oplossing probleem m. 227 (Gul-
om Nederland en Oranje, op bevel van
over zee, desnoods gewapenderhand te
helpen. En nu, wat is er overgebleven
van al uw mooie gedachten? Uw arti
kelen in de Koerier zyn me niet uit het
hart gegrepen, maar wat ge laatst
voor de radio hebt gezegd over de be
scherming van de burgerbevolking, dat
is ver beneden peil. Deze B.B. is net
als de luchtbescherming voor 1940:
oorlogsvoox-bereiding. Ach, waarde heer
Schurer, gij weet dat heel goed, maar
gij doet mee als de grote massa. Waar
is thans de eenvoudige, maar conse
quente onderwijzer, die zijn baan offer
de voor zijn beginsel? Opgeslokt door
het monster militarisme. Bij de geeste
lijke afsterving van de Lemster onder
wijzer pink ik een traan weg. Voor de
radio heer Fedde Schurer past ons
slechts medelijden, of verachting.
Bolswara.' D. de Wit.
Voetballen in
Oudehorne
Ruim dertig jonge mannen in Oude
horne hebben een voetbalclub opge
richt en willen de sport in eigen dorp
beoefenen. De zaak zit alleen nog maar
vast op een geschikt terrein. Een café
hebben we hier wel, maar geen sport
veld. Is er iemand, die hier raad op
weet? Zuk een terrein zou ook voor
andere gelegenheden zeer goed bruik
baar zyn.
Oudehome. B.
Schuldig
Dadelijk na de grote overstroming
zijn de communisten er bij om de Over
heid alle schuld van deze ramp in de
schoenen te schuiven. Begrijpen de
communisten niet. dat geen mens zich
met zekerheid kan wapenen tegen los
brekende natuurkrachten. Zy zyn nog
veel sterker dan alles wat menselijk
vernuft kan bedenken, ook op het ge
bied van vernietiging. In de heilige
schrift is voorspeld, dat de Joden ten
eeuwigen dage vervolgd zullen worden,
en zie, de communisten maken zich op
om deze voorspelling uit te voeren.
Zeer veel dingen in het wereldgebeu
ren begrijpt ook de Christen niet; maar
wel, dat de mensen door deze ramp
weer zijn wakker geschud uit hun
zelfzuchtige rust tot werkdadige naas
tenliefde. Want een schuld aan onze
naaste hebben wij allen.
Drachten. F. de Boer.
Weg door Oranjewoud
In de Koerier van 29 Januari werd
beweerd dat de weg door Oranjewoud,
zoals die nu is geprojecteerd, reeds in
plan zou zijn vastgelegd in '46-'4S. Dat
betwijfel ik sterk. Ik weet, dat de pi
ketpaaltjes pas in 1952 zijn vastgesteld
en dat men eerst het huis van de heer
Telgenhof niet eens op kaart had. Vol
gens het bestuur van Plaatselijk Be
lang zou eerst de Kon. Julianaweg
worden afgesloten. Blijkbaar tengevol
ge van actie werd er een ééndagstel-
ling gehouden van het verkeer op beide
wegen in een tijdvak, waarin de Prin
ses Wilhelminaweg geen toeristenver
keer had. Die telling had men ook wel
achterwege kunnen laten. Maar zij
bracht de beslissing over de afsluiting
van de Pr. Wilhelminaweg, de modern
ste en de breedste.
De bevolking is niet meegedeeld dat
er bezwaren konden worden inge
bracht. Toch geloof ik dat Plaatselijk
Belang wel op de hoogte was, en een
actie had. kunnen ontwikkelen voor het
openhouden van beide wegen. Een ver
gadering over deze zaak is er nimmer
geweest.
Het heeft misschien geen zin hier
over te schrijven, omdat er toch waar
schijnlijk niets zal veranderen. Maar
brede, moderne wegen afsluiten, vlak
bij een te maken industrieterrein, en
dubbel verkeer langs smalle wegen lei
den, dat is toch allesbehalve doelmatig.
O.
N.
Gewetensgeld
Naar aanleiding van het stukje van W.
onder het opschrift: Gewetensgeld?
gaarne het volgende.
In Tjalleberd werd rondgebeld, dat
er zo spoedig mogelijk kleren zouden
worden ingezameld voor de ramp.
Ieder kon de Meren Maarzoeken, ze
werden opgehaald.
Alles is halsoverkop gebeurd, er wa3
zo goed als geen organisatie of voor
bereiding; in de eerste plaats waren
kleren nodig. Bij sommigen werd een
lijst gepresenteerd, bij anderen niet. Dit
werd zo opgevat, dat de lijst er bij was
voor het geval men geen kleren had af
te geven. Ik geloof dat byna niemand
er erg in gehad heeft dat dit DE lijst
was, zoals die werd verwacht.
Er is en komt nog gelegenheid ge
noeg om geld, hooi en vee toe te zeg
gen. Inmiddels zijn er die hun giften
stortten op het bekende gironummer in
Den Haag. W. moest zich niet zo gauw
ongerust maken, en niet te vroeg spre
ken van gewetensgeld.
Tj- P.
Vliegtuigen geruild
voor katoen
Voor het eerst in de geschiedenis
van de Engelse vliegtuigbouw zijn
vliegtuigen geruild voor andere waar.
Engeland zal zeventig straaljagers
aan Brazilië leveren voor vier milli-
oen pond sterling en Brazilië levert
voor dit bedrag ruwe katoen aan En
geland, ongeveer 15.000 ton. (A.N.P.)
jajev) mat in drie zetten door 1. Te6-
h6!, Lf2; 2. Tc2! of 1. Lxc7; 2 Dg5.
Fout is 1. Th7?, Lf2!; 2. Txf2, en
zwart staat pat.
H. Kramer. Lammerstr. 14,
Leeuwarden-