Eimrai Wat de ramp voor de landbouw betekent Christelijke Middelbare Landbouwschool Vijfduizend leden van de N.C.L.B. door de ramp getroffen Limburg's offers Limburg heeft zijn carnevalsfeesten afge last. Wat dit betekent maakt de „Maasbode" duidelijk De gevolgen van het niet-doorgaan zijn drastisch. De schade, die alleen de Limburg se kasteleins lijden, nu men ditmaal niet drie dagen lang de beurzen openen en de glazen heffen zal. wordt geschat op vele millioenen. En het aantal faillissementen, dat binnenkort zal vallen bij die kasteleins, die, zoals dat gebruikelijk is. met de op brengst van het carnavalsfeest huur en be lasting wilden betalen, zal dan ook niet meer op de vingers van één hand te tellen zijn, wanneer althans niet in één of andere vorm wordt bijgesprongen. Men heeft in Limburg van het feest der zotheid radicaal afstand gedaan. In de meeste plaatsen zijn de dansvergunningen ingetrokken en in Maastricht mag alleen maar mechanische muziek worden gemaakt. De gevolgen hiervan voor de musici en kellners laten zich gemakkelijk raden. Zij zijn zó ernstig, dat men zich, vooral in de provinciale hoofdstad, heeft afgevraagd, of men de maatregelen niet iets soepeler had kunnen nemen. Natuurlijk vindt men lieden, die zich aan deze collectieve rouw willen onttrek ken; busondernemers h.ebben reeds aan vragen ontvangen om gezelschappen in de eerste dagen van de volgende week naar Keulen er. Düsseldorf te brengen. Verschil lende onder hen hebben dit geweigerd. En dit moge toch wel spreken voor de lof waardige onverzettelijkheid waarmee men in het Zuiden deze drie extra-rouwdagen tot een uiting van nationaal medeleven maken wil. Dinsdag, de laatste carnavalsdag, zal men In de industrieën doorwerken. Men zal ver geten dat deze laatste dag vóór de Vasten in andere jaren met pleziermaken werd gevierd en men zal hierdoor ca twee ton opbrengen voor het Nationaal Rampen fonds. Radio-amaieurs Ook wij schreven over het verbindings- werk van de radio-amateurs, waardoor dui zenden mensenlevens gered werden. Uit het „Handelsblad" nemen we het volgende over: Hun organisatie, de VERON. behoefde hieraan eigenlijk niet te pas te komen en een controle, of al die zenders wel een li centie hadden, was onmogelijk en ook over bodig. Wel liet de VERON dadelijk een verzoek verspreiden aan haar leden om. voorzover zij in het verkeer met de ge troffen gebieden niets te maken hadden, de 80 meter-band zoveel mogelijk te ont zien en aan dit verzoek is in alle NATO- landên getrouw gevolg gegeven. Dit was vooral ook van betekenis, omdat de zen ders. waarmee uit dit gebied verbinding werd gezocht, doorgaans vrij primitief wa ren. Tenslotte heeft de Bijzondere Radiodienst van PTT een coördinatie tot stand gebracht. Deze dienst houdt zich gewoonlijk bezig met de opsporing van clandestiene zen ders. maar werd nu het middelpunt van het radioverkeer tussen de amateurs en de instanties van bestemming. Dit heeft, een dag of tien zo geduurd, waarna het hoofd van deze dienst de organisatie kon ontbin den. omdat medio deze ".veek de voornaam ste telefoonverbindingen waren hersteld. Het hoofd van de B.R heeft niet nagela ten thans reeds de talrijke amateurs-mede werkers dank te zeggen voor hun belang rijke diensten en hij ziet de mogelijkheid om. geleerd door deze nuttige ervaring, een vaste organisatie in het leven te roepen voor eer. nood-radioverbindingsnet. Economische dijkdoorbraak Over de verhoging van de steenkool- en de schrootprijzen in Nederland schrijft ..De Volkskrant" mat betrekking tot ons land in de K.S.G, De Nederlandse steenkoolmijnen komen in een positie te verkeren, die zij zeer veel jaren niet hebben gekend. De mijnen worden voor het eerst sinds de oorlog en eigenlijk sinds het begin v de con- lingentering van de invoer van steenko len. die Nederland vér voor de oorlog ook heeft gekend, omdat er toen kolen le veel waren geleidelijk weer geplaatst voor normale internationale concurrentie verhoudingen. De vooroorlogse bescher ming van de mijnen en de naoorlogse be scherming van de consumenten vallen weg. Het is een geluk, dat de kostprijs dei- steenkolen m Nederland laag is. zodat de mijnen „mee" kunnen. Er is zelfs een kans, dat er aanvankelijk bij de mijnen hoge winsten geboekt kunnen worden. Voorzo ver der Staatsmijnen die winsten maken, komen zij voor honderd pet in de staats kas terecht. Van de v/insten der particu liere bedrijven worden hoge belastingen geheven. Een vraag is hoe de mijnwerkers zullen reageren, als de winstcijfers abnor maal hoog zijn. Gedeeltelijk zullen die winstcijfers dan een gevolg zijn van lagere lonen dan in het buitenland worden be taald en daar het Schuman-verdrag ook de sociale voorwaarden in Europa gelijk wil maken, zal op den' duur een loonsver hoging voor de mijnwerkers moeilijk kun nen uitbiijven. Dit alles ligt in de toekomst, maar de te kenen. zijn duidelijk en de betrokenen be reiden zich al op deze ontwikkeling voor. Volledige éénmaking van Europa waar van het Schuman-verdrag de eerste aan loop is zal leiden tot een Europees prijs peil. De kunstmatige dijk rondom Neder land is op één punt geopend. Gaat de eco nomische éénmaking verder, dan zullen in die dijk steeds meer bressen ontstaan. Met de groei van die nieuwe toestand wordt het steeds dringender, dat de Nederlandse industrie en haar arbeiders ook een Euro pees peil van productiviteit bereiken. Als andere voordelen lage huren, lage prij zen. lage lonen verdwijnen is Nederland alleen tot concurreren in staat als de pro ductiviteit tenminste even hoog is als die van de andere Europese landen. Op dit punt heeft Nederland een achterstand, die niet snel genoeg kan worden ingehaald. De overstromingen zijn vooral een ramp 1 voor de landbouw. Natuurlijk lagen er in het getroffen gebied wel enkele industrieën, doch het voornaamste middel van bestaan was in deze streken land- of tuinbouw. Putten is een eiland van gemengde bedrijf, de Hoekse Waard een gebied met tuinbouw en intensieve akkerbouw. Zwijndrecht en omgeving zijn bekend om hun cultuur van plantgoed voor de tuinbouw, dat in geheel Nederland vooral in het voorjaar wordt verkocht. Als er dit jaar een tekort is aan pootplantjes. zal men dat als een gevolg van de overstroming in alle delen van het land voelen. De Alblasserwaard is weer overwegend veeteeltgebicd en het Land van Altena een gemengde streek. Op het Eiland van Dordrecht overheerst de akkerbouw, evenals in de zuidwesthoek van Brabant en op de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden. Goeree en Overflakkee en ook het eiland Tholen waren bekend om hun grote uien- productie. In het algemeen trof men hier La ndbouwover zicht De besprekingen over de Middelbare landbouwschool naderen hun verheu gend einde. Na de jaren, dat men er mee bezig.geweest is, komt dat zeker niet le vroeg. Lang en breed heeft men in de provincie gewikt en gewogen of zo'n school eigenlijk wel noodzakelijk was. Het is geen kleinigheid, een middelbare school, die zich uitsluitend richt op de landbouw. Practisch mag de landbouw hier ver gevorderd zijn, met de theorie ligt dat iets anders. Het net van lagere landbouwscholen is nauwelijks voltooid. De landbouww inlerscholen dateren voor de helft van de allerlaatste tijd. Kan een middelbare school nog wel een poosje wachten? Zo hebben velen zich de vraag gesteld. Men moest wennen aan de idee van een middelbare land bouwschool in onze provincie. Na een overgangsperiode kwam men echter meer en meer tot de conclusie dat een dergelijke school in Friesland noodza kelijk was. Bijna niemand verwachtte, dat men landelijk overwegende bezwaren zou hebben. Dat bleek ook ongeveer le klop pen. De bezwaren van de naburige school te Groningen klonken in onze oren als een aanmoediging. Dat de Friese kwestie een rol zou spelen, komt in een normaal brein niet op. Om een middelbare school te plaatsen in achter gebleven gebieden, is even onmogelijk als gevaarlijk. Het kostte minister Mansholi weinig moeite al deze opmerkingen te weerleg gen. Telkens opnieuw heeft hij daaren tegen naar voren gebracht, dat een mid delbare landbouwschool in Friesland voldoende levensvatbaarheid heeft. Op dit punt is Zijne Excellentie ons zeer ter wille geweest. De laatste hinderpalen moesten in de provincie zelf worden opgeruimd. Hel spreekt vanzelf, dat de school er niet komt. als grote groepen zich daar tegen verklaren. Men zou eensgezind de grondslag van de school dienen vast te stellen. Een tijdlang leek dat bijna on overkomelijk. Maar ook hier kwam met de tijd de raad. In alle kringen winl de overtuiging veld, dat onze school Chris telijk moet zijn. Nationaal gezien is dat de enige op lossing, omdat er geen enkele school op deze grondslag is. Doch regionaal pasl een christelijke school eveneens het beste. Daarover bestaat weinig verschil van mening meer. Alle tekenen wijzen er nu op. dat men na rijp beraad, op deze basis tot overeenstemming komt. Het zal wellicht niet lang meer duren, voor de uitspraak komt. Nederland zal dan zijn eerste Christe lijke middelbare landbouwschool rijk zijn. De levendige belangstelling die men overal ook buiten de próvincie voor deze christelijke school aan de dag legt. bewijst dat de ingeslagen weg de juiste is. Wat de landbouw voor ons land verdiende Al leeft slechts 20% van onze bevol king rechtstreeks van de landbouw, de economische betekenis van land- en tuin bouw is voor geheel Nederland zeer groot. In het jaar 1952 leverden de Nederlandse land- en tuinbouwproducten (in bewerk te of onbewerkte vorm) een exportwaar de op van niet minder dan 3 milliard gld. op een totale export van 8 millard. Dit betekent, dat onze agrarische bedrijven voldoende produceerden om er de gehele voedselvoorziening van ons volk ruim schoots mee te kunnen betalen en er zelfs nog op over te houden. Men weet dat wij in ons land niet voldoende grond heb ben om te voorzien in onze behoefte aan broodgraan, voergraan en vetten. Die producten moeten wij dus voor een groot deel invoeren. Maar die invoer kon wor den betaald niet de opbrengst van de uit- voerproducten van onze land- en tuin bouw. Niet alleen konden wij daarvoor voldoende granen en vetten invoeren, maar ook werd de gehele invoer van kof fie, thee, specerijen, suiker, cacao, mest stoffen, enz. er uit betaald. En toen schoot er nog een bedrag van f 1200 millioen over voor andere doeleinden. De land bouw verdient dus in letterlijke zin de kost voor alle tien millioen Nederlanders en schept bovendien de mogelijkheid om nog voor f 1200 millioen aan grondstoffen voor industrie in te voeren. Een resultaat, dat algemene bekendheid en waardering verdient. een buitengewoon intensieve akkerbouw aan, die in vele opzichten bijna onmerkbaar in tuinbouw overging. Vrijwel het gehele overstroomde gebied bestaat uit zware vruchtbare klei, dat zich dus in het bijzon der leende voor de teelt van tarwe, suiker bieten. consumptie-aardappelen en vlas. Gelukkig laat het zich aanzien dat het grootste deel van het overstroomde gebied betrekkelijk spoedig droog zal komen. Be halve de Alblasserwaard en het middenstuk van Schouwen liggen alle overstroomde stukken niet beneden A. P. Heel Goeree en Overflakkee ligt bijv. meer dan een meter boven dit peil en dit geldt ook voor de westelijke helft van Tholen. Wanneer men de dijken maar zo hoog kan krijgen, dat het water er bij vloed niet meer overheen stroomt, kan dan ook dadelijk met de droog legging worden begonnen. Bij laag water stroomt het water uit de polder op natuur lijke wijze af. Men behoeft de sluizen maar open te zetten om het water er uit te laten stromen. Bij het keren van het tij worden de slnizen gesloten, zodat het buitenwater niet kan binnendringen. Nu de overleven den in veiligheid zijn gebracht zal men dus in de eerste plaats de dijken tot de mini mumhoogte weer opbouwen en dit zal geen onoverkomelijke taak zijn op Putten, de Hoekse Waard, het Eiland van Dordt, Bra bant, Noord- en Zuid-Beveland, Zeeuws- Vlaanderen en Walcheren. De Alblasser waard is reeds gedicht. Doch veel ernstiger ziet het er uit voor Goeree en Overflakkee, Schouwen en Duiveland. Sint Philipsland en het westelijk deel van Tholen. Daar schijnen de dijken zo toegetakeld te zijn, dat het maanden zal duren om ze voldoende te herstellen. Wij mogen er dus op hopen, dat de eerst genoemde gebieden weer droog zullen zijn nog voordat het eigenlijke voorjaar begint. Het gras zal dan waarschijnlijk nog niet al te veel geleden hebben, maar het winter graan zal wel verloren zijn. Waar de struc tuur van de grond niet le veel is verstrooid, zal men in ieder geval wel zomergerst en bieten kunnen zaaien. Ook lucerne en kla ver kunnen wel wat zftut verdragen. Aard appels en vlas daarentegen zijn niet bestand tegen het chloor da in het keukenzout zit. Doch de eilanden, die niet dadelyk terug gewonnen kunnen worden, zullen natuur lijk dit jaar geen oogst opleveren. Goeree en Overflakkee beslaan een kleine 20.000 ha. cultuurland, Sint Philipsland en Tholen 12.500 ha. en Schouwen en Duiveland 16.500 ha. Gezamenlijk bestaat deze oppervlakte uit ongeveer 34.000 ha. bouwland. 9500 ha. grasland en 5000 ha. tuinland. Bekijken wij de oogsten, die dit land opleverde, dan zal er omstreeks 5700 ha. wintertarwe verloren zijn gegaan. Verder teelde men er ongeveer 4500 ha. gerst, 1300 ha. haver, 1300 ha. groene erwten. bijna 7000 ha. aardappelen en eveneens 7000 ha. suikerbieten. Hoe groot deze oppervlakten ook zijn. het zijn slechts enkele procenten van ons totaal be zit aan cultuurgrond, n.l. 3 V, van het bouwland, -ti van het grasland en 5 van het tuinland. Zeer voelbaar zal zijn het verlies van de uiencultuur op Flakkee en Tholen. Deze beide eilanden leverden samen ongeveer de helft van onze uienoogst, die een kleine 200.000 ton per jaar bedroeg. Daarvan voe ren we gewoonlijk een 50.000 ton uit. Wan neer wij nu 100.000 ton derven, zullen wij zelfs in de binnenlandse behoefte niet voor zien, maar misschien zullen andere streken deze teelt kunnen uitbreiden. In Noord- Holland en Friesland heeft men verstand van de uienteelt en het zou dus niet vreemd zijn wanneer men daar dit jaar meer uien zou planten. De terugslag op de veehouderij zal door het tijdelijke verlies van deze eilanden niet zeer groot zijn. Globaal kunnen wij zeggen dat er op Goeree en Overflakkee, Schou wen en Duiveland en Sint Philipsland en Westelijk Tholen aanwezig zijn geweest ruim 7000 melkkoeien, 13.000 andere runde ren, 15.000 varkens. 5000 paarden. 3500 scha pen en 130.000 kippen. Ook dit zijn geen aantallen, die van grote invloed op de to tale Nederlandse landbouwproductie zijn. H. Oudekerk belicht enkele problemen (Van onze Utrechtse correspondent) Van de bij het Chr. Nationaal Vakver bond aangesloten organisaties is de Ned. Chr. Landarbeidersbond wel het nauw ste betrokken bij de nationale ramp. Niet minder dan 5000 leden van deze organi satie werden getroffen en een groot deel van hen werd verdreven van huis en haard, terwijl ook reeds enkele overlij densberichten het bondskantoor bereik ten. Met de heer H. Oudekerk, secretaris- penningmeester van de N.C.L.B. en reeds sedert 1918 bestuurder, spraken wij over enkele problemen, die door watersnood en evacuatie voor de landarbeiders ont stonden. Deze functionaris vertelde ons. dat het dank zij de medewerking van de autori teiten voor de bestuurders mogelijk was spoedig contact op te nemen met afdelin gen in de getroffen gebieden. Er bleek in dc bond een prachtig saamhorigheids gevoel te bestaan, want zeer veel geëva cueerde leden stelden zich schriftelijk met het bondskantoor in verbinding. Het bestuur hoopt, dat in de komende dagen ook zij, die nog niets lieten horen, een berichtje naar Utrecht (Mauritsstraat 45) zullen zenden. Uit al deze contacten is wel gebleken, dat de geëvacueerde landarbeiders en hun gezinnen zo spoedig mogelijk naar hun woonplaatsen dienen terug te keren. De plattelandsmentaliteit en de gebon denheid aan de bodem spreken overal duidelijk en men voelt zich ongelukkig in de steden en zelfi ook in vreemde dorpen. „Maar zal zelfs na de droogmaling van een bepaald gebied het woningprobleem Vakgroepen vertegenwoordigen het bedrijfsleven niet meer In het staatsblad van 13 Februari is ge publiceerd de wet tot wijziging van de wet op de bedrijfsorganisatie, welke het moge lijk maakt de bestaansduur van o.m. een beperkt aantal Woltersomse organisaties nog tot ten hoogste 15 Februari 1954 te ver lengen. Voor 713 organisaties eijn inmid dels opheffingsbeschikkingen gepubliceerd. Ofschoon het aanvankelijk in de bedoe ling lag, dat voor 15 Februari 1953 alle Wol tersomse organisaties zouden worden opge heven, kon hiertoe nog met worden over gegaan, omdat de voorbereiding van de in stelling van nieuwe bedrijfslichamen, die de taak der Woltersomse organisaties kun nen overnemen, meer tijd vorderde, dan aanvankelijk werd verondersteld. Bepaalde Woltersomse organisaties hebben n.l. thans nog publiekrechtelijke taken te vervullen met name ten aanzien van hoofdbedrijf schappen en bedrijfschappen voor de voed selvoorziening. Het betreft hier medebe- vindstaken en het hecht bestuursleden van bedrijfschappen te benoemen. Van de zijde van de regering wordt er de aandacht op gevestigd, dat de voorlopige handhaving van een aantal Woltersomse organisaties niet betekent, dat zij onver kort haar vroegere werkzaamheden zullen voortzetten. Integedeel zullen deze in de meeste gevallen aanzienlijk moeten worden ingekrompen; indien er alleen sprake is van de uitoefening van bovenbedoeld be noemingsrecht, zal zelfs tot materiële stil legging der organisatie kunnen worden overgegaan. De hierboven aangeduide taakbeperking brengt met zich mede, dat de nog gehand haafde Woltersomse organisaties in het vervolg niet meer als vertegenwoordigsters van de betrokken bedrijfstakken kunnen optreden, behoudens voor de taken, welke tot haar handhaving noopten. In beginsel zal men zich derhalve niet meer tot een Woltersomse organisatie dienen te wenden als contactorgaan voor de betroj^en sector van het bedrijfsleven. terugkeer met verhinderen? zo vragen wij. „Naar mijn mening moet een tijdelijke verblijfplaats in het eigen dorp, b.v. in eenvoudige noodwoningen, de voorkeur hebben boven een langdurig verblijf el ders", is het antwoord. „Men voelt zich in den vreemde van de ankers losgesla gen en de morele gevolgen voor de ge zinnen zullen zich doen gevoelen''. de duur ernstig Emigratie? Naar de mening vsn de heer Oudekerk zal in de getroffen gebieden zo veel her- stelarl "id te verrichten zijn. dat van werkloosheid onder de landarbeiders daar voorlopig geen sprake zal zijn. Zowel om dat er ze veel werk is als om de boven genoemde redenen zullen de uitnodigin gen uit het buitenland om landarbeiders tijdelijk gastvrijheid te verlenen zeker moeten worden algeslagen. „En wat is uw oordeel over de aanbie dingen van voorrang bij emigratie voor getroffen landarbeiders?" „Voor zover het alleen maar gaat om het verlenen van voorrang aan slacht offers van de ramp, die toch als adspi- rant-emigrant stonden ingeschreven is dit natuurlijk alleen maar toe te juichen. Voor deze mensen is het thans de beste tijd om te vertrekken, nu zij toch reeds uit hun omgeving weg zijn. Ik acht het echter volkomen verkeeru, als evacué's, die nooit over emigratie gedacht hebben nu gebruik zouden maken van de gelegen heid om spoedig te emigreren, alleen om dat zij alles kwijt zijn", zo zegt de heer Oudekerk, „Emigratie vereist een langdurige gees telijke voorbereiding èn een behoorlijke schifting. De aard en de geestesgesteld heid van de plattelandsbevolking in een groot deel van de getroffen gebieden maakt toch al, dat emigratie onder nor male omstandigheden voor deze mensen veel moeilijker is dan b.v. voor de bewo ners van onze Noordelijke provinciën. Vertrekken zij nu zonder de nodige men tale voorbereiding en wellicht zonder een goede schifting, dan is mislukking in een groot aantal gevallen wel zeker". Nederland had op 1 Jan. '53 10.434.883 inwoners Blijkens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg het aantal inwo ners van ons land op 1 Jan. 1953 10.434.883. In het gehele jaar 1952 bedroeg het aantal huwelijken in Nederland 87.383 tegen 90.225 in 1951. Het aantal levendgeborenen be droeg in 1952 232.521 tegen 228.631 in 1951 en het aantal overledenen bedroeg 76.020 tegen 77.194 in 1951. Het bezoekprogramma van H.M. de Koningin Het secretariaat van H. M. de Koningin meldt, dat de berichten die de vorige week in de pers zijn verschenen omtrent een voorgenomen beperking van de bezoeken van H. M. de Koningin, niet geheel juist waren. H. M. is voornemens het bestaande bezoekprogramma voor dit jaar zoveel mo gelijk te handhaven, al zullen de getroffen gebieden zeer veel van haar aandacht vra gen. Uiteraard zullen hierdoor uitgebreide provinciale en streek bezoeken aanvanke lijk worden beperkt. (Advertentie) Van „luchtjes" gesprokenBaby wedijvert met Moeder's keukengeuren en de onaf scheidelijke pijp van Opa. Al die geurtjes verdwijnen radicaal door Air-Wick met het wonderbaarlijke natuurproduct chlorophyl. een f'^neus Deze week is de beurt aan de heren. Een eenvoudige pyama van een aardige streep, is wel iets wat bij de heren in de smaak valt. Het model is met kraag en rever, de zakken en de omslag aan mou wen en pantalon zijn dwars genomen. Dit model is ook in jongensmaten ver krijgbaar. De herenmaten zijn: 44, 48 en 52 a f 0.85. De jongensmaten zijn: 23 jaar, 45 jaar, 67 jaar. 89 jaar, 10— 11 jaar en 1213 jaar a f 0.65, Hoe bestol ik mijn patroon Door betaling aan het bureau van dit blad of door toezending van een brief- kaart, waarop naast het frankeerzegel het verschuldigde bedrag aan geldige postzegels is geplakt. Aan de andere zijde duidelijk Uw naam, adres en woonplaats en maat en nummer van het bedoelde patroon ver melden. Patronen moeten vooruit worden oetaald en kunnen niet geruild worden. (Advertentie) 9 van de 10 vrouwen zeggen „Ja" als U ze vraaat. of ze wel MA'ZENA DURYEA ge bruiken. Maar er zijn er onder, die zich vergissen. Die vroegen wel - en welbe wust - MAÏZENA DURYEA, maar sy waren te goedge lovig en letten niet op de naam DURYEA, die beslist op 't pak moet staan. Jawel - uit de result at en bleekt gauw genoeg. Wat 'n verschil Niet zö maar is MAÏZENA DURYEA wereldvermaard geworden als het ideale bind middel voor groenten, soepen en sausen. Vraag dus niet allecnMAlZENA DURYEA, maar let op dat U ook DURYEA krijgt.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3