Het OUDSTE AMBACHT van de MENS
Teleurgestelde Nederlanders
terug uit Australië
Goede letterkundige traditie
eindelijk in ere hersteld
HEFSCHROEFVLIEGTUIG OVERWINT elk
RUIMTEGEBREK
Opwindende strijd van eeuwen rond drukprocédé
„Bont en blauw", tien
eeuwen textieldruk
Levensboom op bedsprei
Noest werk aan een spoorlijn
Leonardo da Vinei zag de helicoptère
Nederlandse uitvinding werd
aanvankelijk onderschat
Lange startbaan tot
„vierkante meter"
teruggebracht
Je ^£>llcsl&raml van Donderdag 12 Februari 1953
5
ENSCHEDE, Februari
OPWINDEND als de jongste geschiedenis van de
opkomst der moderne industrieën is de historie
van de ontwikkeling der aloude textieldrukkunst.
Industriële spionnage, smokkel, patentenstrijd, im
portbeperkingen, razzia's, het uitkopen van des
kundigen, dat alles heeft zich afgespeeld rond het
bedrukte katoentje en dan in een omvang, die men
slechts in onze dagen voor mogelijk zou houden.
Het ging daarbij niet om de dessins, maar om de
techniek. En aan het Oude Oosten komt de eer toe,
het eerst een oplossing te hebben gevonden voor
het probleem, dat de textieldrukkers van Europa
eeuwenlang heeft beziggehouden: hoe kan ik mijn
doeken voorzien van opdrukken, die kleurecht en
wasecht zijn, die de soepelheid van de stof niet
aantasten en zo mogelijk ook geen reuk ver
spreiden.
Want stijf en onaangenaam geurend waren de bedrukte
linnen gewaden, waarmee Europa's edellieden in vroeger
eeuwen pronkten. Liever waren hun de zijde en damast uit
Arabië en Sieilië, of uit Italië waar de weefkunst in de 12e
en 13e eeuw een tijd van grote bloei beleefde. Prachtige des
sins waren in deze stoffen ingeweven. Maar deze kostbare
producten van „het oudste ambacht van de mens" konden
slechts de allerrijksten bekostigen. Het lag voor de hand, dat
men ging zoeken naar een surrogaat, want ook de geestelijk
heid beschikte voor de liturgische gewaden over een
sierlijke stof, die lag binnen het bereik
van de kerkekassen.
De eerste proeven van het bedrukken
van textiel moeten dan ook gezien Wor
den als een poging tot het nabootsen van
de weefdessins. In de loop der eeuwen
ontwikkelde de textieldrulc zich tot een
afzonderlijke tak van kunstnijverheid,
die een zelfstandige ontwikkeling door
maakte, nieuwe mogelijkheden vond en
tenslotte uitgroeide tot' een moderne in
dustrie, die met eigen kleuren en eigen
dessins zich reeds lang een geheel eigen
plaats in de textielwereld heeft veroverd,
Met een luchtje
- gen tegenover haar linnen leveran
cier zich er over beklaagd hebben, dat,
zijn bedrukte stoffen niet soepel en verre
van reukeloos waren. De arme man kon
niet anders dan verzekeren, dat dit nood
zakelijk was. Hij zal een wijdlopige uit
eenzetting gegeven hebben over de wijze
waarop „die seorié vercierinck" op zijn
stoffen werden aangebracht: hoe het pa
troon in reliëf werd uitgestoken in grote
houten blokken door ervaren snijders in.
het Rijnland, hoe de pigmenten ge
wonnen uit planten op die blokken
werden uitgesmeerd en hoe het linnen
dan, tussen twee tafels gespannen, met
het blolc werd bedrukt, terwijl het doek
aan de onderkant met een plank er tegen
werd geperst. Daarbij zal hij er zeker de
nadruk op hebben gelegd, dat geen kleur
stof op het weefsel wilde kleven, tenzij
er drogende oliën in waren gemengd. Die
onmisbare oliën waren oorzaak van de
klachten der hoogedele Vrouwe.
Daaraan tegemoet te komen was de
zorg van iedere textieldrukker lot lang
na 1600. Maar dit betekende- ook, dat hij
zoeken moest naar een andere techniek.
Men dacht een oplossing te vinden door
Lijm ijl de vorm van patronen op het lin
nen te drukken en het daarna te be-
s'trooien met zilver- of goudpoeder of
met sóheersel van fluweel. Ook werkte
men (gedeeltelijk) met waterverf. Maar
de eerste keer, dat het linne7i uit de
wastobbe kwam, moest de kleurenweelde
er in achterblijven.
Nog een ander verfpvocédé vond in die
dagen toepassing. Het linnen werd ge
dompeld in de blauwe verfstof, die ge-
CURIOSITEITEN IN
ENSCHEDE
De kleurige geschiedenis
van tien eeuwen textieldrukkunst
ontrolt zich voor de bezoeker van de
tentoonstelling „Bont en blauw", die
i7i Enschede gehouden wordt. Een
tocht door het Rijksmuseum Tioenlhe
in deze dagen is echter niet slechts
ee?i geïllustreerde geschiedenisles
over de techniek van het textieldruk-
ken. Uitsluitend de worsteling met
verfstoffen is voor de drukker in
vroeger dagen oorzaak geweest va7i
zijn slapeloze nachten. Het patroon
werd veelal bepaald door toevallige
omstandigheden.
Het verhaal echter van het dessin in
de loop van duizend jaar is hoewel
minder dramatisch even interes
sant. Haarfijn lean een deskundige
uitleggen,' langs
welke karavaan-
weg het Hellenisti
sche palmèn-motiëf
in China kwam,
vanwaar het ais
lotusbloem zijn
weg vond naar het
Westen, dat het op
zijn beurt' uitwerk
te tot de granaatappel nog in onze
dagen geliefd motief van iedere tex-
tielsierkunst.
Hij zal wijzen op de invloeden
van Albrecht Dürer en Napoleon, van
Japan en Picasso, van Renaissance en
industrialisatie. Hij zal een verklariqg
geven voor het feit, dat de brave
Roomse blokkensnyder in het Rijn
land der 16e eeuw Koran-teksten in de
dessin verwerkte. Om tenslotte te
belanden bij de inzendingen van de
tegenwoordige textieldrukkerijen met
hun hedendaagse dessins. Heden-
D'een drukt papier
en d' aar catoen"
Frag7nent van een veelkleurige Me-
zarro-sprei uit Italië, begin 19e eeuw.
Motief: de levensboom.
daags? Nu ja. Uit een Egyptisch
koningsgraf is een kinderjurkje te
voorschijn gebracht. Met handstem
pels is er een eenvoudig motiefje op
aangebracht. Het dessin doet wonder
lijk modern aan
De bezoekers van de unieke ten
toonstelling stuiten er ook op curiosi
teiten als de koningssprei, het enig
overgebleven exemplaar van een
klein aantal met de hand bedrukte
bedspreien, in opdracht van koning
Willem I vervaardigd om cadeau te
doen aan Indische vorsten. Zij vinden
er het oude gregoriaanse antit'onen-
boelt, dat een drukker volplakte met
monsters van zijn producten. Zij
kunnen er Japanse schabionen zieii,
vervaardigd van papier en mensen
haar, tatouage-
wwwww< stempeltjes uit
Mexico en druk-
planken uit Perzië,
die beeldroman
van de tocht van
dr Syntax uit 1800
en de Engelse Al-
'vvwvww manak uit 1835, op
katoen gedrukt om
de papierbelasting te ontduiken. Zij
kijken met eerbied naar 't reusachtige
stalenboek, dat als de vertegen
woordiger daar werkelijk mee op
stap gestuurd is zeker de dood van
een handelsreiziger heeft betekend.
Maar er ligt immers ook éen doek
met een overdruk uit een oude alma
nak, de afbeelding van een primitie
ve drukkerij, waarvan het openhar
tige onderschrift luidt: „D'een drukt
papier, d'aar catoen, En beiden is 't
om poen te doen".
Veelkleurige Mezzaro-sprei uit It.c
begin 19e eeuw. Dessin: schip, ruïne
giraffe
wonnen werd uit de wedeplant. Tevoren
was in patroonsvorm pijpaarde aange
bracht of een andere stot, die de verf
tegenhield, en die naderhand verwijderd
werd. Zo ontstonden dessins, die in de
verf waren uitgespaard. Maar deze blauw
drukken werden voornamelijk als boe
renkleding gebruikt.
Oosters recept
ZO is de stand, als de Nederlanders de
draad van deze historie in handen
nemen en gaan klem-en volgens Oosters
recept. Rond 1600, als de zeeweg naar
Oost-Indië druk bevèren wordt, doen de
.nders op doorreis ook Voor-Indië
tiaar aan de kust van Coromandel
in zij bedrukte stoffen in, die bestemd
..jJ om in de Oost geruild te worden te
gen specerijen. Natuurlijk zijn er Indië-
vaarders, die zo'n lapje textiel mee naar
huis nemen als presentje voor moeder de
vrouw. En die „chitzen", waarin de pek
broeken niets bijzonders zien, blijken in
het voorname Holland een opschudding
te verwekken, die doet denken aan de
nylon-rage in de eerste jaren na de twee
de wereldoorlog. De stoffen zijn soepel,
kleurecht, wasecht en reukloos. De des
sins vei-overen op slag de vrouwen door
hun frisse kleuren en een weelderige
overdaad aan motieven, die ontleend zijn
aan de rijke planten- én dierenwereld
van het Oosten.
Het duurt niet lang of de „chitzen"
worden ook in de Nederlanden geïmpor
teerd. Maar de kooplui van die dagen
zien er meer in, als dc weefsels op eigen
bodem bedrukt kunnen worden. Spoedig
krijgen de handelsvaarders de opdracht
■uitvoerige rapporten op te stellen
het drukproces, dat in Voor-Indië
gevolgd wordt. Deze methode mislukt.
De gegevens, die worden binnengebracht,
zijn deels onjuist, deels te vaag en on
volledig.
Het procédé was ook niet zo eenvou
dig. Met stempels werden metaalbijtsen
(mordants) op de katoen aangebracht.
Daarna werd ae kleurstof, getrokken uit
de meekrap, er op gebracht. Deze kleur
stof pakte alleen op de plaatsen, waar
de mordants waren. Uit de rest van de
doek kon de kleurstof gemakkelijk wor
den uitgewassen in warme koemest. Wel
ke kleur op het weefsel verscheen was
afhankelijk van de metaalbijts, die ge
bruikt was.
Dan, in 1678, hakken twee Amster
dammers de knoop al heel radicaal door.
Zij duiken in Amersfoort op met een
„Turk" (die evengoed een andere Oos
terling geweest kan zijn), een vak-man-
textieldrukker, die belast wordt met de
technische leiding van een bedrijf, waar
gewerkt wordt volgens het Voorindisch
recept.
In een zeker voor die tijd ver
rassend snel tempo komt de nieuwe in
dustrie tot ontwikkeling. Nog geen 25
jaar later, in 1700, zijn er in en rond
Amsterdam al tachtig textieldrukkerijen
met vaak gtote aantallen arbeiders. Een
vreemdeling maakt er in zijn reisbe
schrijving gewag van, hoe hier de wan
delaar horen en zien vergaat van het
lawaai der hamers, waarmee de druk-
blokken op de katoen geslagen worden.
Hoe al die drukkers het tot dan toe ge
heime procédé machtig worden, laat zich
;emakkelijlc raden.
Concurrentie
MAAR er waren ook andere kapers op
de kust gekomen. In Augsburg heeft
een zekere Neuhofer een bedrijf van leer-
behang en textielblauwdruk. Hij reist al
in 16S9 naar Amsterdam, doet zich voor
als een eenvoudig werkman en treedt in
dienst van een lcatoendrukker. Als hij na
enige tijd het vak onder de knie denkt
te hebben, gaat hij terug naar Duitsland,
om daar tot de ontdekking te komen, dat
hem het fijne van de zaak nog is ont
gaan. Pas na een tweede reis is hij er
achter en dan zijn de Hollanders hun
monopolie kwijt. 'De Zwitsers komen in
Augsburg de kunst afkijken en de Zwit
ser Oberkampf is het, die in 1759 in
Frankrijk de eerste textieldrukker ij be
gint, die in vele opzichten van grote be
tekenis is geweest.
Voordien maakt de textieldruk in
Frankrijk nog een dol stuk geschiedenis.
Zodra de vrolijk gekleurde katoentjes
daar bekend werden, raakten de mo
dieuze frangaises er op verliefd. De
machtige zijdewevers van Lyon en hun
collega's in de wol wisten vati de rege
ring gedaan te krijgen, dat deze doeken
vogelvrij verklaa7'd werd.en.. Verboden
was: ze te importeren, te exporteren, te
drapen, in bezit te hebben, te vei'han-
del'en en te ve7-voeren.
Twee havensteden, Nantes en Marseil-
les, kregen gedeeltelijk ontheffing om
de buitenlandse handel en vooral de
slavenhandel niet van een gewild ruil
en handelsobject te beroven. Maar han
dige kooplui smokkelden er zich rijk
aan. Daaraan konden de veelvuldige raz
zia's der gendarmes niets veranderen.
De liefhebsters waren te talrijk en te
machtig. Madame de Pompadour had
haar Bellevue en vele andere kasteel
tjes in de omtrek van Parijs van bal
zaal tot torenkamer met bedrukte ka
toen behangen. Op danspartijen kleed
den de dames zich ten huize van de
gastheer om en als de ceremoniemees
ter het sein voor het eerste menuet gaf,
traden de vrouwelijke gasten aan in
hoepelrokken van bedrukte katoen.
Oberkampf had dan ook niet over ge
brek aan afzet te klagen, toen hij in
1759 het jaar van de opheffing der
restricties zijn bedrijf in Jouy open
de. Hij vei'bond wetenschapsmensen aan
zijn drukkerij om technische verbete
ringen in de fabricage aan te brengen
e(n gaf aan kunstenaars als J. B. Huet
en Boucher opdracht, dessins te ontwer
pen, waaraan de verfijnde Jouy's thans
nog hun vermaardheid danken. Hij
wees de katoendrukkers een nieuwe
richting, die leidde naar de walsen druk
machine (1785), de minerale kleurstof
fen (1834), de synthetische kleurstoffen
(1856) en de gemechaniseerde filmdruk-
machine (1950). -
Zo is in het kort de bewogen historie
rond de textieldruk. Op de Enschedese
tentoonstelling krijgt men daar een goed
beeld van. Maar bovenal blijkt de on
vermoeide schoonheid van vormen en
de rijkdom van kleuren, die zich met
het verbeteren van de techniek steeds
vrijer konden uiten, een openbaring
(Advertentie)
HUIDKLACHTEN
zoals puistjes, vetwormpjes en mee-
eters die Uw huid ontsieren verdwij
nen snel door plaatselijk fp-
L'fgasSi
CRITIEK OP ORGANISATIE MAAR OOK HEIMWEE
m. ö®o® ten langen leste terug te keren. Hij had
VERLOFGANGERS
ZEER TEVREDEN
(Van 07ize verslaggever)
AMSTERDAM, 11 Pebr. Een groep
Nederlandse emigranten, velen teleurge
steld en anderen vol heimwee, is van
daag met de „Fairsea" uit Australië te
ruggekeerd. Sommigen, hebben het niet
kunnen bolwerken in een land, dat van
dé pioniers een groot weerstandsvermo
gen vraagt. Ontmoedigd en eèn illusie ar
mer hebben zij weer voet. aan wal gezet
in het vaderland, waar zij geen toekomst
meer zagen voor zichzelf of hun kinde
ren. Dikwijls bitter was hnn critiek op de
Nederlandse, zowel als de Australische
autoriteiten, die zij een lichtvaardige or
ganisatie verweten. Een en vijftig van
de acht en zestig Nederlanders, die van
ochtend debarkeerden, moeten ten twee
den male een nieuw leven beginnen. De
overigen zijn verlofgangers, die zeer te
vreden zijn en niet graag voorgoed naar
Nederland zouden willen terugkomen.
Een 33-jarige Haagse autohandelaar,
die met zijn vrouw en twee kinderen
was geëmigreerd, is nu een ontmoedigd
man. Hij vertrok met papieren, die hem
een woning en werk voor zijn vrouw
en zichzelf waarborgden; Een farm in
Balmoral was het reisdoel. Samen zou
den zij zeventien Australische ponden
per week verdienen. Bij aankomst bleek,
dat het werk reeds aan een Australisch
echtpaar was vergeven. Na veel moeite
slaagde de man er in zelf een baan voor
twaalf pond te vinden, maar voor zijn
vrouw kon hij niets krijgen.
Voor een huis was ook niet gezorgd.
Het gezin nam zijn intrek in een scha-
pensoheerdershut, waar het zich erg
moest behelpen. Als de autohandelaar
klaagde, werd hem te verstaan gegeven,
dat hij blij mocht zijn met zijn baan. Na
drie maanden moest de hut worden ont
ruimd, omdat het soheerseizoen begon.
Voor slachtoffers watersnood
ZUID-AFRIKA maakt
emigratie eenvoudiger
DEN HAAG, 11 Febr. Aan adspi-
rant-emigranten uit de getroffen gebie
den, die naar Zuid-Afrika willen emi
greren, zal alle mogelijke voorrang wor
den verleend. Adspirant-emigranten uit
,het noodgebied, die of reeds in het bezit
zijn van een werkvergunning voor Zuid-
Afrika of een aanvraag hebben inge
diend, kunnen van het Zuidafrikaanse
emigratiekantoor in Den Haag een nood-
vergunning krijgen. De permanente ver
blijfsvergunning kan dan in Zuid-Afrika
zelf worden aangevraagd. Dit in tegen
stelling tot de gewone procedure, waar
bij vergunningen over Pretoria moeten
lopen.
Ruim 300 gezinseenheden in totaal
ruim 1000 personen heb,ben een ver-
zoelc tot emigratie ingediend of een
werkvergunning verkregen. De bedoe
ling is zoveel mogelijk van deze emi
granten te plaatsen op de „Zuiderkruis",
die op 14 April vertrekt. Het is van groot
belang, dat adspirant-emigranten uit de
noodgebie'den voor zover mogelijk schrif
telijk hun nieuwe (evacuatie) adres op
geven aan het Zuidafrikaans emigratie-
kantoor, Raamweg 8, Den Haag, of bij
een der aanmeldingskantoren.
Meer Ned. emigranten
naar Amerika
WASHINGTON, 11 Febr. (AP) De
republikeinse afgevaardigde Ford heeft
het Amerikaanse congres verzocht het
volgende jaar 50.000 Nederlandse immi
granten in de Verenigde Staten toe te
laten „om de dringende bevolkingspro
blemen ten gevolge van de schade in de
overstroomde gebieden van Nederland te
helpen verlichten". Ford diende een re
solutie in, waarin een tijdelijke opschor
ting van het Nederlandse immigratiequo-
tum (van 3.136 vergunningen per jaar)
gevraagd werd. Hij zei, dat het depar
tement van buitenlandse zalten hein
medegedeeld had, dat veel meer Neder
landers naar de Verenigde Staten willen
dan volgens het immigratiequotum mo
gelijk is.
I-Iet gezin verhuisde naar een „caravan",
waarin het bij regenachtig weer lekte.
Op zijn klachten bij de autoriteiten
kreeg de man ten antwoord: „Het zal
wel niet zo erg zijn. Velen zijn er slech
ter aan toe." Later verklaarde een van
de ambtenaren in Melbourne, dat dertig
tot veertig percent van de in Nederland
afgegeven papieren, die werk en onder
dak garandeerden, in de practijk niets
waard bleken.
Zeer hard werken
De meeste teleurgestelde emigranten
hebben het. niet erg gevonden, dat zij
zeer hard moesten werken. Degenen ech
ter, die geen baan hadden, werden dik
wijls ontmoedigd, omdat vacatures vol
gens hun zeggen geregeld door Austra
liërs werden ingenomen. De autohande
laar, die met zijn gezin in April van het
vorig jaar uit Nederland vertrok, besloot
wat geld in Nederland laten staan
met het kapitaaltje, dat hij in Australië
had weten te sparen, kon hij de terug
tocht betalen.
Andere emigranten, die terugkeerden,
hadden al jaren in Australië vertoefd.
Zij hadden wat geld verdiend, maar het
heimwee werd hun te machtig. Het wa
ren vooral de vrouwen, die niet aan hun
nieuwe omgeving konden wennen. Zij
misten de kleinigheden, die het leven in
Nederland hadden veraangenaamd.
Daarom waren zij Australië als een hard
land gaan beschouwen.
Gezien de hoge kosten van het levens
onderhoud zijn alle teruggekeerden het
over een ding eens. Zij zien het als nood
zakelijk, dat de vrouw meewerkt. Vooral
voor 'grote gezinnen is dit een vereiste,
hoewel dit aan de andere kant weer
moeilijkheden oplevert voor de opvoe
ding èn de verzorging van de kinderen.
Met de „Fairsea" keerde ook een groep
Engelsen terug, die om verschillende
redenen Australië vaarwel hadden ge-
a AN de spoonoeg van Dordrecht over de Moerdïjkbrv.g naar Brabant wordt
Ei koortsachtig gewerkt. Met treintjes worde7i zand en bielsen aangevoerd en
ter plaatse gestort, zodat de rails, die nu geen steun meer heeft maar ee7ivoudig
hangt, weer enige grond, voelt. De gehele spoordijk is over een grote afstand
ongeveer 2^ meter naar beneden gezakt. Over zes weken hopen de Nederlandse
Spoorwegen deze N oordzuid-verbinding weer intact te hebben.
NEDERLANDSE SCHRIJVERSALMANAK 1953
Zeer geslaagde publicatie
HET is al verschillende malen gepro
beerd, maar nu schijnt het dan toch
wel zó gedaan te zijn dat het moet hik
ken: p.r is weer een Nederlandse schrij
versalmanak. Gedurende de vorige eeuw
zijn die boekjes regelmatig verschenen:
gezellige gevalletjes met rotnantische
gravures er m eii veel 7iu vergeten
na7nen. In deze tijd heeft 77ien eeii
„Erts"-almanak gekend, een lette'rkwidig
jaarboek en andere min of meer officiële
publicaties, doch deze hebben alle een
noodlijdend bestaan geleid. Men scheen
de juiste toon en vooral ook de juiste
kwaliteit niet te kunnen vi7iden. Bij deze
nieuwe almanak is dit echter zeer over
tuigend wèl het geval.
De „Schrijversalmanak voor het jaar
1953" is een in vrijwel alle opzichten
geslaagd boekje geworden. De samen
stellers, Clara Eggink en G. Sötemann,
zijn zo gelukkig geweest bijdragen te
kunnen vinden die nagenoeg alle op
(Van onze luchtvaartmedewerker)
WEINIGEN, die in de afgelopen week de wonderbaarlijke ver
richtingen van de hefschroefvliegtuigen hebben gadegeslagen
of hierover hebben gelezen, zullen zich. hebben gerealiseerd, dat het
oorspronkelijke idee hie.rvan al meer dan vier eeuwen oud is. Om
streeks 1500 maakte de veelzijdige Leonardo da Vinei reeds een ont
werp van een luchtvaartuig zwaarder dan lucht, dat veel gelijkenis
vertoonde met het moderne hefschroefvliegtuig. Sinds die tijd heb
ben nog heel wat uitvinders met het idee gespeeld, dat echter niet
eerder gerealiseerd werd dan dat van het normale vleugelvliegtuig.
Het grondidee van het hefsohroef-
vliegtuig, of helicoptère, is zeer eenvou
dig, een soort ei van Columbus op lucht
vaartgebied. De vleugel van een gewoon
vliegtuig heeft een bepaalde snelheid
ten opzichte van de lucht nodig om
draagvermogen te kunnen leveren en
het hele vliegtuig te dragen. Door de
bijzondere doorsnedevorm van de vleu
gel ontstaat er namelijk bij beweging
van de lucht aan de onderzijde van de
vleugels een hogere luchtdruk dan aan
de bovenzijde, zodat de lucht de vleugel
naar boven zuigt. Om deze kracht groot
genoeg te maken, moet het vliegtuig een
zekere snelheid ten opzichte van de
lucht hebben om zichzelf te kunnen
dragen. Om zich van de grond te kun
nen heffen moet het dils net zo lang
snel over de grond rijden tot die vereiste'
minimum-snelheid ten opzichte van de
lucht bereikt is.
Nagebootste molenwiek
Ofschoon men liefst met de neus in de
wind start, heeft een vliegtuig toch altijd
een lange, vlakke startbaan nodig. Deze
eigenschap verdroot vele vliegtuigcon-
Het ei van Columbus in
de luchtvaarttechniek
structeurs, omdat dit de gebruiksmoge
lijkheden van het vliegtuig zo zeer be
perkt in gebieden, waar geen ruimte is
voor lange startbanen, zoals bijvoor
beeld de kleine wegen op de dijken in
Zeeland. De oplossing van het probleem
lag in de simpele redenering, dat het
helemaal niet nodig was om het draag
vlak in de richting van de romp van het
vliegtuig ten opzichte van de lucht te
bewegen. Als het
maar bewoog. Men
koos daarom de
draaiende bewe
ging en bootste de
molenwiek na.
Twee of meer klei
ne vleugels liét'
men om een lood
rechte as op de
vliegtuigromp draaien en draagvermogen
was voldoende voorhanden om de hin
derlijke aanloop van het vliegtuig te kun
nen missen. Hoe simpel het idee ook was,
de technische ervaring bleek veel moei
lijker dan die van het orthodoxe vlieg
tuig. Vooral de bevestiging van de zwaar
belaste draaiende hefschroefbladen aan
de aandrijfas levert ook nu nog een grote
technische moeilijkheid.
Tijdens de vluóht moeten deze bladen
voor de beweging van het stijgen en
dalen en de verdere besturing voort
durend ook nog van stand veranderd
worden. 1-Iet is verheugend, dat een van
de belangrijkste overige problemen van
het hefschroefvliegtuig werd opgelost
door een landgenoot. Wanneer men zon
der meer in een vliegtuigromp een mo
tor zou monteren met een verticale
4'" iilfife
hefsohroef
blijken te
dus ook de schroef draaien, dan wordt
het vliegtuig wel even van de grond ge
licht. Op dat mo-
ment echter zal de
romp in een tegen
gestelde richting
gaan draaien van
ae hefsohroef. Er
is namelijk geen
enkele reden, waar
om de schroef niet
zou blijven staan
en het vliegtuig niet om de as zou gaan
draaien, tenzij hiertegen speciale maat
regelen getroffen wórden.
Vele constructies werden vergeefs ge
probeerd, tot de Nederlandse vliegtuig-
constructeur, ir A. G. von Baumhaner,
op het idee kwam achter aan de staart
van het vliegtuig een motor met schroef
te plaatsen, die een kracht uitoefent in
een richting dwars op de gewenste
vliegrichting. Deze hulpschroef onder
drukt zodoende do verwenste draainei-
ging van de romp en het hefschroef
vliegtuig kon rechtuit vliegen.
In 1925 ontwierp Von Baumhauer een
helicoptère volgens dit principe. Bij een
vliegpoging in 1930 brak helaaseen
klein onderdeeltje uit het ingewikkelde
mechanisme, waardoor de machine tegen
de grond sloeg en zwaar werd bescha-
DEZE Sikorsky S-51 is één van de
beste hefschroefvliegtuigen die de
Russische Amerikaan Igor Sikorsky
sinds het begin van de tweede wereld
oorlog op de markt heeft gebracht. Het
toestel kan ami beide zijden van de
ro7np een gewonde vervoeren.
digd. Door geldgebrek en te geringe be
langstelling bij de Nederlandse autori
teiten werd het project hiermee stop
gezet. Ofschoon daarna nog verschillen
de andere oplossingen van hetzelfde pro
bleem werden gegeven, zoals het ge
bruik van vele tegen elkaar in
draaiende hefschroeven, bleek de Ne
derlandse vinding later de juiste te zijn
geweest.
Russische lof
De Amerikaanse Rus Igor Sikorsky
gaf dit ruiterlijk toe, toen hy in de eer
ste jaren van de tweede wereldoorlog
met de eerste volwaardige hefsohroef-
vliegtuigen op de markt kwam. Ook
deze machines waren met de Von Baum-
hauer-staartscihroef uitgerust. In de oor
logsjaren bleek het hefschroefvliegtuig,
waar vroeger niemand geld voor over
had, plotseling de moeite waard te zijn.
Vooral bij de bestrijding der duikboten,
die het de convooien op zee zeer moei
lijk maakten. Normale vliegtuigen kon
den moeilijk op de schepen meegenomen
worden, terwijl het hefsohroegvliegtuig
hoog peil staan. Er zijn slechts twee uit
zonderingen: het weinig geslaagde gele
genheidsversje van A. Roland Holst en
het nog minder geslaagde, stukje poli
tieke gelegenheidsjournalïstiek van
Theun de Vries. Jammer. Maar daar
tegenover staan verschillende bijdragen,
die deze almanak tot een kostbaar bezit
makenronduit prachtige gedichten van
J. C. Bloem en Jan Engelman, een. mees
terlijk vertellinkje van Godfried Bomans
en een belangrijk stuk uit de literaire
nalatenschap van de dichter M. Nijhoff:
het begin van een blijspel naar gegevens
van de Griekse schrijver Menander, de
late Nijhoff op zijn best.
Behalve goede verzen speciale ver
melding verdienen nog die van Gerrit
Achterberg. Clara Eggink, Gerard Diels,
Adriaan Morriën, Nine van der Schaaf
en Victor van Vriesland bevat de al
manak ook een aantal boeiende korte
studies en verhalen.
De practische bruikbaarheid wordt
verhoogd door de vermelding van aller
lei wetenswaardigheden inzake het let
terkundig leven en door een kalender.
Er is ook een verzameling goedgekozen
spreuken voor schrijvers en lezers. De
uitgever Fa C. P. J. van der Peet te
Amsterdam zorgde voor eeri keurige
uitvoering. G. S.
Première „Nacht en Morgen"
AMSTERDAM, 9 Febr. Vrijdagavond
13 Februari zal de toneelgroep Herman
Bouber in het Minerva-paviljoen te Am
sterdam de eerste voorstelling geven van
„Nacht en Morgen", geschreven door
Jóhan Blaaser en Henk Fedder. De ar-
tisten zullen op die avond afstand doen
van elk honorarium en de schrijvers van
hun auteursrechten. De opbrengst komt
ten bate van het Nederlandse Rode
Kruis.
Subsidie „Nederlandsche Opera'
AMSTERDAM, 10 Febr. B. en W.
van Amsterdam hebben de gemeenteraad
een voorstel doen toekomen de „Neder-
landsehe Opera" voor 't seizoen 1952/'53
een subsidie te verlenen van ten hoogste
f. 630.000.
met enkele vierkante meters dekruimte
al tevreden was. Sindsdien zijn talloze
nieuwe typen verschenen. Dit moet ook,
want in feite is dit luchtvaartuig in de
ontwikkeling niet verder gevorderd dan
het vleugelvliegtuig in het jaar 1914
was. Helicoptères in vestzakformaat en
monsters voor het heffen van complete
kanonnen zijn nu gereed.
Over enkele jaren znllen deze nieuwe
machines de gewone vliegtuigen van de
korte luchtlijnen verdringen, omdat
daarbij dc tijd van stad naar vliegveld
een grote rol speelt. Van centrum tot
centrum zullen deze nieuwe lijnen wor
den uitgevoerd.
Voor postverbindingen in ontoegan
kelijke gebieden bewijst de helicoptère
nu reeds onschatbare diensten. Ook in
ons land heeft men sinds 1945 de moge
lijkheden van het hefschroefvliegtuig
terdege onderzocht. De „Sikorsky S 51,
die nu aan het reddingswerk deelnam,
maakte sinds dat jaar honderden studie-
vluchten, onder andere voor het be
sproeien van gewassen en het redden
van drenkelingen. Dit laatste kwam nu
in Zeeland ten zeerste van pas. De re
sultaten hiervan waren zeer goed. De
kosten van deze machine bleken echter
in het gebruik zeer hoog te zijn. Een
meer eenvoudig vliegtuig werd voor het
werkterrein van het besproeien der ge
wassen voorlopig afgewacht. Dit was
het ooi-deel van de Nederlandse studie
commissie.
Terwijl hierop werd gewacht nam de
Koninklijke Marine het verstandige be
sluit om enkele weken geleden ondanks
de hoge kosten toch een behoorlijk aan
tal grote Amerikaanse helicoptères te
kopen. De machines van welk type er
vorige zomer twee over de Atlantische
Oceaan van de Verenigde Staten naar
Europa vlogen, bieden plaats aan 10 per
sonen. Nog dit jaar kunnen deze zeer
nuttige machines voor Nederland wor
den verwacht. De fantastische mogelijk
heden bij de redding van honderden
mensen van de verdrinkingsdood hebben
aangetoond, dat geen prijs te hoog is
voor dit nieuwe wonder der luchtvaart
techniek-