Psendo-Splcmiie L NIEUWSBLAD VOOR DE HOEKSCHE WAARD EN IJSELMONDE Woerïsdea *T 'PsErüan T953 pii^i Bewoners van een zwaar getroffen wijk te 's-Gravcndccl trachten nog iets van hun huisraad te redden. -„-v ■- ,a- r s. Het bouwval op deze folo is hef nog overgebleven deel van het pnnd. dat voor twce.derden door de vloede.olf werd weggeslagen met een deel van do Molendijk te VGravcmlecl. 10 Mensen vonden hierbij de dood in het water. Gaten, zoals op bovenstaande foto, zijn er vele in de Molendijk tussen Puttershoek en 's-Gravendeel Huizen en delen er van werden met de dijk weggeslagen, zoals deze oj de Molendijk te 's-Gravendeel gemaakte foto laat zien. ;v^ Varende tussen Puttershoelc en 's-Gravendeel maakten wij deze foto met de lens naar de richting Strijen. Een wel zeer sprekend beeld van de mateloos trieste watervlakte tussen Puttershoek en Strijen. ER IS VEEI. GELD NODIG OM DE NODEN TÉ LENIGEN ~k NATIONAAL RAMPENFONDS Gironummer 9575 Met man en macht is er gewerkt om de Blaakschcdljk te houden. De foto toont het vullen van zandzakken aan do rijksweg achter Hcinenoord Onder Goudswaard stond vorige week de fraaie boerderij van de heer De Jong in het water. Toch waren dc bewoners Dinsdag blij, dat zo onze krant al was het dan ook maar een noodkrant ontvingen. Aanstonds is krachtig aangepakt om de volgestroomde polders wa- tervrij te maken. Vorige week Dinsdag reeds was in Puttershoek bij het gemaal een zuigboot aan het werk, terwijl een op de dijk Jangs het Lorregat geplaatste pomp eveneens vele ni3 water per minuut uit de polder Nieuw-Bonavcntura pompte. De pomp-capaciteit is hier in middels, mede doordat de „Ahoy" is ingeschakeld, aanzienlijk ver hoogd Zo zag de Burgemeester Zahnweg tc Goudswaard er Dinsdag uit. cent. Een afbeelding van de door de P.T.T. uitgegeven watersnoodze gels, waarvan de opbrengst ge heel ten goede komt' aan het ram penfonds. De zegel wordt ver kocht met een toeslag van 10 Welk een ravage wind en water kunnen aanrichten, toont deze folo van een huis aan de Molendijk tc 's-Gravendeel. Feuilleton door P. J. van Gelder I Als tastte zij metterdaad in een verrukkelijke droom, zo stapte zij aarzelend op haar balkon van waar zij kon uitzien in die loute rende lusthof van bloeiende bloe men achter de haag, die zijn tuin van de hare, verwaarloosde, .^cheidde. De warmte van de nu al zo stralende zon deed haar hart gloeien in 't levenslustige lichaam. En nog steeds danste en trilde het geluid van het geluk uit de ijle luchten omlaag. Het vervulde de velden en wegen, de huizen en ho len, de dieren en "dingen, en zelfs de enkele mensen die ergens, ont roerd, d.: klaterend neerdalende vreugde in eer. voorbijgaande vlaag van melancholie trachtten te begrijpen en te doorgronden. Sonja hoorde het niet alleen; £ij zag in die prille ochtendstond ook het lief en het leed. In het prentenboek van haar geest wer den langzaam de bladen omgesla gen en mocht zij, muisstil, de me- .nigte beelden bewonderen. Zij aanschouwde haar eigen geluk en zij stond bij wijlen aaneengesmeed en versmolten met al haar hart. Zon, ja. En duistere, diepdon kere nachten. Zo droomde zij stil voor zich heen. Haar handen omklemden de ijzeren spijlen van het hek, waar over zij dikwijls haar geheimzin nige uitstapjes begonnen was. In haar herinnering leefden weer de prettige en de onprettige uren van haar vacantie. Eens was zij jong. Lang, heel lang geleden, had ze onbezorgd gespeeld en geravot in die zelfde twee tuinen. Urenlang", dag-in dag-uit. Toen woonde daar nog' geen schrijver, die typte tot diep in de nacht, maar een eerza me koopman met kind. En dat buurmeisje was haar vriendinne tje in de schoolbanken. De tijd was verstreken, dal zij de uren van de dag kon vullen met loos schuimende ledigheid. De jaren vervloden, waarin zij ver langde iets omhanden te hebben, waarmee zij haar dagen kon vul len, O, ja. Zij had haar dagen ge vuld, Zij had zich zelf bezig ge houden; soms kleinzielig en on schuldig als kleine kinderen, soms ook gewild en geraffineerd als grote mensen, Want toender'.ijd stond zij daar precies tussen in en zij wist soms niet, welke kant zij nu heen moest. Hoor, hoe de leeuwerik in zijn lied haar gedachten herhaalde! De oorlog kwam. De alles ver scheurende en verruïnerende oor log. Vóór zij het wist was zij zelf betrokken in de strijd, maar ze schrok niet terug. Zij was immers jong en overmoedig. Zij besefte alleen, dat ze iets geven wilde, en er was niets dat haar terughield. Er zijn er, die in dc oorlog voor altijd ongelukkig werden. Er zijn er ook onder ons, die in de oor log het hoogste geluk op aarde hebben gevonden. Ook hier het onderscheid èn de samenhang van geluk en van smart. Dc mensen leerden van bei de. En ook zij ervoer, welke kant zij nog heen moest. Zij aarzelde niet langer tussen willoos spel of gewilde vrouwlijkheid. Zij kwam als vrouwlijk vrijwilliger aan het front. Als verpleegster achter de eerste linies. Het rood schemerde haar op nieuw voor de ogen. Hoeveel wonden had zij verbonden? Hoe veel harten getroost? Klaterend weerklonk het zilver gezang uit de hemel. Eens was zij jong. Maar nu zij zoveel ouder gewor. den was en haar weg gevonden had in het leven, nu wilde dat nog niet zeggen dat ze niet jong meer zou zijn. Integendeel; zij voelde zich nu pas verjongd. Er stroom de als het ware fris bloed door haai aderen, Zij had het leven nog vóór zich. Zij wilde opnieuw be ginnen liefst. Zij was jong. Zij was nog jong! Zij voelde zich nog niet vergrijsd in het vak en ze wist zich nog niet te oud om te leren. Zij had haar weg gevonden en wist van zich zelf de goede koers te volgen. Nu stond ze niet meer alleen. Zij had hèm. Zij kon lief en leed delen met iemand anders, die haar bijstond en haar zou begrijpen. Ze mocht leven en werken voor een man, met wie zij voortaan sa men door het leven zou gaan. Hoorde leeuwerik zong van de liefde. Van hó.ar liefde. XXV PANORAMA „Mijn broer" I-Iet schoot hem als een vlam mende vuurpijl in zijn herinnering, Een lange serie opwindende, alle aandacht opeisende gebeurtenissen had zich die nacht als _een avon tuurlijke geluidsfilm aan zijn ogen en oren ontwikkeld. Steeds nieuwe verrassingen zorgden er voor, dat het vorige al vervaagde, voor hij zich het nieuwe realiseren kon. Hij had Pieter wakend achterge laten m huis, hij 'zou zijn broer afhalen, maar hij deed het niet. Hij betrok de wacht in de tuin. bij die geheimzinnige nieuwe draad. Zijn broer Hij stormde de logeerkamer in, rukte de dekens los van het bed, boog zich over de lakens om ze te rimpelen, sloeg een deuk in het harde hoofdkussen, alsof er zo juist nog iemand gelegen en ge slapen had. De handdoek, schoon nog en netjes opgevouwen, moest nat en verkreukeld bij de vaste wastafel hangen. De zeep moest nat, een beetje water in het glas, de stoelen verschoven, een koffer. Waar haalde hij zo gauw een kof fer vandaan, die z'n factotum niet kende En een pyama, en wat toi letgerei. Hier en daar haalde hij de spul letjes vandaan. De koffer ver zwaard met een stelletje boeken en op slot, een oude kam, een tan denborstel, een beetje scheergerei, ziezo, .de gast was gearriveerd. Zijn broer had al ontbeten en was de deur uitgestapt voor dc kamer dienaar arriveerde. Beneden even een vuil bordje neerzetten en de zaak was in orde. Even een vuil bordje neerzetten De eetkamer bleek in beslag genomen door snurkende agenten, die uitgestrekt over drie of vier stoelen luidruchtige pogingen in het werk stelden om de verloren slaap in te halen. In de zitkamer lagen er twee broederlijk naast el. kaar op de divan. Een derde zweef de in sierlijke boogjes dwars over dc leuningen van twee clubfaute uils. De politieman in het voorpor taal hing half tegen de deur, ronk te met zijn mond wagenwijd open. Bij de achterdeur de brigadier, al even opgewekt achter z'n lodde rige oogleden, waarop -- en zichtbaar de mededeling he den gesloten". Een hecht cordon en een doeltreffende bewaking... Met zekere schroom snuffelde Phylax eens lang dc broekspijpen van al die vreemde bezoekers. Veel goed kon er niet in zitten. 'tRook naar taai mensenvlees en naar opgedroogde modder uit de tuin, waarvan de vette sporen nog op de grijsgevlekte zwarte uniformen klonterden. „Dat zijn nou die nette mensen," zuchtte de terrier, „liggen met d'r luie lichaam op die mooie meube len waar een fatsoenlijke liond niet eens naar mag kijken, laat staan aan ruiken, en dc baas geeft ze niet eens een oplawaai. Laten die lui een Aupida kopen als ze lek ker liggen willen!" Het slachtoffer van de bezetting droeg zijn leed als een man. Hij wiferp de ramen wijd open, ademde de heerlijke ochtendkoelte in en hoorde opeens ook het zilver ge- gezang van de leeuwerik, hoog in de hemelen. Een zoet gefluit, een heerlijke heldere melodie. Een lied van de liefde, van zon en van ja. Son-ja Een bont panorama van kleur rijke toekomstbeelden ontrolde zich bij de gedachte aan die naam. Sonje, zijn vrouw, een einde aan zijn eenzaamheidVaarwel, vrijgezel. Je levenskameraad is gekomen. Je doelloos bestaan zal weer zin krijgen. Je zult steun krijgen in moeilijke uren. Je be hoeft het niet allemaal meer I- leen te verwerken. Luchtkastelen aan de lopende band. De bruine krullen vlakbij als je schrijv.en wilt, een voortdurende bron van inspiratie; zc kon hem zelfs het eenvoudigste woord in fluisteren als hij ergens bleef ste ken en niet verder kon. Ze zou achter z'n schrijfmachine kruipen en de mooiste verhalen verzinnen. Ze zou hem verwennen, z'n loven veraangenamen, z'n sombere stemming' verdrijven. Hoor; hoe de leeuwerik in zijn lied zong van Sonja! tiet panorama was w|jd en aan trekkelijk. Je kon in de verte de torentjes van het geluk zien op doemen. De perspectieven toonden een paradijs op aarde, waar hij tol voor kort bij wijlen als in een hel had geleefd. Vreemd, zo'n fata morgana van 't ontbrekend geluk. Sonja Hij moest opeens denken aan die andere Sonja. Aan die uitnodiging om naar haar toe te komen, die hij met z'n laatste graagte had aangegrepen. Om eindelijk uit te pi-aten over wat hem hinderde, om zich zekerheid te verschaffen over haar duistere bedoelingen. Nog zag hij dat handschrift: „Kom Zaterdagmiddag bij my". En hij was gekomen. En hij had gewacht. Uren lang. Ze bekom merde zich al niet meer om haar uitnodiging. Ze winkelde in de stad. Langzaam kwam ze aan slenteren met haar tas vol dure prullen. Ergens onderweg op die eenzame weg ontmoette hij haar, keerde hij om teneinde alsnog met haar mee te gaan. Om na al die uren tijdverspilling tenminste nog te weten te komen wat zij wilde. Wordt 'vervolgd

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 4