Emigratie-voorlichting wordt gedecentraliseerd Goederen van individuele schenkers worden niet meer aangenomen DUITSERS POGEN LANDERIJEN TERUG TE KRIJGEN Franse Kamer dwong minister (collaborateur?) tot aftreden In 1935 werd met onderzoek begonnen DINSDAG 10 FEBRUARI 195C 2e blad - pagr. 1 Algemene Emigratie Centrale sticht 76 plaatselijke aanmeldings-com missies Tn Groningen beeft de officiële installatie plaats gehad van de, vanwege de Algemene Emigratie Centrale ingestelde, plaatselijke aanmeldings commissies in de provincies Groningen, Friesland en Drente. In de volgende weken zullen, zij het minder officieel, de commissies in de andere provincies worden geïnstalleerd. In totaal zullen, over het gehele land verspreid, 76 commissies vanwege de Algemene Emigratie Centrale het belangrijke werk der hulpverlening aan adspirant-emigrantcn ter hand nemen. Gelukkige samenbundeling De emigratie was voor de oorlog een aangelegenheid, waarmede particu liere organisaties zich bezig hielden, Zij hebben veel en nuttig werlc ver richt en zij beschikken, gelijk de Chr. Emigratie Centrale tdie dezer dagen haar 25-jarig bestaan heeft gevierd) over een schat van ervaring, waarvan de emigrant-van-vandaag rijkelijk kan profiteren. De grote drang tot emigreren, welke zich na de oorlog in ons land heeft geopenbaard, maakte het wenselijk: enerzijds dat de overheid zich. meer dan tot dusver, met de emigratie- vraagstukken ging bemoeien, ander zijds, dat er gestreefd werd naar een sterker samenbundeling van krach ten. De commissie-Schilthuis heeft met betrekking tot het emigratiebe- leid zeer belangrijk werk gedaan en óe eerste aanloop gegeven tot de Emigratiewet. Ingevolge deze wet hebben wij thans een commissaris voor de emigratie, een emigratieraad waarin overheid en maatschappe lijke organen zijn vertegenwoordigd een emigratiedienst, de Stichting Landverhuizing, en een emigratie' bestuur. Nu werken er op het terrein van de emigratie vele organisaties, maar het behoeft nauwelijks betoog dat, wanneer al die organisaties op zich zelf zouden blijven bestaan, het eigenlijke werk door een vergaande versnippering zou worden geschaad. De wet stelt wel bepaalde eisen aan de organisaties, die in de emigratie- raad vertegenwoordigd zijn, namelyk dat zij zien bezig houden met de emigratie in volle omvang. Maar wat wil men wanneer veertien organisa ties hetzelfde doen voor niet, of nau welijks, van elkaar te onderscheiden groeperingen. De praktijk heeft uitgewezen dat organisaties, als de Katholieke en de Christelijke Emigratie Centrale, voor de gestelde taken berekend waren. Nu heeft zich in het voorjaar van 1952 een geruisloze bundeling vol trokken van de veertien overblijvende organisaties. Deze bundeling is mis schien wel een van de belangrijkste ontwikkelingen in de na-oorlogse emigratiegeschiedenis. Want hier gingen met elkaar om de "ronde tafel zitten vertegenwoordi gers van het Centraal Sociaal Werk geversverbond en van het N.V.V., van ae Ned. Ver. voor Huisvrouwen en van de Ned. Bond van Plattelandsvrou wen, van de Hervormde Emigratie Commissie, van de Humanistische Emigratie-groep (stichting Mens en Wereld), en van de Israëlitische Emigratie Centrale, om er maar enkele te noemen. Mensen van wel zeer uiteenlopende religieuze en po litieke overtuiging, maar bij elkaar gebracht door eenzelfde streven: de belangen van de adsplrant-emigrant zo goed en zo volledig mogelijk te behartigen. Dit was mogelijk, gelijk in het sedert de oprichting van de Algemene Emi gratie Centrale verstreken jaar is gebleken. Waar men elkander op zo veel andere terreinen zo gemakkelijk en vaak zo lichtvaardig rubri ceert en in kastjes drukt, daar wist men zich in de A.E.C. boven deze kwalijke hebbelijkheid te verheffen. Het moge hier worden vastgesteld, Uitgewezen Indonesiërs vertrokken Gisteravond zijn de beide Indone siërs, de heren Go Giem Tjwan, di recteur van het Indonesische persbu reau Antara te Amsterdam, en Suni- to. oud-voorzitter van de Perhim- punan Indonesia, die od grond van ongewenste politieke activiteit op 24 November j.. door de Amsterdamse vreemdelingenpolitie werden gearres teerd, met hun gezinnen met het vliegtuig „Enschede" naar Djakarta vertrokken. Enige heren van het Hoge Commis sariaat van Indonesië waren hierbij aanwezig. Onder begeleiding van rechercheurs en persoonlijk toezicht van de chef van de vreemdelingen dienst, commissaris H. R. Stoett, wer den beiden naar Schiphol overge bracht. Op het Leidseplein te Amsterdam waien een 150-tal Nederlandse en In donesische vrienden en bekenden sa mengekomen. om de echtgenoten van de uitgewezenen, uitgeleide te doen. Beide dames kregen bloemen en ge schenken. Op de luchthaven was de intercon tinentale vertrekhal door manschap pen in uniform en burger van vijf po litiediensten volledig afgesloten. Mevrouw Sunito zei tot de journa listen. dat zij de arrestatie „schan delijk en onrechtmatig vond". Zij be vestigde, dat de inboedel van haar huis ter beschikking is gesteld van het Nationaal Rampenfonds. Beschadigde woningen Hoewel betrouwbare gegevens over de schade aan woningen, boerderijen enz. in de watersnood-gebieden op dit ogenblik nog niet voorhanden zijn werden over Zeeland enkele globale ramingen gemaakt, die het moge lijk maken onder het allergrootste voorbehoud de volgende cijfers te noemen. In Zeeland staan 13 a 14.000 woningen in het water, naar zeer ruwe schatting zijn daarvan 1450 verwoest. 3.000 zwaar beschadigd en 3500 licht beschadigd. Van de boer derijen worden 1000 als totaal ver loren beschouwd. 2000 zullen zwaar of licht beschadigd zijn. In Noord Bra bant staan volgens schatting 3300 woningen en boerderijen in het water Nadere gegevens zijn nog niet be kend. De hete-luchtmotor. De tot dusver binnen laboratoriummuren gehouden Ne derlandse hete-luchtmotor heeft de eer ste krachtproeven in het openbaar door staan als energiebron voor lichtmachines in de noodgebieden. dat deze gang van zaken wel zeer bevorderlijk moet zijn voor de vesti ging van deze reputatie in het bui tenland. De verhoudingen in Canada en in Australië zijn nu eenmaal an ders dan in Nederland en men kan zich daar nu eenmaal moeilijk een juiste voorstelling maken van, en een begrip vormen over. de vaak wel erg enge en enghartige Neder landse verhoudingen. Daarvoor heeft men in Nederland ook wel eens te weinig oog, en de bundeling, zoals die in de A.E.C. is verkregen, is ook voor Nederland zelf een voorbeeld. Een gewichtige stap vooruit wordt nu gemaakt door de vorming van de emigratiecommissies in die plaatsen van Nederland, waar de gewestelijke arbeidsbureaux gevestigd zijn en met welke instellingen een vruchtbare samenwerking mogelijk zal zijn. Op deze wijze kan gestreefd worden naar een grote efficiency, maar vooral kan door deze decentralisatie een betere belangenbehartiging worden nage streefd. terwijl ook het menselijke element, dat bij de emigratie-voor lichting een zo voorname rol speelt, beter tot zijn recht zal kunnen ko men. Het is natuurlijk waar, dat men oo een gegeven ogenblik de emigrant volledig zal moeten loslaten, maar dat zal met te groter vertrouwen kunnen geschieden als de emigratie-voorbe reiding zo volledig mogelijk is geweest en tegelijk ook zo persoonlijk moge lijk kan worden ingericht. Daartoe opent de vorming van deze 76 emi gratie-commissies inderdaad de mo gelijkheid. Het gat in de dyk bij Papendrecht, dat een afmeting had van 85 meter, wordt ge dicht door het opspuiten van zand. Een zinkstuk ligt gereed om tegen de dyk tot zinken te worden gebracht. Harde maatregel in Engeland (Van onze correspondent). LONDEN, 10 Febr. Bij de Neder landse ambassade te Londen blijven de giften voor ons land in een zoda nig tempo binnenstromen, dat met bloedend hart besloten moest worden goederen van individuele schenkers niet meer aan te nemen. Het is hard om op deze wijze een domper te moeten zetten op zo veel spontane drang tot helpen, maar er dreigde een zodanige opeenhoping van bepaalde artikelen te ontstaan, dat de actie zinloos begon te worden. Tot gisteren kwamen er mensen op het consulaat met de mededeling, dat Voormalig Duits grondbezit in Limburg Beroep op een oud tractaat De Raad voor Rechtsherstel heeft afwijzend beschikt op een tweetal be roepschriften die Duitsers hadden ingediend in zake de verkoop van landerijen door het Nederlands Be heersinstituut aan Nederlandse land bouwers. De binnen de Nederlandse grens gelegen landerijen waren vroe ger eigendom van deze Duitsers en zijn krachtens het „Besluit Vijande lijk Vermogen" na de bevrijding aan de Nederlandse Staat vervallen. Vele Duitsers hebben gesteld, dat de tussen het Ned. Beheersinstituut en de Stichting Grondoverdracht (een in stelling van de Limb. Land- en Tuin- bonwbond) gedane verkooptransac- ties op juridische gronden aanvecht baar zouden zijn geweest. Zij hebben ontbinding van de koopovereenkomst gevorderd, alsmede teruggave van hun gronden, toebehorend aan ver schillende honderden Duitse eige naars .door de Nederlandse Staat verbeurd verklaard krachtens de in- tergeallieerde accoorden ter verreke ning op de van Duitsland te ont vangen oorlogsschade-vergoedingen. Verschillende Duitse partijen heb ben in de Bondsdag een resolutie in gediend, waarin ze de Nederlandse maatregel een onrechtvaardige daad noemen. De betrokken Duitsers beroepen zich o.m. op de bepalingen van het op 26 Juni 1816 tussen Nederland en Pruisen te Aken gesloten grenstrac- taat, dat de rechten van grensbewo ners op in de nabuurstaat gelegen landerijen, die zij in hun bezit ge kregen hebben, vastlegde. Ongewenste toestanden Deze overeenkomst had vooral be tekenis gekregen door de op het Wee- ner Congres genomen besluiten, waar bij o.m. werd bepaald, dat in een groot gedeelte van Limburg de grens lijn tussen Pruisen en Nederland zou worden bepaald door de afstand te nemen, die in een kanonschot vanaf de Maas zou bestrijken. Hierdoor ont stond een uiterst grillig grensverloop, met als gevolg, dat verschillende boerderijen in Nederland en Duits land hun gronden aan weerszijden van de grens hadden liggen. De omstandigheid, dat de Duitse landbouw aan het eind van de vorige eeuw welvarender was dan de Ne derlandse, en dat men eerder de mo gelijkheden ontdekte, die in toepas sing van kunstmest scholen, werkte de vorming van Duits grondbezit in Nederland sterk in de hand. Voor een appel en een ei werden door de ge meentenaren grote percelen woeste grond aan Duitse landbouwers ver kocht. Tal van ongewenste toestanden waren hiervan het gevolg. Aangezien de tractaatsbepalingen o.a. tolvrij ver voer van producten, kunstmeststof fen enz. van het ene bedrijfsgedeelte naar het andere over de grens inhiel den, werd een levendige en nauwe lijks te bestrijden smokkelarij bedre ven. Uitgestrekte gebieden binnen de Nederlandse grens waren nagenoeg geheel op Duitsland georienteerd en alleen van daaruit op een behoorlijke wijze te benaderen. De na-oorlogse omstandigheden boden de gelegen heid om een in allerlei opzichten zeer wenselijke sanering toe te passen. Alleen al in de gemeente Bergen was meer dan 50 pet. der Nederlandse bedrijven min of meer „noodlijdend", omdat de oppervlakte der bijbehoren de gronden te gering was om een lo nende exploitatie mogeliik te ma ken, én ook elders was in vele geval len een ernstig „kleine-boeren pro bleem" aanwezig. Saneringen Met behulp van de voormalige .Duitse" gronden zijn meer dan 650 Nederlandse bedrijven gesaneerd, hier en daar door middel van ruilver kavelingen. waardoor ook verspreid liggende van oudsher Nederlandse perceeltjes mede konden worden aan gewend tot de vorming van flinke aaneensluitende percelen. Bovendien konden nog enige tientallen geheel nieuwe bedrijven worden gesticht. De heilzame invloed van deze maatre gelen manifesteerde zich duidelijk, o.a. in het dorp Liebengewald, waar de agrarische omzet in weinige jaren tijds verdubbelde. De Raad voor Rechtsherstel, waar van mr. P. S. Gerbrandy hèt voor zitterschap bekleedt, doet in laatste instantie uitspraak over de betwiste gronden. Daarvoor in aanmerking komende Duitsers worden „ont vijand" en krijgen de geldelijke op brengst van dè verkoop hunner lan derijen gestort op een in Nederland op hun naam te openen rekening. Een belangrijk criterium is daarbij de houding, die men tijdens de oor log jegens de geallieerde zaak heeft ingenomen. In Nederland wonende Duitsers, op wier houding uit geal lieerd oogpunt geen ernstige aanmer kingen zijn te maken, zyn zonder meer in het genot van hun bezittin gen gelaten. Ook voor de eigendom men van kerkelijke en sociale instel lingen in Duitsland is by de verbeurd verklaring een uitzondering gemaakt. De beide thans gevallen uitspra ken waren de eerste beslissingen, die inzake de voormalige „Duitse" gron den in Limburg zijn gevallen. Het betrof hier de beroepschriften van twee inwoners uit Walbeek, die gron den hadden liggen op de Hamert (ge meente Bergen). In beide gevallen werd er afwijzend op beschikt. Hoe wel nog tientallen beroepschriften moeten worden afgedaan heeft men de bevestiging van de eerder geno men besluiten niet afgewacht en zijn er omvangrijke cultuurtechnische werken uitgevoerd. Hier en daar zijn ruiverkavelingen toegepast en som mige gebieden zyn door de aanleg van wegen en bruggen nu van Neder landse zijde ontsloten. zij zelf geen dekens konden missen maar dat ze er een gekocht hadden om naar ons land te sturen. Goederen door organisaties aange boden. konden echter als tevoren dankbaar in ontvangst worden geno men. De "Womens Voluntury Service", het Engelse vrouwelijke hulpcorps, zal deze week twee grote laadbakken met kleren en andere benodigdheden naar ons land zenden. Uit Birmingham zijn niet minder dan 50 vrachtauto's met goederen voor ons land onderweg. Stenen voor de dijken Er is thans een afzonderlijk ..Ste nenfonds" gevormd, waarvoor reeds een groot aantal chèques is binnenge komen. Dit fonds is ontstaan naar aanleiding van suggesties in de bla den om Nederland de hoog nodige stenen voor de dichting van de dijken aan te bieden. Men geeft in Nederland evenwel de voorkeur aan per rijnaken uit het achterland aangevoerde stenen, welke -echtstreeks naar de plaats van be stemming kunnen worden vervoerd, terwijl de „Engelse" eerst nog uit de zeeschepen overgeladen moeten wor den. Met de ontvangen bedragen zou echter mogelijk de aankooD van steen buiten Engeland kunnen worden ge financierd. Koning Boudewijn naar overstromingsgebied Koning Boudewijn heeft gisteren een bezoek gebracht aan het Belgi sche rampgebied. De koning was gekleed in een khaki-regenjas; hij was blootshoofds en droeg rubberlaarzen. Eerst werd gestopt m het ten dele geëvacueerde dorp Zandvliet, ten Zuiden van Ant werpen, bij een grote breuk in de Schelde-dijk. De Koning verliet zijn auto en stapte in een wachtende jeep, die hem naar het gat in de dijk bracht. Hij knoopte daar een gesprek aan met enige soldaten die met het herstel van de dijk bezig waren. Daar na bezocht de koning een inmiddels drooggevallen boerderij. De boerin, Eugenie Roelants, deed open. Toen zij haar bezoeker herken de, stamelde zij: „Mijn God, Uwe majesteit". „Goede morgen, mag ik binnen komen", antwoordde de koning. Hij werd naar het erf gebracht. Daar baggerde hij door de modder en ging, zich diep bukkend, het kippenhok binnen. Toen hij tenslotte heenging, zeide de boerin in haar sappig Vlaams: „Ik zal dapper zijn, uwe majesteit. Bedankt voor uw komst". Vijf Schotse redders verdronken De reddingboot van Fraserburgh in Oost-Schotland is gistermiddag in zware zee omgeslagen toen zij hulp wilde bieden aan in nood verkerende vissersschepen. Vijf van de zes opva renden verdronken. Premier René Mayer in verlegenheid (Van onze correspondent.) PARIJS, 10 FEBR. André Boutemy, minister van gezondheid in het ka- binet-Mayer, is gisteravond afgetreden onder de druk van een sterke parle mentaire oppositie. Deze was veroorzaakt door het feit dat Boutemy tijdens de afgelopen oorlog politiek allesbehalve brandschoon zou zijn geweest. Toen hij onlangs in de Assemblée verscheen om een toespraak te houden, werd hem dit tot tweemaal toe door lawaai onmogelijk gemaakt. René Mayer, die tot nu toe zo handig heeft weten te manoeuvreren, was er erg door in ver legenheid gebracht. Boutemy was eens naaste medewerker van Petain Deze Boutemy was tijdens de oorlog namelijk een der naaste medewerkers van Petain. die hem had belast met de leiding van het bureau der binnenlandse inlich tingen. In die functie had hij uiteraard vooral te maken met de activiteit van het ondergrond se verzet, en het is begrijpelijk dat heel wat figuren, die nu op de banken van de Kamer zitten en politiek uit dat Verzet zijn voortgekomen. deze minister daarom geen bijzonder teder hart toedroegen. En dit ondanks het feit, dat hij na de oorlog door een rechtbank van verraders-smetten moet zijn schoongewassen. De meningen zijn intussen verdeeld over de vraag, of Boutemy indertijd de Duitsers op zyn vertrouwenspost heeft tegengewerkt, ofwel een instru ment was in hun handen. Maar in elk geval kan men 't eens zijn met een Gaullistisch kamerlid, dat het niet beslist noodzakelijk vond „dat voor mensen, die onder bepaalde om standigheden op bepaalde posten heb ben gezeten, acht jaar na de bevrij ding een plaats aan de regeringsta fel wordt ingeruimd". Toen onlangs over de begroting van volksgezondheid moest worden ge stemd, bleek dat niet alleen de com munisten (uiteraard) hadden tegen gestemd maar tevens dat vele socia listen. katholieken en Gaullisten uit protest tegen de persoon van de mi nister, zich bij de stemming onthou den hadden. Tegen de wil van René Mayer in, werd toen tevens besloten tot een openbare gedachtenwisseling over 't geval-Boutemy, een debat dat wegens ziekte van de minister tot 17 Februari moest worden uitgesteld. Of dit debat na het aftreden van minister Boutemy wel zal doorgaan, is twijfelachtig. In elk geval bespaart het Mayer heel wat zorgen. Waarom? Het is wel zeker, dat René Mayer (die persoonlijk van Petain's anti-se- mietische wetten te lijden heeft ge had) weinig redenen had om een van de „mannen van Vichy" bij zonder welgezind te zijn. Waarom hij Boutemy dan toch in zijn ploeg heeft opgenomen? De verklaring hangt waarschijnlijk samen met het feit. dat de nieuwe premier enig water moest toevoegen bl.j de Europese wijn, om zo de steun van de Gaullisten te ver krijgen. De vorige minister van volks gezondheid. Ribeyre (die thans tijde lijk die functie weer zal waarnemen) had indertijd een plan ont worpen voor de integratie der Europese gezondheidsdiensten terwille van de Gaullisten, werd die excellentie daarom naar handel over geplaatst. Om andere, namelijk eco nomische motieven, was er tegen Ri- beyre's plan ook veel tegenstand ge rezen. in het bijzonder onder de jljllllll!llllllllllllllllll!IIIIIIII!!ll!lllllllllllllllllllllllll|||!lllll|||||!lllll!!!;iillllll|l!l| Santé! In politieke kringen te Parijs gaat de laatste dagen over de zo zeer omstreken minister Boutemy het volgende mopje. Tijdens de oorlog waren allen, die iets te maken hadden met het verzet, het er wel over eens dat Boutemy's plaats op de Santé voor na de bevrijding bij voorbaat al besproken was. Om de aardigheid te begrijpen moet men even weten, dat Santé (gezondheid) zowel de naam is van het betreffende mi ll nisterie, als vande grootste Parijse gevangenis, waarin na de oorlog de collaborateurs werden opgeborgen Aardolie in Nieuw Guinea Na de oorlog moest opnieuw begonnen worden Een gigantische taak Het zoeken naar aardolie, dat door gaans geschiedt in nog niet in cul tuur gebrachte gebieden, is altijd een onderneming van lange duur en dit werk gaat steeds gepaard met grote moeilijkheden. Een sprekend voor beeld is het werk, dat de Nederlandse Nieuw Guinee Petroleum Mij. sedert 1935 verricht over een uitgestrekt ge bied van het vrijwel on verkende Nieuw-Guinea. Nadat het gehele concessiegebied van tien millioen hectaren gefotogra feerd was uit de lucht "dit werk vorderde meer dan twee iaren kon aan de vervaardiging van kaarten worden begonnen. Daarop gebaseerd trokken geologische verkennings- ploegen het oerbos in voor de samen stelling van geologische kaarten, dit werk nam drie jaren in beslag. In middels waren de plaatsen voor de eerste verkenningsboringen bepaald en in 1936 werd een eerste aardolie voorkomen te Klamono ontdekt. Aan gemoedigd door dit succes werd een grote booractiviteit ontwikkeld en in 1942 bii het uitbreken van de oor log in het Verre Oosten had men reeds 139 boringen verricht. Hieron der waren acht producerende putten op de Klamono-structuur en daar naast had men in het Oostelijk deel van de Vogelkop in vijf gevallen de aanwezigheid van aardolie aange toond. Dit gebied is echter bijzonder moeilijk toegankelijk en exploitatie daarvan zou aanzienlijke investerin gen vergen. In 1946 werd het werk opnieuw op genomen en men moest weder van de grond af beginnen. Sorong, tegen over het eiland Doom, werd als basis gekozen. In de eerste tijd deed het gebrek aan geschoolde werkkrachten, woningnood, transportmoeilijkheden en gebrek aan materiaal zich sterk gevoelen. In de opbouwperiode waren m de Vogelkop 9000 Papoea's en In donesiërs voor de N.N.G.P.M. werk zaam. Voor de exploitatie van het Kla- mono-veld werd een 48 km. lange weg aangelegd. Daarnaast werd een Pijpleiding gelegd voor het vervoeren van de olie naar de haven Sorong. Dit is. gezien de klimatologische om standigheden. een geweldig werk ge weest. In December 1948 na 12 jaren werk kon de eerste tanker met Klamonoolie te Sorong worden geladen voor verscheping naar een buiten Nieuw-Guinea gelegen raffi naderij. Sedert 1940 zijn naast het Kla- mono-veld nog twee velden aange toond: Mogoi en Wasian. Om tot het vervoeren van de olie te kunnen ge raken moest de N.N.G.P.M. naar deze velden een weg van ruim 50 km door zware terreinen aanleggen. De aan leg van een pijpleiding die op het programma staat, zal de exploitatie van deze velden straks mogelijk maken. Daartoe zal verder ook een gelegenheid voor het afschepen moe ten worden gebouwd- Dit alles is een wel haast gigantische 'taak, want het betekent het ontsluiten van een der ontoegankelijkste gebieden der we reld. Waren voor 1942 reeds enige tien tallen millioenen guldens in deze onderneming geinvesteerd, sedert 1946 bleken evenvele honderdtallen millioenen guldens nodig en het einde der kapitaalsinvestatie is. ge zien het grote exploratiewerk dat wacht, nog niet te zien. Uit dit alles blijkt duidelijk, hoe zeer de interna- ticmale aardolie industrie tracht ook Nieuw Guinea od de „oliekaart" te brengen. Op dit ogenblik werken voor de N.N.G.P.M. in Nieuw Guinea een Europese staf van 275 man en ongeveer 5000 inheemse arbeiders, waarvoor woningen, kantoren, maga- zynen. werkplaatsen, een electrische centrale, vakscholen en een hospitaal zijn verrezen. Hongarije verwerpt nota der V.S. Naar de Hongaarse legatie in Parijs bekendmaakt, heeft de Hongaarse regering een Amerikaanse nota. waar- In de teruggave werd gevraagd van een vliegtuig, dat in November 1951 m Hongarije een noodlanding moest maken, van de hand gewezen. In de Amerikaanse nota was gezegd, dat de V.S. ook genoegen zouden nemen met een vergoeding van 98.779 dollar, de geschatte waarde van het toestel. De Hongaarse regering verklaart zich wel bereid het Amerikaanse toe stel tegen betaling van 98.779 dollar ter beschikking van de Verenigde Staten te «Jtellett. Franse fabrikanten van pharmaceu- tische artikelen, die weinig verlan gend waren naar de concurrentie met het buitenland. Teneinde het verzet van die kant te ontzenuwen, bood Mayer daarom deze positie een ver trouwensman van die apothekerskrin gen aan. en dat bleek toen Boutemy te zijn. In tijdnood moet de premier de politieke antecedenten van die candidaat-minister daarna onvol doende nauwkeurig zijn nagegaan. Naderhand hebben velen het Bidault, de minister van buitenlandse zaken, die tijdens de oorlog president was van de Raad van het Verzet, erg kwalijk genomen dat hij zich nu met een van zijn voornaamste voormalige tegenspelers om niet te zeggen vijanden rond eenzelfde tafel had geschaard. Roemeense oliedeskundigen van spionnage beschuldigd De Roemeense radio meldt, dat in Ploestï een proces is begonnen tegen „een groep spionnen en saboteurs in de Roemeense olie-industrie". Vol gens de radio zijn er 30 beklaagden, voor het merendeel ingenieurs en beheerders van belangrijke Roe meense Oliemaatschappijen. In de tenlastelegging heet het dat de beklaagden gehandeld hebben in opdracht van „de Amerikaanse en Britse oliekartels". Zij hadden, „ver momd als leden van de Amerikaanse en Britse militaire missies, een spion nage- en sabotagenet georganiseerd, met hulp van ex-koning Michael en de voormalige partijen, zoals de groep Tatarescoe". (Tatarescoe was voor zitter van de nationale liberale partij en werd in 1945 vice-premier Na zijn aftreden in 1947 heeft men weinig meer van hem gehoord). In de beklaagdenbank zitten de voormalige minister van financiën Alexandroe, vier voormalige directeu ren van oliebedrijven en de voorma lige secretaris-generaal van het mi nisterie van mijnbouw Romeo Plian. J\auiverc samenwerking VOOR de Europese samenwerking is het vandaag een gewichtige dag. Er is namelijk een gemeenschappelijke markt voor steenkool, ijzererts en schroot ingesteld voor Duitsland, Frankrijk. Italië, Nederland. België en Luxemburg. De Europese Gemeenschap Kolen en Staal zal thans moeten gaan bewijzen, dat de tot nu toe op papier moeizaam tot stand gekomen samenwerking ook in de practijk is te verwezenlijken. Moei lijkheden zullen zonder twijfel niet uit blijven, maar hiervan kan men leren vooral ten behoeve van de plannen tot een blijvende samenwerking op politiek gebied en voor een Europese defensie. In ieder geval, het eerste bovenstatelijke orgaan in Europa is vandaag in feite zijn werkzaamheden begonnen. Van hoever strekkende aard dit is, moge o.a. hieruit blijken, dat alle nationale regelingen aangaande het vervoer van genoemde producten tussen de landen van de ge meenschap zijn opgeheven. Het betreft dus douanerechten,, in- en uitvoerrech ten, kwantitatieve beperkingen op de in- en uitvoer en deviezenbeperkingen voor de aankoop van deze producten. Belang rijk is ook, dat de discriminaties in de tarieven voor het vervoer van deze goe deren door de deelnemende landen moe ten worden afgeschaft. Het spreekt wel vanzelf, dat dergelijke ingrijpende maat regelen niet zonder een behoorlijke over gangsperiode kunnen worden ingevoerd. Te plotselinge veranderingen kunnen immers alleen maar schadelijk zijn op economisch terrein en moeten daarom worden vermeden. De Hoge Autoriteit van de Gemeenschap Kolen en Staal, het centrale uitvoerende orgaan dat te Luxemburg zetelt onder voorzitterschap van de geestelijke vader van deze sa menwerking Jean Monnet, zal dus al lerlei overgangsmaatregelen gaan afkon digen. Zo zullen er voorlopige machti gingen aan ieder land afzonderlijk wor den verleend voor het handhaven van be paalde subsidies en speciale lasten, van bepaalde zoneprijzen en van sommige vereveningssystemen. Voorts zal zij be schikkingen geven aangaande het van kracht worden van de voorzieningen voor de aanpassing van de kolenprijzen. Verder zal de Hoge Autoriteit onverwijld overgaan tot de publicatie van de be schikkingen betreffende de openbaar making van de prijsschalen en de wijze van prijsnotering voor kolen, alsmede tot vaststelling van maximumprijzen voor dit product. Allemaal maatregelen dus, welke voor geheel Europa van het hoogste belang zijn. Het betekent een duidelijke stap nader tot een nauwere Europese samen werking. Het is van de grootste beteke nis. dat men bij het zetten van deze stap niet struikelt, want de Europese integra tie is van het slagen van de Gemeenschap Kolen en Staal (G.K.S.) in hoge mate afhankelijk. Aan de Gemeenschappelijke Vergadering, het parlement van de G.K.S.is immers opdracht gegeven een ontwerp te maken voor een verdrag voor Europese Politieke Gemeenschap. Het is de bedoeling, dat dan te zijner tijd de Gemeenschap Kolen en Staal in deze nieuwe gemeenschap zal opgaan. De G.K.S. is dus een voorloopster voor de politieke eenwording van Europa, de noodzakelijke voorwaarde voor een vruchtbare economische samenwerking op lange termyn.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2