Emigratie-voorlichting wordt
gedecentraliseerd
Goederen van individuele schenkers
worden niet meer aangenomen
DUITSERS POGEN LANDERIJEN
TERUG TE KRIJGEN
Franse Kamer dwong minister
(collaborateur?) tot aftreden
In 1935 werd met onderzoek
begonnen
DINSDAG 10 FEBRUARI 195C
2e blad - pagr. 1
Algemene Emigratie Centrale sticht 76
plaatselijke aanmeldings-com missies
Tn Groningen beeft de officiële installatie plaats gehad van de, vanwege
de Algemene Emigratie Centrale ingestelde, plaatselijke aanmeldings
commissies in de provincies Groningen, Friesland en Drente. In de volgende
weken zullen, zij het minder officieel, de commissies in de andere provincies
worden geïnstalleerd. In totaal zullen, over het gehele land verspreid, 76
commissies vanwege de Algemene Emigratie Centrale het belangrijke werk
der hulpverlening aan adspirant-emigrantcn ter hand nemen.
Gelukkige samenbundeling
De emigratie was voor de oorlog een
aangelegenheid, waarmede particu
liere organisaties zich bezig hielden,
Zij hebben veel en nuttig werlc ver
richt en zij beschikken, gelijk de Chr.
Emigratie Centrale tdie dezer dagen
haar 25-jarig bestaan heeft gevierd)
over een schat van ervaring, waarvan
de emigrant-van-vandaag rijkelijk
kan profiteren.
De grote drang tot emigreren, welke
zich na de oorlog in ons land heeft
geopenbaard, maakte het wenselijk:
enerzijds dat de overheid zich. meer
dan tot dusver, met de emigratie-
vraagstukken ging bemoeien, ander
zijds, dat er gestreefd werd naar een
sterker samenbundeling van krach
ten. De commissie-Schilthuis heeft
met betrekking tot het emigratiebe-
leid zeer belangrijk werk gedaan en
óe eerste aanloop gegeven tot de
Emigratiewet. Ingevolge deze wet
hebben wij thans een commissaris
voor de emigratie, een emigratieraad
waarin overheid en maatschappe
lijke organen zijn vertegenwoordigd
een emigratiedienst, de Stichting
Landverhuizing, en een emigratie'
bestuur.
Nu werken er op het terrein van
de emigratie vele organisaties, maar
het behoeft nauwelijks betoog dat,
wanneer al die organisaties op zich
zelf zouden blijven bestaan, het
eigenlijke werk door een vergaande
versnippering zou worden geschaad.
De wet stelt wel bepaalde eisen aan
de organisaties, die in de emigratie-
raad vertegenwoordigd zijn, namelyk
dat zij zien bezig houden met de
emigratie in volle omvang. Maar wat
wil men wanneer veertien organisa
ties hetzelfde doen voor niet, of nau
welijks, van elkaar te onderscheiden
groeperingen.
De praktijk heeft uitgewezen dat
organisaties, als de Katholieke en de
Christelijke Emigratie Centrale, voor
de gestelde taken berekend waren.
Nu heeft zich in het voorjaar van
1952 een geruisloze bundeling vol
trokken van de veertien overblijvende
organisaties. Deze bundeling is mis
schien wel een van de belangrijkste
ontwikkelingen in de na-oorlogse
emigratiegeschiedenis.
Want hier gingen met elkaar om
de "ronde tafel zitten vertegenwoordi
gers van het Centraal Sociaal Werk
geversverbond en van het N.V.V., van
ae Ned. Ver. voor Huisvrouwen en van
de Ned. Bond van Plattelandsvrou
wen, van de Hervormde Emigratie
Commissie, van de Humanistische
Emigratie-groep (stichting Mens en
Wereld), en van de Israëlitische
Emigratie Centrale, om er maar
enkele te noemen. Mensen van wel
zeer uiteenlopende religieuze en po
litieke overtuiging, maar bij elkaar
gebracht door eenzelfde streven: de
belangen van de adsplrant-emigrant
zo goed en zo volledig mogelijk te
behartigen.
Dit was mogelijk, gelijk in het sedert
de oprichting van de Algemene Emi
gratie Centrale verstreken jaar is
gebleken. Waar men elkander op zo
veel andere terreinen zo gemakkelijk
en vaak zo lichtvaardig rubri
ceert en in kastjes drukt, daar wist
men zich in de A.E.C. boven deze
kwalijke hebbelijkheid te verheffen.
Het moge hier worden vastgesteld,
Uitgewezen Indonesiërs
vertrokken
Gisteravond zijn de beide Indone
siërs, de heren Go Giem Tjwan, di
recteur van het Indonesische persbu
reau Antara te Amsterdam, en Suni-
to. oud-voorzitter van de Perhim-
punan Indonesia, die od grond van
ongewenste politieke activiteit op 24
November j.. door de Amsterdamse
vreemdelingenpolitie werden gearres
teerd, met hun gezinnen met het
vliegtuig „Enschede" naar Djakarta
vertrokken.
Enige heren van het Hoge Commis
sariaat van Indonesië waren hierbij
aanwezig. Onder begeleiding van
rechercheurs en persoonlijk toezicht
van de chef van de vreemdelingen
dienst, commissaris H. R. Stoett, wer
den beiden naar Schiphol overge
bracht.
Op het Leidseplein te Amsterdam
waien een 150-tal Nederlandse en In
donesische vrienden en bekenden sa
mengekomen. om de echtgenoten van
de uitgewezenen, uitgeleide te doen.
Beide dames kregen bloemen en ge
schenken.
Op de luchthaven was de intercon
tinentale vertrekhal door manschap
pen in uniform en burger van vijf po
litiediensten volledig afgesloten.
Mevrouw Sunito zei tot de journa
listen. dat zij de arrestatie „schan
delijk en onrechtmatig vond". Zij be
vestigde, dat de inboedel van haar
huis ter beschikking is gesteld van
het Nationaal Rampenfonds.
Beschadigde woningen
Hoewel betrouwbare gegevens over
de schade aan woningen, boerderijen
enz. in de watersnood-gebieden op
dit ogenblik nog niet voorhanden zijn
werden over Zeeland enkele globale
ramingen gemaakt, die het moge
lijk maken onder het allergrootste
voorbehoud de volgende cijfers te
noemen. In Zeeland staan 13 a 14.000
woningen in het water, naar zeer
ruwe schatting zijn daarvan 1450
verwoest. 3.000 zwaar beschadigd en
3500 licht beschadigd. Van de boer
derijen worden 1000 als totaal ver
loren beschouwd. 2000 zullen zwaar of
licht beschadigd zijn. In Noord Bra
bant staan volgens schatting 3300
woningen en boerderijen in het water
Nadere gegevens zijn nog niet be
kend.
De hete-luchtmotor. De tot dusver
binnen laboratoriummuren gehouden Ne
derlandse hete-luchtmotor heeft de eer
ste krachtproeven in het openbaar door
staan als energiebron voor lichtmachines
in de noodgebieden.
dat deze gang van zaken wel zeer
bevorderlijk moet zijn voor de vesti
ging van deze reputatie in het bui
tenland. De verhoudingen in Canada
en in Australië zijn nu eenmaal an
ders dan in Nederland en men kan
zich daar nu eenmaal moeilijk een
juiste voorstelling maken van, en een
begrip vormen over. de vaak wel
erg enge en enghartige Neder
landse verhoudingen. Daarvoor heeft
men in Nederland ook wel eens te
weinig oog, en de bundeling, zoals die
in de A.E.C. is verkregen, is ook voor
Nederland zelf een voorbeeld.
Een gewichtige stap vooruit wordt
nu gemaakt door de vorming van de
emigratiecommissies in die plaatsen
van Nederland, waar de gewestelijke
arbeidsbureaux gevestigd zijn en met
welke instellingen een vruchtbare
samenwerking mogelijk zal zijn. Op
deze wijze kan gestreefd worden naar
een grote efficiency, maar vooral kan
door deze decentralisatie een betere
belangenbehartiging worden nage
streefd. terwijl ook het menselijke
element, dat bij de emigratie-voor
lichting een zo voorname rol speelt,
beter tot zijn recht zal kunnen ko
men.
Het is natuurlijk waar, dat men oo
een gegeven ogenblik de emigrant
volledig zal moeten loslaten, maar dat
zal met te groter vertrouwen kunnen
geschieden als de emigratie-voorbe
reiding zo volledig mogelijk is geweest
en tegelijk ook zo persoonlijk moge
lijk kan worden ingericht. Daartoe
opent de vorming van deze 76 emi
gratie-commissies inderdaad de mo
gelijkheid.
Het gat in de dyk bij Papendrecht, dat een afmeting had van 85 meter, wordt ge
dicht door het opspuiten van zand. Een zinkstuk ligt gereed om tegen de dyk tot
zinken te worden gebracht.
Harde maatregel in Engeland
(Van onze correspondent).
LONDEN, 10 Febr. Bij de Neder
landse ambassade te Londen blijven
de giften voor ons land in een zoda
nig tempo binnenstromen, dat met
bloedend hart besloten moest worden
goederen van individuele schenkers
niet meer aan te nemen.
Het is hard om op deze wijze een
domper te moeten zetten op zo veel
spontane drang tot helpen, maar er
dreigde een zodanige opeenhoping
van bepaalde artikelen te ontstaan,
dat de actie zinloos begon te worden.
Tot gisteren kwamen er mensen op
het consulaat met de mededeling, dat
Voormalig Duits grondbezit in Limburg
Beroep op een oud tractaat
De Raad voor Rechtsherstel heeft
afwijzend beschikt op een tweetal be
roepschriften die Duitsers hadden
ingediend in zake de verkoop van
landerijen door het Nederlands Be
heersinstituut aan Nederlandse land
bouwers. De binnen de Nederlandse
grens gelegen landerijen waren vroe
ger eigendom van deze Duitsers en
zijn krachtens het „Besluit Vijande
lijk Vermogen" na de bevrijding aan
de Nederlandse Staat vervallen. Vele
Duitsers hebben gesteld, dat de tussen
het Ned. Beheersinstituut en de
Stichting Grondoverdracht (een in
stelling van de Limb. Land- en Tuin-
bonwbond) gedane verkooptransac-
ties op juridische gronden aanvecht
baar zouden zijn geweest. Zij hebben
ontbinding van de koopovereenkomst
gevorderd, alsmede teruggave van
hun gronden, toebehorend aan ver
schillende honderden Duitse eige
naars .door de Nederlandse Staat
verbeurd verklaard krachtens de in-
tergeallieerde accoorden ter verreke
ning op de van Duitsland te ont
vangen oorlogsschade-vergoedingen.
Verschillende Duitse partijen heb
ben in de Bondsdag een resolutie in
gediend, waarin ze de Nederlandse
maatregel een onrechtvaardige daad
noemen.
De betrokken Duitsers beroepen
zich o.m. op de bepalingen van het
op 26 Juni 1816 tussen Nederland en
Pruisen te Aken gesloten grenstrac-
taat, dat de rechten van grensbewo
ners op in de nabuurstaat gelegen
landerijen, die zij in hun bezit ge
kregen hebben, vastlegde.
Ongewenste toestanden
Deze overeenkomst had vooral be
tekenis gekregen door de op het Wee-
ner Congres genomen besluiten, waar
bij o.m. werd bepaald, dat in een
groot gedeelte van Limburg de grens
lijn tussen Pruisen en Nederland zou
worden bepaald door de afstand te
nemen, die in een kanonschot vanaf
de Maas zou bestrijken. Hierdoor ont
stond een uiterst grillig grensverloop,
met als gevolg, dat verschillende
boerderijen in Nederland en Duits
land hun gronden aan weerszijden
van de grens hadden liggen.
De omstandigheid, dat de Duitse
landbouw aan het eind van de vorige
eeuw welvarender was dan de Ne
derlandse, en dat men eerder de mo
gelijkheden ontdekte, die in toepas
sing van kunstmest scholen, werkte
de vorming van Duits grondbezit in
Nederland sterk in de hand. Voor een
appel en een ei werden door de ge
meentenaren grote percelen woeste
grond aan Duitse landbouwers ver
kocht.
Tal van ongewenste toestanden
waren hiervan het gevolg. Aangezien
de tractaatsbepalingen o.a. tolvrij ver
voer van producten, kunstmeststof
fen enz. van het ene bedrijfsgedeelte
naar het andere over de grens inhiel
den, werd een levendige en nauwe
lijks te bestrijden smokkelarij bedre
ven. Uitgestrekte gebieden binnen de
Nederlandse grens waren nagenoeg
geheel op Duitsland georienteerd en
alleen van daaruit op een behoorlijke
wijze te benaderen. De na-oorlogse
omstandigheden boden de gelegen
heid om een in allerlei opzichten zeer
wenselijke sanering toe te passen.
Alleen al in de gemeente Bergen was
meer dan 50 pet. der Nederlandse
bedrijven min of meer „noodlijdend",
omdat de oppervlakte der bijbehoren
de gronden te gering was om een lo
nende exploitatie mogeliik te ma
ken, én ook elders was in vele geval
len een ernstig „kleine-boeren pro
bleem" aanwezig.
Saneringen
Met behulp van de voormalige
.Duitse" gronden zijn meer dan 650
Nederlandse bedrijven gesaneerd,
hier en daar door middel van ruilver
kavelingen. waardoor ook verspreid
liggende van oudsher Nederlandse
perceeltjes mede konden worden aan
gewend tot de vorming van flinke
aaneensluitende percelen. Bovendien
konden nog enige tientallen geheel
nieuwe bedrijven worden gesticht. De
heilzame invloed van deze maatre
gelen manifesteerde zich duidelijk,
o.a. in het dorp Liebengewald, waar
de agrarische omzet in weinige jaren
tijds verdubbelde.
De Raad voor Rechtsherstel, waar
van mr. P. S. Gerbrandy hèt voor
zitterschap bekleedt, doet in laatste
instantie uitspraak over de betwiste
gronden. Daarvoor in aanmerking
komende Duitsers worden „ont
vijand" en krijgen de geldelijke op
brengst van dè verkoop hunner lan
derijen gestort op een in Nederland
op hun naam te openen rekening.
Een belangrijk criterium is daarbij
de houding, die men tijdens de oor
log jegens de geallieerde zaak heeft
ingenomen. In Nederland wonende
Duitsers, op wier houding uit geal
lieerd oogpunt geen ernstige aanmer
kingen zijn te maken, zyn zonder
meer in het genot van hun bezittin
gen gelaten. Ook voor de eigendom
men van kerkelijke en sociale instel
lingen in Duitsland is by de verbeurd
verklaring een uitzondering gemaakt.
De beide thans gevallen uitspra
ken waren de eerste beslissingen, die
inzake de voormalige „Duitse" gron
den in Limburg zijn gevallen. Het
betrof hier de beroepschriften van
twee inwoners uit Walbeek, die gron
den hadden liggen op de Hamert (ge
meente Bergen). In beide gevallen
werd er afwijzend op beschikt. Hoe
wel nog tientallen beroepschriften
moeten worden afgedaan heeft men
de bevestiging van de eerder geno
men besluiten niet afgewacht en zijn
er omvangrijke cultuurtechnische
werken uitgevoerd. Hier en daar zijn
ruiverkavelingen toegepast en som
mige gebieden zyn door de aanleg
van wegen en bruggen nu van Neder
landse zijde ontsloten.
zij zelf geen dekens konden missen
maar dat ze er een gekocht hadden
om naar ons land te sturen.
Goederen door organisaties aange
boden. konden echter als tevoren
dankbaar in ontvangst worden geno
men.
De "Womens Voluntury Service",
het Engelse vrouwelijke hulpcorps, zal
deze week twee grote laadbakken met
kleren en andere benodigdheden naar
ons land zenden. Uit Birmingham zijn
niet minder dan 50 vrachtauto's met
goederen voor ons land onderweg.
Stenen voor de dijken
Er is thans een afzonderlijk ..Ste
nenfonds" gevormd, waarvoor reeds
een groot aantal chèques is binnenge
komen. Dit fonds is ontstaan naar
aanleiding van suggesties in de bla
den om Nederland de hoog nodige
stenen voor de dichting van de dijken
aan te bieden.
Men geeft in Nederland evenwel de
voorkeur aan per rijnaken uit het
achterland aangevoerde stenen, welke
-echtstreeks naar de plaats van be
stemming kunnen worden vervoerd,
terwijl de „Engelse" eerst nog uit de
zeeschepen overgeladen moeten wor
den.
Met de ontvangen bedragen zou
echter mogelijk de aankooD van steen
buiten Engeland kunnen worden ge
financierd.
Koning Boudewijn naar
overstromingsgebied
Koning Boudewijn heeft gisteren
een bezoek gebracht aan het Belgi
sche rampgebied.
De koning was gekleed in een
khaki-regenjas; hij was blootshoofds
en droeg rubberlaarzen. Eerst werd
gestopt m het ten dele geëvacueerde
dorp Zandvliet, ten Zuiden van Ant
werpen, bij een grote breuk in de
Schelde-dijk. De Koning verliet zijn
auto en stapte in een wachtende jeep,
die hem naar het gat in de dijk
bracht. Hij knoopte daar een gesprek
aan met enige soldaten die met het
herstel van de dijk bezig waren. Daar
na bezocht de koning een inmiddels
drooggevallen boerderij.
De boerin, Eugenie Roelants, deed
open. Toen zij haar bezoeker herken
de, stamelde zij: „Mijn God, Uwe
majesteit".
„Goede morgen, mag ik binnen
komen", antwoordde de koning. Hij
werd naar het erf gebracht. Daar
baggerde hij door de modder en ging,
zich diep bukkend, het kippenhok
binnen.
Toen hij tenslotte heenging, zeide
de boerin in haar sappig Vlaams:
„Ik zal dapper zijn, uwe majesteit.
Bedankt voor uw komst".
Vijf Schotse redders verdronken
De reddingboot van Fraserburgh in
Oost-Schotland is gistermiddag in
zware zee omgeslagen toen zij hulp
wilde bieden aan in nood verkerende
vissersschepen. Vijf van de zes opva
renden verdronken.
Premier René Mayer in verlegenheid
(Van onze correspondent.)
PARIJS, 10 FEBR. André Boutemy, minister van gezondheid in het ka-
binet-Mayer, is gisteravond afgetreden onder de druk van een sterke parle
mentaire oppositie. Deze was veroorzaakt door het feit dat Boutemy tijdens
de afgelopen oorlog politiek allesbehalve brandschoon zou zijn geweest. Toen
hij onlangs in de Assemblée verscheen om een toespraak te houden, werd
hem dit tot tweemaal toe door lawaai onmogelijk gemaakt. René Mayer, die
tot nu toe zo handig heeft weten te manoeuvreren, was er erg door in ver
legenheid gebracht.
Boutemy was eens naaste
medewerker van Petain
Deze Boutemy was tijdens de
oorlog namelijk een der naaste
medewerkers van Petain. die hem
had belast met de leiding van het
bureau der binnenlandse inlich
tingen. In die functie had hij
uiteraard vooral te maken met
de activiteit van het ondergrond
se verzet, en het is begrijpelijk
dat heel wat figuren, die nu op
de banken van de Kamer zitten
en politiek uit dat Verzet zijn
voortgekomen. deze minister
daarom geen bijzonder teder hart
toedroegen. En dit ondanks het
feit, dat hij na de oorlog door een
rechtbank van verraders-smetten
moet zijn schoongewassen.
De meningen zijn intussen verdeeld
over de vraag, of Boutemy indertijd
de Duitsers op zyn vertrouwenspost
heeft tegengewerkt, ofwel een instru
ment was in hun handen. Maar in
elk geval kan men 't eens zijn met
een Gaullistisch kamerlid, dat het
niet beslist noodzakelijk vond „dat
voor mensen, die onder bepaalde om
standigheden op bepaalde posten heb
ben gezeten, acht jaar na de bevrij
ding een plaats aan de regeringsta
fel wordt ingeruimd".
Toen onlangs over de begroting van
volksgezondheid moest worden ge
stemd, bleek dat niet alleen de com
munisten (uiteraard) hadden tegen
gestemd maar tevens dat vele socia
listen. katholieken en Gaullisten uit
protest tegen de persoon van de mi
nister, zich bij de stemming onthou
den hadden.
Tegen de wil van René Mayer in,
werd toen tevens besloten tot een
openbare gedachtenwisseling over 't
geval-Boutemy, een debat dat wegens
ziekte van de minister tot 17 Februari
moest worden uitgesteld.
Of dit debat na het aftreden van
minister Boutemy wel zal doorgaan,
is twijfelachtig. In elk geval bespaart
het Mayer heel wat zorgen.
Waarom?
Het is wel zeker, dat René Mayer
(die persoonlijk van Petain's anti-se-
mietische wetten te lijden heeft ge
had) weinig redenen had om een
van de „mannen van Vichy" bij
zonder welgezind te zijn. Waarom hij
Boutemy dan toch in zijn ploeg heeft
opgenomen? De verklaring hangt
waarschijnlijk samen met het feit. dat
de nieuwe premier enig water moest
toevoegen bl.j de Europese wijn, om
zo de steun van de Gaullisten te ver
krijgen. De vorige minister van volks
gezondheid. Ribeyre (die thans tijde
lijk die functie weer zal waarnemen)
had indertijd een plan ont
worpen voor de integratie der
Europese gezondheidsdiensten
terwille van de Gaullisten, werd die
excellentie daarom naar handel over
geplaatst. Om andere, namelijk eco
nomische motieven, was er tegen Ri-
beyre's plan ook veel tegenstand ge
rezen. in het bijzonder onder de
jljllllll!llllllllllllllllll!IIIIIIII!!ll!lllllllllllllllllllllllll|||!lllll|||||!lllll!!!;iillllll|l!l|
Santé!
In politieke kringen te Parijs
gaat de laatste dagen over de zo
zeer omstreken minister Boutemy
het volgende mopje.
Tijdens de oorlog waren allen,
die iets te maken hadden met het
verzet, het er wel over eens dat
Boutemy's plaats op de Santé voor
na de bevrijding bij voorbaat al
besproken was. Om de aardigheid
te begrijpen moet men even weten,
dat Santé (gezondheid) zowel de
naam is van het betreffende mi
ll nisterie, als vande grootste
Parijse gevangenis, waarin na de
oorlog de collaborateurs werden
opgeborgen
Aardolie in Nieuw Guinea
Na de oorlog moest opnieuw begonnen worden
Een gigantische taak
Het zoeken naar aardolie, dat door
gaans geschiedt in nog niet in cul
tuur gebrachte gebieden, is altijd een
onderneming van lange duur en dit
werk gaat steeds gepaard met grote
moeilijkheden. Een sprekend voor
beeld is het werk, dat de Nederlandse
Nieuw Guinee Petroleum Mij. sedert
1935 verricht over een uitgestrekt ge
bied van het vrijwel on verkende
Nieuw-Guinea.
Nadat het gehele concessiegebied
van tien millioen hectaren gefotogra
feerd was uit de lucht "dit werk
vorderde meer dan twee iaren kon
aan de vervaardiging van kaarten
worden begonnen. Daarop gebaseerd
trokken geologische verkennings-
ploegen het oerbos in voor de samen
stelling van geologische kaarten, dit
werk nam drie jaren in beslag. In
middels waren de plaatsen voor de
eerste verkenningsboringen bepaald
en in 1936 werd een eerste aardolie
voorkomen te Klamono ontdekt. Aan
gemoedigd door dit succes werd een
grote booractiviteit ontwikkeld en in
1942 bii het uitbreken van de oor
log in het Verre Oosten had men
reeds 139 boringen verricht. Hieron
der waren acht producerende putten
op de Klamono-structuur en daar
naast had men in het Oostelijk deel
van de Vogelkop in vijf gevallen de
aanwezigheid van aardolie aange
toond. Dit gebied is echter bijzonder
moeilijk toegankelijk en exploitatie
daarvan zou aanzienlijke investerin
gen vergen.
In 1946 werd het werk opnieuw op
genomen en men moest weder van de
grond af beginnen. Sorong, tegen
over het eiland Doom, werd als basis
gekozen. In de eerste tijd deed het
gebrek aan geschoolde werkkrachten,
woningnood, transportmoeilijkheden
en gebrek aan materiaal zich sterk
gevoelen. In de opbouwperiode waren
m de Vogelkop 9000 Papoea's en In
donesiërs voor de N.N.G.P.M. werk
zaam.
Voor de exploitatie van het Kla-
mono-veld werd een 48 km. lange
weg aangelegd. Daarnaast werd een
Pijpleiding gelegd voor het vervoeren
van de olie naar de haven Sorong.
Dit is. gezien de klimatologische om
standigheden. een geweldig werk ge
weest. In December 1948 na 12
jaren werk kon de eerste tanker
met Klamonoolie te Sorong worden
geladen voor verscheping naar een
buiten Nieuw-Guinea gelegen raffi
naderij.
Sedert 1940 zijn naast het Kla-
mono-veld nog twee velden aange
toond: Mogoi en Wasian. Om tot het
vervoeren van de olie te kunnen ge
raken moest de N.N.G.P.M. naar deze
velden een weg van ruim 50 km door
zware terreinen aanleggen. De aan
leg van een pijpleiding die op het
programma staat, zal de exploitatie
van deze velden straks mogelijk
maken. Daartoe zal verder ook een
gelegenheid voor het afschepen moe
ten worden gebouwd- Dit alles is een
wel haast gigantische 'taak, want het
betekent het ontsluiten van een der
ontoegankelijkste gebieden der we
reld.
Waren voor 1942 reeds enige tien
tallen millioenen guldens in deze
onderneming geinvesteerd, sedert
1946 bleken evenvele honderdtallen
millioenen guldens nodig en het
einde der kapitaalsinvestatie is. ge
zien het grote exploratiewerk dat
wacht, nog niet te zien. Uit dit alles
blijkt duidelijk, hoe zeer de interna-
ticmale aardolie industrie tracht ook
Nieuw Guinea od de „oliekaart" te
brengen. Op dit ogenblik werken
voor de N.N.G.P.M. in Nieuw Guinea
een Europese staf van 275 man en
ongeveer 5000 inheemse arbeiders,
waarvoor woningen, kantoren, maga-
zynen. werkplaatsen, een electrische
centrale, vakscholen en een hospitaal
zijn verrezen.
Hongarije verwerpt nota der V.S.
Naar de Hongaarse legatie in Parijs
bekendmaakt, heeft de Hongaarse
regering een Amerikaanse nota. waar-
In de teruggave werd gevraagd van
een vliegtuig, dat in November 1951
m Hongarije een noodlanding moest
maken, van de hand gewezen. In de
Amerikaanse nota was gezegd, dat de
V.S. ook genoegen zouden nemen met
een vergoeding van 98.779 dollar, de
geschatte waarde van het toestel.
De Hongaarse regering verklaart
zich wel bereid het Amerikaanse toe
stel tegen betaling van 98.779 dollar
ter beschikking van de Verenigde
Staten te «Jtellett.
Franse fabrikanten van pharmaceu-
tische artikelen, die weinig verlan
gend waren naar de concurrentie met
het buitenland. Teneinde het verzet
van die kant te ontzenuwen, bood
Mayer daarom deze positie een ver
trouwensman van die apothekerskrin
gen aan. en dat bleek toen Boutemy
te zijn. In tijdnood moet de premier
de politieke antecedenten van die
candidaat-minister daarna onvol
doende nauwkeurig zijn nagegaan.
Naderhand hebben velen het Bidault,
de minister van buitenlandse zaken,
die tijdens de oorlog president was
van de Raad van het Verzet, erg
kwalijk genomen dat hij zich nu met
een van zijn voornaamste voormalige
tegenspelers om niet te zeggen
vijanden rond eenzelfde tafel had
geschaard.
Roemeense oliedeskundigen
van spionnage beschuldigd
De Roemeense radio meldt, dat in
Ploestï een proces is begonnen tegen
„een groep spionnen en saboteurs in
de Roemeense olie-industrie". Vol
gens de radio zijn er 30 beklaagden,
voor het merendeel ingenieurs en
beheerders van belangrijke Roe
meense Oliemaatschappijen.
In de tenlastelegging heet het dat
de beklaagden gehandeld hebben in
opdracht van „de Amerikaanse en
Britse oliekartels". Zij hadden, „ver
momd als leden van de Amerikaanse
en Britse militaire missies, een spion
nage- en sabotagenet georganiseerd,
met hulp van ex-koning Michael en
de voormalige partijen, zoals de groep
Tatarescoe". (Tatarescoe was voor
zitter van de nationale liberale partij
en werd in 1945 vice-premier Na zijn
aftreden in 1947 heeft men weinig
meer van hem gehoord).
In de beklaagdenbank zitten de
voormalige minister van financiën
Alexandroe, vier voormalige directeu
ren van oliebedrijven en de voorma
lige secretaris-generaal van het mi
nisterie van mijnbouw Romeo Plian.
J\auiverc samenwerking
VOOR de Europese samenwerking is
het vandaag een gewichtige dag. Er
is namelijk een gemeenschappelijke
markt voor steenkool, ijzererts en schroot
ingesteld voor Duitsland, Frankrijk.
Italië, Nederland. België en Luxemburg.
De Europese Gemeenschap Kolen en
Staal zal thans moeten gaan bewijzen,
dat de tot nu toe op papier moeizaam
tot stand gekomen samenwerking ook in
de practijk is te verwezenlijken. Moei
lijkheden zullen zonder twijfel niet uit
blijven, maar hiervan kan men leren
vooral ten behoeve van de plannen tot
een blijvende samenwerking op politiek
gebied en voor een Europese defensie.
In ieder geval, het eerste bovenstatelijke
orgaan in Europa is vandaag in feite zijn
werkzaamheden begonnen. Van hoever
strekkende aard dit is, moge o.a. hieruit
blijken, dat alle nationale regelingen
aangaande het vervoer van genoemde
producten tussen de landen van de ge
meenschap zijn opgeheven. Het betreft
dus douanerechten,, in- en uitvoerrech
ten, kwantitatieve beperkingen op de in-
en uitvoer en deviezenbeperkingen voor
de aankoop van deze producten. Belang
rijk is ook, dat de discriminaties in de
tarieven voor het vervoer van deze goe
deren door de deelnemende landen moe
ten worden afgeschaft. Het spreekt wel
vanzelf, dat dergelijke ingrijpende maat
regelen niet zonder een behoorlijke over
gangsperiode kunnen worden ingevoerd.
Te plotselinge veranderingen kunnen
immers alleen maar schadelijk zijn op
economisch terrein en moeten daarom
worden vermeden. De Hoge Autoriteit
van de Gemeenschap Kolen en Staal, het
centrale uitvoerende orgaan dat te
Luxemburg zetelt onder voorzitterschap
van de geestelijke vader van deze sa
menwerking Jean Monnet, zal dus al
lerlei overgangsmaatregelen gaan afkon
digen. Zo zullen er voorlopige machti
gingen aan ieder land afzonderlijk wor
den verleend voor het handhaven van be
paalde subsidies en speciale lasten, van
bepaalde zoneprijzen en van sommige
vereveningssystemen. Voorts zal zij be
schikkingen geven aangaande het van
kracht worden van de voorzieningen
voor de aanpassing van de kolenprijzen.
Verder zal de Hoge Autoriteit onverwijld
overgaan tot de publicatie van de be
schikkingen betreffende de openbaar
making van de prijsschalen en de wijze
van prijsnotering voor kolen, alsmede tot
vaststelling van maximumprijzen voor
dit product.
Allemaal maatregelen dus, welke voor
geheel Europa van het hoogste belang
zijn. Het betekent een duidelijke stap
nader tot een nauwere Europese samen
werking. Het is van de grootste beteke
nis. dat men bij het zetten van deze stap
niet struikelt, want de Europese integra
tie is van het slagen van de Gemeenschap
Kolen en Staal (G.K.S.) in hoge mate
afhankelijk. Aan de Gemeenschappelijke
Vergadering, het parlement van de
G.K.S.is immers opdracht gegeven een
ontwerp te maken voor een verdrag voor
Europese Politieke Gemeenschap.
Het is de bedoeling, dat dan te zijner tijd
de Gemeenschap Kolen en Staal in deze
nieuwe gemeenschap zal opgaan. De
G.K.S. is dus een voorloopster voor de
politieke eenwording van Europa, de
noodzakelijke voorwaarde voor een
vruchtbare economische samenwerking
op lange termyn.