Een is paard uit opgestaan Duiveland, dat uit de dood Stroom uit het van goederen en geld buitenland neemt toe Zij stak de armen uit naar de man, die haar kon redden Vroegop was verlamd door de kou en kon geen woord zeggen (Vervolg van pag. 3) „SHOOT OFF maar het pistool ketste FRIESE KOERIER Maandag 9 Februari 1953 Die naam had nu voor de jongen en mü een bekende "klank. Wij had den er vroeger nooit van gehoord. Maar nu konden wij die namen invul len met het getal der doden: Stave- nisse tweehonderd, op Tholen. Nieu- werkerk honderdvijftig, op Duiveland. En 20 nog tientallen anderen. Juist. Nieuwerkerk. Het stond op de briefkaart en het kwam op de lijst te staan in de nette kantoorhand van Jan Verhoeff. De jongen keek eventjes op. „Vrouw?" vroeg hij. „Nee", zei de man „dat is een vergissing. Mijn vrouw staat wel op de briefkaart, maar zij is verdronken. Zij is niet in de bus". Vroegop zei dat rustig en zonder veel emotie in zijn stem. Hij had het mij niet verteld en ik verbaasde mij er over, want ik had zoveel verdriet niet in hem vermoed. Hij zei het zo kalm, alsof hij het belang van een goede administratie heel groot vond. De jongen keek hem nog eens aan en schreef op zijn lijst: „Vrouw omgekomen". „Geen kinde ren?" „Nee,, geen kinderen. Gelukkig, zou ik haast zeggen". Twee nachten |~|E lange, magere Vroegop was klaar. Hij moest naar barak ne- aan, Hij draaide zich om en keek mij aan. „Weet u ergens koffie te krij gen?" Er was in een van de andere gebou wen een koffie-tentje. Daar spraken wij verder en ik geloof, dat hij door die aanmelding en door wat hij over zijn vrouw .vertellen moest, zijn be zwaren om mij het verhaal over Jo hanna verder te vertellen, was ver geten. Het water had hen allen Zondag morgen om een uur of elf verrast. Toen was de grote binnendijk door gebroken, die Nieuwerkerk bescher men moest. De polder lag laag en het water kwam dus hoog, binnen enkele uren. De mensen moesten naar de zolders om zich te redden, maar al gauw was ook dat niet meer veilig genoeg. Sommigen, die iets hoger woonden konden met die zolder wel volstaan, maar Vroegop en zijn buren moesten naar het dak. Er v/as een vreemd geluld geweest. Ze hoorden het huisraad tegen de be timmering van de zolder bonken. Vroegops huis was lager dan dat van de man van Johanna. Die man was trouwens niet meer gezien en de buurman wist niet. wat er van hem geworden was Het was heel goed mogelijk, dat hij niet in de polder was geweest. De laatste tijd ging hij wel vaker het weekend de polder uit. Jo hanna had er hem niet van willen vertellen. Klok IJ IJ was naar de boerderij van Jo- hanna gezwommen en had gezien, dat zij op het dak geklommen was. Zij had een kussensloop met wat spullen bij zich en de klok uit de kamer had zij met een touw om de schoorsteen gebonden. Zij wilde weten hoe laat het was. Het was een van die onzin nige dwanggedachten, die bij zoveel vluchtelingen waren opgekomen. Op het laatste ogenblik verandert blijk baar de waardebepaling van de mens. Hij was op het dak van Johanna geklommen en had daar met haar ge praat. Zij waren beiden moe. Het was koud en er stond een gemene, snij dende wind. Ze hoopten, dat er gauw mensen zouden komen. Die kwamen er niet. In de verte zagen zij anderen op daken zitten. Het dichtst bij zat de boer, die van Johanna hield. Geen zestig meter verder op het dak van een hooischelf. Hij riep, maar Johan na antwoordde hem niet. Vroegop antwoordde wel. Hij schreeuwde de man op de hooischelf toe om ook hierheen te komen, maar die wilde niet, want hij was bang, dat het dak van de boerderij die last op de duur niet zou kunnen verdragen. Zo zaten zij twee verschrikkelijke nachten. Ze werden kouder en kouder en zij konden elkaar haast niet meer verstaan. Omdat ze haast niet meer konden spreken boven de wind uit. Dinsdag hadden ze in de verte vliegtuigen gezien, maar die wa ren niet boven Nieuwerkerk ge komen. Dat was een afschuwe lijke teleurstelling. „Het was ech ter ook wel hoopgevend" zei Vroegop, „want waar vliegtuigen zijn, daar zijn mensen, hoor". Dinsdagmiddag, toen het bijna don ker werd, zagen ze vuurpijlen de kant van Oosterland uit. De boer dacht, dat dat zou zijn bij Zijpe, waar misschien iemand met een boot was heengeva ren. Later zou blijken, dat hij gelijk had, doch toen was het voor Johanna al te laat. Feest van water W7 OENSDAG is het drama gebeurd. Johanna was op. Zij kon niet meer. Zij was verkleumd tot op haar botten. Haar handen deden haar pijn en zij zei dat tegen Vroegop, zonder te klagen. Zij wilde niet klagen tegen Vroegop, want zij zag, dat zijn vrouw niet bij hem was en zij wist onmid- d^Iijk, wat dat betekende. Om negen uur scheen de zon over de polders. Vroegop had dat gezien op de klok, die aan de schoorsteen ge bonden was. Om kwart over negen wilde Johan na van plaats veranderen op het dak. Zij wilde proberen zich om te draaien. Het is haar mislukt. Langzaam is ze van de top van het dak naar beneden, gegleden. Zij stak haar armen uit naar de man, die dat van zestig meter ver, op zijn hooischelf wel heeft moeten zien. Hij maakte een hulpeloos gebaar, zei Vroegop. Vroegop zelf kon er niets meer aan doen. Hij was door de koude volko men verlamd. Zo is zij langzaam van het dak ge gleden. Het duurde vele seconden. Telkens zakte zij iets lager. Toen heeft er een kleine plons geklonken. De vrouw Johanna heeft gegild. Daarna heeft niemand meer iets van haar gehoord. Het water sloot zich boven haar en het rimpelde nog een poosje in de zon, die over de polders scheen,als was het daar een groot feest van water. Vroegop heeft nog verteld wat er verder is gebeurd. De man van Jo hanna, haar tweede man, de man, die van haar hield en van wie zij hield, liet zich van zijn zitplaats afglijden. Hij zwom als een razende naar de boerderij en hij vloekte tegen Vroeg op, omdat die niets deed. Maar Vroegop deed niets, omdat hij niets doen kon. Hij kon het niet eens meer zeggen en hij zat daar maar zwijgend en somber op het dak, vlak tegenover de klok, die half tien wees. Op Woensdagmorgen, in de zon. De man heeft nog een poosje in de omgeving van de boerderij gezwom men. Hij dook nu en dan. Op een ge geven moment, toen Vroegop even afwezig was, is hij verdwenen. Hij is niet meer gezien. Belofte W7 IJ dronken de koffie, die twèe jonge vrouwen ons vriendelijk aanreikten door een raam. Vroegop keek mij aan en hij zei: „Ik weet niet, wat U met die verhalen wilt. Maar misschien wilt U onthouden, dat ik haar altijd heb bewonderd. Zij had veel verdriet en zij heeft het mis schien wel verkeerd gedaan, dat met haar leven. Maar zij kon niet anders en ik begreep haar wel. Wij kwamen beiden van buiten de polder. Mis schien wilt u dat onthouden. Als u weer verder gaat. Naar de anderen, die verhalen vertelen aan u, en die ook niet zullen weten, waarom zij dat zullen doen". Ik heb hem de hand gegeven en het beloofd. Ik zal het beden ken, bij wat ik ook doe met het verhaal van de vrouw Johanna, dat ik niet meer vergeten zal. Het is maar een van de veer tienhonderd, die verteld zullen worden over de veertienhonderd doden. Er zullen er zijn, die Jo- hanna verachten, want zij heeft anders gehandeld, dan de mees ten vinden dat moet. Maar zij moeten bedenken, dat zij veel verdriet heeft gehad. Zij móéten het bedenken. Zij mógen het niet vergeten. Ik heb het voor hen beloofd. Men kan dit huis zien tot ver i in een stad. Hier is het geweld gen. In de toom geheel links ziet in de vertrouwde ruimten. Oude van het water in een machtige men hoe hoog het heeft gestaan: huizen staan soms zo te sterven I golf tegen de muren op gespron-1 de pluk stro is een stille peilmeter Een helicoptère van het Amerikaanse leger in Duitsland is op Schouwen-Duiveland bezig gewonden en ouden van dagen te zoe ken. De mensen kunnen aan weerszijden van de romp worden ver voerd op brancards. (Eigen foto) (Van onze speciale verslaggever) LANGS DE AUTOWEG ZijpeZierikzee op Schouwen-Duiveland staan of stonden grote boerderijen, met schuren vol graan en landbouwmachines. Want verreweg het grootste gedeelte van de cultuurgrond was hier bouwgrond. De graanmijten zijn nu in de hoeken tussen huizen en schuren gedreven, of zijn blijven hangen in de boomgaarden en het enige geluid van leven in de polder hoort men vanaf die graanhopen. Het zijn vooimamelijk mussen, die tjilpen en ruziezoeken onder elkaar, hoewel er eten is voor duizenden mus sen. Enkele spreeuwen zitten op kale daksparren of op een schuur. Kraaien en roeken zijn er ook in de polder, maar zij twisten 'of schreeuwen niet, de buit is voor hen groot genoeg. DETAILS rijden in een duck van Ouwer- kerk terug naar Zijpe,langs dezelf de weg, als wij gekomen zijn. Maar de beelden, die wij op de heenreis te zien kregen, worden nu door het zakkende water, geaccentueerd en van details voorzien. Wij kunnen door de openge rukte schuren heen in de veestallen kijken en kunnen de grote bonkige Zeeuwse paarden zien liggen, overal in stal en schuur. Op de erven en in de tuinen, waarvan nu al reeds een akker of een perkje boven komt. De hagen, vol stro aan flarden gewaaid, staan als rietschuttingen om de puin hopen. Wij rijden langzaam hier bij de zui velfabriek van Nieuwerkerk, want er wordt geroepen uit een woning, waar voor een bootje gemeerd ligt. Men vraagt, of er een arts bij ons aan De stroom van goederen uit het buitenland voor de geteister de gebieden in Nederland is de laatste dagen eer toe- dan afge nomen. Voorts worden er nog voortdurend talrijke aanbiedin gen gedaan mee te helpen de nood die de overstromingen hebben veroorzaakt te lenigen. Onder leiding van het Labour-lid Walter Elliot is in het Britse Lagerhuis Twee auto's stonden bij dit huis, toen het water kwam. Nu zwem men ze een beetje op het erf. Een van de jalouzieën is door de kracht van het water uit het raam geslagen. (Eigen foto) een motie ingediend, waarin wordt aangedrongen op hulpverlening aan het geteisterde Nederland. In de motie staat o.m., dat gezien het gemeenschap pelijk belang van alle door de waters nood getroffen landen de nationale grenzen zoveel mogelijk buiten be schouwing gelaten moeten worden bij de hulpverlening. Buitenboordmotoren uit V.S. In een vrachttoestel van de Pan American Airways kwamen Zaterdag middag op Schiphol 39 buitenboordmo toren aan. Elf van dezelfde soort mo toren waren Vrijdag reeds in ons land aangekomen. Deze 50 motoren, die elk een capaciteit hebben van 25 paarde- krachten, zijn een geschenk van een Amerikaanse fabrikant, gedaan op initiatief van de importeurs voor Ne derland, de firma Snel en Van Tuber- gen. De motoren vertegenwoordigen een gezamenlijke waarde van f 100.000. Hulp uit Zwitserland Het Zwitserse Rode Kruis heeft zoveel geld en goederen bijeenge bracht, dat twintig spoorwagons vol kleren, schoeisel, beddegoed en dekens konden worden geladen. De wagons zullen zo spoedig mogelijk naar Nederland worden gereden. De telefoonactie, die Dinsdag begon, bracht reeds 2.200.000 Zwitserse francs op. Dit bedrag is bestemd voor Neder land, Engeland en België. Een Zwitserse herverzekeringsmaat schappij heeft een bedrag van f 100.000 voor het Nationaal Rampenfonds be schikbaar gesteld. Grote stroom uit Parijs De Belgische luchtvaartmaatschap pij Sabena heeft besloten behulpzaam te zijn bij het vervoer van de nog steeds groeiende hoog opgestapelde massa goederen, die ter leniging van de nood naar ons land worden ge zonden. Zoals bekend is de toevloed zo groot, dat de K.L.M. deze alleen niet kan verwerken. In Brussel maakt men zich zorgen over de grote stroom van goe deren uit Parijs. Zij worden in zulke enorme hoeveelheden aangevoerd, dat geregelde doorzending naar Nederland bijna onmogelijk wordt geacht. Luxemburg leeft deze dagen ook ge heel mee met Nederland. Radio en pers roepen de bevolking voortdurend op deel te nemen aan de hulpacties. Bij de verzamelposten stromen de goede ren binnen. In totaal is er reeds 150.000 ton aan kleding, dekens, levens middelen en medicamenten bijeenge bracht. Van alle kanten zijn auto's aangeboden voor het ophalen van pak ketten uit de provincie. Portugal geeft Ook uit Portugal blijft de hulp voor de door de watersnood getroffen ge bieden toestromen. Uit Lissabon zond men Zaterdag af 10.000 dekens, 20.000 m beddelaken, 2.000 paar schoenen, 400 000 blikjes conserven, een grote hoeveelheid tabak en vetten, 1 ton le vertraan, 5 ton koffie, 50 ton rijst, 10 ton suiker, 10.000 pakjes gedroogde vijgen en 34.000 flessen portwijn. Een plaatsje in Noorwegen gaf een houten huis, compleet met meubilair. In dit huis kunnen acht mensen wonen. Honderden tonnen goederen zijn in gezameld. Ongeveer 20.000 Franse ge zinnen boden aan een of meer Neder landse kinderen op te némen. HERENIGD lï INNEN enkele uren veranderde *-*het leed van landbouwer Iwaar den uit Oosterland Zaterdag in de grootste vreugde. Vrijdag evacueer de hij naar Baam, zonder zijn vrouw en zijn dochters. In het rampgebied was hij ze kwijt ge raakt; misschien waren ze verdron ken. Zaterdagmorgen hoorde hij ech ter, de ze nog in leven waren. Eni ge uren later kwam er een konink lijke auto voor. Deze bracht de ge lukkige landbouwer eerst naar Utrecht voor hereniging met zijn dochters en daarna naar Assen, waar zijn vrouw op hem wachtte. boord is. De captain wijst op de duck, die achter ons komt en wij roepen, dat wij medische hulp zullen sturen. De duck staat op de straatweg, vlak naast een vernielde boerderij. Of het van onze stemmen komt, of dat het toevallig is: plotseling breekt vlak naast ons een paard door de strohaag heen, valt hal verwege neer en komt dan op de knieën weer omhoog. Het steekt de kop naar ons uit, slingerend en waggelend, de ogen leven niet meer, staan wijd open, maar zijn al dood. Het is maar een paard, opgestaan uit de dood. Toch gaat een rilling van afgrijzen en medelijden door ons heen, de duck stopt en wij allen kijken. Hét dier komt weer omhoog, staat trillend en wankelend op alle vier benen, tot de borst in het water. De kop schudt al maar heen en weer, de lippen tasten in het brakke water, dat niet gedronken kan worden. De bo venlip is totaal kapot en gespleten, het oorspronkelijk bruine haar is op vele plaatsen groen geworden. „Er stirbt", zegt een Duitser en „Damned" vloekt de Amerikaanse ko lonel. Wij allen kijken gejaagd om ons heen: is er nu niets, waarmede wij dit dier kunnen helpen? Het is zo dicht bij ons en het staart onze kant uit, alsof het van ons hulp meent te verwachten. En wij kunnen niet hel pen, kunnen niets doen. KETSEN \l ALLEND en struikelend komt het paard dichterbij. Het zakt over een afscheidingslootje heen, verdwijnt on der water, komt weer boven en komt, na schier eindeloos geworstel, weer wankel op de benen. Het achterstel is nu naar ons toe gekeerd, onder de buik is de huid verdwenen en rot reeds het vlees. „Shoot off", commandeert de Duitse kapitein en de Amerikaan se kolonel, de enige die een wa pen draagt, trekt zijn groot pis tool. Het wordt doodstil in de. duck, maar men zou willen vloe ken, luid en nadrukkelijk. Het paard heeft de kop moede op een stuk omheining hangen en het biedt zo geen kans op een kopschot. Men roept, maar de kop slingert heen en weer, de kolonel krijgt geen wit. Eindelijk draait het dier zich om, zakt voor op de knieën. „Jetzt". Het pistool gaat omhoog, de meesten van ons draiaen het gezicht de an dere kant uit. Het paard staart naar de duck, de kolonel trekt af, het wa pen ketst. De tweede patroon ketst, de derde, de vierde. Woest slingert de kolonel het maga zijn uit het wapen en laadt met een nieuw. Alle patronen weigeren. Het paard struikelt vlak naar ons toe, de kop rost langs de duck. Dan zakt het weer door de benen en valt op zij in het water. Maar diep is het hier niet meer, de kop blijft bov-m. „Go on". De duck rijdt verder. Het paard blijft achter op de autoweg van Zierikzee naar Zij pe. Het wankelt omhoog en valt weer neer, maar het water zakt steeds verder en het sterven kan zo nog heel lang duren. Het heeft al geduurd van Zon dagmorgen vijf uur af. Natuur lijk, het is maar een paard, men kan zeggen, dat er erger dingen gebeurd zijn en gebeuren. Maar dit paard zal niet verdrinken, het zal langzaam sterven, dagenlang, van dorst, kou en natzijn. Of mis schien dat de kolonel zijn wapen verwisseld heeft en terug is ge reden. Jan Verhoeff uit Driebergen registreert in de kazerne te Cssen- drecht de vluchtelingen van de Zeeuwse eilanden. Onder hen is Vroegop, de boer uit de buurt van Nieuwerkerk, die het verhaal over de dood van Johanna vertelde. (Eigen foto)

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3