Diep ontzag voor werk van
de naamloze vrijwilliger
Nederland was op rouwdag
in het wit gekleed
God doet een beroep op onze
geestelijke veerkracht
PANDA en de geheime documenfen
Heldhaftige strijd
van zwoegende
dorpelingen
Musici en artisten
in financiële
moeilijkheden
Goederen lagen hoog
opgestapeld in de
Nieuwe Kerk
Toch is het zo!
Prinsessen vlogen
over rampgebied
N
HUIS l\/i
vol iv iYSTERIE
TWEEDE BLAD
HET GOOI EN OMMELAND VAN MAANDAG 9 FEBRUARI 1953
3
Het kabinet van de Koningin deelt
mede:
H.M. de Koningin zal deze week we
der enige bezoeken aan de noodgebieden
brengen. De Koningin zal daarbij ook
Texel bezoeken.
Koningin bezoekt
eiland Texel
Prins Bemkard in
Willemstad
Prins Bemhard heeft Zaterdagmiddag
een onverwacht bezoek gebracht aan
Willemstad. Hij landde met zijn sport-
vliegtuig in een van de weilanden in de
omgeving van Willemstad, die niet door
het water werden aangetast. Met een
helicopter zette hij hierna zijn reis naar
Willemstad voort. Toen hij daar arri
veerde, was de burgemeester, de heer C.
A. van der Uhooft, juist bezig niet een
rondleiding van de Commissaris der
Koningin in Noord Brabant, de grif
fier der Staten en enkele leden van
Provinciale Staten door Willemstad.
De rondleiding werd onderbroken, waar
de burgemeester Prins Bernhard op
het gemeentehuis ontving. Enige pun
ten in de stad werden befcocht, waa
de Prins de bevolking van Willemstad
voor het raadhuis toesprak. Per heli
copter vertrok hij hierna weer naar
Schouwen Duiveland.
Daar de weersomstandigheden
Zondagmiddag gunstig waren, heb
ben de prinsessen Beatrix, Irene en
Margriet een vlucht gemaakt boven
de geteisterde gebieden. De Konin
gin en de Prins zyn van oordeel,
dat het noodzakelijk is dat hun
dochters zich een volledig beeld
vormen van de ontstellende ramp,
die ons volk heeft getroffen.
Dr Drees vloog over
rampgebied
Minister-President Drees heeft Za
terdagmiddag in gezelschap van de
cretaris-generaal van het Ministerie van
Algemene Zaken, mr C. W. L. Fock, een
vliegtocht gemaakt over de watersnood-
gebieden. De Minister-President was
zeer onder de indruk van wat hij heeft
en. Doordat het vliegtuig zeer laag
over het gebied is gevlogen en het zicht
zeer goed was, kon de Minister-Presi
dent zich een duidelijk beeld vormen van
de omvang van de ramp.
Na de tocht heeft de Minister-Presi
dent op het vliegveld Valkenburg de
grote organisatie bezichtigd en zich la
ten inlichten omtrent de verschillende
werkzaamheden die hier worden ver
richt. Zo was hy getuige van het inla
den van een vliegtuig met zandzakken
welke bestemd waren voor Kruiningen.
Buitenlandse editie
van „De Ramp"
Eerste druk brengt
175.000 op
Zoals reeds eerder is bekendgemaakt,
zal binnenkort een fotoboek over de
verschrikkelijke watersnood verschijnen
onder de titel „De Ramp". H.M. Konin-
ging Juliana zal voor deze uitgave, die
verschijnt onder auspiciën van de Ver
eniging ter bevorderiing van de belan
gen des Boekhandels, een voorwoord
schrijven.
„De Ramp" zal het enige boek zijn,
dat een beeld geert van de ontzettende
gevolgen van de watersnood.
In overleg met het Nationaal Ram
penfonds is een uitgave voor het buiten
land in voorbereiding. Het boek, waar
van de eerste druk 50.000 exemplaren
zal bedragen, kost 3.50 zodat w
neer deze eerste oplage uitverkocht is
een bedrag van 175.000.aan het
Nationaal Rampenfonds afgedragen kan
worden.
Reeds thans blykt dat de belangstel
ling voor het boek bijzonder groot is.
,De Ramp" zal 96 pagina's tellen,
100 foto's bevatten en reeds binnen
enkele weken verschijnen.
Prins Bernhard in radio-rede
Veel is te danken aan de gewone burgers
Z. K. H. Prins Bernard, voorzitter an het
Nationale Rampenfonds, heeft Zaterdag
avond via beide Hilversumse zenders de
volgende rede uitgesproken:
Vandaag heb ik voor de derde keel
de getroffen gebieden met een vliegtuig
of een helicoptère bezocht. Ik geloof, dat
ik nu ongeveer iedere van de zwaarst
getroffen steden en dorpen op Schouwen
Duiveland, Goeree en Overflakkee,
Tholen en een enkele plaats in West-
Brabant heb gezien en mij van alles op
hoogte heb late stellen. Vanaf
Maandag zal ik met mijn bezoeken door
gaan in West-Brabant en de overige
Zuidhollandse en Zeeuwse Rampgebieden
Daarna zal ik nog de gètroffen Wadden
eilanden gaan zien en tot nu toe ben ik
vooral getroffen door de vastberaden
moed en de taaie vasthoudendheid van
iedereen eigenlijk, maar ook ben ik diep
onder de indruk van «wat er aan red
dingswerk op elk gebied redden van
mensen, behoud van dijken, redden van
vee is gebeurd. En dan wil ik er hier
gaarne de nadruk op leggen, hoeveel wij
te danken hebben aan alle gewone bur
ger-vrijwilligers, die te hulp zijn ge
sneld.
Het optrekken van militaire hulpfor
maties spreekt natuurlijk meer tot de
verbeelding, maar juist daarom wil ik
hier de heldhaftige stryd gedenken van
de zwoegende dorpelingen in het nood-
gebied zelf, van de toegesnelde particu
lieren en studenten, van de D.U.W.-ar-
beiders, van de vissers uit alle vissers
dorpen, van de schippers en vrachtry-
ders en vooral niet te vergeten de vele
stille werkers achter de schermen, die 't
dag en nacht op hun posten hebben uit
gehouden, kortom de stryd van de naam
loze vrywiller, die zo krachtig heeft ge
holpen slachtoffers te redden en groter
leed te voorkomen.
24. „Ben je niet wat al te wantrouwend?" vroeg Panda,
terwijl hy met Pat O'Nozel over het dek wandelde, „je ziet
in iedereen een mogelijke spion en daardoor maak je, dat
ze allemaal het land aan ons krijgen."
„Bah," antwoordde Pat, „daar trek ik me niets van aan.
Een goede detective móet wantrouwend zijn en vooral de
genen, die zo onschuldig lijken, moet hij in de gaten houden,
want die hebben meestal wat te verbergen! Mijn stelregel
„Pat!" onderbrak Panda hem plotseling, „we worden
gevolgd!"
„Hindert niet," zei Pat, geprikkeld omdat hy midden in
het geven van wijze lessen werd onderbroken, „luister
verder!"
„Ja maar," riep Panda, „het zyn dezelfde twee, die ons
aan wal ook al volgden! Dat is toch verdacht!"
„Och kom." snoof Pat minachtend, „juist omdat zjj ver
dacht doen, hoeven we ons niet druk over hen te maken!"
„Waarom niet?" riep Panda verbaasd.
„Lees maar eens een goed detective-verhaal," raadde Pat
hem aan, „dan zul je merken, dat de verdachte individuens
het nooit hebben gedaan. De grote detective vindt als
dader altijd degene, die door de lezer voor onschuldig werd
gehouden."
„Best mogelijk!" riep Panda zenuwachtig, „maar deze
twee richten een machine-pistool op ons!"
Pauselijk afgezant:
Bewondering voor de
eenheid van het
Nederl. volk
De speciale afgezant van de Paus,
Monseigneur Righi Lambertini, heeft
Zondagmiddag voor de Nederlandse
radio een toespraak gehouden: Hij zei-
de onder meer „Ik ben hier in opdracht
van de Heilige Vader om hem zo spoe
dig mogelijk de directe inlichtingen te
doen toekomen, die ik zou kunnen krij
gen over een wrede ramp, die, zoals
waarschijnlijk nimmer tevoren, deze
nobele natie getroffen heeft. De Heilige
vader heeft mij tevens opgedragen de
gelovige Katholieken moed in te spre
ken bij hun inspanning voor het red
dingswerk hun zijn Vaderlijke zegen
te geven en een nieuwe Pauselijke
schenking te doen bij alle bijdragen,
uit naburige en vergelegen landen.
Ik heb de broederlijke eenheid bewon
derd van dit Nederlandse volk".
Koningin per boot
naar rampgebied
Koningin Juliana is vanmorgen om
half acht naar Spijkenisse op Voor-
ne-Putten vertrokken om te trachten
van daar uit met een boot van water
staat een tocht naar verschillende
eilanden te maken. Zij was voorne
mens dorpen te bezoeken waar nog
mensen wonen nietde reeds ontruimde
dorpen. Deze reis vervangt de vlieg
tocht, die eerst was aangekondigd.
Rode Kruis-helpsters
aangehouden
Verdacht van het plegen jan on
regelmatigheden zijn drie 'u7^Z-\.vs
in vaste dienst van de afdeling Schie
dam van het Rode Kruis gearresteerd
Twee worden nog steeds door de po
litie vastgehouden, de derde is we
gens tragische familieomstandighe
den voorlopig op vrije voeten gesteld.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
Door opzegging van
contracten
De Bedrijfsunie voor de kunst deelt
mede: „tengevolge van de watersnood
dreigen vele musici en artisten, en wel
voornamelijk de zogenaamde ambulan-
ten, in financiële moeilijkheden te ge
raken. Talloze contracten werden en
worden door hun opdrachtgevers op
gezegd, omdat besloten is vastgestelde
bijeenkomsten af te gelasten. Musici en
artisten slikken deze strop zonder mis
baar, vooral als blijkt, dat de voor hen
uitgetrokken gages aan het nationaal
Rampenfonds zijn geschonken. Er zijn
echter verenigingen, zaal houders en
wat dies meer zijn, die wel heel licht
vaardig handelen en thans reeds be
sluiten bijeenkomsten in Maart en zelfs
later niet te laten doorgaan. De geën
gageerde musici en artisten ontvangen
geen enkele vergoeding laat staan hun
volle gage. Zij moeten zich maar zien
te redden.
Prinses Wilhelmina woonde dienst
te Amsterdam bij
Nederland was Zondag op de nationale rouwdag in het wit gekleed-
Na een nacht van flinke vorst ontwaakte het land onder een vacht
witte sneeuw. Het was alsof de natuur, die een wit sprookjeskleed
over het land had gelegd, niet mee wilde werken aan de triestheid
en de rouw onder de mensen, die gisteren hun doden herdachten.
Bijna huis aan huis wapperden de vlaggen halfstok traag heen en
weer in het flauwe windje. Langs de straten spoedden zich duizen
den naar de kerken. Tijdens de diensten waren de straten verlaten
en eenzaam.
In de Nieuwe Kerk aan. de Dam te
Amsterdam, waar ingezamelde goe
deren voor de hulpverlening hoog la
gen opgestapeld, werd een bijzondere
oecumenische dienst gehouden, die
door Prinses Wilhelmina werd bijge
woond. Onder de talloze aanwezigen
die de kerk tot de laatste plaats be
zetten, was ook de burgemeester van
Amsterdam, Mr Arn. J. d'Ailly met
zijn echtgenote.
In de dienst nam daarop Ds Groe-
nenberg de taak van Prof. Berkel-
bach van der Sprenkel, wiens trein
stagnatie ondervond, over. De laatste
arriveerde echter toch nog geruime
tijd voor het einde. Hij was het, die de
dienst besloot met het voorlezen van
een telegram, ontvangen van het sec
retariaat van de wereldraad van ker
ken.
Evenals overal elders in het land
werd Zondagochtend in de Rooms-
Katholieke kerken in de hoofdstad
een kort herderlijk schrijven van het
episcopaat voorgelezen, werden gebe
den in de dienst ingelast en collecten
voor de slachtoffers van de nationale
ramp gehouden.
(1,9!,)
rp OEN de vreselijke ■problemen,
1 waarvoor geïsoleerde slacht
offers in de watersnoodgebieden
geplaatst waren, aan de orde wer
den gesteld door middel van de ra
dio, beseften we plotseling weer
welk een machteloos wapen de
theorie is, wanneer de middelen
ontbreken om haar in practijk te
brengen.
In een land als het onze, dat
veelvuldig rivierwater voor lei
dingwater bezigt, is het ontsmet
ten door chloreren algemeen be
kend, zij het dan dat dit middel
niet altijd wordt toegepast. In het
algemeen wordt dan een sterke
chlooroplossing gemaakt,'welke in
het rivierwater wordt verdeeld
doch ook wordt gaarne gebruik ge
maakt van een oplossing van twee
delen chloor en één deel ammo
niak, waardoor een stof wordt ge
vormd met een sterk bacteriedo-
dende werking, terwijl bovendien
de reuk van chloor achterwege
blijft. In rivierwater, waarin fa
brieken van kunstharsen, films,
verven en lakken hun afvalwater
lozen zoals bijv. in de Rijn
kan echter bij chloreren een bij
zonder onaangename reuk ont
staan, omdat zich dan het onwel
riekende chloorphenol vormt. Ook
dit kan echter met chemische mid
delen worden verwijderd.
Er bestaan zeer vele methoden,
om ongeschikt water tot goed
drinkwater om te toveren, doch
uiteraard dient aan elke behande
ling behoudens in noodtoestan
den een nauwkeurig chemisch
en bacteriologisch onderzoek voor-,
af te gaan, waarbij het Rijksbu
reau voor Drinkwatervoorziening
van advies kan dienen omtrent de
methoden van zuivering. Hoe nood
zakelijk dit is, moge blijken uit 't
feit, dat ongeveer 1/3 van het in
ons land gebruikte leidingwater
uit de rivieren afkomstig is, wel
ke stromen in de regel nogal ver
ontreinigd worden
Uiteraard dient het duin- en
grondwater dat in ongeveer 2/3
van het leidingwater voorziet,
eveneens de noodzakelijke reini
ging te ondergaan en de wonder
baarlijkste methode, welke daarbij
wordt gevolgd, is wellicht de bio
logische zuivering, wélke door fil
ters geschiedt. Eerst moet het ver
ontreinigde water de voor filters
passeren, waarbij het door een on
geveer 1,5 meter dikke grind- of
grofzandlaag heendringt. De grove
verontreinigingen blijven daarin
achter. Vervolgens moet dan een
laag van fijn zand ter dikte van
1 meter worden gepasseerd, waar-
in zwevende stoffen van organi
sche of anorganische aard blijven
hangen, Bovendien worden echter
de bacteriën tegengehouden, wélk
verschijnsel hoogst merkwaardig
is, omdat de poriën tussen de zand
korrels vele malen groter zijn dan
voor de passage van een bacterie
noodzakelijk is. De ondoordring
baarheid van de zandlaag voor
bacteriën wordt dan ook bewerk
stelligd door een samenhangende
laag van micro-organismen, zoals
algen en diatomeën, waarvan het
zand reeds na een paar dagen zo
volledig doorweven is, dat er zelfs
voor deze micro-organismen geen
doorkomen aan is.
Inplaats van andere methoden
tot zuivering van het water te be
spreken, is het wellicht verkies
lijker thans eens aandacht te be
steden aan de vraag, hoe uit zee
water drinkwater kan worden be
reid.
Morgen zal het u duidelijk zijn.
3. Pétïllon.
(Nadruk verboden).
Koningin Juliana richt zich tot Haar volk.
De Koningin sprak:
De eendracht uit de oorlogstijd
H.M. Koningin Juliana heeft gis
termiddag de volgende radiorede uit
gesproken
Landgenoten, die door. de ra/m-p
•getroffen zijt en gij redders en hel
pers in de ruimste zin, wy staan allen
vol ontzag tegenover het grote leed,
dat ons gehele volk trof toen een
deel daarvan een week geleden werd
overvallen door storm en vloed: te
genover de moed, door zovelen be
toond in de nood, en tegenover de
verschrikkingen doorstaan door hen,
die van ons heengingenen door hen,
die bij ons bleven met het zware lot,
dat zij thans dragen.
Nederland is niet alleen het kind
van de rekening geworden op het
punt van de doorbraak van zyn dij
ken, maar het heeft ook als een kind
het hoogste gebod gevolgd van de
naastenliefde ons door Christus
gegeven die alle leed doorleden
heeft en kent. Zelfs onze superieur
ontwikkelde techniek was machteloos
de ramp op het kritieke moment af
te wenden. Zy moest het opgeven
tegenover wat ons lot moest zijn, en
dus toch nooit met mensenmacht te
keren is.
Maar, op het kritieke moment,
waar materiële hulp niet kon wor
den aangewend., werd de geestkracht
van de mens opgeroepen. De door
braak van de dijken riep, daartegen
in een springvloed op van medeleven
met elkander. De eendracht uit de
oorlogstijd, was plotseling weer pa
raat. Dit hief ons volk in eens op
boven alle afscheidingen en ieder
compromis der samenleving uit. Wij
voelen er allen de weldadigheid van
weer samen te werken in het streven
voor één grote zaak, en in ons
enthousiasme werken we door zonder
er op te letten of wij moe worden of
schenken weg zonder te letten op wat
wij ons ontzeggen. Als straks de
zioaarste stoot is opgevangen, en ook
het normale leven weer een groot
deel van onze aandacht zal vergen,
dan wens ik ons allen toe, dat toe
met taaie volharding toch het herstel
en de wederopbouw in dezelfde geest
mogen volbrengen, met onze saam
horigheid in het oog en voor ieder
zichtbaar. Hoe dieper de nood, die
zyn offers nam, des te dieper is
tevens in de harten het beginpunt
gelegd voor een verbroedering der
mensheid, wat tot ver over de gren
zen van het vaderland zyn weerklank
vond.
Dit was zo bij hen die zelf getrof
fen en zelfs zeer zwaar getroffen
werden door deze zélfde ramp, dit,
ivas zo, nabij en ver. Uit de gehele
wereld ondervonden wy dit, in grote
dankbaarheid. Zo kort na de ergste
aller oorlogen treft ons deze ramp, die
echter niet door menselijke ver
dorvenheid werd aangedaan. Het
raadsel van het waarom is alleen be
kend aan Hem, die weet wanneer Hy
elk van Zijn kinderen tot Zich roept,
die weet welke beproeving, welke
krachtmeting, wij kunnen verdragen,
elk afzonderlijk en allen te samen.
God doet thans een beroep op onze
geestelijke veerkracht, en op ons ver
trouwen in Hem.
Dit lijden voert maar naar één
uitkomst, zowel voor de doden als
voor de levenden en dat is: naar de
barmhartigheid van God en icaar
deze werkt in de mens. Overal waar
leed is, is zegen nabij.
15
Beheerst en kalm en capabel, zó zag ze er uit. En
waren dat geen goede eigenschappen? De meeste man
nen vonden deze kwaliteiten zeer te waarderen.
„Zoals je er gisteren uitzag, schrikte je me af,"
voegde Bagnet er aan toe.
„Allemensen," zei Constance, terwij] ze haar best
deed niet boos te worden, „het klinkt niet bepaald
aantrekkelijk, wat je daar allemaal zegt."
„Je was ook verrre van aantrekkelijk," gaf hij met
grote openhartigheid toe. „Maar vandaag ben je heel
anders, normaal, menselijk. Je zou zelfs kunnen denken,
dat er een warm hart in je klopte."
Ze voelde zich ontwapend door de lach in zijn ogen
en z'n spottend opgetrokken wenkbrauwen. En dat was
nu juist een gevoel, waaraan ze niet mocht toegeven.
Ze mocht onder geen beding haar verstand door haar
gevoelens laten beïnvloeden. Ook niet ten opzichte van
Fiona. Ze mocht geen medelijden met het meisje koeste
ren, althans... nóg niet. Ze moest eerst een heleboel
dingen te weten komen
Even haalde ze haar schouders op. „De meeste'
mensen hebben wel een hart," merkte ze luchtig op. „Ik
moet er nu vandoor."
„Inderdaad," zei hij. „Ik vei'gat, dat we niet al te
vriendschappelijk samen kunnen omgaan. Je zou immers
nog kunnen ontdekken, dat ik degene ben, die voor
dief. speelt."
Er kwam een diepe blos op haar wangen. „O, het is
afschuwelijk," riep ze uit, „eenvoudig afschuwelijk. Maar
je hebt gelijk. En ik moet op m'n hoede zyn. Als ik het
geweten had
„Had je meneer Parkinson's voorstel niet aanvaard,"
vulde hij haar woorden aan.
„Inderdaad," gaf ze toe. „Maai- niet om de redenen,
die jij cl niet, niet alleen om het huis en de vreselijke
sfeer daar. of het geld... maar om andere redenen,
waarover ik niet met jou kan praten."
Hij haalde zijn schouders op. „Goed, laten we er niet
verder over spreken," zei hij kalm. „Tussen haakjes,
ik wil je waarschuwen voor Phipps. Ik kan niets posi
tief verkeerds van hem zeggen, maai' hij deugt niet. Ik
voel het in m'n botten."
„Hij vertelde me, dat je hem niet mocht," zei ze.
Bagnet trok zijn wenkbrauwen op. „Heeft hij je dat
al verteld? Wel, ik kan je één ding verzekeren, dat
hij je graag als „Constance" zal zien. De rest van ons
ziet je liever als „Kon". Ik zelf zéér in het bijzonder!"
Er kwam een blos van verlegenheid op haar gezicht
en tegelijkertijd voelde ze iets van warmte in haar hart.
Maar ze zei zo onbewogen mogelijk: „Dank je, ik
weet zelf nog helemaal niet of Kon me erg aanstaat. Ik
ben nu eenmaal meer gewend aan Constance. En ik
moet nu werkelijk gaan."
Hij nam een stapel papieren op en scheen zich hierin
al te verdiepen, maar toen ze bij de deur was, hoorde
ze hem zeggen: „Werkelijk, Kon, ik zou er wat voor
geven, als ik wist, wat er allemaal achter stak. Maar
ik weet het niét. En Neill heeft het wonderlijke idee,
dat we in deze zaak beter niét roeren kunnen. Hy heeft
er geen steekhoudend motief voor, maar hy kan zicli
van dat gevoel niet losmaken
„Er zal nu in geroerd moéten worden. We kunnen
deze zaak niet meer laten rusten," zei Constance. „Me
vrouw Fincham is er zelf mee begonnen. Mag ik vragen:
heb je'er enig idee van. waarom ze de dienstboden in
geen' maanden betaald heeft en de rekeningen in het
dorp zó heeft laten oplopen? Je bent natuurlijk van
deze dingen wel min of meer op de hoogte."
„Ik heb geen idee, wat daar achter steekt. Ik ben
geneigd te geloven, dat de oude vrouw gierig begint
te worden en moeilijk van haar geld afstand kan doen.
Er is geen reden om aan te nemen, dat ze slecht by kas
zou zijn. Dat is vrywel uitgesloten. Ze gokt nooit
tenminste voor zover wij kunnen nagaan."
„Dan moet het dus wel haar gierigheid zyn," zei
Constance met een zucht. „Goedendag, en hartelijk
bedankt voor het gebruik van de telefoon."
„Tot ziens," zei Bagnet, „tussen haakjes, je kunt veel
sneller de weg nemen dan door de moestuin lopen."
„Werkelijk zei Constance. „Bedankt voor de tip".
Ze moest weer aan haar nachtmerrie denken en
met stevige pas liep ze de weg af. Voor geen geld ter
wereld wilde ze op dit moment de bloesemgeur ruiken en
door die verlaten tuin gaan
Terwyl Constance by Balnet op de boerderij zat te
\^Door Jane Enqland UH hei Engels vertaald J
telefoneren, was mevrouw Fincham opeens tot de con
clusie gekomen, dat ze zich ziek voelde en naar bed wil
de. Ze had gebeld en aan Mary, die verschrikt aan kwam
draven, gezegd, dat ze onmiddellijk Fiona moest op
zoeken.
„En geef mee potlood en papier", voegde ze er aan
toe. „Ik moet een briefje schryven".
Fiona was op het terras onkruid aan 't wieden. Ze
wist zelf eigenlijk niet, hoe ze zich opeens tot dit gehate
en- lang veronzachtzaamde werkje had kunnen opwer
ken. Het scheen iets te maken te hebben met de komst
van Cóntance Fairlie hier. Iets in haar manier van op
treden en helder intelligente ogen maakte je schuldbe
wust wat betreft kleine werkjes, die je veronachtzaamd
had... Fiona voelde zich klein in haar tegenwoordigheid.
Ze werd erdoor geïrriteerd, maar ze kon zich er niet
tegen verzetten.
Het was in zeker opzicht heel onaangenaam, dat Con
stance Fairlie geen „naar mens" bleek te zijn, tegen
wie je met veel genoegen obstructie kon voeren. Maal
ais Constance er werkelyk in slaagde het huishouden
normaal te maken en de schriele tante Chloë zóver zou
krijgen, dat ze Anna en Mary uitbetaalde en behoorlijk
te eten gaf. dan had ze recht op ieders volle medewer
king en wat 't niet meer dan billyk dt zy, Fiona, ook
haar kleine plichten naar behoren volbracht
Mary verscheen in een van de openslaande deuren,
die op het terras uitkwamen en riep: „Juffrouw Fiona...
Uw tante vraagt of U dadelijk bij haar komt!"
„O hemel", zuchtte Fiona, terwyl ze de oude vork,
waarmee ze het mos had zitten losmaken, neerlegde.
„Als U die vork daar laat liggen, juffrouw Fiona",
merkte Mary op, „zal ze wegraken".
„O nee." antwoordde Fiona, „die moet daar juist
blyven liggen om me eraan te herinneren dat ik door
moet gaan met wieden. Ik kom, Mary".
Wat wilde het oude mens nu weer, dacht ze ont
stemd. terwijl ze naar binnen liep. Gewoonlyk werd ze
met rust gelaten tot aan de thee. Wat het ook mocht
zyn, iets plezierigs was 't zeker niet.
Ze deed de deur van de zitkamer open en ging het
muffe vertrek binnen, waar zelfs op deze stralende
voorjaarsdag geen enkel raam open stond. Mevrouw
Fincham zat te schrijven en kreunde zo nu en dan
zachtjes. Ze keek even op, toen Fiona binnenkwam,
en zei: „Ga zitten, ik moet eerst deze brief afmaken".
Fiona liet zich in een stoel vallen en trachtte aan iets
prettigs te denken. Steeds weer, als ze alleen met haar
tante in deze gehate kamer was, trachtte ze dat te doen,
om zich helemaal te sluiten voor de sfeer, die hier heer
ste. Maar ditmaal gelukte 't niet. Ze voelde, dat
ze zich niet van haar afkeer ten opzichte van alles in
dit vertrek kon losmaken. Hoe was het toch mogelijk,
dat ze hier bleef? Het was eigenlijk niet uit te houden...
Juist door de komst van iemand uit een andere wereld,
als Constance Fairlie, leek alles extra erg! De gelaten
heid .waarmee je diverse dingen ondergaan had, was
verdwenen en je kreeg het gevoel, dat je iets moest
doen... Vandaar dat ze het terras was ggan wieden,
en op dit moment had ze zin de half verwelkte bloemen
uit de vazen te rukken en er mooie frisse bloemen voor
in de plaats zetten... Alleen maar om iets aan de sfeer
hier te veranderen en zeker niet om tante Chloë een
plezier te doenl
Mevrouw Fincham was klaar met haar brief, vouwde
deze langzaam en met een zekere genoegdoening dubbel
en stak hem in een enveloppe, die ze zorgvuldig dicht-
plakt. Ze schreef het adres en keek naar Fiona met een
zielig gezicht. „Ik voel me ziek", kondigde ze aan. „en
ik kruip in m'n bed. Jy en Mary moeter. me verzorgen.
Dit is een brief voor juffrouw Fairlie, om haar te zeg
gen, dat ze me gedurende de eerstvolgende dagen niet
met zakelijke aangelegenheden lastig mag vallen. Ze
moet de zaak maar zo goed als ze kan voor elkaar bren
gen..."
„Ik begrijp niet, hoe u denkt, dat ze dat zou kunnen
doen," zei Fiona openhartig. „Wat kan ze beginnen?"
„Natuurlijk kan ze een heleboel doen," antwoordde
mevrouw Fincham. „Er is van allerlei in orde te maken
en ik heb haar in mijn brief instructies gegeven. Ze
moet Mary met de schoonmaak van het huis'laten be
ginnen.de voorjaarsschoonmaak. Maar ze mag niet
aan deze kamer komen. Deze kamer moet met rust ge
laten worden. De rest van het huis bedoel ik..."
De oude vrouw legde de brief op een tafeltje, dat
naast haar stond, en trok aan de ouderwetse bel.
„Zou het niet beter zijn een dokter te waarschuwen?"
vroeg Fiona en haar stem klonk brutaal. Ze besefte
heel goed, dat haar tante in werkelijkheid niets man
keerde en alleen terugdeinsde voor hetgeen Constance
te zeggen zou hebben en van plan zou zyn te onder
nemen...
„Bemoei je niet met zulke dingen", antwoordde me
vrouw Fincham kortaf. „Ik ben mans genoeg om zelf uit
te kunnen maken, of ik al dan niet een dokter nodig
heb. Heus wel!"
Toen Mary het vertrek weer binnen kwam trippelen,
zei ze bevelend tot- de oude gedienstige. „Help me in
bed, Mary! Ik ben ziek. Ja, ja, ja, ziek! Maar je kunt me
straks wel thee brengen en naderhand zal ik je aan
wijzingen geven voor myn avondeten".
Ze stond moeizaam op en strompelde in de richting
van haar slaapkamer. Fiona maakte een grimas, waar
uit haar afschuw voor de dikke ongelukkige gestajte
sprak, en stond op om zo snel mogelijk het vertrok te
verlaten.
„Lucht, alsjeblieft frisse lucht", zei ze op dramatische
toon, terwyl ze naar buiten rende, waar ze in de deur
van de hal tegen Neill opbotste. „Ga door. je hebt be
paald toneelspeelsterstalenten", merkte deze lachend op.
Fiona grinnikte ook. „Het was daar binnen eenvoudig
niet om uit te houden", legde ze uit,