Diep ontzag voor werk van de naamloze vrijwilliger Nederland was op rouwdag in het wit gekleed God doet een beroep op onze geestelijke veerkracht PANDA en de geheime documenfen Heldhaftige strijd van zwoegende dorpelingen Musici en artisten in financiële moeilijkheden Goederen lagen hoog opgestapeld in de Nieuwe Kerk Toch is het zo! Prinsessen vlogen over rampgebied N HUIS l\/i vol iv iYSTERIE TWEEDE BLAD HET GOOI EN OMMELAND VAN MAANDAG 9 FEBRUARI 1953 3 Het kabinet van de Koningin deelt mede: H.M. de Koningin zal deze week we der enige bezoeken aan de noodgebieden brengen. De Koningin zal daarbij ook Texel bezoeken. Koningin bezoekt eiland Texel Prins Bemkard in Willemstad Prins Bemhard heeft Zaterdagmiddag een onverwacht bezoek gebracht aan Willemstad. Hij landde met zijn sport- vliegtuig in een van de weilanden in de omgeving van Willemstad, die niet door het water werden aangetast. Met een helicopter zette hij hierna zijn reis naar Willemstad voort. Toen hij daar arri veerde, was de burgemeester, de heer C. A. van der Uhooft, juist bezig niet een rondleiding van de Commissaris der Koningin in Noord Brabant, de grif fier der Staten en enkele leden van Provinciale Staten door Willemstad. De rondleiding werd onderbroken, waar de burgemeester Prins Bernhard op het gemeentehuis ontving. Enige pun ten in de stad werden befcocht, waa de Prins de bevolking van Willemstad voor het raadhuis toesprak. Per heli copter vertrok hij hierna weer naar Schouwen Duiveland. Daar de weersomstandigheden Zondagmiddag gunstig waren, heb ben de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet een vlucht gemaakt boven de geteisterde gebieden. De Konin gin en de Prins zyn van oordeel, dat het noodzakelijk is dat hun dochters zich een volledig beeld vormen van de ontstellende ramp, die ons volk heeft getroffen. Dr Drees vloog over rampgebied Minister-President Drees heeft Za terdagmiddag in gezelschap van de cretaris-generaal van het Ministerie van Algemene Zaken, mr C. W. L. Fock, een vliegtocht gemaakt over de watersnood- gebieden. De Minister-President was zeer onder de indruk van wat hij heeft en. Doordat het vliegtuig zeer laag over het gebied is gevlogen en het zicht zeer goed was, kon de Minister-Presi dent zich een duidelijk beeld vormen van de omvang van de ramp. Na de tocht heeft de Minister-Presi dent op het vliegveld Valkenburg de grote organisatie bezichtigd en zich la ten inlichten omtrent de verschillende werkzaamheden die hier worden ver richt. Zo was hy getuige van het inla den van een vliegtuig met zandzakken welke bestemd waren voor Kruiningen. Buitenlandse editie van „De Ramp" Eerste druk brengt 175.000 op Zoals reeds eerder is bekendgemaakt, zal binnenkort een fotoboek over de verschrikkelijke watersnood verschijnen onder de titel „De Ramp". H.M. Konin- ging Juliana zal voor deze uitgave, die verschijnt onder auspiciën van de Ver eniging ter bevorderiing van de belan gen des Boekhandels, een voorwoord schrijven. „De Ramp" zal het enige boek zijn, dat een beeld geert van de ontzettende gevolgen van de watersnood. In overleg met het Nationaal Ram penfonds is een uitgave voor het buiten land in voorbereiding. Het boek, waar van de eerste druk 50.000 exemplaren zal bedragen, kost 3.50 zodat w neer deze eerste oplage uitverkocht is een bedrag van 175.000.aan het Nationaal Rampenfonds afgedragen kan worden. Reeds thans blykt dat de belangstel ling voor het boek bijzonder groot is. ,De Ramp" zal 96 pagina's tellen, 100 foto's bevatten en reeds binnen enkele weken verschijnen. Prins Bernhard in radio-rede Veel is te danken aan de gewone burgers Z. K. H. Prins Bernard, voorzitter an het Nationale Rampenfonds, heeft Zaterdag avond via beide Hilversumse zenders de volgende rede uitgesproken: Vandaag heb ik voor de derde keel de getroffen gebieden met een vliegtuig of een helicoptère bezocht. Ik geloof, dat ik nu ongeveer iedere van de zwaarst getroffen steden en dorpen op Schouwen Duiveland, Goeree en Overflakkee, Tholen en een enkele plaats in West- Brabant heb gezien en mij van alles op hoogte heb late stellen. Vanaf Maandag zal ik met mijn bezoeken door gaan in West-Brabant en de overige Zuidhollandse en Zeeuwse Rampgebieden Daarna zal ik nog de gètroffen Wadden eilanden gaan zien en tot nu toe ben ik vooral getroffen door de vastberaden moed en de taaie vasthoudendheid van iedereen eigenlijk, maar ook ben ik diep onder de indruk van «wat er aan red dingswerk op elk gebied redden van mensen, behoud van dijken, redden van vee is gebeurd. En dan wil ik er hier gaarne de nadruk op leggen, hoeveel wij te danken hebben aan alle gewone bur ger-vrijwilligers, die te hulp zijn ge sneld. Het optrekken van militaire hulpfor maties spreekt natuurlijk meer tot de verbeelding, maar juist daarom wil ik hier de heldhaftige stryd gedenken van de zwoegende dorpelingen in het nood- gebied zelf, van de toegesnelde particu lieren en studenten, van de D.U.W.-ar- beiders, van de vissers uit alle vissers dorpen, van de schippers en vrachtry- ders en vooral niet te vergeten de vele stille werkers achter de schermen, die 't dag en nacht op hun posten hebben uit gehouden, kortom de stryd van de naam loze vrywiller, die zo krachtig heeft ge holpen slachtoffers te redden en groter leed te voorkomen. 24. „Ben je niet wat al te wantrouwend?" vroeg Panda, terwijl hy met Pat O'Nozel over het dek wandelde, „je ziet in iedereen een mogelijke spion en daardoor maak je, dat ze allemaal het land aan ons krijgen." „Bah," antwoordde Pat, „daar trek ik me niets van aan. Een goede detective móet wantrouwend zijn en vooral de genen, die zo onschuldig lijken, moet hij in de gaten houden, want die hebben meestal wat te verbergen! Mijn stelregel „Pat!" onderbrak Panda hem plotseling, „we worden gevolgd!" „Hindert niet," zei Pat, geprikkeld omdat hy midden in het geven van wijze lessen werd onderbroken, „luister verder!" „Ja maar," riep Panda, „het zyn dezelfde twee, die ons aan wal ook al volgden! Dat is toch verdacht!" „Och kom." snoof Pat minachtend, „juist omdat zjj ver dacht doen, hoeven we ons niet druk over hen te maken!" „Waarom niet?" riep Panda verbaasd. „Lees maar eens een goed detective-verhaal," raadde Pat hem aan, „dan zul je merken, dat de verdachte individuens het nooit hebben gedaan. De grote detective vindt als dader altijd degene, die door de lezer voor onschuldig werd gehouden." „Best mogelijk!" riep Panda zenuwachtig, „maar deze twee richten een machine-pistool op ons!" Pauselijk afgezant: Bewondering voor de eenheid van het Nederl. volk De speciale afgezant van de Paus, Monseigneur Righi Lambertini, heeft Zondagmiddag voor de Nederlandse radio een toespraak gehouden: Hij zei- de onder meer „Ik ben hier in opdracht van de Heilige Vader om hem zo spoe dig mogelijk de directe inlichtingen te doen toekomen, die ik zou kunnen krij gen over een wrede ramp, die, zoals waarschijnlijk nimmer tevoren, deze nobele natie getroffen heeft. De Heilige vader heeft mij tevens opgedragen de gelovige Katholieken moed in te spre ken bij hun inspanning voor het red dingswerk hun zijn Vaderlijke zegen te geven en een nieuwe Pauselijke schenking te doen bij alle bijdragen, uit naburige en vergelegen landen. Ik heb de broederlijke eenheid bewon derd van dit Nederlandse volk". Koningin per boot naar rampgebied Koningin Juliana is vanmorgen om half acht naar Spijkenisse op Voor- ne-Putten vertrokken om te trachten van daar uit met een boot van water staat een tocht naar verschillende eilanden te maken. Zij was voorne mens dorpen te bezoeken waar nog mensen wonen nietde reeds ontruimde dorpen. Deze reis vervangt de vlieg tocht, die eerst was aangekondigd. Rode Kruis-helpsters aangehouden Verdacht van het plegen jan on regelmatigheden zijn drie 'u7^Z-\.vs in vaste dienst van de afdeling Schie dam van het Rode Kruis gearresteerd Twee worden nog steeds door de po litie vastgehouden, de derde is we gens tragische familieomstandighe den voorlopig op vrije voeten gesteld. De politie heeft de zaak in onderzoek. Door opzegging van contracten De Bedrijfsunie voor de kunst deelt mede: „tengevolge van de watersnood dreigen vele musici en artisten, en wel voornamelijk de zogenaamde ambulan- ten, in financiële moeilijkheden te ge raken. Talloze contracten werden en worden door hun opdrachtgevers op gezegd, omdat besloten is vastgestelde bijeenkomsten af te gelasten. Musici en artisten slikken deze strop zonder mis baar, vooral als blijkt, dat de voor hen uitgetrokken gages aan het nationaal Rampenfonds zijn geschonken. Er zijn echter verenigingen, zaal houders en wat dies meer zijn, die wel heel licht vaardig handelen en thans reeds be sluiten bijeenkomsten in Maart en zelfs later niet te laten doorgaan. De geën gageerde musici en artisten ontvangen geen enkele vergoeding laat staan hun volle gage. Zij moeten zich maar zien te redden. Prinses Wilhelmina woonde dienst te Amsterdam bij Nederland was Zondag op de nationale rouwdag in het wit gekleed- Na een nacht van flinke vorst ontwaakte het land onder een vacht witte sneeuw. Het was alsof de natuur, die een wit sprookjeskleed over het land had gelegd, niet mee wilde werken aan de triestheid en de rouw onder de mensen, die gisteren hun doden herdachten. Bijna huis aan huis wapperden de vlaggen halfstok traag heen en weer in het flauwe windje. Langs de straten spoedden zich duizen den naar de kerken. Tijdens de diensten waren de straten verlaten en eenzaam. In de Nieuwe Kerk aan. de Dam te Amsterdam, waar ingezamelde goe deren voor de hulpverlening hoog la gen opgestapeld, werd een bijzondere oecumenische dienst gehouden, die door Prinses Wilhelmina werd bijge woond. Onder de talloze aanwezigen die de kerk tot de laatste plaats be zetten, was ook de burgemeester van Amsterdam, Mr Arn. J. d'Ailly met zijn echtgenote. In de dienst nam daarop Ds Groe- nenberg de taak van Prof. Berkel- bach van der Sprenkel, wiens trein stagnatie ondervond, over. De laatste arriveerde echter toch nog geruime tijd voor het einde. Hij was het, die de dienst besloot met het voorlezen van een telegram, ontvangen van het sec retariaat van de wereldraad van ker ken. Evenals overal elders in het land werd Zondagochtend in de Rooms- Katholieke kerken in de hoofdstad een kort herderlijk schrijven van het episcopaat voorgelezen, werden gebe den in de dienst ingelast en collecten voor de slachtoffers van de nationale ramp gehouden. (1,9!,) rp OEN de vreselijke ■problemen, 1 waarvoor geïsoleerde slacht offers in de watersnoodgebieden geplaatst waren, aan de orde wer den gesteld door middel van de ra dio, beseften we plotseling weer welk een machteloos wapen de theorie is, wanneer de middelen ontbreken om haar in practijk te brengen. In een land als het onze, dat veelvuldig rivierwater voor lei dingwater bezigt, is het ontsmet ten door chloreren algemeen be kend, zij het dan dat dit middel niet altijd wordt toegepast. In het algemeen wordt dan een sterke chlooroplossing gemaakt,'welke in het rivierwater wordt verdeeld doch ook wordt gaarne gebruik ge maakt van een oplossing van twee delen chloor en één deel ammo niak, waardoor een stof wordt ge vormd met een sterk bacteriedo- dende werking, terwijl bovendien de reuk van chloor achterwege blijft. In rivierwater, waarin fa brieken van kunstharsen, films, verven en lakken hun afvalwater lozen zoals bijv. in de Rijn kan echter bij chloreren een bij zonder onaangename reuk ont staan, omdat zich dan het onwel riekende chloorphenol vormt. Ook dit kan echter met chemische mid delen worden verwijderd. Er bestaan zeer vele methoden, om ongeschikt water tot goed drinkwater om te toveren, doch uiteraard dient aan elke behande ling behoudens in noodtoestan den een nauwkeurig chemisch en bacteriologisch onderzoek voor-, af te gaan, waarbij het Rijksbu reau voor Drinkwatervoorziening van advies kan dienen omtrent de methoden van zuivering. Hoe nood zakelijk dit is, moge blijken uit 't feit, dat ongeveer 1/3 van het in ons land gebruikte leidingwater uit de rivieren afkomstig is, wel ke stromen in de regel nogal ver ontreinigd worden Uiteraard dient het duin- en grondwater dat in ongeveer 2/3 van het leidingwater voorziet, eveneens de noodzakelijke reini ging te ondergaan en de wonder baarlijkste methode, welke daarbij wordt gevolgd, is wellicht de bio logische zuivering, wélke door fil ters geschiedt. Eerst moet het ver ontreinigde water de voor filters passeren, waarbij het door een on geveer 1,5 meter dikke grind- of grofzandlaag heendringt. De grove verontreinigingen blijven daarin achter. Vervolgens moet dan een laag van fijn zand ter dikte van 1 meter worden gepasseerd, waar- in zwevende stoffen van organi sche of anorganische aard blijven hangen, Bovendien worden echter de bacteriën tegengehouden, wélk verschijnsel hoogst merkwaardig is, omdat de poriën tussen de zand korrels vele malen groter zijn dan voor de passage van een bacterie noodzakelijk is. De ondoordring baarheid van de zandlaag voor bacteriën wordt dan ook bewerk stelligd door een samenhangende laag van micro-organismen, zoals algen en diatomeën, waarvan het zand reeds na een paar dagen zo volledig doorweven is, dat er zelfs voor deze micro-organismen geen doorkomen aan is. Inplaats van andere methoden tot zuivering van het water te be spreken, is het wellicht verkies lijker thans eens aandacht te be steden aan de vraag, hoe uit zee water drinkwater kan worden be reid. Morgen zal het u duidelijk zijn. 3. Pétïllon. (Nadruk verboden). Koningin Juliana richt zich tot Haar volk. De Koningin sprak: De eendracht uit de oorlogstijd H.M. Koningin Juliana heeft gis termiddag de volgende radiorede uit gesproken Landgenoten, die door. de ra/m-p •getroffen zijt en gij redders en hel pers in de ruimste zin, wy staan allen vol ontzag tegenover het grote leed, dat ons gehele volk trof toen een deel daarvan een week geleden werd overvallen door storm en vloed: te genover de moed, door zovelen be toond in de nood, en tegenover de verschrikkingen doorstaan door hen, die van ons heengingenen door hen, die bij ons bleven met het zware lot, dat zij thans dragen. Nederland is niet alleen het kind van de rekening geworden op het punt van de doorbraak van zyn dij ken, maar het heeft ook als een kind het hoogste gebod gevolgd van de naastenliefde ons door Christus gegeven die alle leed doorleden heeft en kent. Zelfs onze superieur ontwikkelde techniek was machteloos de ramp op het kritieke moment af te wenden. Zy moest het opgeven tegenover wat ons lot moest zijn, en dus toch nooit met mensenmacht te keren is. Maar, op het kritieke moment, waar materiële hulp niet kon wor den aangewend., werd de geestkracht van de mens opgeroepen. De door braak van de dijken riep, daartegen in een springvloed op van medeleven met elkander. De eendracht uit de oorlogstijd, was plotseling weer pa raat. Dit hief ons volk in eens op boven alle afscheidingen en ieder compromis der samenleving uit. Wij voelen er allen de weldadigheid van weer samen te werken in het streven voor één grote zaak, en in ons enthousiasme werken we door zonder er op te letten of wij moe worden of schenken weg zonder te letten op wat wij ons ontzeggen. Als straks de zioaarste stoot is opgevangen, en ook het normale leven weer een groot deel van onze aandacht zal vergen, dan wens ik ons allen toe, dat toe met taaie volharding toch het herstel en de wederopbouw in dezelfde geest mogen volbrengen, met onze saam horigheid in het oog en voor ieder zichtbaar. Hoe dieper de nood, die zyn offers nam, des te dieper is tevens in de harten het beginpunt gelegd voor een verbroedering der mensheid, wat tot ver over de gren zen van het vaderland zyn weerklank vond. Dit was zo bij hen die zelf getrof fen en zelfs zeer zwaar getroffen werden door deze zélfde ramp, dit, ivas zo, nabij en ver. Uit de gehele wereld ondervonden wy dit, in grote dankbaarheid. Zo kort na de ergste aller oorlogen treft ons deze ramp, die echter niet door menselijke ver dorvenheid werd aangedaan. Het raadsel van het waarom is alleen be kend aan Hem, die weet wanneer Hy elk van Zijn kinderen tot Zich roept, die weet welke beproeving, welke krachtmeting, wij kunnen verdragen, elk afzonderlijk en allen te samen. God doet thans een beroep op onze geestelijke veerkracht, en op ons ver trouwen in Hem. Dit lijden voert maar naar één uitkomst, zowel voor de doden als voor de levenden en dat is: naar de barmhartigheid van God en icaar deze werkt in de mens. Overal waar leed is, is zegen nabij. 15 Beheerst en kalm en capabel, zó zag ze er uit. En waren dat geen goede eigenschappen? De meeste man nen vonden deze kwaliteiten zeer te waarderen. „Zoals je er gisteren uitzag, schrikte je me af," voegde Bagnet er aan toe. „Allemensen," zei Constance, terwij] ze haar best deed niet boos te worden, „het klinkt niet bepaald aantrekkelijk, wat je daar allemaal zegt." „Je was ook verrre van aantrekkelijk," gaf hij met grote openhartigheid toe. „Maar vandaag ben je heel anders, normaal, menselijk. Je zou zelfs kunnen denken, dat er een warm hart in je klopte." Ze voelde zich ontwapend door de lach in zijn ogen en z'n spottend opgetrokken wenkbrauwen. En dat was nu juist een gevoel, waaraan ze niet mocht toegeven. Ze mocht onder geen beding haar verstand door haar gevoelens laten beïnvloeden. Ook niet ten opzichte van Fiona. Ze mocht geen medelijden met het meisje koeste ren, althans... nóg niet. Ze moest eerst een heleboel dingen te weten komen Even haalde ze haar schouders op. „De meeste' mensen hebben wel een hart," merkte ze luchtig op. „Ik moet er nu vandoor." „Inderdaad," zei hij. „Ik vei'gat, dat we niet al te vriendschappelijk samen kunnen omgaan. Je zou immers nog kunnen ontdekken, dat ik degene ben, die voor dief. speelt." Er kwam een diepe blos op haar wangen. „O, het is afschuwelijk," riep ze uit, „eenvoudig afschuwelijk. Maar je hebt gelijk. En ik moet op m'n hoede zyn. Als ik het geweten had „Had je meneer Parkinson's voorstel niet aanvaard," vulde hij haar woorden aan. „Inderdaad," gaf ze toe. „Maai- niet om de redenen, die jij cl niet, niet alleen om het huis en de vreselijke sfeer daar. of het geld... maar om andere redenen, waarover ik niet met jou kan praten." Hij haalde zijn schouders op. „Goed, laten we er niet verder over spreken," zei hij kalm. „Tussen haakjes, ik wil je waarschuwen voor Phipps. Ik kan niets posi tief verkeerds van hem zeggen, maai' hij deugt niet. Ik voel het in m'n botten." „Hij vertelde me, dat je hem niet mocht," zei ze. Bagnet trok zijn wenkbrauwen op. „Heeft hij je dat al verteld? Wel, ik kan je één ding verzekeren, dat hij je graag als „Constance" zal zien. De rest van ons ziet je liever als „Kon". Ik zelf zéér in het bijzonder!" Er kwam een blos van verlegenheid op haar gezicht en tegelijkertijd voelde ze iets van warmte in haar hart. Maar ze zei zo onbewogen mogelijk: „Dank je, ik weet zelf nog helemaal niet of Kon me erg aanstaat. Ik ben nu eenmaal meer gewend aan Constance. En ik moet nu werkelijk gaan." Hij nam een stapel papieren op en scheen zich hierin al te verdiepen, maar toen ze bij de deur was, hoorde ze hem zeggen: „Werkelijk, Kon, ik zou er wat voor geven, als ik wist, wat er allemaal achter stak. Maar ik weet het niét. En Neill heeft het wonderlijke idee, dat we in deze zaak beter niét roeren kunnen. Hy heeft er geen steekhoudend motief voor, maar hy kan zicli van dat gevoel niet losmaken „Er zal nu in geroerd moéten worden. We kunnen deze zaak niet meer laten rusten," zei Constance. „Me vrouw Fincham is er zelf mee begonnen. Mag ik vragen: heb je'er enig idee van. waarom ze de dienstboden in geen' maanden betaald heeft en de rekeningen in het dorp zó heeft laten oplopen? Je bent natuurlijk van deze dingen wel min of meer op de hoogte." „Ik heb geen idee, wat daar achter steekt. Ik ben geneigd te geloven, dat de oude vrouw gierig begint te worden en moeilijk van haar geld afstand kan doen. Er is geen reden om aan te nemen, dat ze slecht by kas zou zijn. Dat is vrywel uitgesloten. Ze gokt nooit tenminste voor zover wij kunnen nagaan." „Dan moet het dus wel haar gierigheid zyn," zei Constance met een zucht. „Goedendag, en hartelijk bedankt voor het gebruik van de telefoon." „Tot ziens," zei Bagnet, „tussen haakjes, je kunt veel sneller de weg nemen dan door de moestuin lopen." „Werkelijk zei Constance. „Bedankt voor de tip". Ze moest weer aan haar nachtmerrie denken en met stevige pas liep ze de weg af. Voor geen geld ter wereld wilde ze op dit moment de bloesemgeur ruiken en door die verlaten tuin gaan Terwyl Constance by Balnet op de boerderij zat te \^Door Jane Enqland UH hei Engels vertaald J telefoneren, was mevrouw Fincham opeens tot de con clusie gekomen, dat ze zich ziek voelde en naar bed wil de. Ze had gebeld en aan Mary, die verschrikt aan kwam draven, gezegd, dat ze onmiddellijk Fiona moest op zoeken. „En geef mee potlood en papier", voegde ze er aan toe. „Ik moet een briefje schryven". Fiona was op het terras onkruid aan 't wieden. Ze wist zelf eigenlijk niet, hoe ze zich opeens tot dit gehate en- lang veronzachtzaamde werkje had kunnen opwer ken. Het scheen iets te maken te hebben met de komst van Cóntance Fairlie hier. Iets in haar manier van op treden en helder intelligente ogen maakte je schuldbe wust wat betreft kleine werkjes, die je veronachtzaamd had... Fiona voelde zich klein in haar tegenwoordigheid. Ze werd erdoor geïrriteerd, maar ze kon zich er niet tegen verzetten. Het was in zeker opzicht heel onaangenaam, dat Con stance Fairlie geen „naar mens" bleek te zijn, tegen wie je met veel genoegen obstructie kon voeren. Maal ais Constance er werkelyk in slaagde het huishouden normaal te maken en de schriele tante Chloë zóver zou krijgen, dat ze Anna en Mary uitbetaalde en behoorlijk te eten gaf. dan had ze recht op ieders volle medewer king en wat 't niet meer dan billyk dt zy, Fiona, ook haar kleine plichten naar behoren volbracht Mary verscheen in een van de openslaande deuren, die op het terras uitkwamen en riep: „Juffrouw Fiona... Uw tante vraagt of U dadelijk bij haar komt!" „O hemel", zuchtte Fiona, terwyl ze de oude vork, waarmee ze het mos had zitten losmaken, neerlegde. „Als U die vork daar laat liggen, juffrouw Fiona", merkte Mary op, „zal ze wegraken". „O nee." antwoordde Fiona, „die moet daar juist blyven liggen om me eraan te herinneren dat ik door moet gaan met wieden. Ik kom, Mary". Wat wilde het oude mens nu weer, dacht ze ont stemd. terwijl ze naar binnen liep. Gewoonlyk werd ze met rust gelaten tot aan de thee. Wat het ook mocht zyn, iets plezierigs was 't zeker niet. Ze deed de deur van de zitkamer open en ging het muffe vertrek binnen, waar zelfs op deze stralende voorjaarsdag geen enkel raam open stond. Mevrouw Fincham zat te schrijven en kreunde zo nu en dan zachtjes. Ze keek even op, toen Fiona binnenkwam, en zei: „Ga zitten, ik moet eerst deze brief afmaken". Fiona liet zich in een stoel vallen en trachtte aan iets prettigs te denken. Steeds weer, als ze alleen met haar tante in deze gehate kamer was, trachtte ze dat te doen, om zich helemaal te sluiten voor de sfeer, die hier heer ste. Maar ditmaal gelukte 't niet. Ze voelde, dat ze zich niet van haar afkeer ten opzichte van alles in dit vertrek kon losmaken. Hoe was het toch mogelijk, dat ze hier bleef? Het was eigenlijk niet uit te houden... Juist door de komst van iemand uit een andere wereld, als Constance Fairlie, leek alles extra erg! De gelaten heid .waarmee je diverse dingen ondergaan had, was verdwenen en je kreeg het gevoel, dat je iets moest doen... Vandaar dat ze het terras was ggan wieden, en op dit moment had ze zin de half verwelkte bloemen uit de vazen te rukken en er mooie frisse bloemen voor in de plaats zetten... Alleen maar om iets aan de sfeer hier te veranderen en zeker niet om tante Chloë een plezier te doenl Mevrouw Fincham was klaar met haar brief, vouwde deze langzaam en met een zekere genoegdoening dubbel en stak hem in een enveloppe, die ze zorgvuldig dicht- plakt. Ze schreef het adres en keek naar Fiona met een zielig gezicht. „Ik voel me ziek", kondigde ze aan. „en ik kruip in m'n bed. Jy en Mary moeter. me verzorgen. Dit is een brief voor juffrouw Fairlie, om haar te zeg gen, dat ze me gedurende de eerstvolgende dagen niet met zakelijke aangelegenheden lastig mag vallen. Ze moet de zaak maar zo goed als ze kan voor elkaar bren gen..." „Ik begrijp niet, hoe u denkt, dat ze dat zou kunnen doen," zei Fiona openhartig. „Wat kan ze beginnen?" „Natuurlijk kan ze een heleboel doen," antwoordde mevrouw Fincham. „Er is van allerlei in orde te maken en ik heb haar in mijn brief instructies gegeven. Ze moet Mary met de schoonmaak van het huis'laten be ginnen.de voorjaarsschoonmaak. Maar ze mag niet aan deze kamer komen. Deze kamer moet met rust ge laten worden. De rest van het huis bedoel ik..." De oude vrouw legde de brief op een tafeltje, dat naast haar stond, en trok aan de ouderwetse bel. „Zou het niet beter zijn een dokter te waarschuwen?" vroeg Fiona en haar stem klonk brutaal. Ze besefte heel goed, dat haar tante in werkelijkheid niets man keerde en alleen terugdeinsde voor hetgeen Constance te zeggen zou hebben en van plan zou zyn te onder nemen... „Bemoei je niet met zulke dingen", antwoordde me vrouw Fincham kortaf. „Ik ben mans genoeg om zelf uit te kunnen maken, of ik al dan niet een dokter nodig heb. Heus wel!" Toen Mary het vertrek weer binnen kwam trippelen, zei ze bevelend tot- de oude gedienstige. „Help me in bed, Mary! Ik ben ziek. Ja, ja, ja, ziek! Maar je kunt me straks wel thee brengen en naderhand zal ik je aan wijzingen geven voor myn avondeten". Ze stond moeizaam op en strompelde in de richting van haar slaapkamer. Fiona maakte een grimas, waar uit haar afschuw voor de dikke ongelukkige gestajte sprak, en stond op om zo snel mogelijk het vertrok te verlaten. „Lucht, alsjeblieft frisse lucht", zei ze op dramatische toon, terwyl ze naar buiten rende, waar ze in de deur van de hal tegen Neill opbotste. „Ga door. je hebt be paald toneelspeelsterstalenten", merkte deze lachend op. Fiona grinnikte ook. „Het was daar binnen eenvoudig niet om uit te houden", legde ze uit,

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 2