Brandende kaarsen bij kokende golven in het kleine kerkje van Heilevoetsluis „Nu begint pas de ellende!1 HERDER GEVANGEN, KUDDE IN NOOD OX. HEER OP ZANGZOLDER SpeeCyaed aaat (jeeuacueexde diademen Helpt Giro 9575 Twee dagen reisde de grijze bisschop door het rampgebied HAARLEMS BISSCHOP: Cuacué'A luiitefiden nawt de Jlaningiti Tweeduizend Zeeuwen vertrokken van Ossendrecht naar Eindhoven Een jongetje met blauwe ogen was er niet bij MAANDAG 9 FEBRUARI 1953 DE LEIDSE COURANT TWEEDE BLAD - PAGINA Ten behoeve van de getroffenen zal door de P. T. T. een speciale waters nood-postzegel worden uitgegeven in de frankeerwaarde van 10 cent met een toeslag van eveneens 10 cent. De opbrengst van de toeslag komt geheel ten goede aan de slachtoffers. De zegel, die een formaat heeft van 2.6 bij 3.3 cm., is vanaf morgen ver krijgbaar. De directeur-generaal van de P.T.T. de heer L. Neher, verwacht een op brengst van zeker een millioen gul- den. Op de eerste dag van uitgifte zal een door de Landsdrukkerij vervaar digde enveloppe met het Zeeuwse wa pen in kleuren aan de verzamelaars- loketten verkrijgbaar zijn. Deze om slag kost vijftig cent plus 20 cent voor een zegel. Er zal een bijzonder stempel op worden gedrukt. „De nood aanpakken door zegels plakken" is het devies, dat het comité Watersnoodpostzegel voert. pastoor A. M. van Nobelen, harder van den Briel en van Hellevoet- sluis heeft gisteren tijdens de door de radio uitgezonden Hoogmis in de St. Jans-basiiiek te Laren (Noord- Holland) het woord gericht tot alle luisteraars hier te lande en over de gehele wereld en in het bizonder tot zijn „kleine kudde in het zwaarbe proefde Heilevoetsluis." „Heef, Gij hebt het land doen kra ken en scheuren. Het is ineengestort en ligt in puin. Harde dingen hebt Gij ons volk doen slikken'" Deze woorden ontleende de predikant aan de „tractus" van deze Zondag. Ook nu weer zoals in alle omstandigheden des levens, was het juist-typerende woord in de H. Schrift te vinden. Pastoor Van Nobelen verhaalde, hoe hjj, op de vooravond van de eerste Februari, zich vroegtijdig, als naar gewoonte, te bed had begeven in de grote kamef van de pastorie, waarover te Heilevoetsluis de pastoor van den Briel de beschikking heeft. Hij vertelde, hoe hij midden in de nacht wakker werd en het water in de kamer zag binnendringen, hoe hij ijlings zijn sleutels gegrepen had en in nachtgewaad naar de kerk was gegaan en de kaarsen had aangesto ken, op het Maria-altaar alle vier, op het hoogaltaar alle zes en een kaars bij St. Josefs-zofg; hoe hij, omdat het water steeg, „Ons Heer" uit het ta bernakel had genomen en het, door het water wadend naar het zangkoor had overgebracht; hoe hij, toen de Oc Prinsessen Beatrix en Irene brachten Zaterdagmiddag onverwacht een bezoek aan de evacué's in Doom, De Bilt en Renswoude. De kinderen der pas aangekomenen werden verrast met speelgoed. Te De Bilt geeft prinses Beatrix een pop aan de vierjarige Corry Kestelee uit Zierikzee, die juist is aangekomen. Rechts: Prinses Irene. storm loeide en de golven de kerk beukten, hij, het ergste vrezend, d»» absolutie had uitgesproken over het gehele eiland en naar vier zijden de zegen met het Allerheiligste had ge geven. Daarna is hij teruggegaan naaf het altaar en heeft uit de sacristie de heilige vaten meegenomen naar het zangkoor. En nogmaals terugkerend, wist hij met forse zwemslagen bij de communiebank te komen en nam een kaars en een kandelaar mee naar het zangkoor, „om te verlichten, maar toch ook om eerbewijs aan het H. H. Sacrament te brengen". De wa tervloed was intussen zo hoog geste gen, dat de koordeuf dichtsloeg en niet meer te openen was en de pastoor op het zangkoor gevangen zat. Het pijnigde hem bitter, dat de herder ge vangen zat, terwijl de kudde in nood verkeerde. Op het zangkoor nad de pastoor uren doorgebracht „biddend, maar ik moet ook zeggen bibberend en be vend De minuten dropen als uren en hij had nooit geweten, dat minu ten ook in gebed zo lang kunnen du ren. Hij zag beneden het water stij gen; hij zag de communiebank ver dwijnen, maar ook de treden van het altaar, maar gelukkig bleven de kaarsen hun licht geven. De sirenes loeiden in de verte om hulp en hij zat gevangen. Toen de storm bedaarde, werd hij ook kalmer, maar toen ging het in de kerk borrelen in het water, stoelen en banjcen gingen overhellen en drij ven en kantelden met groot geraas te gen elkaar. Het water zakte. Om 7 uur kwam de communie-bank weer boven. „Ik had wel kunnen roepen en misschien heb ik 't ook wel ge daan. land in zicht". Om kwart over 8 had pastoor het H. Sacrament te ruggebracht naar het altaar. Daarna was hij zich af gaan spoelen, „want ge kum u niet voorstellen, welk 'n vieze, dikke laag van modder en klei de zee achterlaat. Het was onmogelijk naar buiten te gaan, en en niet door het aftrekkende zee water te worden mee gesleurd. Te half 12 kwamen twee mannen kijken of de pastoor nog leefde. Hij ging met hen mee. „Drie deuren van mij af waren enige men sen verdronken zo dichtbij zonder dat ik hulp had kunnen bieden". En verder gaande zag ik het: „Heer, Gij hebt het land doen kraken en scheu renEn dat was nog maar zo'n klein stukje, in het binnenstadje van j Heilevoetsluis. „Harde dingen hebt Gij ons volk doen slikken" daar van was de predikant overtuigd ge- worden, toen hij de duizenden en duizenden mensen zag aankomen, hongerend en weeklagend over hun nabestaanden. Zij werden doorge voerd naar het gespaard gebleven den Briel. Loi en dank, duizendmaal dank bracht- pastoor aan Laren, welks ga ven in textiel met spoed en juist daar waren gearriveerd. De pastoor verhaalde enige aan grijpende bijzonderheden van jonge jongens, die hun moeder of hun zus hadden willen redden, maar ze had den moeten loslaten „omdat ze te zwaar werden." Alles weg: moeder weg, vier broers en vier zusters weg. Het veerhuisje was in een ruk met al zijn bewoners meegespoeld door het water. Vele mensen wilden nie^ met de boten mee, omdat zij nog iemand uit hun gezin misten. „Heer harde dingen hebt Gij ons volk doen slikken", maar in dezelfde psalm lezen wij: „Om Uw geliefden te redden. Heer, steek uw rechter hand uit en verhoor ons". Wat ons mag zijn overkomen wij zijn ervan overtuigd, dat we nog Gods geliefden zijn, aangenomen broers en zusters van zijn Zoon Jezus Christus en we mogen Hem Vader noemen. Vader!. Vader, zijt Gij gekomen om ons te waarschuwen met de meeste klem? Zijt Gij gekomen om ons te. straffen? Het bele;d der Voorzienigheid blijft voor ons een ondoorgrondelijk myste rie. Is het zo ver met ons gekomen, dat' wij als zoon of dochter, die niet goed wil, gestraft moeten worden? lieer, steek uw rechterhand uit, op dat wij er ons aan vast kunnen hou den en ons te omklemmen met uw liefde, en verhoor ons. Maar als wij vragen, dat God ons Zijn rechterhand zal geven dan moeten wij dat ook zelf doen. Ja, de rechterhand, waarmede wij elkander meesleuren uit de nood. Er is veel gegeven, maar de rechterhand zal nog lang moeten blijven geven, de rechterhand, die niet weet, wat de linker doet, want de nood is zo hoog gestegen als het onstuimig zeewater; het is boven de lippen, het is ons bo ven het hoofd gestegen. Op zijn reis naar Laren stapten bij pastoor enige opgewekte mannen in de trein: .Het valt nogal mee; er komen al stukken droogMaar wat een ellende er is en wat een leed en ellende er volgen zal is nog niet te overzien. Zo heer lijk als ons volk zich in milddadig heid heeft getoond, zo zal het zich moeten blijven tonen, tot allen weer kleding, voedsel en een woning heb ben en zij zelf weer kunnen voorzien in hun bestaan. Gebed „met aandrang, vertrouwen, volharding en dankbaarheid" vroeg pastoor voor al de omgekomenen, ge bed voor al de achtergeblevenen, die, nu in steden gehuisvest, en in defi vreemde zitten met heimwee naar datgene wat zij niet meer hebben en naar datgene wat zij nooit meer te rug zullen vinden. Als wij bidder en geven, dan zal ook God de rechterhand uitstrekken en ons beschermen, want de toestand is zo, dat storm en strenge vorst nog onmetelijke schade kunnen veroor zaken. Zich tot zijn kleine gemeente in Heilevoetsluis richtend, herhaalde pastoor wat de bisschop hem geschre ven had: „We zijn allen begaan met uw lot, maar zeg aan de mensen: we willen goede moed houden. Gods ze gen zij met u allen." Heer besloot de predikant „steek uw rechter hand uit en verhoor ons." In stilte had menigeen gehoopt, dat hij na enkele dagen wel weer naar zijn eiland zou kunnen terug keren en^het bericht, dat de eva cué's naar Eindhoven gebracht zou den worden, betekende voor hen, dat zij weer verder van hun ver trouwde omgeving zouden worden verwijderd. De overste van het kamp Ossen- drecht liet de evacué's in de cantine verzamelen en legde uit, dat het voor het herstel van Zeeland nodig v/as, dat de Amerikanen dicht bij het werk, waaraan zij bezig waren, ge legerd zouden worden. Tevens deel de hij mede, dat in verband met de dreiging van de 16e Februari, wan neer het weer springvloed zal zijn, de eilandbewoners nog* niet naar him getroffen en momenteel nog zeer onveilige gebied mochten terugke ren. In Eindhoven wachtte de mensen een gastvrij onthaal. Natuurlijk moesten eerst de nodige formalitei ten vervuld worden, maar een grote staf Roode Kruis, verkenners en verpleegsters stonden gereed om de convooien van 60 bussen, waarme de de ruim 2.000 e\acué's vervoerd werden zo goed mogelijk te ontvan gen. De organisatie verliep voor treffelijk. Grote lijsten vertelden, waar men evacué's ko onderbren gen en binnen een paar uur waren allen op hun nieuwe tijdelijke woon plaats. Natuurlijk deden zich bij deze grootscheepse actie enkele merk waardige voorvalletjes voor. Zo kwam het convooi op een ge geven moment bij een dame, die zich ook voor het ontvangen van eva cué's gemeld had. Toen de dame haar gast zag maakte zij bezwaren, omdat zij alleen en jongejte met blauwe ogen wilde hebben. De eva cuatie-commissie ging niet op onder zoek, of het transpor1 wellicht zo'n jongetje bevatte, maar zag van de diensten van deze darne af Een ernstiger probleem vormden de grote gezinnen, wier gezinsleden moeilijk te zamen in één gezin on dergebracht konden worden. Dik wijls werd de oplossing gevonden door dan het gezin in dezelfde straat te huisvesten, zodat voldoende con tact mogelijk was. In bijzondere ge vallen konden de gezinnen verenigd blijven en werden zij ondergebracht in een fabrieksgebouw, waar een voortreffelijke huisvesting voor hen werd ingericht. Dank zij een perfecte samenwer king van vele diensten onderling had het overbrengen en huisvesten van deze 2.000 van huis en haard verdrevenen een uiterst soepel ver loop- en hadden ir de middaguren allen onder gastvrije daken een tij delijke woon gevonden. omdat hij met spoed een rapport aan de Paus zal moeten uitbrengen, waar na de Paus zal beslissen, wat er als nog gedaan moet worden. Boetelof in de kathedraal l?? Na een wel zeer vermoeiende reis is Haarlems Bisschop, mgr. J. P. Hui- bers, Zaterdagavond in zijn bisschoppelijk paleis teruggekeerd van een. tocht door de noodgebieden, voorzover deze ressorteren onder zijn diocees. Bij informaties aan het secretariaat van het bisdom bleek ons wel, dat de ervaringen van deze reis ook bij de bisschop de voorsteiling van de ramp verre overtrof en dat hij zichtbaar geschokt was door de barre realiteit. Niet alleen de materiële schade, maar vooral hei menselijk leed, dat in dc rampgebieden ondervonden werd, hebben de grijze herder zeer getrof fen en dat bleek vooral tijdens de gesprekken, die hij verschillende malen met getroffenen hield. Vrijdag j.l. was mgr. Huibers op eigen gelegenheid naar Rotterdam per trein vertokken. In de Maasstad werd hij onder meer opgewacht door kapelaan F. Bank, aan wie de leiding is toevertrouwd van het katholiek inlichtingenbureau, dat gevestigd is in de Ahoy-hallen, ten gerieve van de katholieke evacué's. Allereerst bracht mgr. een bezoek aan dit evacuatie centrum, waar hem uit de verhalen van de slachtoffers reeds duidelijk bleek, hoezeer de ramp de mensen in het Zuiden van zijn bisdom geslagen had. Het evacuatie-centrum in Schie dam werd eveneens bezocht en de bisschop liet zich vol lof uit over het prachtige werk, dat in deze centra werd verzet, en waaruit zo'n ver kwikkende samenwerking naar voren kwam. Bisschop op de tractor Mgr. Huibers zag zich pas voor de harde werkelijkheid geplaatst, toen hij daarna een bezoek bracht aan' verschillende geteisterde plaatsen. Onder meer bezocht hij Abbenbroek, dat ook door het water zo ernstig werd overvallen. Hij keerde tegen W.ate>iinaod- p.o-lt%e.q.e.t het avonduur weer naar Rotterdam terug. De andere ochtend om half negen vertrok de bisschop weer naar andere gemeenten, die getroffen wa ren. In gezelschap van enkele ories-; ters voer hij per boot de Noord langs en arriveerde hij via de Dordtse Kil, Hollands Diep en Volkerak aan het haventje van Ooltgensplaat. Het was aanvankelijk nog een probleem om aan land te komen, maar via een an dere boot slaagde het gezelschap er in het doel van de reis te bereiken. Soms te voet en anders op een trac tor trok mgr. Huibers langs en door diverse gemeenten en liet zich door de autoriteiten ter plaatse voorlich ten over de toestand. Onder meer bezocht hij Achthuizen en onderhield hij zich met de mensen, die nog ach tergebleven waren. De bisschop bleek uiterst dankbaar voor het vele werk dat zijn priesters in deze gebieden tijdens de ramp hadden verzet. Het ontroerde hem kennelijk, toen hij hoorde, hoe ook deze mensen dag en nadht in touw waren geweest om hulp te bieden waar dat mogelijk was. De pastoor van Oude Tonge b.v. had een zakdoek over het hoofd ge bonden, opdat de getroffenen, die hem nodig hadden, hem zouden her kennen. Het mocht ook wel een won der heten, dat alle priesters in dat gedeelte van het bisdom de ramp overleefd hebben. Mgr. Huibers kreeg ook een vluchtig inzicht in de schade die overal aan kerken en pastorieën was aangericht. Bij informatie bleek ons echter, dat er bij lange na niet te bepalen is, van hoe grote omvang die schade is. Mgr. Lambertini, auditeur bij de nu- tiatuur in Parijs, die namens de H. Vader de situatie in ogenschouw moest nemen, heeft gisteren een be zoek gebracht aan mgr. Huibers. Hij vertrok weer in de loop van de dag, Gisteravond celebreerde de bis schop in de kathedrale basiliek te Utrecht het Boetelof, een plechtig heid, die op de honderden aanwezi gen een diepe indruk maakte. Ter wijl de mensenmenigte het „Wees gegroet, o Sterre" zong, dat in deze omstandigheden wel een treffende actualiteit bezat, schreed de bisschop naar het hoogaltaar van de basiliek. Direct daarna sprak hij de gelovigen toe. „Wij hadden er reeds veel over gehoord en gelezen, maar het zien van al die ellende heeft ons verbijs terd," aldus mgr. „Ik heb het voor recht gehad, d.w.z. ik heb het nog persoonlijk kunnen doen, om een tocht te maken naar het getroffen ge bied. Het is een moeilijke reis ge weest, maar ik ben er dankbaar voor deze gemaakt te heb'ben" In sobere, maar aangrijpende woor- den,- schetste mgr. Huibers daarna al het leed, dat hij gezien had, en vaak viel het hem moeilijk, zijn ontroe ring te verbergen. Hij gewaagde er nog eens met na druk van, hoe door iedereen daar met helden moed is gewerkt en hoe een snontane naastenliefde, die geen ver schil kende van rang of stand, van yodsrb'enst of politiek, overal op bloeide. „Met één slag zijn wij allen bij el kaar cebracht tot één daad. Wij ken nen Gods bedoeling niet met deze ramD, maar als het die eenheid van liefde en samenwerking is geweest, dan mogen wij dankbaar zijn. Want dan weten wij, dat er zegen on rust. En dan mogen wij hopen, dat deze springvloed en de gevolgen daarvan ons zullen b'ewaren voor een veel grotere ramp. Slechts één ding is te vrezen," aldus de bissohon. „Nu zijn wij nog vol medelijden. Met een ze kere voldoening mogen wij zeggen: wij hebben echt iets gedaan naar de bedoeling van God Maar laat nie mand nu denken: ik heb genoeg ge daan. want eerlijk gezegd, nu begint pas de ellende. In de nabije toekomst is er nog meer hulp nodig, blijvende hulp. Laten wij daarom zorgen, dat de geest van naastenliefde niet ver loren gaat. Tenslotte wijdde de bis schop het diocees, en vooral de ramp gebieden byzonder toe aan de be scherming van de H. Maagd. Met diepe ontroering luisteren deze hoog bejaarde evacué's, die zijn ondergebracht in het noodziekenhuis van het Nederlandse Roode Kruis te Zeist, naar de rede, welke H. M. Koningin Juliana Zondagmiddag uitsprak voor de Nederlandse radiozenders. Het zijn te beginen met tweede persoon van rechts de 85-jarige weduwe SchousRingenberg uit Zierikzee, de 75-jarige weduwe J. VeïimanOverbeke uit Nieuwekerk, een Roode Kruis Zuster en de 77-jarige H. Noteboom uit Nieuwe Tonge. Het legerkamp Ossendrecht, waar j in normale tyden infanteristen hun j moeizame training krijgen, is de af gelopen week het toneel geweest van drukke bedrijvigheid, die wei-1 nig met militaire beizgheden gemeen had. Honderden evacué's uit Zee-1 land hebben in dit Brabantse kamp een gastvrij onthaal gevondn en de i aanwezige militairen werkten van I hoog tot laag eendrachtig samen om hun tijdelijke gasten zoveel mogelijk ter wille te zijn. Zaterdagmorgen kwam echter plotseling de mededeling van ho gerhand, dat het kamp zo spoedig mogelijk door de slachtoffers ont ruimd moest worden, daar de Ame rikaanse soldaten, die momenteel ingezet zijn voor herstelwerkzaam heden in Zeeland, in Ossendrecht ge legerd zouden worden. De mensen, die zich in hun nieuwe omgeving juist een beetje op hun gemak begonnen te voelen, moes ten dus weer verder trekken, maar zowel een uitgebreide organisatie van het Roode Kruis, als de militai ren van het kamp waren hun bij alles behulpzaam.

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3