Burgemeester Gottwald leidt
óók (weer) in Lage Zwaluwe
Vijf eeuwen strijd tegen het water
onmma
En iedereen luisterde....
HARD TE VERDUR EN IN DE SNEEUW1
Grote rampen in vroeger jaren
Ijs en sneeuw als doodskleed
J£rot€ firvbUrtten van kleine tncnscft
Poppenkast
DE DOLLE MUSKETIERS
DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 9 FEBRUARI 1953
TN EEN GEBIED aan zee- en riviermonden gelegen, waar de
me'ns zich vestigt, werken twee krachten, die voortdurend
met elkaar in strijd zijn: wat het water poogt te vernietigen,
wil de mens trachten te behouden".
Aldus opent Dr. J. Klok het zevende hoofdstuk van zijn
studie over de Zuidhollandse eilanden Voorne en Putten.
Van de betoonde kracht en moed in oeze zware strijd, geeft
die beschrijving der hier volgende waterrampen van A. van
Zeewalden in De Linie een indruk.
1421St. Elisabeth's vloed
]~NE DOORLUCHTIGE naam van St.
Elisabeth, Landgravin van Thü-
ringen. zal voor altijd verbonden
blijven -an een stormvloed, die, om
trent haar feestdag in de kerkelijke
kalender 19 November de om
geving van Dordrecht en West-Bra
bant teisterde. De ramp maakte een
klassiek gezegde voor de zoveelste
keer waar: ongelukken komen niet
alléén, doch in stoeten! Want nauwe
lijks een half jaar tevoren, was liet
ontluikend Amsterdam grotendeels in
rook en vlammen opgegaan.
Ieder kent de Biesbosch, gelegen
tussen de Nieuwe Merwede en de
Amer. Deze verzameling moeras, wa
ter en killen, wordt thans geleidelijk
ingepolderd en ontgonnen. Maar bij de
aanvang der vijftiende eeuw vormde
de kleine archipel van eilanden een
deel der Zuid-Hollandse Waard, met
de aloude Merwedestad Dordrecht als
belangrijk centrum.
Nu en dan vonden er kleine dijk
breuken plaats, door de bewoners snel
hersteld; maar zij vormden de repe
tities, welke de grote tragedie inleid
den die van November 1421.
Want toen bezweek, onder de ran
selende vlagen van een N.-W.-storm,
de dijk, die het water buiten de Grote
Waard moest houden. Achter die dijk
bevond zich vruchtbaar wei- en
bouwland. Er waren ridderhofsteden,
ambachten en heerlijkheden, en. naar
men leest, een zeventigtal parochies.
Niemand minder dan Wagenaar be
richt, dat er zeventig dorpen ten gron
de gingen, maar nieuwere schrifturen
stellen dit getal op ongeveer twintig.
Mensen en vee kwamen in de golven
om, en zelfs Dordrecht liep gevaar.
Waar eerst welvaart en arbeidzaam
heid heersten, ontstond nu het water
van de Biesbosch, met ziin eindeloze
grienden, schorren en rietvelden.
li*1!!
In die bewogen dagen is de legende
ontstaan van de wieg, het kind, en de
kat, welke het drijvend geval in even
wicht wist te houden. Het overstro
mingswater stuwde de wieg naar wat
nu de Kinderdijk heet, de dijk van de
Alblasserwaard langs de Noord.
Hoe dan ook, de baby vervolgt de
legende een bloedkoralen kettinkje
met gouden kruisje om de hals, kreeg
„Beatrix" als naam: „de Gelukkig-
makende!"
„Tot maagd opgewassen, huwde
zij met Jakob Roerom, wiens na
komelingen aanzienlijke betrekkin
gen in Dordrecht bekleed hebben.
Vele der oudste en aanzienlijkste,
ook adellijke geslachten uit de
Waard, waren door deze geduchte
ramp tot armoede gebragt en moes
ten buiten 's lands dienst zoeken,
of hier hun brood, bedelen/',
1570: Allerheiligenvloed
LIET WAS alweer de zo noodlottige
Noordwester, die toen onze vege
kusten geselde, en het water over
de duinen joeg. De catastrophe van
November 1421 werd overtroffen.
Friesland en Groningen geleken bin-
nenzeëen; duizenden inwoners verlo
ren het leven, duizenden anderen ge
raakten tot de bedelstaf. Het over
stromingswater bedreigde Leeuwar
den, Sneek, Franeker en zelfs Gronin
gen. Evenals bij de grimmige ramp,
die ons dezer dagen zo smartelijk treft,
zochten veel mensen hun toevlucht op
nokken en bomen, hetgeen helaas, niet
kon verhinderen, dat volgens de be
kwame historicus Pieter Bor het
is verschrikkelijk dit neer te schrij
ven twintigduizend mensen al
leen reeds in het Noorden des lands
om het leven kwamen.
,,'t En bleef er nog niet bij!" Want
de waterwolf zette zijn tanden ook in
de Krimpenerwaard, terwijl bijv. te
Scheveningen ruim honderd huizen
onder het geweld van binnenstromend
zeewater instortten. Ook, evenals
thans, moesten Zeeuwse en Zuid-Hol
landse eilanden het geducht ontgelden.
De Hondsbossche Zeewering, zo ge
noemd naar 't dorp Hondsbosch, dat
in 1421 verdronk, bezweek op ver
schillende plaatsen. De Braakman, de
inham van de Westerschelde, Oost- en
West Zeeuwsch-Vlaanderen scheiden
de. maakte van de gelegenheid ge
bruik geducht om zich heen te grij
pen.
Bij die dramatische gebeurtenissen
onderscheidde zich de Spaanse stad
houder, Kolonel Robles, wie de be
langen van zijn gewest immer voor
ogen stonden. Zo liet hij het Kolonels-
diep graven, tot betere verbinding tus
sen Groningen en Leeuwarden. Nog
thans maken jaarlijks een 12.000 sche
pen van dit vaarwater gebruik, dat
de herinnering aan de vijandelijke
gouverneur levendig houdt. Te zijner
eer prijkt óók een monument: de Ste
nen Man, op de dijk nabij Harlingen.
Robles bood persoonlijk honderden
vluchtelingen de behulpzame hand en
preste schuitenvoerders en hopliên de
ze ongeiukkigen metterdaad alle ge
mak en gerak te geven. Ja, te Brussel
wist hij voor zijn gewesten een jaar
onthfefing van belastingen te ver
werven.
Op last van Robles verliep het her
stel der waterkeringen en dijken zó
vlot, dat men eind 1571 weer met een
gerust hart kon gaan slapen. Terecht
tekent Wagenaar aan:
„Robles, Heer van Billy, die bin
nen Groningen geboodt. deedt, toen
't weer na twee dagen wat bedaard
was, grooten dienst met het bergen
van luyden, die, hier en daar, op
hoogten geklauterd waren, en met
honger, koude, en doodsgevaar wor
stelden: 't welk hem, te vooren niet
wel gezien bij de Gemeente, elks
agting verwierf gelijk hij se Ijs
ook sijn eigen persoon daarin niet
heeft verschoont noch gespaert".
De Spaanse Kolonel Robles, liet het
leven bij een kruitontploffing in 1576.
Onze Minister-President tekende in
zijn korte rede van Maandagavond jL
het water nu eens als vriend, dan
:r als vijand. De ontboeide wind,
de reuzenstem van de Noordwester,
de baldadige stormvloed, mogen hui
zen. bomen en gebouwen wegvagen
zoals de hand van een kind domino
stenen, diezelfde krachten kunnen
óókbehouden, en dit alles ont
trekken aan gevaar. Wij denken dan
allerminst aan een „dubbele vloed",
een springtij, maaraan een dub
bele eb. In onze Vaderlandse geschie
denis is éénmaal van dit natuur
verschijnsel sprake.
1673: Dubbele eb!
T-Jet was in het jaar ,toen twee gro-
te koninkrijken, Frankrijk en En
geland, voor ons rood-wit-blauw de
trotse vlag moesten strijken.
De vijandelijke vloten wilden troe
pen aan land zetten op de Hollandse
kust, om daarna onze Republiek de
vrede te dicteren. „Het roer der vloot,
der Staten rechterhand", de Zeeuw
Miehiel de Ruyter, trachtte hun dit te
beletten. Het gedonder van het ge
schut klonk boven het klokgelui uit,
dat de kustbewoners tot gebed opriep.
Ver in het land gromde ae barse stem
van het scheepskanon. Toen het nu
leek, dat de sterke overmacht in haar
opzet zou slagen, trad een ebbe in, die
het zeewater uren langer dan gewoon
lijk deed aflopen.
Een dichte mist, de „zeebrand", als
een wolkenbank over de duinen nade
rend. deed de rest om een landing
aan de Zuidwestkunst te bemoeilij
ken. De „dubbele eb" had. volgens de
volksmond, de vege Reoubliek gered!
(Aug. 1673).
1894: Kerstvloecl
„\Y7ie onzer de stormvloed van 22
December 1894 heeft doorleefd", -
schrijft de bekende historicus Joh. H.
Been - „moet gevoeld hebben, hoe daar
in het Westen een onweerstaanbare
macht was, die al maar water op
stuwde. lang over het getijde heen!" -
Wanneer we oude dagbladen uit die
dagen naslaan, in „platte" opmaak,
zonder „koppen" de mensen had
den toen blijkbaar tot lezen nog tijd!
gaat het in hoofdzaak over vissers
schuiten te Scheveningen, die „met
akelig gekraak tegen malkander te
pletter sloegen", en waarbij zekere
stuurman Kuyper het leven liet in de
golven, „nalatende een weduwe met
vijf kinderen". Van 135 schuiten gin
gen er 20 totaal verloren; 50 onder
vonden schade. „Algemeen was de
weemoed bij het gadeslagen van deze
ramp." De jeugdige Koningin Wilhel-
mina, vergezeld van freule v. d. Pol,
beklom „een steile zandhoogte" om
de ramp in ogenschouw te nemen.
„Zelfs het paviljoen van de Prinses
von Wied bleef niet gespaard."
Te Rotterdam voeren roeibootjes
door de stad .over de Grote Markt,
en langs Erasmus' standbeeld een
en ander „tegen billijke vergoeding".
Heren uit de „Soos" lieten zich met
deze scheepjes naar huis roeien;
werd tot twee gulden betaald voor
plaats". Twintig centimeter hoger dan
de hoogst bekende stand, rees hef
water bezuiden de (voormalig) Hoog
straat. Om de varenden wat te ver
warmen, schonk hier en daar „een
dochter van een slijter, de rokken op
gebonden", een glas cognac!
Te Utrecht stortte een pand in
gelijk, bij zulke gelegenheden, een
huis ooit heet. De Maasdijk bij Maas
sluis bleek het nèt nog op het nip
pertje te kunnen houden. Te Papen-
drecht verging een zeilboot met drie
opvarenden. Erger bleek een scheeps
ramp nabij Egmond, die een twintig
tal mensen het leven kostte; „de ka
pitein had nog nooit zulk verschrik
kelijk weer meegemaakt".
„Als vissersplaats zal Egmond later
bezwaarlijk meer kunnen meetellen"
concludeert de correspondent; z
Tussen Hooge- en Lage-Zwaluwe liggen de bevroren cadavers langs we
gen en dijken; de veestapel der boeren heeft hier enorm geleden.
ernstig was er de ravage'. Te IJmui-
den keilde de storm steenblokken
van 10.000 kilo „als keisteentjes" over
de straat. Ook langs de Zuiderzee le
den mensen en hun have belangrijke
schade.
1916: Jauuarivloed
("Nudere landgenoten zal de Januarï-
vloed van 1916, gedurende de Eer-
Wereldoorlog ongetwijfeld nog
heugen. De belangrijkste schade
richtte toen de voormalige Zuiderzee
aan, waar enkele dijken de strijd te
gen het water opgaven. Maar even
eens werden die gedenkwaardige 13e
Januari de streken rond Rotterdam
door de Noordwester geteisterd; de
ramp kostte enkele tientallen mensen
het leven.
Zware regens en stormen deden de
rivieren buiten haar oevers treden.
Bij Durgerdam stuwde de zee over de
dijk. Talrijke boeren verlieten met
hun vee de ondergelopen polders en
zochten veiliger oorden op. Vooral het
karakteristieke Marken moest het
zwaar ontgelden. Menige „paalwo
ning" werd gekraakt. „Niet minder
dan zestien personen", schreef in
die dagen het weekblad „De Prins"
„zijn omgekomen; velen van have en
goed beroofd. Voor barmhartigen valt
hier veel te doen; wij hopen, dat ze
diep in de beurs zullen tasten".
Een foto laat een geheel omgslagen
Markense woning zien, waarbij ouders
met twee kinderen vergeefs redding
hadden gezocht. „Ondanks de wreede
beproeving en hartverscheurende to
nelen. legde de bevolking een bewon
derenswaardige kloekheid van geest
aan de dag".
Zaandam kreeg het eveneens te
kwaad evenals Amersfoort, Elburg en
de Anna Paulownapolder. De kerken
van Monnikendam kwamen beschik
baar- voor het onderbrengen van vee;
er waren daar gaten geslagen in de
zeedijk van tientallen meters'breedte.
„Onberekenbaar" noemt het geïllu
streerde weekblad de aangerichte
schade.
Wij bezochten zelf Bunschoten en
Spakenburg in die bewogen dagen,
de schilderachtige dorpjes, welke on
der de doorbraak van de Eemdijk aan
zee hadden te lijden. De botters ble
ken zwaar gehavend; de woningen
eveneens. Merkwaardig was, dat het
water zelfs na een week nog een ho
ger punt op die peilschaal bereikte.
Dat werd Volendam noodlottig: Zon
dag, de 23e Januari, speelden de gol
ven daar de baas.
Koningin Wilhelmina betoonde zich
in die dramatische dagen een echte
Landsmoeder; waar zij maar kon,
beurde zij de getroffen Noordholland
se bevolking op. Prinses Juliana moest
al vroeg aan overstromingsrampen
wennen; op een titelpagina zien wij
haar, in gezelschap van haar Moeder,
als klein meisje Schellingwoude be
zoeken.
Onze voorouders maakten op de Al
lerheiligen vloed het volgende rijmpje:
„Neptunus en Boreas
Boos in haar treecken.
Hebben op alleheilige dag
Menigen dijck duersteecken."
„Het lant dat beangstigt was. en sal
niet gantsch verduystert worden".
lazen onze voorouders in hun Bijbel
Eenmaal, het is gebleken na zo meni
ge watersnood, komt alles weer goed.
Ned. en Franse genie werken naar elkaar toe
Geëvacueerden kunnen nog niet terug
(Van onze redacteur).
J_|ET BIJFT SPANNEND, Indrukwekkend, maar vooral bemoedigend, deze
strijd tegen de waterwolf, die niet aflaat zyn vernielend werk te doen
in de Zuidwesthoek van onze provincie, te zien. voortzetten door die dui
zenden mensen, de militairen vóóraan, met energie, moed en volharding,
welke aan het ongelooflijke grenzen.
Terwijl het overgrote deel Uwer Zondag thuis kon zijn of moest zyn,
omdat er tenslotte ook weer nieuwe krachten verzameld dienden te worden
voor de komende week, terwijl de Koningin zich bewonderend uitsprak
over die onschatbare hulp uit alle lagen van ons volk, vochten die gepre
zen mensen uit alle macht, de ongustige natuurelementen trotserend, verder.
Met een lach op het verbeten gezicht, zwoegend aan herstel van dijken,
rijdend en rossend met vrachtauto's zand en zakken naar de plaatsen voe
rend waar koste wat kost het gevaar gekeerd moet blijven.
OOK FRANSE GENIE.
Onversaagd volhouden
WANNACHT, dat was in de nacht
van Zaterdag op Zondag, hebben
we het kwaad te verantwoorden ge
had. vertelde ons de luitenant van de
genietroepen uit Keizersveer, die de
leiding heeft bij de versterking van
de Keizersdijk dat is de weg, die
vanuit Lage-Zwaluwe in de richting
Blauwe Sluis voert, een geweldig
karwei; we stonden in de sneeuw
jacht en mijn mannen dreigden ver
kleumd te geraken. Zij zijn echter van
geen kleintje vervaard en ik ben er
trots op, dat wij desondanks bezig
konden blijven. De steun, die wij
daarbij ondervinden van de leerlingen
der Officiers Kaderschool Luchtmacht
te Breda, is allerminst geving; ook zij
werken als paarden.
QNZE WEG voerde deze Zondag op
nieuw naar Lage-Zwaluwe, omdat
van daaruit hoogst belangrijke wer
ken worden verricht. Er worden hier
aan het rechtergedeelte van de Kei
zersdijk, versterkingen aangebracht.
Het Nederlandse leger de genie
troepen werkt naar de Blauwe
Sluis toe, terwijl Franse genie (uit
Mezières en Koblenz) vandaar uit in
de richting Lage-Zwaluwe opereert.
Men beperkt zich hier niet tot het
uitsluitend opstapelen van zandzak
ken langs de bedreigde zijde. Eerst
worden palen in het water geslagen,
daartegen worden dan als een soort
wand planken aangebracht, waarna
tenslotte zakken zand als laatste ver
steviging worden opgestapeld. Daar
de dijk twee-richtingverkeer niet toe
laat, gaat de aanvoer van het beno
digde materiaal minder vlot dan men
zou wensen, omdat de vrachtauto's
weer achteruit terug moeten rijden.
Maar er is allerwege groot begrip voor
eikaars moeilijkheden en men heeft
alleen maar stijgende bewondering
voor het onverminderd volhouden, dat
iedereen zonder uitzondering, aan de
dag legt.
OPNIEUW IN OUDE GEMEENTE
QP HET gemeentehuis te Hooge-
Zwaluwe troffen wij burgemees
ter Gottwald. Men weet, dat deze
sinds enige tijd als zodanig in functie
is te Etten-Leur, maar op verzoek
van de Commissaris der Koningin had
de heer Gottwalt zich naar zijn oude
gemeente begeven, om daar geduren
de de rampspoedige, uren de teugels
weer in handen te nemen. De loco
burgemeester was namelijk over
werkt geraakt, zodat dit zo zwaar ge
troffen gebied zonder krachtige lei
ding was.
De heer Gottwald verzocht in onze
krant bekendheid te geven aan het
navolgende: tengevolge van de uiter
mate drukke werkzaamheden in La
ge-Zwaluwe, die alleen maar met
vrucht kunnen worden uitgevoerd, als
de aanwezige werkkrachten en voor
al de aan- en afvoer van vrachtauto's
met materialen voor de aan te bren
gen versterkingen, ongestoord door
gang kunnen vinden.
Ten gevolge van dit alles kan de
(Van onze onderwijsmedewerker)
ZEKER, het was een beetje kinderachtig. Ik geef
het volmondig toe. Maar Cijffers was nu een
maal zo trots op zijn nieuwe spreekkamer, dat
hij geen gelegenheid onbenut liet, om er gewichtig
gebruik van te maken.
Vroeger was het altijd een vervelende affaire
geweest, als er een bezoeker kwam opdagen onder
de schooltijd. Cijffers moest dan zijn gast ofwel
verzoeken, op een ander uur terug te komen; of
wel moest het gesprek hap-snap worden afge
werkt in de schoolgang, met één oor in de klas en
één in de gang.
Met kinderlijk genoegen zag onze vriend Cijf-
fers dus om kwart voor twaalf een bezoeker over
speelplaats naar de schooldeur stappen. En het
^lonk beslist zwierig, toen hij enkele ogenblikken
t zijn gast toesprak:
„Och, meneer Kusters, hebt u misschien een
«blikje? Ja? Wilt u dan even wachten in de
spreMekkamer? Laatste deur links. Ik kom om
twaajBf uur direct bij u."
^^rgenoegd stapte Cijffers zijn klas weer bin-
beëindigde zijn les.
HET iBileek tenslotte toch weer een klagende va-
defl^ te zijn. Zoon Kees bracht slechte cijfers
t naai huis. Toegegeven, hij was wat lui.
Hij knoeide er zo maar wat op los. Maar deed de
school nu werkelijk wel al het mogelijke? Kees
had een straffe hand nodig, begrijpt u,
En Cijffers hield zijn zoveelste pleidooi voor
de bekwaamheid en toewijding van zijn collega's.
Hij sprak met overtuiging, want de feiten gaven
hem daar recht toe. Vader Kusters luisterde wel
willend toe.
Totdat, temidden van Cijffers' woordenstroom,
het woord „onderwijsvernieuwing" viel. Toen ver
anderde de aandachtige uitdrukking op het ge
zicht van de bezoeker plotseling in een droeve
glimlach. Spottend zei hij:
„Vernieuwing? Allemaal poppenkast, als u 't
mij vraagt. Gewoon, ouderwets onderwijs, meneer,
daar viel iets van te leren."
„Maar meneer Kusters...."
„Och kom toch! Hier, terwijl ik zit te wach
ten, blader ik terloops in dit tijdschrift, Een vak
blad. als ik het goed begrijp. Hier .alstublieft, leest
u zelf: De poppenkast, als vruchtbaar leermiddel!
Bah, wat een vertoning. Jan Klaassen in de klas!
En dat heet dan zeker onderwijsvernieuwing?!"
Het klonk als een verpletterende beschuldi
ging. De wapens waren immers gesmeed uit de
eigen vakpers van het onderwijs.
„Meneer Kusters. luistert u nu eens. U ver
staat het verkeerd, als u denkt, dat we kermis in
de klas willen houden. Dat poppenspel moet door
de kinderen gespeeld worden, om er iets van te
leren."
„Iets van leren?! Volgens mij zijn de avontu
ren van Katrijn weinig verheffend!"
„Maar u begrijpt het verkeerd!" riep Cijffers
uit. „Er komt geen Jan Klaassen aan te pas. Er
worden allerlei poppen gemaakt en dan voeren
de kinderen daarmee een spel op uit de bijbel,
of een verhaal uit hun leesboek of ze spelen een
gebeurtenis uit de geschiedenis."
„Onzin", bromde papa Kusters. „In heel wat
minder tijd kan de onderwijzer zo'n verhaal ver
teld hebben."
„Maar de popenkast houdt de aandacht meer
gespannen en de kinderen onthouden alles veel
beter, vooral als ze zelf hebben meegespeeld. Bo
vendien krijgen de spelers een prachtige oefening
in het spreken. Ik kan me voorstellen, dat bijvoor
beeld de spreektoon door dit middel sterk verbe
teren kan."
Somber staarde Kusters de onderwïjs-man aan.
Achterdocht en twijfel lagen op zijn gezicht te
lezen.
„Dus", zuchtte hij, „als ik het goed begrijp
kan Kees in zijn klas ook binnenkort zo iets ver
wachten?"
„Dat is nog niet gezegd. Deze moderne mid
delen zijn bij sommigen een succes, bij anderen
een mislukking. Ieder moet de middelen gebrui
ken, die hem het beste liggen. Tot nu toe is de
poppenkast op deze school nog niet gebruikt."
„Maar het zou dus kunnen komen?"
„Het zou kunnen, ja", beaamde Cijffers.
„Wai een tijd. wat een tijd", zuchtte vader
Kuste.s en slapte naar huis.
burgemeester tot zijn grote spijt nog
geen toestemming verlenen aan de
bevolking om naar hun haardsteden
terug te keren. Zo spoedig dit moge
lijk is, zal de burgemeester dit be
kend maken.
jWTET de burgemeester zijn we van
uit Hooge-Zwaluwe naar het be
dreigde gebied gereden. In de eerstt
plaats schonk deze aandacht aan de
opruiming van de cadavers, die met
tientallen aan elkaar gebonden langs
de dijk in het water lagen: op de rug
gen bevroren, precies alsof witte de
kens daarop gebonden waren
„Een uitstekende verbetering was
aangebracht in de straten van Lage-
Zwaluwe, waarin zoals men uit onze
vorige reportage herinneren zal, enor
me gaten waren. Zgn. rijplaten, de
zelfde die men aanwendt bij de aan
leg van noodvliegvelden, had men als
wegdek aangewend en het voldeed
voortreffelijk. Het stelde het inten
sieve verkeer in staat zonder stagna
tie naar de bedreigde plaatsen te ko
men.
ONTROERD.
AAN het haventje stond burgemees-
ter Gottwald even ontroerd te ky-
ken naar de industriehallen zijn
levenswerk in Lage-Zwaluwe. De ge
bouwen staan onder water en wat er
van het inwendige terecht gekomen
zal zijn
"Veel tijd om zich verder te realise
ren wat de werkelijke gevolgen zul
len zijn, gunt de burgemeester zich
echter niet. Het leven gaat verder,
óók voor hem en hij onderhoudt zich
met de gemeente-opzichter, de heer
van 't Hooft, die het hoofd extra koel
moet houden hier en die aanbiedt om
met ons naar het bedreigde gebied te
gaan, maar door een dringend tele
foontje naar elders wordt geroepen.
Het is de heer M. van 't Geloof, die
ons nu daarheen begeleidt.
FRANSE GENIE: HET „GAAT"
Oók de geëvacueerde jeugd uit Zierikzee in het noodziekenhuis van het
Roode Kruis te Zeist aanhoorde de woorden van H. M. de Koningin.
Oók de oudjes onder de evacué's, ondergebracht te Zeist. Het zijn de 85-
jarïge weduwe Schout-Ringenberg uit Zierikzee (rechts) en de 75-jarige
weduwe J. Veltman-Overbeke uit Nieuwekerk, onder de hoede van een
Roode Kruis-zuster.
..En tenslotte bijna alle Nederlandse gezinnen.
worden met instemming begroet. Heel
even kunnen we ook met de beide
Franse genie-officieren spreken, die
in tegenovergestelde richting werken.
Lachend geven zij te kennen, dat het
„gaat" en dat hun manschappen graag
hier zijn om te helpen.
In de verte zijn genietroepen bezig
om bunkers op te blazen. Zij waren
een sta-in-de-weg voor het vervoer, dat
vanaf de Blauwe Sluis door de polder
moet gebeuren. Het is nagenoeg oor
logstoestand; horen en zien vergaat je
nu en dan...
VAN ZWAKKE CONSTRUCTIE
A Is U nou even mee gaat, vraagt de
heer van 't Geloof, dan kunt U
het gat zien. dat in de buitendijk van
het Hollandsch Diep is geslagen,als
gevolg waarvan wij hier onder water
kwamen te liggen. Dat even" werd
een wandeling van een uur, maar ten
slotte waren we daar voor gekomen.
Het gat bleek geslagen op de schei
ding ran Vegetaspolder en de Scliud-
debeurspolder. Dit dijkgedeelte was
van zwakke constitutie en er bestonden
plannen om dit te vernieuwen en even
sterk te maken als de belde genoemde
polders, die het geweld volledig heb-
uen doorstaan!
Het onheil is veroorzaakt op dit
punt. gelegen ten Zuiden van het Hol
landsch Diep en ten westen van de
haven van Lage Zwaluwe. Inmiddels
werd ter plaatse een gat. van duïk-
kruin tot duikkruin geschat, van wel
100 meter lengte reeds met herstel
lingswerk, vanwege de Heide Mij., be
gonnen. Een tenen zinkstuk ligt al ge
reed en er worden ter plaatse tevens
duizenden zakken zand in gereedheid
gebracht om straks, bij gunstig getij,
het gat mee te stoppen. Toen wij er
waren, stroomde het water met geweld
en gierend uit de polders naar het
Hollandsch Diep; maar het was als
eer. druppel op een gloeiende plaat...
NIMMER Zó HOOG!
■yv/ij wisselen enkele woorden met de
militaire commandant van de wer
ken aan de Keizersdijk. Hij is zeer te
vreden over de gang van zaken en
zegt. dat bij uitblijven van zeer slecht
weer de zaak voor elkaar komt. Op
het zelfde ogenblik arriveert het aflos-
singsdetachement uit Keizersveer; zij
BIJ HOEST EN KEELPIJN
S^eipt Siroop
IHMIfiB-JilS
Tntussen was het weer begonnen te
sneeuwen en het werd bitter koud.
Bovendien naderde de duisternis met
rasse schreden, zodat meteen rechts
omkeert van de onheilsplaats werd ge
maakt.
Nog even spraken wij in Lage Zwa
luwe met de heer K. Walraven, die
daar reeds vijftig jaar een café drijft.
Hij vertelde, dat het water nog nim
mer een dergelijke hoogte had bereikt,
als in die nacht van Zaterdag op Zon
dag. In 1916 was dit 3.52 M. geweest,
nu had hij 3.87 M. van de schaal af
gelezen!
Bij het verlaten van dit zo zwaar
getroffen dorp zagen we aan het post
kantoortje de vlag halfstok hangen;
bij het licht van een electrische lamp
zat de kantoorhouder te telefoneren...
Ziehier de oplossing van het raadsel, dat we u in ons
nummer van Zaterdag jl. hebben voorgelegd; Suske,
Wiske, Latnbik en Tante Sidonle gaan welgemoed een
nieuw avontuur tegemoet. Met de degen trekken ze ten<
strijde voor alles wat goed en edel is en hulpbehoevend.
En eendrachtiglijk trekken ze op tegen alle slechterik
ken die hun pad kruisen. Morgen zullen wy U op de be
kende plaats de hoofdfiguren van het nieuwe verhaal
voorstellen.
A