Burgemeester Gottwald leidt óók (weer) in Lage Zwaluwe Vijf eeuwen strijd tegen het water onmma En iedereen luisterde.... HARD TE VERDUR EN IN DE SNEEUW1 Grote rampen in vroeger jaren Ijs en sneeuw als doodskleed J£rot€ firvbUrtten van kleine tncnscft Poppenkast DE DOLLE MUSKETIERS DAGBLAD DE STEM VAN MAANDAG 9 FEBRUARI 1953 TN EEN GEBIED aan zee- en riviermonden gelegen, waar de me'ns zich vestigt, werken twee krachten, die voortdurend met elkaar in strijd zijn: wat het water poogt te vernietigen, wil de mens trachten te behouden". Aldus opent Dr. J. Klok het zevende hoofdstuk van zijn studie over de Zuidhollandse eilanden Voorne en Putten. Van de betoonde kracht en moed in oeze zware strijd, geeft die beschrijving der hier volgende waterrampen van A. van Zeewalden in De Linie een indruk. 1421St. Elisabeth's vloed ]~NE DOORLUCHTIGE naam van St. Elisabeth, Landgravin van Thü- ringen. zal voor altijd verbonden blijven -an een stormvloed, die, om trent haar feestdag in de kerkelijke kalender 19 November de om geving van Dordrecht en West-Bra bant teisterde. De ramp maakte een klassiek gezegde voor de zoveelste keer waar: ongelukken komen niet alléén, doch in stoeten! Want nauwe lijks een half jaar tevoren, was liet ontluikend Amsterdam grotendeels in rook en vlammen opgegaan. Ieder kent de Biesbosch, gelegen tussen de Nieuwe Merwede en de Amer. Deze verzameling moeras, wa ter en killen, wordt thans geleidelijk ingepolderd en ontgonnen. Maar bij de aanvang der vijftiende eeuw vormde de kleine archipel van eilanden een deel der Zuid-Hollandse Waard, met de aloude Merwedestad Dordrecht als belangrijk centrum. Nu en dan vonden er kleine dijk breuken plaats, door de bewoners snel hersteld; maar zij vormden de repe tities, welke de grote tragedie inleid den die van November 1421. Want toen bezweek, onder de ran selende vlagen van een N.-W.-storm, de dijk, die het water buiten de Grote Waard moest houden. Achter die dijk bevond zich vruchtbaar wei- en bouwland. Er waren ridderhofsteden, ambachten en heerlijkheden, en. naar men leest, een zeventigtal parochies. Niemand minder dan Wagenaar be richt, dat er zeventig dorpen ten gron de gingen, maar nieuwere schrifturen stellen dit getal op ongeveer twintig. Mensen en vee kwamen in de golven om, en zelfs Dordrecht liep gevaar. Waar eerst welvaart en arbeidzaam heid heersten, ontstond nu het water van de Biesbosch, met ziin eindeloze grienden, schorren en rietvelden. li*1!! In die bewogen dagen is de legende ontstaan van de wieg, het kind, en de kat, welke het drijvend geval in even wicht wist te houden. Het overstro mingswater stuwde de wieg naar wat nu de Kinderdijk heet, de dijk van de Alblasserwaard langs de Noord. Hoe dan ook, de baby vervolgt de legende een bloedkoralen kettinkje met gouden kruisje om de hals, kreeg „Beatrix" als naam: „de Gelukkig- makende!" „Tot maagd opgewassen, huwde zij met Jakob Roerom, wiens na komelingen aanzienlijke betrekkin gen in Dordrecht bekleed hebben. Vele der oudste en aanzienlijkste, ook adellijke geslachten uit de Waard, waren door deze geduchte ramp tot armoede gebragt en moes ten buiten 's lands dienst zoeken, of hier hun brood, bedelen/', 1570: Allerheiligenvloed LIET WAS alweer de zo noodlottige Noordwester, die toen onze vege kusten geselde, en het water over de duinen joeg. De catastrophe van November 1421 werd overtroffen. Friesland en Groningen geleken bin- nenzeëen; duizenden inwoners verlo ren het leven, duizenden anderen ge raakten tot de bedelstaf. Het over stromingswater bedreigde Leeuwar den, Sneek, Franeker en zelfs Gronin gen. Evenals bij de grimmige ramp, die ons dezer dagen zo smartelijk treft, zochten veel mensen hun toevlucht op nokken en bomen, hetgeen helaas, niet kon verhinderen, dat volgens de be kwame historicus Pieter Bor het is verschrikkelijk dit neer te schrij ven twintigduizend mensen al leen reeds in het Noorden des lands om het leven kwamen. ,,'t En bleef er nog niet bij!" Want de waterwolf zette zijn tanden ook in de Krimpenerwaard, terwijl bijv. te Scheveningen ruim honderd huizen onder het geweld van binnenstromend zeewater instortten. Ook, evenals thans, moesten Zeeuwse en Zuid-Hol landse eilanden het geducht ontgelden. De Hondsbossche Zeewering, zo ge noemd naar 't dorp Hondsbosch, dat in 1421 verdronk, bezweek op ver schillende plaatsen. De Braakman, de inham van de Westerschelde, Oost- en West Zeeuwsch-Vlaanderen scheiden de. maakte van de gelegenheid ge bruik geducht om zich heen te grij pen. Bij die dramatische gebeurtenissen onderscheidde zich de Spaanse stad houder, Kolonel Robles, wie de be langen van zijn gewest immer voor ogen stonden. Zo liet hij het Kolonels- diep graven, tot betere verbinding tus sen Groningen en Leeuwarden. Nog thans maken jaarlijks een 12.000 sche pen van dit vaarwater gebruik, dat de herinnering aan de vijandelijke gouverneur levendig houdt. Te zijner eer prijkt óók een monument: de Ste nen Man, op de dijk nabij Harlingen. Robles bood persoonlijk honderden vluchtelingen de behulpzame hand en preste schuitenvoerders en hopliên de ze ongeiukkigen metterdaad alle ge mak en gerak te geven. Ja, te Brussel wist hij voor zijn gewesten een jaar onthfefing van belastingen te ver werven. Op last van Robles verliep het her stel der waterkeringen en dijken zó vlot, dat men eind 1571 weer met een gerust hart kon gaan slapen. Terecht tekent Wagenaar aan: „Robles, Heer van Billy, die bin nen Groningen geboodt. deedt, toen 't weer na twee dagen wat bedaard was, grooten dienst met het bergen van luyden, die, hier en daar, op hoogten geklauterd waren, en met honger, koude, en doodsgevaar wor stelden: 't welk hem, te vooren niet wel gezien bij de Gemeente, elks agting verwierf gelijk hij se Ijs ook sijn eigen persoon daarin niet heeft verschoont noch gespaert". De Spaanse Kolonel Robles, liet het leven bij een kruitontploffing in 1576. Onze Minister-President tekende in zijn korte rede van Maandagavond jL het water nu eens als vriend, dan :r als vijand. De ontboeide wind, de reuzenstem van de Noordwester, de baldadige stormvloed, mogen hui zen. bomen en gebouwen wegvagen zoals de hand van een kind domino stenen, diezelfde krachten kunnen óókbehouden, en dit alles ont trekken aan gevaar. Wij denken dan allerminst aan een „dubbele vloed", een springtij, maaraan een dub bele eb. In onze Vaderlandse geschie denis is éénmaal van dit natuur verschijnsel sprake. 1673: Dubbele eb! T-Jet was in het jaar ,toen twee gro- te koninkrijken, Frankrijk en En geland, voor ons rood-wit-blauw de trotse vlag moesten strijken. De vijandelijke vloten wilden troe pen aan land zetten op de Hollandse kust, om daarna onze Republiek de vrede te dicteren. „Het roer der vloot, der Staten rechterhand", de Zeeuw Miehiel de Ruyter, trachtte hun dit te beletten. Het gedonder van het ge schut klonk boven het klokgelui uit, dat de kustbewoners tot gebed opriep. Ver in het land gromde ae barse stem van het scheepskanon. Toen het nu leek, dat de sterke overmacht in haar opzet zou slagen, trad een ebbe in, die het zeewater uren langer dan gewoon lijk deed aflopen. Een dichte mist, de „zeebrand", als een wolkenbank over de duinen nade rend. deed de rest om een landing aan de Zuidwestkunst te bemoeilij ken. De „dubbele eb" had. volgens de volksmond, de vege Reoubliek gered! (Aug. 1673). 1894: Kerstvloecl „\Y7ie onzer de stormvloed van 22 December 1894 heeft doorleefd", - schrijft de bekende historicus Joh. H. Been - „moet gevoeld hebben, hoe daar in het Westen een onweerstaanbare macht was, die al maar water op stuwde. lang over het getijde heen!" - Wanneer we oude dagbladen uit die dagen naslaan, in „platte" opmaak, zonder „koppen" de mensen had den toen blijkbaar tot lezen nog tijd! gaat het in hoofdzaak over vissers schuiten te Scheveningen, die „met akelig gekraak tegen malkander te pletter sloegen", en waarbij zekere stuurman Kuyper het leven liet in de golven, „nalatende een weduwe met vijf kinderen". Van 135 schuiten gin gen er 20 totaal verloren; 50 onder vonden schade. „Algemeen was de weemoed bij het gadeslagen van deze ramp." De jeugdige Koningin Wilhel- mina, vergezeld van freule v. d. Pol, beklom „een steile zandhoogte" om de ramp in ogenschouw te nemen. „Zelfs het paviljoen van de Prinses von Wied bleef niet gespaard." Te Rotterdam voeren roeibootjes door de stad .over de Grote Markt, en langs Erasmus' standbeeld een en ander „tegen billijke vergoeding". Heren uit de „Soos" lieten zich met deze scheepjes naar huis roeien; werd tot twee gulden betaald voor plaats". Twintig centimeter hoger dan de hoogst bekende stand, rees hef water bezuiden de (voormalig) Hoog straat. Om de varenden wat te ver warmen, schonk hier en daar „een dochter van een slijter, de rokken op gebonden", een glas cognac! Te Utrecht stortte een pand in gelijk, bij zulke gelegenheden, een huis ooit heet. De Maasdijk bij Maas sluis bleek het nèt nog op het nip pertje te kunnen houden. Te Papen- drecht verging een zeilboot met drie opvarenden. Erger bleek een scheeps ramp nabij Egmond, die een twintig tal mensen het leven kostte; „de ka pitein had nog nooit zulk verschrik kelijk weer meegemaakt". „Als vissersplaats zal Egmond later bezwaarlijk meer kunnen meetellen" concludeert de correspondent; z Tussen Hooge- en Lage-Zwaluwe liggen de bevroren cadavers langs we gen en dijken; de veestapel der boeren heeft hier enorm geleden. ernstig was er de ravage'. Te IJmui- den keilde de storm steenblokken van 10.000 kilo „als keisteentjes" over de straat. Ook langs de Zuiderzee le den mensen en hun have belangrijke schade. 1916: Jauuarivloed ("Nudere landgenoten zal de Januarï- vloed van 1916, gedurende de Eer- Wereldoorlog ongetwijfeld nog heugen. De belangrijkste schade richtte toen de voormalige Zuiderzee aan, waar enkele dijken de strijd te gen het water opgaven. Maar even eens werden die gedenkwaardige 13e Januari de streken rond Rotterdam door de Noordwester geteisterd; de ramp kostte enkele tientallen mensen het leven. Zware regens en stormen deden de rivieren buiten haar oevers treden. Bij Durgerdam stuwde de zee over de dijk. Talrijke boeren verlieten met hun vee de ondergelopen polders en zochten veiliger oorden op. Vooral het karakteristieke Marken moest het zwaar ontgelden. Menige „paalwo ning" werd gekraakt. „Niet minder dan zestien personen", schreef in die dagen het weekblad „De Prins" „zijn omgekomen; velen van have en goed beroofd. Voor barmhartigen valt hier veel te doen; wij hopen, dat ze diep in de beurs zullen tasten". Een foto laat een geheel omgslagen Markense woning zien, waarbij ouders met twee kinderen vergeefs redding hadden gezocht. „Ondanks de wreede beproeving en hartverscheurende to nelen. legde de bevolking een bewon derenswaardige kloekheid van geest aan de dag". Zaandam kreeg het eveneens te kwaad evenals Amersfoort, Elburg en de Anna Paulownapolder. De kerken van Monnikendam kwamen beschik baar- voor het onderbrengen van vee; er waren daar gaten geslagen in de zeedijk van tientallen meters'breedte. „Onberekenbaar" noemt het geïllu streerde weekblad de aangerichte schade. Wij bezochten zelf Bunschoten en Spakenburg in die bewogen dagen, de schilderachtige dorpjes, welke on der de doorbraak van de Eemdijk aan zee hadden te lijden. De botters ble ken zwaar gehavend; de woningen eveneens. Merkwaardig was, dat het water zelfs na een week nog een ho ger punt op die peilschaal bereikte. Dat werd Volendam noodlottig: Zon dag, de 23e Januari, speelden de gol ven daar de baas. Koningin Wilhelmina betoonde zich in die dramatische dagen een echte Landsmoeder; waar zij maar kon, beurde zij de getroffen Noordholland se bevolking op. Prinses Juliana moest al vroeg aan overstromingsrampen wennen; op een titelpagina zien wij haar, in gezelschap van haar Moeder, als klein meisje Schellingwoude be zoeken. Onze voorouders maakten op de Al lerheiligen vloed het volgende rijmpje: „Neptunus en Boreas Boos in haar treecken. Hebben op alleheilige dag Menigen dijck duersteecken." „Het lant dat beangstigt was. en sal niet gantsch verduystert worden". lazen onze voorouders in hun Bijbel Eenmaal, het is gebleken na zo meni ge watersnood, komt alles weer goed. Ned. en Franse genie werken naar elkaar toe Geëvacueerden kunnen nog niet terug (Van onze redacteur). J_|ET BIJFT SPANNEND, Indrukwekkend, maar vooral bemoedigend, deze strijd tegen de waterwolf, die niet aflaat zyn vernielend werk te doen in de Zuidwesthoek van onze provincie, te zien. voortzetten door die dui zenden mensen, de militairen vóóraan, met energie, moed en volharding, welke aan het ongelooflijke grenzen. Terwijl het overgrote deel Uwer Zondag thuis kon zijn of moest zyn, omdat er tenslotte ook weer nieuwe krachten verzameld dienden te worden voor de komende week, terwijl de Koningin zich bewonderend uitsprak over die onschatbare hulp uit alle lagen van ons volk, vochten die gepre zen mensen uit alle macht, de ongustige natuurelementen trotserend, verder. Met een lach op het verbeten gezicht, zwoegend aan herstel van dijken, rijdend en rossend met vrachtauto's zand en zakken naar de plaatsen voe rend waar koste wat kost het gevaar gekeerd moet blijven. OOK FRANSE GENIE. Onversaagd volhouden WANNACHT, dat was in de nacht van Zaterdag op Zondag, hebben we het kwaad te verantwoorden ge had. vertelde ons de luitenant van de genietroepen uit Keizersveer, die de leiding heeft bij de versterking van de Keizersdijk dat is de weg, die vanuit Lage-Zwaluwe in de richting Blauwe Sluis voert, een geweldig karwei; we stonden in de sneeuw jacht en mijn mannen dreigden ver kleumd te geraken. Zij zijn echter van geen kleintje vervaard en ik ben er trots op, dat wij desondanks bezig konden blijven. De steun, die wij daarbij ondervinden van de leerlingen der Officiers Kaderschool Luchtmacht te Breda, is allerminst geving; ook zij werken als paarden. QNZE WEG voerde deze Zondag op nieuw naar Lage-Zwaluwe, omdat van daaruit hoogst belangrijke wer ken worden verricht. Er worden hier aan het rechtergedeelte van de Kei zersdijk, versterkingen aangebracht. Het Nederlandse leger de genie troepen werkt naar de Blauwe Sluis toe, terwijl Franse genie (uit Mezières en Koblenz) vandaar uit in de richting Lage-Zwaluwe opereert. Men beperkt zich hier niet tot het uitsluitend opstapelen van zandzak ken langs de bedreigde zijde. Eerst worden palen in het water geslagen, daartegen worden dan als een soort wand planken aangebracht, waarna tenslotte zakken zand als laatste ver steviging worden opgestapeld. Daar de dijk twee-richtingverkeer niet toe laat, gaat de aanvoer van het beno digde materiaal minder vlot dan men zou wensen, omdat de vrachtauto's weer achteruit terug moeten rijden. Maar er is allerwege groot begrip voor eikaars moeilijkheden en men heeft alleen maar stijgende bewondering voor het onverminderd volhouden, dat iedereen zonder uitzondering, aan de dag legt. OPNIEUW IN OUDE GEMEENTE QP HET gemeentehuis te Hooge- Zwaluwe troffen wij burgemees ter Gottwald. Men weet, dat deze sinds enige tijd als zodanig in functie is te Etten-Leur, maar op verzoek van de Commissaris der Koningin had de heer Gottwalt zich naar zijn oude gemeente begeven, om daar geduren de de rampspoedige, uren de teugels weer in handen te nemen. De loco burgemeester was namelijk over werkt geraakt, zodat dit zo zwaar ge troffen gebied zonder krachtige lei ding was. De heer Gottwald verzocht in onze krant bekendheid te geven aan het navolgende: tengevolge van de uiter mate drukke werkzaamheden in La ge-Zwaluwe, die alleen maar met vrucht kunnen worden uitgevoerd, als de aanwezige werkkrachten en voor al de aan- en afvoer van vrachtauto's met materialen voor de aan te bren gen versterkingen, ongestoord door gang kunnen vinden. Ten gevolge van dit alles kan de (Van onze onderwijsmedewerker) ZEKER, het was een beetje kinderachtig. Ik geef het volmondig toe. Maar Cijffers was nu een maal zo trots op zijn nieuwe spreekkamer, dat hij geen gelegenheid onbenut liet, om er gewichtig gebruik van te maken. Vroeger was het altijd een vervelende affaire geweest, als er een bezoeker kwam opdagen onder de schooltijd. Cijffers moest dan zijn gast ofwel verzoeken, op een ander uur terug te komen; of wel moest het gesprek hap-snap worden afge werkt in de schoolgang, met één oor in de klas en één in de gang. Met kinderlijk genoegen zag onze vriend Cijf- fers dus om kwart voor twaalf een bezoeker over speelplaats naar de schooldeur stappen. En het ^lonk beslist zwierig, toen hij enkele ogenblikken t zijn gast toesprak: „Och, meneer Kusters, hebt u misschien een «blikje? Ja? Wilt u dan even wachten in de spreMekkamer? Laatste deur links. Ik kom om twaajBf uur direct bij u." ^^rgenoegd stapte Cijffers zijn klas weer bin- beëindigde zijn les. HET iBileek tenslotte toch weer een klagende va- defl^ te zijn. Zoon Kees bracht slechte cijfers t naai huis. Toegegeven, hij was wat lui. Hij knoeide er zo maar wat op los. Maar deed de school nu werkelijk wel al het mogelijke? Kees had een straffe hand nodig, begrijpt u, En Cijffers hield zijn zoveelste pleidooi voor de bekwaamheid en toewijding van zijn collega's. Hij sprak met overtuiging, want de feiten gaven hem daar recht toe. Vader Kusters luisterde wel willend toe. Totdat, temidden van Cijffers' woordenstroom, het woord „onderwijsvernieuwing" viel. Toen ver anderde de aandachtige uitdrukking op het ge zicht van de bezoeker plotseling in een droeve glimlach. Spottend zei hij: „Vernieuwing? Allemaal poppenkast, als u 't mij vraagt. Gewoon, ouderwets onderwijs, meneer, daar viel iets van te leren." „Maar meneer Kusters...." „Och kom toch! Hier, terwijl ik zit te wach ten, blader ik terloops in dit tijdschrift, Een vak blad. als ik het goed begrijp. Hier .alstublieft, leest u zelf: De poppenkast, als vruchtbaar leermiddel! Bah, wat een vertoning. Jan Klaassen in de klas! En dat heet dan zeker onderwijsvernieuwing?!" Het klonk als een verpletterende beschuldi ging. De wapens waren immers gesmeed uit de eigen vakpers van het onderwijs. „Meneer Kusters. luistert u nu eens. U ver staat het verkeerd, als u denkt, dat we kermis in de klas willen houden. Dat poppenspel moet door de kinderen gespeeld worden, om er iets van te leren." „Iets van leren?! Volgens mij zijn de avontu ren van Katrijn weinig verheffend!" „Maar u begrijpt het verkeerd!" riep Cijffers uit. „Er komt geen Jan Klaassen aan te pas. Er worden allerlei poppen gemaakt en dan voeren de kinderen daarmee een spel op uit de bijbel, of een verhaal uit hun leesboek of ze spelen een gebeurtenis uit de geschiedenis." „Onzin", bromde papa Kusters. „In heel wat minder tijd kan de onderwijzer zo'n verhaal ver teld hebben." „Maar de popenkast houdt de aandacht meer gespannen en de kinderen onthouden alles veel beter, vooral als ze zelf hebben meegespeeld. Bo vendien krijgen de spelers een prachtige oefening in het spreken. Ik kan me voorstellen, dat bijvoor beeld de spreektoon door dit middel sterk verbe teren kan." Somber staarde Kusters de onderwïjs-man aan. Achterdocht en twijfel lagen op zijn gezicht te lezen. „Dus", zuchtte hij, „als ik het goed begrijp kan Kees in zijn klas ook binnenkort zo iets ver wachten?" „Dat is nog niet gezegd. Deze moderne mid delen zijn bij sommigen een succes, bij anderen een mislukking. Ieder moet de middelen gebrui ken, die hem het beste liggen. Tot nu toe is de poppenkast op deze school nog niet gebruikt." „Maar het zou dus kunnen komen?" „Het zou kunnen, ja", beaamde Cijffers. „Wai een tijd. wat een tijd", zuchtte vader Kuste.s en slapte naar huis. burgemeester tot zijn grote spijt nog geen toestemming verlenen aan de bevolking om naar hun haardsteden terug te keren. Zo spoedig dit moge lijk is, zal de burgemeester dit be kend maken. jWTET de burgemeester zijn we van uit Hooge-Zwaluwe naar het be dreigde gebied gereden. In de eerstt plaats schonk deze aandacht aan de opruiming van de cadavers, die met tientallen aan elkaar gebonden langs de dijk in het water lagen: op de rug gen bevroren, precies alsof witte de kens daarop gebonden waren „Een uitstekende verbetering was aangebracht in de straten van Lage- Zwaluwe, waarin zoals men uit onze vorige reportage herinneren zal, enor me gaten waren. Zgn. rijplaten, de zelfde die men aanwendt bij de aan leg van noodvliegvelden, had men als wegdek aangewend en het voldeed voortreffelijk. Het stelde het inten sieve verkeer in staat zonder stagna tie naar de bedreigde plaatsen te ko men. ONTROERD. AAN het haventje stond burgemees- ter Gottwald even ontroerd te ky- ken naar de industriehallen zijn levenswerk in Lage-Zwaluwe. De ge bouwen staan onder water en wat er van het inwendige terecht gekomen zal zijn "Veel tijd om zich verder te realise ren wat de werkelijke gevolgen zul len zijn, gunt de burgemeester zich echter niet. Het leven gaat verder, óók voor hem en hij onderhoudt zich met de gemeente-opzichter, de heer van 't Hooft, die het hoofd extra koel moet houden hier en die aanbiedt om met ons naar het bedreigde gebied te gaan, maar door een dringend tele foontje naar elders wordt geroepen. Het is de heer M. van 't Geloof, die ons nu daarheen begeleidt. FRANSE GENIE: HET „GAAT" Oók de geëvacueerde jeugd uit Zierikzee in het noodziekenhuis van het Roode Kruis te Zeist aanhoorde de woorden van H. M. de Koningin. Oók de oudjes onder de evacué's, ondergebracht te Zeist. Het zijn de 85- jarïge weduwe Schout-Ringenberg uit Zierikzee (rechts) en de 75-jarige weduwe J. Veltman-Overbeke uit Nieuwekerk, onder de hoede van een Roode Kruis-zuster. ..En tenslotte bijna alle Nederlandse gezinnen. worden met instemming begroet. Heel even kunnen we ook met de beide Franse genie-officieren spreken, die in tegenovergestelde richting werken. Lachend geven zij te kennen, dat het „gaat" en dat hun manschappen graag hier zijn om te helpen. In de verte zijn genietroepen bezig om bunkers op te blazen. Zij waren een sta-in-de-weg voor het vervoer, dat vanaf de Blauwe Sluis door de polder moet gebeuren. Het is nagenoeg oor logstoestand; horen en zien vergaat je nu en dan... VAN ZWAKKE CONSTRUCTIE A Is U nou even mee gaat, vraagt de heer van 't Geloof, dan kunt U het gat zien. dat in de buitendijk van het Hollandsch Diep is geslagen,als gevolg waarvan wij hier onder water kwamen te liggen. Dat even" werd een wandeling van een uur, maar ten slotte waren we daar voor gekomen. Het gat bleek geslagen op de schei ding ran Vegetaspolder en de Scliud- debeurspolder. Dit dijkgedeelte was van zwakke constitutie en er bestonden plannen om dit te vernieuwen en even sterk te maken als de belde genoemde polders, die het geweld volledig heb- uen doorstaan! Het onheil is veroorzaakt op dit punt. gelegen ten Zuiden van het Hol landsch Diep en ten westen van de haven van Lage Zwaluwe. Inmiddels werd ter plaatse een gat. van duïk- kruin tot duikkruin geschat, van wel 100 meter lengte reeds met herstel lingswerk, vanwege de Heide Mij., be gonnen. Een tenen zinkstuk ligt al ge reed en er worden ter plaatse tevens duizenden zakken zand in gereedheid gebracht om straks, bij gunstig getij, het gat mee te stoppen. Toen wij er waren, stroomde het water met geweld en gierend uit de polders naar het Hollandsch Diep; maar het was als eer. druppel op een gloeiende plaat... NIMMER Zó HOOG! ■yv/ij wisselen enkele woorden met de militaire commandant van de wer ken aan de Keizersdijk. Hij is zeer te vreden over de gang van zaken en zegt. dat bij uitblijven van zeer slecht weer de zaak voor elkaar komt. Op het zelfde ogenblik arriveert het aflos- singsdetachement uit Keizersveer; zij BIJ HOEST EN KEELPIJN S^eipt Siroop IHMIfiB-JilS Tntussen was het weer begonnen te sneeuwen en het werd bitter koud. Bovendien naderde de duisternis met rasse schreden, zodat meteen rechts omkeert van de onheilsplaats werd ge maakt. Nog even spraken wij in Lage Zwa luwe met de heer K. Walraven, die daar reeds vijftig jaar een café drijft. Hij vertelde, dat het water nog nim mer een dergelijke hoogte had bereikt, als in die nacht van Zaterdag op Zon dag. In 1916 was dit 3.52 M. geweest, nu had hij 3.87 M. van de schaal af gelezen! Bij het verlaten van dit zo zwaar getroffen dorp zagen we aan het post kantoortje de vlag halfstok hangen; bij het licht van een electrische lamp zat de kantoorhouder te telefoneren... Ziehier de oplossing van het raadsel, dat we u in ons nummer van Zaterdag jl. hebben voorgelegd; Suske, Wiske, Latnbik en Tante Sidonle gaan welgemoed een nieuw avontuur tegemoet. Met de degen trekken ze ten< strijde voor alles wat goed en edel is en hulpbehoevend. En eendrachtiglijk trekken ze op tegen alle slechterik ken die hun pad kruisen. Morgen zullen wy U op de be kende plaats de hoofdfiguren van het nieuwe verhaal voorstellen. A

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1953 | | pagina 3